Ga direct naar de content

Van Slavenburg tot Lehman Brothers: zijn ‘graaiende’ bankiers van alle tijden?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 17 2013

Onlangs kocht ik voor een paar euro het boek Voorheen Slavenburg van journalist Robert van de Roer uit 1988. Dit boek gaat over de ondergang van Slavenburg’s bank in de jaren tachtig. Het boek leest als een spannende detective, mede dankzij de meeslepende schrijfstijl van de auteur. Bovendien komt het verhaal geen moment gedateerd over doordat de thematiek – de ondergang van een bank – nog immer actueel is. 

Even kort de geschiedenis. De Slavenburg’s bank werd in 1925 opgericht door Thijs Slavenburg. Van een Rotterdamse bank groeide de bank in relatief korte tijd uit tot een beursgenoteerde bank met kantoren in heel Nederland en zelfs in het buitenland (o.a. in Zwitserland en de Verenigde Staten). In de jaren zeventig kwam de bank onder de leiding te staan van twee zonen van Thijs Slavenburg, Piet en Ruud genaamd. Door de snelle groei van de bank werd er structureel te weinig aandacht besteed aan de corporate governance van de bank. Filialen en zelfs medewerkers voerden hun eigen agenda uit die vooral was gericht op snel geld verdienen. Eind jaren zeventig raakte de bank in financiële nood, o.a. door frauderende medewerkers. Crédit Layonnais nam de bank over en veranderde de naam van de bank in Crédit Layonnais Bank Nederland. Vervolgens werd de voormalige Slavenburg’s bank begin jaren tachtig beschuldigd van tal van malafide praktijken, waaronder het witwassen van geld. Topmensen van de bank, waaronder Piet en Ruud Slavenburg, werden aangeklaagd wegens het vermeend leiding geven aan deze duistere praktijken. Twee van de beschuldigden werden uiteindelijk veroordeeld tot geldboetes en voorwaardelijke gevangenisstraffen, terwijl de andere twee werden vrijgesproken. Laatstgenoemden dienden schadeclaims in vanwege reputatieschade en deze claims werden toegewezen. 

Voor een normaal mens is de afloop van de Slavenburg affaire moeilijk te begrijpen. Hoe kan het gebeuren dat de directieleden van de Slavenburg bank niet of nauwelijks aansprakelijk werden gesteld voor de witwaspraktijken? Het lijkt onmogelijk dat ze daar niet van op de hoogte zijn geweest. Evenzo is het lastig te duiden dat de topmensen van Lehman Brothers niet vervolgd lijken te worden. Dit druist in tegen het rechtvaardigheidsgevoel van meniggeen en versterkt het beeld van graaiende bankiers, die absoluut niet te vertrouwen zijn. 

Na het lezen van het boek over de Slavenburg’s bank leek de populist in mij te ontwaken. Mijn primaire reactie was een luide roep om rigoureuze wetswijzigingen zodat dergelijke lieden in de toekomst flink gestraft kunnen worden. Mijn gedachtes die daarop volgden waren gelukkig iets genuanceerder. Eigenlijk zou je willen dat strengere wetgeving niet nodig is. Bovendien, een gewiekste leidinggevende zal vast wel in staat zijn om verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij malafide praktijken te ontkennen of af te schuiven op andere personen binnen de organisatie. Het lijkt me lastig om daar iets tegen te doen door middel van wetgeving. Maar hoe kunnen we een herhaling van bijvoorbeeld de Slavenburg affaire dan wel voorkomen?

Misschien kunnen we nog het meest verwachten van de markt en de consument zelf. Hoewel het Nederlandse bankenlandschap gedomineerd wordt een aantal grote banken, lijken kleine, gespecialiseerde banken in opmars. Denk aan de Triodos Bank, de ASN Bank, BinckBank, en Knab. Consumenten die gruwen van de gedachte aan graaiende bankiers kunnen eigen rechter spelen door over te stappen naar een bank die het anders meent te doen. Natuurlijk kunnen bij zo’n bank ook graaiers rondlopen, maar door over te stappen geeft de consument in elk geval een signaal af. Dat er behoefte is aan een bankenwereld met integere bankiers, die de klant centraal stellen in hun dienstverlening. Als het marktmechanisme vervolgens haar werk doet, zou er op den duur wel iets moeten veranderen in de bankenwereld. 

Als het marktmechanisme haar werk doet…Helaas wringt daar de schoen. De marktwerking in de bankensector wordt nu belemmerd door switching costs. Van bank wisselen is nog een hele onderneming, ondanks de overstapservice die de banken in het leven hebben geroepen. Een eerste stap in de goede richting zou het nummerbehoud van bankrekeningnummers zijn, zodat consumenten en bedrijven bij het overstappen naar een andere bank hun oude rekeningnummer kunnen handhaven. Nummerbehoud zal de drempel om over te stappen aanzienlijk verlagen en het zelfreinigende vermogen van de bankensector doen toenemen. Laat de (Europese of Nederlandse) politiek dit eens even snel regelen!

Tot die tijd kost het de consument iets meer inspanning om over te stappen, maar is dit zeker de moeite waard. Door over te stappen wordt niet alleen een roep om verandering afgegeven, maar wordt de consument vaak ook nog verblijd met betere service en soms zelfs met een hogere spaarrente of lagere leenrente.

Literatuur: Robert van de Roer (1988). Voorheen Slavenburg. De geheimen van Nederlands grootste bankonderzoek. Uitgeverij Balans.

 

Auteur

Categorieën