Ga direct naar de content

Beleggen, beleggers, beleggingsmaatschappijen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 19 1983

Th. M. Scholten

Beleggen,
beleggers,
beleggingsmaatschappijen
Wat is (geld) beleggen? Van Dale zegt: er
een bestemming aan geven, het vastleggen,
ergens in steken, op intrest zetten. Het zijn
noties die van een zekere actieve instelling
getuigen. Anders, meer, dan bij sparen. Sparen betekent — bij Van Dale — slechts ,,bewaren, niet opmaken” of, in positieve zin:
,,geld teizijde leggen”. Vastleggen suggereert
ook de bedoeling van een bepaalde duurzaamheid en het effect van een zekere immobiliteit. Op intrest zetten geeft bovendien
blijk van een zakelijk trekje, van een economisch besef.
Men kan de vraag wat beleggen is ook
meer wetenschappelijk, langs de weg van een
definitie, proberen te benaderen. Ook dan
gaat het er natuurlijk om het eigene van beleggen aan te geven, bij voorbeeld tegenover
sparen aan de ene kant en investeren of ondernemen aan de andere kant. Het relevante
verschil tussen sparen en beleggen lijkt te
moeten liggen bij het wel (beleggen) of niet
(sparen) aanwezig zijn van de bereidheid een
risico te lopen ten aanzien van het ingelegde
of ingezette bedrag. Echter, al enkele decennia is dit onderscheid puur formeel; materieel loopt in een tijd van inflatie immers ook
de spaarder risico met betrekking tot de
hoofdsom. Ook de afgrenzing ten opzichte
van investeren en ondernemen is materieel
niet zo gemakkelijk. Dat wordt toegelicht in
het artikel in dit nummer over beleggen in
onroerend goed: dat blijkt aspecten te vertonen van investeerder- en ondernemerschap.
Hetzelfde geldt voor het beleggen in ,,ventures”. Sparen, beleggen, investeren, ondernemen liggen op een glijdende schaal.
Een derde ingang: vraag aan mensen die
rich beroepsmatig met beleggen bezighouden wat zij er onder verstaan. Een geschikt
moment voor die vraag is: als zij tot enige
nauwkeurigheid worden gedwongen. Die
dwang is er als deze beleggers een onderzoek
instellen naar hun markt. De Vereniging voor
de Effectenhandel deed dat in 1979. Als beleggers werden toen beschouwd: bezitters
van al dan niet ter beurze genoteerde effecten, waaronder ook aandelen in een eigen
BV, personeelsobligaties e.d. Robeco liet in
1982/1983 een omvangrijk marktonderzoek
verrichten. Toen was het criterium voor de
belegger: degene die aandelen of obligaties
ESB 26-10-1983

heeft, welke ter beurze genoteerd zijn. Ik acht
deze laatste omschrijving doelmatiger dan
die van de Vereniging. lemand die aandelen
bezit in een eigen bedrijf zal men toch eerder
ondernemer noemen dan belegger.
Uit deze drie benaderingen wordt voelbaar dat de grenzen vaag zijn. Toch worden
er wel enkele contouren zichtbaar. Beleggen
is verbonden met een zekere actieve, economische bonding ten opzichte van geld: het
impliceert echter geen eigen omgang met het
materiele actief waarin het ingezette geld ten
slotte is vastgelegd.
Hoeveel beleggers zijn er in Nederland?
De al aangestipte vloeiende overgangen nopen tot voorzichtigheid bij de interpretatie
van statistisch materiaal, ook dus van de door
mij hierna vermelde cijfers. Statistische gegevens zijn snel gedateerd. Door de hoge rente
in de afgelopen jaren neemt bij voorbeeld het
rendementsbewustzijn toe, waardoor vele
beleggers in obligaties gemakkelijk houders
van deposito’s worden en omgekeerd. Het
ene valt onder beleggen, het andere onder
sparen. Volgens het criterium van de Vereniging zijn er ongeveer 630.000 beleggers in
Nederland, dat is circa 4,5% van de bevolking. De nauwere Robeco-omschrijving leidt
tot een aantal van 400.000 a 450.000, of wel
ca. 3% van de bevolking. Betrekt men dit
aantal op de bevolking van 18 jaar en ouder
(ca. 10 miljoen), dan stijgt het percentage tot
ruim 4. Het aantal spaarders is vele malen
groter dan het aantal beleggers. Het aantal
spaarders wordt namelijk geraamd op 7,3
miljoen, of wel 72% van de bevolking van 18
jaar en ouder. Een belangrijke vraag is welk
deel van de spaarders onder omstandigheden
de overstap zal maken naar beleggen. Het is
in dit verband interessant te vermelden dat
er, blijkens het Robeco-onderzoek, ruim
500.000 personen in het bezit van een depositorekening zijn en bijna 500.000 in het bezit
van spaarbewijzen.
De genoemde cijfers betreffen uiteraard
particulieren. Er zijn daarnaast natuurlijk
ook institutionele beleggers: verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, spaarbanken. Hun aantal schat ik tussen de 1.200
en 1.500.
Daarnaast kent Nederland 45 beleggingsmaatschappijen. Zij beheren gezamenlijk

een bedrag van f. 17 mrd. De 27 aan de beurs
genoteerde fondsen representeren circa 20%
van de aandelenbeursomzet in Amsterdam.
Dominerend zijn de fondsen die tot de Robeco-groep behoren. Te zamen beheren deze
73% van het actief van alle Nederlandse beleggingsfondsen. De waardering voor de
functie van de beleggingsmaatschappijen
lijkt uit deze cijfers voldoende te spreken.
Door selectie en spreiding bieden zij aan de
particuliere belegger een zinnig alternatief
voor wdo it yourself.
De aanleiding tot dit speciale nummer ligt
bij het vijftigjarig bestaan van Robeco, een
van de oudste en al vele jaren de grootste beleggingsmaatschappij in Nederland. Alle bijdragen in dit nummer werden geschreven
door auteurs uit het Robeco-huis. Er wordt
aandacht geschonken aan de belangrijkste
beleggingscategorieen: aandelen, vastrentende waarden en onroerend goed. Vanwege
de actuele betekenis werd, in afzonderlijke
beschouwingen, op opties en ventures ingegaan. Ook werd een artikel opgenomen over
beleggingstheorie en een verhandeling over
de Nederlandse beleggingsfondsen. Ten slotte: op 7 oktober werd in het Rotterdamse
stadhuis een symposium gehouden, gewijd
aan de toekomst van het aandeel. Henry
Kaufman, Jan Tinbergen en Alvin Toffler
waren de inleiders. Een verslag van dit symposium completeert de inhoud van dit nummer. Bij elk onderwerp moest de behandeling
zich tot enkele facetten beperken; de omvang
van dit nummer overschrijdt toch reeds ruimschoots de gebruikelijke omvang van dit
weekblad. Hier en daar wordt teruggegaan
naar het verleden; veel gaat over het nu en er
is een snufje toekomst. Aldus worden ook in
dit beleggingsnummer de beide essentiele
kenmerken zichtbaar van de beleggingsmaatschappij: spreiding en selectie.

963

Auteurs