Ga direct naar de content

Bestaat de waardevrije econoom niet!?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 9 2016

Op MeJudice is een nieuw stuk verschenen van van Dalen, Klamer en Koedijk naar aanleiding van hun enquete onder economen van ruim een  jaar geleden (zie Robert Dur over een eerder artikel in dezelfde serie). De analyse leidt tot nogal boude uitspraken en grote claims. De vraag is in hoeverre die claims daadwerkelijk uit de analyse volgen. 

Allereerst de belangrijkste conclusie: politieke voorkeuren zouden “een grote rol spelen in de uitspraken die economen doen”, een conclusie waarmee bijvoorbeeld de Volkskrant meteen aan de haal ging. Die conclusie is gebaseerd op de waarneming dat de mate waarin economen het met een bepaalde stelling eens zijn, vaak blijkt te correleren met zelfgerapporteerde politieke voorkeur. Maar dan ligt het eerder voor de hand dat de causaliteit andersom is. Met andere woorden: misschien was een betere conclusie geweest dat de mening van economen een grote rol speelt bij het bepalen van hun politieke voorkeur.

Ten tweede. Zelfs al accepteren we de causaliteit die de auteurs suggereren, dan nog volgt nergens uit dat die rol “groot” zou zijn. Het artikel baseert zich puur op de statistische significantie van regressieresultaten; hoe groot de effecten daadwerkelijk zijn, blijkt nergens.

Integendeel zelfs. Neem het voorbeeld dat de auteurs zelf aanhalen, de stelling “In het algemeen zijn de baten van immigratie groter dan de kosten voor het gastland”. Van de “linkse” economen is 50% het daar mee eens, van de “rechtse” economen 34%. Eigenlijk is dat verschil best klein. Op basis hiervan zou je ook kunnen betogen dat 42% van de economen het met deze stelling eens is; van de linkse economen net 8% meer, en van de rechtse economen net 8% minder. Ergo: slechts 8% van de economen laat zich in het beantwoorden van deze vraag leiden door zijn politieke voorkeur. Opvallend weinig.

Ten derde. De auteurs stellen: “Het lijkt een vreemde gang van zaken: economen die wisselend advies geven op basis van hun politieke kleur.” Maar daar ging het onderzoek helemaal niet over. Dit was een enquete waarin economen voor de vuist weg en zonder last of ruggenspraak naar hun mening werd gevraagd. De impliciete veronderstelling dat ze zonder meer hetzelfde antwoord zouden geven als er daadwerkelijk om advies wordt gevraagd, is een vergaande. Je mag toch hopen dat er voor het geven van zo’n advies op zijn minst degelijk onderzoek wordt gedaan. Of dat advies dan nog steeds zou zijn gekleurd door politieke overtuigingen, zelfs als meningen dat wel zijn, is maar de vraag.

Ten vierde. Zelfs al zouden meningen gemiddeld genomen gekleurd zijn door politieke voorkeuren, dan impliceert dat nog niet dat “de waardevrije econoom niet bestaat”. De gevonden correlaties kunnen worden veroorzaakt door een paar rotte appels, zoals die 8% in het immigratievoorbeeld. Niets in de resultaten suggereert dat het gros van de geenqueteerden niet wel degelijk “waardevrij” zou kunnen zijn.

Worden meningen van economen dan niet gekleurd door hun politieke voorkeur? Volgens onderzoek in de VS inderdaad niet (zie het stuk van Jaap Abbring). Dat onderzoek is gebaseerd op soortgelijke data, maar gebruikt een andere methodologie. Er wordt niet gekeken of antwoorden op afzonderlijke vragen correleren met politieke voorkeur, maar juist of individuele economen consistent “linkse” of “rechtse” antwoorden geven. Dat lijkt een zinvollere analyse: als economen zich inderdaad laten leiden door politieke voorkeuren dan betekent dat immers ook dat linkse economen consistent linkse meningen hebben, en rechtse economen consistent rechtse. In de VS blijkt dat niet het geval. In het Nederlandse onderzoek wordt daar niet naar gekeken. En dat is jammer.

Auteur

Categorieën