Ga direct naar de content

België of Nederland? Een economische vergelijking

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 10 1983

Europa-bladwijzer

Belgie of Nederland?
Een economische vergelijking
DRS. E. A. VAN TRAA

Inleiding

aflossing en rentebetaling op die schulden
zou moeten stopzetten, maar de waarheid
,,Your neighbour’s grass is always green- blijft toch dat Belgie behoorlijk in het schuler”, zo luidt een variant op een bekend Brits denmoeras zit en het is dan ook logisch dat
gezegde. In Nederland bestaat die houding in oud-minister van Financien en oud-presisterke mate. Beleidsvoerders in de omrin- dent van de Nationale Bank van Belgie, Van
gende landen schijnen, vanuit zo’n houding, de Putte zich meer dan eens het hoofd heeft
gebroken hoe ooit uit de schulden te komen.
het dan al gauw ,,beter te doen” dan onze
,,no-nonsense boys”. Voor vergelijkingsma- Die schulden betekenen immers ook dat Belteriaal komt men dan snel terecht bij onze
gie in de komende tien jaar gemiddeld zo’n
zuiderburen in Belgie en vergeet daarbij als dikke Bfr. 200 mrd. per jaar aan harde devieop slag de talloze zouteloze belgenmoppen
zen kwijt is voor aflossing en rentebetaling,
die men tien jaar lang over dat land heeft
dat is meer dan de helft van het bedrag dat
rondgestrooid. De Belgen doen het eenvou- Nederland jaarlijks met de verkoop van aarddig beter, zo weet men te vertellen.
gas verdient. En dan spreken wij nog niet
Nu is het op zich zelf allerminst dramatisch eens over de binnenlandse schuld die tussen
wanneer een aantal willekeurige Nederlan- de Bfr. 3.000 en 4.000 mrd. schommelt en
ders, economen uit vakbeweging of bedrijfsdaarmee per hoofd van de bevolking zo’n
leven, of journalisten de mening is toe50% hoger ligt dan die in Nederland die, na
gedaan dat premier Martens en zijn ploeg de huizenhoge tekorten van de laatste jaren,
het beter doen dan onze regering. Anders toch ook niet gering is!
wordt het evenwel wanneer dit denkbeeld
En wanneer na de lange hete zomer alle
ook postvat bij de hoogsten in den lande, bij onbezorgde Fransen en Belgen weer naar
onze politici en bestuurders. Het risico be- hun haardsteden zijn teruggekeerd, klopt de
staat dan dat er — om met de altijd originele harde waarheid misschien opnieuw aan de
Delftse hoogleraar Van Duyn te spreken — deur en zou de speculatie tegen de Franse en
sprake is van een misverstand dat om recht- Belgische frank, die Belgie zo lang heeft gezetting vraagt. War is er nu eigenlijk waar van teisterd, wel weer eens van voren af aan kundat sprookje dat de Belgen het beter doen?
nen beginnen met alle gevolgen van dien. En
dat zou bijzonder triest zijn, want voor het
eerst in jaren staat de frank bijna a pari genoDe externe sitnatie
teerd op de vrije valutamarkt. Met zulk een
vooruitzicht voor de gulden is minister RuHoe kan een land het in vredesnaam beter
ding voorlopig toch nog niet geconfronteerd.
doen wanneer het in nog geen vijf jaar tijd zijn Hij weet zich verzekerd van een zeer gunstige
externe schuldpositie heeft zien stijgen van betalingsbalanspositie, waardoor het Nedernul tot $ 15 a 20 mrd.? In dat bedrag zijn bo- landse overschot per hoofd van de bevolking
vendien nog niet eens begrepen de vele lenin- hoger ligt dan het Duitse en, wat nog sterker
gen die de lagere overheid, gemeenten als is, dat overschot ligt relatief zelfs hoger dan
Luik en Antwerpen, in het buitenland is aandat van Japan.
gegaan en waarvan de totale omvang onduiNatuurlijk zullen goede economen opmerdelijk is. Vergelijkt men deze situatie nu eens ken dat ons land zit opgescheept met een onmet de buitenlandse schuld van landen als aantrekkelijk exportpakket (wat te zeggen
van onze infrastructurele werken in het NaBrazilie, Mexico, Venezuela, Argentinie en
bije Oosten?) en dat ons uitvoeroverschot lieChili, waarover men dagelijks kan lezen, en
denkt men dan even daarover na dan valt daver had moeten worden verkregen door de
delijk een ding op. De Brazilianen die, zoals export van Mercedessen en videorecorders
iedereen U weet te vertellen, met $ 90 mrd. dan van onvervangbaar aardgas, doch het inde grootste schuldenmakers van alien zouternationaal bankwezen redeneert wel eens
den zijn, hebben in feite een veel lagere bui- anders. Een overschot blijft voor hen een
tenlandse schuld te dragen dan de Belgen. Teoverschot en wanneer dat bovendien hand in
genover een gemiddelde schuld per hoof d van hand gaat met een aantal gunstige andere inongeveer $ 900 voor de Braziliaan staat een dicatoren, zoals het inflatiepercentage en,
bedrag van ongeveer$ 1.800 voordeBelg: het voor alles, een absolute nulpositie op het gedubbele. Natuurlijk kan men daartegen inbied van buitenlandse schulden, verschijnen
brengen dat de produktiviteit van de Belg, er al snel hoofdartikelen over Nederland onzijn economische capaciteit en zijn spaarquoder de titel ,,Poor little rich boys”, zoals The
te oneindig veel groter zijn dan die van BraziEconomist dat onlangs deed. En bovendien
liaan of Mexicaan en dat het voorshands uit- is het Belgische exportpakket met zijn veel te
dure walserijprodukten die beneden de kostgesloten moet worden geacht dat Belgie zijn
730

prijs moeten worden verkocht, wel zo sterk?
Dat zelfde bankwezen ziet alleen maar de
rode betalingsbalanscijfers van Belgie dat,
ondanks optimistische voorspellingen, voorlopig nog met rode cijfers geconfronteerd
schijnt te blijven, ook al mag men stellig niet
uitsluiten dat daarin enige verbetering kan
komen. Wanneer men verder constateert dat
het inflatiepercentage in Nederland tot een
niveau is gezakt, zoals men dat de laatste
twintig jaar niet meer heeft gekend, terwijl
het percentage voor Belgie over de laatste
twaalf maanden nog steeds boven de 8% ligt,
kan men toch moeilijk staande houden dat de
zaken in Belgie beter gaan dan in ons land.
Uit dat cijfer blijkt trouwens vrij genadeloos
dat de z.g. selectieve prijscontrole gewoon
aan de laars is gelapt door de winkeliers en
handelaars, die doorgaan met hun gebruikelijke (te) hoge winstmarges.
De werkgelegenheidsontwikkeling
Er is een trieste indicator die voor Nederland, zo op het eerste oog, duidelijk minder
goed staat dan voor Belgie: de werkloosheid.
Nederland nadert reeds een werkloosheidspercentage van 17, terwijl onze zuiderburen,
die overigens evenmin trots op zich zelf behoeven te zijn, aan een cijfer toekomen, dat
niet ver van de 13 ligt. Enige relativering van
deze percentages lijkt overigens geen luxe.
Het hoge percentage in Nederland is beslist
niet alleen de schuld van de ,,no-nonsense
boys” of van hun deflatoire politick. Men
vergeet meestal dat de Nederlander weliswaar geen hartstochtelijk minnaar is, zoals de
zuiderling of de Belg, doch dat hij stellig niet
bij hen te kort schiet op het gebied van
vruchtbaarheid. Aldus moet men verklaren
dat ons land, dat zijn inwoneraantal in dertig
jaar tijd met veertig (!) procent zag toenemen, terwijl er maar 16% kleine Belgjes bijkwamen, te zamen met lerland het land met
het hoogste geboortenoverschot is. Wanneer
alle andere landen in West-Europa het jaarlijks aanbod van jonge werknemers op hun
arbeidsmarkt al lang geleidelijk hebben zien
verminderen, komen er in Nederland nog
steeds meer werknemers bij en dat duurt tot
ver in de jaren negentig.
Bovendien moet men rekening houden
met een verlate emancipatiedrang waardoor
vele Nederlandse gehuwde vrouwen die in de
afgelopen twintig jaar en langer nog kopjes
koffie bij de buurvrouw plachten te drinken
toen de Belgische huisvrouw al lang hard sappelde om samen met haar echtgenoot het
geld voor een huis bij een te zamelen, zich op
de arbeidsmarkt komen aanmelden.
In Belgie beweert men de werkloosheid,
mede t.g.v. herverdeling van arbeid, te hebben geconsolideerd. Voorts zal het recente
besluit de leerplicht tot 18 jaar te verlengen
ongetwijfeld mede een gunstige invloed op
de werkloosheidscijfers uitoefenen. Doch
wel moeten de werkloosheidscijfers in Belgie
gecorrigeerd worden voor de enige tienduizenden werklozen die d.m.v. wat men noemt
het derde arbeidscircuit tijdelijk in de collectieve sector te werk zijn gesteld. Deze werknemers moet men feitelijk in de werkloosheidscijfers betrekken. En anderzijds
oordeelt het Belgische Planbureau bepaald

niet optimistisch over de toekomst en nog onlangs heeft dit bureau een sterk toenemende
werkloosheid voorspeld, die eind 1986 wel

schijnlijk op het beginsel baseert dat het internationale bankwezen alleen maar naar de
buitenlandse schuld van een land kijkt en het

in de laatste jaren echter kans enorme investeringen in de VS tot stand te brengen, een
fenomeen dat voor Belgie vrijwel ondenk-

eens de 800.000 zou kunnen overschrijden.

binnenlandse financieringstekort met dezelf-

baar is. In Franssprekende kringen, en daar

Het is trouwens niet uitgesloten dat de eerste

zit doorgaans het geld, is het trouwens nog al-

reeds aankondigen, want de werkloosheidscijfers bewegen zich sinds kort weer in opgaande lijn. Het Belgisch voordeel t.o.v. Nederland zou dus achteraf best eens heel

de ogen beschouwt als de Chase Manhatten
Bank zal doen wanneer men verneemt dat
hun client Rockefeller de kledingtoelage aan
zijn echtgenote heeft stopgezet. Men maakt
derhalve in Belgie de fout om de Belgische
kwaal als een prijs- en concurrentieprobleem

betrekkelijk kunnen blijken te zijn!

te zien en men heeft onvoldoende oog voor

indicaties voor zulk een ontwikkeling zich

de zeer zorgelijke toestand van de Belgische

tijd ,,bon ton” om zich naar goed Frans voorbeeld enigszins laatdunkend over de VS uit te
laten.
De arbeidsverhoudingen

Het financieringstekort

staathuishouding.

Degenen die de indruk hebben dat de
,,Belgen het beter doen dan wij” zouden
voorts de afgelopen maanden eens een kijkje

Kijkt men vervolgens naar het vermaarde
financieringstekort, dan ontmoet men in Belgie slechts kommer en kwel. Dat tekort, dat
recent op Bfr. 500 mrd. voor 1984 werd geraamd, een raming die volgens insiders te laag
uitvalt (± 12%), bedraagt thans zo’n 13%.

De investeringen

hebben moeten komen nemen in de stad

Een percentage dat grosso modo niet veel

stande dat in dat Belgische percentage niet de

nomische groei dan krijgt men evenmin de
indruk dat Belgie ook maar een fractie van
een procent beter presteert dan Nederland.

lagere overheid is begrepen (men komt dan

Sterker nog, de meest recente cijfers wijzen,

aan 15 a 16 %) en dat het Nederlandse financieringstekort, waarmee wel eens wat wordt
gejongleerd, volgens Internationale maatsta-

hoewel men nauwehjks van groei kan spreken, zelfs in het voordeel van Nederland. Het

verschilt van het Nederlandse. Met dien ver-

Luik, waar de ratten al wekenlang krijgertje
Tot zover betalingsbalans, inflatie, werkloosheid en financieringstekort. Op geen van
de vier punten kan men tot nu toe zeggen dat
Belgie fameus scoort. Kijkt men naar de eco-

zou trouwens best kunnen zijn dat het con-

speelden op het opgestapelde huisvuil, en

een bezoek van President Mitterand overhaast moest worden geannuleerd. Alleen
maar omdat het gemeentepersoneel van

Luik, dat kans heeft gezien lonen en salarissen af te dwingen die 20 a 25% hoger liggen

dan die bij de nationale overheid, het vertikte
in te leveren. Wanneer de regering-Martens
de stakers niet gewoon had uitgehongerd —
Luik kon de lonen niet meer betalen en Martens school de gemeente-ambtenaren slechts

ven op zo’n 7 % uitkomt. Daarentegen bedraagt het Belgische financieringstekort volgens die zelfde maatstaven wel degelijk 13%,
De schone voornemens die men in juli
1982 aankondigde om dit tekort voor eind

junctuurherstel zich in ons land sneller vol-

dreigt in Belgie, waar minimumloon en soci-

Belgische steden en dorpen? Het tekort in
Luik bedraagt Bfr. 44 mrd. en Antwerpen is

1986 terug te brengen tot 7 % heeft men ove-

ale uitkeringen immers belangrijk lager liggen dan in Nederland en waar — bij wijze van

met een soortgelijk bedrag ,,next on the list”.

rigens ook weer snel moeten laten varen.

Ook in Belgie kampt men immers voortdu-

voorbeeld — de hoogste WW-uitkering niet

rend met tegenvallende belastinginkomsten,

meer bedraagt dan Bfr. 26.000 per maand.
Daar staat (gelukkig maar) tegenover dat het

En wat te denken van de eeuwige semianarchie in Wallonie als gevolg van de faillie-

terwijl men anderzijds, anders dan in Nederland, de uitgavenzijde onvoldoende durft
aan te pakken. Minimumlonen en uitkerin-

gen ondergaan immers geen kortingen. Tot
nu toe heeft de Belgische regering het niet

aangedurfd aan de minimuminkomens en
uitkeringen te raken, met het gevolg dat die
om de zoveel maanden volledig worden aan-

gepast aan de ontwikkeling van de prijsindex.
Het is derhalve somber gesteld met het financieringstekort in Belgie en onze minister Ruding zal beslist de laatste man in Nederland
zijn die van mening is dat Belgie het beter
doet.
Wel is het opvallend om vast te stellen dat,

misschien afgezien van de ministers van Financien en Begroting De Clercq en Maystadt
en een eenzaam in de woestijn roepende chef
der Belgische werkgevers, die van dat tekort

alleen maar een verdere lastenverzwaring
voor het bedrijfsleven verwacht, niemand
van dat financieringstekort wakker ligt. Men
schrijft er vrijwel niet over. Waar men zich in
Belgie echter wel mee bezighoudt is de vraag

wanneer de vrije loonvorming en de automatische loonindexatie weer worden hersteld.
Men vindt namelijk dat men na anderhalf

jaar matigen en inleveren—en er is d.m. v. het
bij ons verlaten centen- i.p.v. procentensys-

teem inderdaad behoorlijk ingeleverd —
reeds voldoende inspanningen heeft geleverd. Belgie is weer ,,competitief’ geworden,

zo luidt het parool bij een groot aantal Belgische organisaties en staatsburgers en men is
serieus van mening dat men binnenkort weer
van voren af aan kan beginnen en lonen en
automatische loonaanpassing de vrije loop

kan laten. Het financieringstekort is niet de
zorg van de man in de straat, die zich waarESB 17-8-1983

trekt dan men begin dit jaar verwachtte. En

verder ligt het voor de hand dat het gevaar
van de z.g. deflatoire spiraal veel eerder

een schijntje voor — zou die staking nog hebben voortgeduurd. En wat gebeurt er zo met-

een in de andere paar honderd failliete

Kan men dat een fijne toestand noemen?
te Belgische staalindustrie Cockerill-Sam-

zwarte circuit er van oudsher omvangrijker is
dan in ons land.
Trouwens, ook op het gebied van de investeringen zijn er de laatste tijd geen ongunstige
berichten uit Nederland. De cijfers zijn er
weliswaar niet zo rooskleurig als die voor de
VS, doch voor een land als het onze, waar

bre. Een bedrijf waarbij de OGEM-problemen en die van RSV verbleken tot bagatelles.

men de dingen eerder zwart pleegt af te schil-

ook maar een Danaidenvat van die omvang?

Cockerill-Sambre heeft reeds Bfr. 150 mrd.
ontvangen en heeft volgens het plan-Gan-

dois nog eens ruim Bfr. 100 mrd, nodig om in
zwaar afgeslankte vorm te overleven, wanneer dat tenminste lukt. Kent men in ons land

deren dan het tegendeel, zijn de meest recen-

En dan spreekt men nog niet eens over de

te prognoses optimistisch. Daarentegen vallen de cijfers voor Belgie tegen. Men krijgt
duidelijk de indruk dat de Belgische zakenwereld liever zijn schulden aflost of het geld

Vlaams-Waalse broedertwisten die het uitvloeisel zijn van de situatie bij CockerillSambre en waardoor dit land letterlijk op zijn
grondvesten staat te schudden. Of over de

in staatsobligaties belegt dan in zakelijke investeringen. De veel hogere Belgische rentestand zal ongetwijfeld ook invloed uitoefenen op de investeringsdrang. En bovendien,
het investeringspatroon van de Belg verschilt
nu eenmaal wezenlijk van dat van de Nederlander. De Belg wiens fantasie generaties
lang dikwijls niet verder reikte dan in investeringen ,,dans la brique”, heeft gedurende de
afgelopen jaren zijn geld stelselmatig op korte-termijnrekeningen uitgezet, waar men
zonder risico gemakkelijk 14 a 15% op zijn
geld kon maken. Dat verschijnsel is trouwens
de voornaamste oorzaak van de huidige Belgische buitenlandse schuld. Men wilde zijn
geld niet in laagrentende langlopende staatsobligaties steken. De staat vond derhalve
geen beleggers op de kapitaalmarkt en moest
zich noodgedwongen tot het buitenland wenden ter financiering van het begrotingstekort.
De Belg is waarschijnlijk minder avontuurlijk
en stellig minder internationaal georienteerd
dan de Nederlander, die bij wijze van spreken
reeds in Brasschaat begint de weg in (slecht)
Frans te vragen. Die zelfde Nederlander zag

slopende ruzies in de kabinetsraad waarbij

niet zo zeer economische of financiele problemen de oorzaak zijn van de conflicten,

doch waarbij in feite twee culturen tegenover
elkaar staan, twee volkeren, die in wezen niet

veel meer met elkaar gemeen hebben dan onderdeel te zijn van een zelfde, inmiddels
overleefd staatsbestel. Zou men zich in Nederland een situatie kunnen voorstellen
waarin Noord en Zuid tegenover elkaar staan
en geen cent meer aan de economie of het

welzijn van de ander willen bijdragen omdat
ieder greinrje solidariteitsgevoel is verdwenen?
Wat zou minister Rietkerk voelen wanneer
hij de Belgische ambtenarij zou moeten uit-

dunnen zoals men de Nederlandse ambtenarij wil uitdunnen? Er zijn 880.000 ambtenaren en onderwijspersoneel (700.000, voor

zover de cijfers vergelijkbaar zijn, in
Nederland, dat 40% meer inwoners heeft).
Ambtenaren die voor een belangrijk deel alleen maar zijn aangesteld op grond van hun
politieke kleur of de z.g. taalrol waarop zij
staan vermeld, doch veel te zelden op grond
731

van hun bekwaamheden. Daar zijn sinds kort

fout begaan zich te veel te laten beinvloeden

de gewestelijke ambtenaren bijgekomen, die

door uiterlijkheden en afgaan op de fraaie

het beleid van de centrale overheid voortdu-

auto’s in het stadsbeeld van Brussel of op de

rend dreigen te doorkruisen. Hoe wil men in

kasten van villa’s die men reeds na enige mi-

vredesnaam de begroting onder controle

nuten nadat men de Belgische grens is ge-

krijgen wanneer de ambtenarij zo’n — excusez le mot — puinhoop is? De ambtenarensa-

passeerd links en rechts langs de weg ziet?

larissen zijn in Belgie overigens nog niet, zoals in Nederland, verlaagd. Het enige offer
dat men heeft moeten brengen is, zoals alle
Belgen hebben moeten doen, het accepteren
van een loonaanpassing volgens het systeem
centen i.p.v. procenten, en het tijdelijk bevriezen van een z.g. periodieke salarisverhoging.

zaken thans aanpakt nadat jarenlang Belgie
door besluiteloosheid werd gekenmerkt. De
regering-Martens is inderdaad een Belgische
vorm van een ,,no-nonsense”-regering, maar
men mag zijn twijfels erover hebben of men

tot nu toe wel ver genoeg is gegaan met de
economische en financiele sanering. Men be-

Zou het misschien de gans andere levensstijl
zijn, die een aantal Nederlanders minder
klaar doet zien? De Belg heeft nu eenmaal jarenlang kans gezien door hard werken en
door een grotere actieve bevolking dan Nederland een welvaartspeil te bereiken dat hoger lag en nog ligt dan het Nederlandse, waar

lands voorbeeld, toch nog een aantal verdere
offers zal moeten brengen om begroting, be-

het collectief beslag van de overheid op het

Belgie is de laatste tijd muisstil. Misschien dat

hoeft slechts de laatste Belgische kranten op

te slaan om te begrijpen dat men, naar Nedertalingsbalans, inflatie en economische groei
onder controle te krijgen. De vakbeweging in

nationaal inkomen altijd hoger is geweest

men met het vertrek van George Debunne

dan in Belgie. Daarbij moet tevens worden

meer realisme voor de harde feiten ten toon
gaat spreiden. En dat is hard nodig, want er
mag weliswaar geen beschaafd land in Europa zijn waar de automobilisten op zulk een

bedacht dat de Nederlander zich graag armer
Conclusie

Het bovenstaande overziende komt men al

snel tot de conclusie dat Belgie het misschien
wel anders, doch voorlopig beslist niet beter
doet dan Nederland. Geen econoom of financier zal dat kunnen volhouden. Daarmee
is evenwel niet gezegd dat alles in Nederland
koek en ei is. De schrijver van dit artikel zal
de laatste zijn om zijn ogen te sluiten voor de

zorgelijke toestand in Nederland, die in het
post-aardgastijdperk en reeds daarvoor zal

ontstaan wanneer men zich niet industrieel
herorienteert, en er zijn stellig een aantal lan-

voordoet dan hij in werkelijkheid is, tenvijl
de Belg veel meer belang hecht aan uiterlijk
vertoon. Hij is losser op zijn geld en kocht decennia lang reeds op krediet, toen dat in Nederland bij wijze van spreken nog roekeloos
was.
Belgie is niet zo gereguleerd als Nederland
en er zijn beslist minder groeperingen of organisaties die per se moeten meeregeren. Het
is dan ook de waarheid dat er ruim drie maal

zo veel Nederlanders in Belgie wonen als omgekeerd. Het is eveneens waar dat al die Nederlanders in Belgie, als het maar even kan,

den aan te geven waar de vooruitzichten gun-

daar na hun pensionering zullen blijven hangen, terwijl de Belgen in Nederland zich zul-

stiger zijn dan in ons land. Maar dan moet

len haasten naar de Belgische vleespotten te-

men niet naar Belgie als lichtend voorbeeld
kijken.
Zouden een aantal landgenoten niet de

rug te keren.
De regering-Martens verdient ongetwijfeld lof voor de wijze waarop zij de

schaamteloze wijze door op rood gesprongen

verkeerslichten heenrijden als in ons land,
het ontbreekt de Nederlander op de kritieke
momenten niet aan burgerzin. Daarom dat
het altijd gemakkelijker zal zijn zware offers
van de Nederlander te vragen dan van zijn

zuiderbuur. Een waarlijk grondige sanering
van de Belgische economic zal derhalve een
zaak van lange adem zijn, waar veel overre-

dingskracht en geduld bij te pas komt. Maar
nogmaals, Belgie doet het beslist niet beter.

Of willen degenen die naar Belgie als voorbeeld kijken, soms alleen maar dat ook in ons
land het parlement buiten de belangrijke beslissingen wordt gehouden en per machtigingswet wordt geregeerd?
E. A. van Traa

Auteur