Ga direct naar de content

In memoriam Johan Verbruggen: Aimabele modellenbouwer en ramer

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 16 2022
Johan Verbruggen (1960–2021)

Op 30 december is Johan Verbruggen onverwachts op 61-jarige leeftijd overleden. Johan is heel zijn werkende leven actief geweest als macro-econoom. Hij was een ‘Rutten-boy’ bij de directie Algemene Economische Politiek van het Ministerie van Economische Zaken, hoofd van de Eenheid Beleidsplanning en Analyse van dat ministerie, en chef van de afdeling Conjunctuur bij het Centraal Planbureau (CPB). De laatste jaren werkte hij als afdelingshoofd Conjunctuur en Macro-analyse bij De Nederlandsche Bank (DNB).

Johan heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de analyses en ramingen van de Nederlandse economie, de modellenbouw en de ­economische-beleidsvoorbereiding. Dat blijkt uit de talrijke publicaties op zijn naam, waaronder behoorlijk wat artikelen in ESB (de eerste was Koedijk en Verbruggen (1983)), vaak op het snijvlak van theorie en empirie (Van Sinderen en ­Verbruggen, 1986). Uit zijn publicaties blijkt ook zijn interesse voor ontwikkelingen op mesoniveau en het technologiebeleid.

Zijn opvattingen over de rol van economen en economische modellen in de beleidsvoorbereiding komen het beste tot uitdrukking in zijn proefschrift, gedaan bij professor Rutten (Verbruggen, 1992), in Don en Verbruggen (2006), en in de BNR/ESB podcast (2019). Maar beter nog dan uit zijn publicaties was Johans signatuur zichtbaar bij de modellenbouw op het CPB. Zowel het mede door hem gebouwde FKSEC-model als het SAFFIER II-model (Huizinga en Verbruggen, 1992; CPB, 2010) waren de cruciale ‘werkpaarden’ voor de kortetermijnramingen.

Johans betekenis voor de Nederlandse economie komt het beste tot uitdrukking bij de ramingen. Hij was bij maar liefst zestig kortetermijn­ramingen van het CPB en DNB betrokken, die niet onder de naam van de betrokkenen werden gepubliceerd. Zijn rol bij de totstandkoming van deze ramingen was cruciaal, en hij schreef een groot deel van de tekst zelf. Zelf formuleerde hij het zo dat hij “met de poten in de modder stond” bij de ramingen (BNR/ESB, 2019).

Bij de publicatie stopte het ramingsproces voor Johan niet. Hij was voor vragen altijd zeer toegankelijk voor journalisten, ministeries en sociale partners. Moeilijke zaken legde hij degelijk en begrijpelijk uit.

Transparantie stond daarbij altijd voorop. Modellen zijn niet perfect, en gebruikers moeten de zwakheden van de modellen goed kennen als zij ramingen en beleidsanalyses maken. Alleen dan kunnen economen met modellen geloofwaardig opties voor het beleid schetsen ten behoeve van politici, en daarmee het beleid verbeteren. Het deed hem deugd dat iedereen op de DNB-website spoorboekjes kon maken met het Delphi-model.

Johan was voor zijn medewerkers een stimulerend afdelingshoofd. Hij hielp hen bij hun verdere ontwikkeling, had oprechte belangstelling voor hun persoonlijke omstandigheden en bevorderde hun publicaties. Hij was een samenwerker pur sang: sterk in samen iets oppakken, profiteren van ieders kennis en ervaring, en dan samen een leesbaar verhaal schrijven.

Dat beperkte zich niet tot zijn afdeling. Zo was hij vertrouwenspersoon op het CPB. Bij DNB was hij topdocent in de ‘basisopleiding centraal bankier’. Johan was altijd zeer loyaal aan de organisatie waarvoor hij werkte, en beschikbaar voor de klussen die gedaan moesten worden, zoals evaluaties van de doorrekening van verkiezingsprogramma’s.

En dit beperkte zich ook niet tot zijn werkgever. Zo was Johan een zeer actief lid van de Gebruikersraad voor de Macro-economische statistieken van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hij speelde een belangrijke rol bij het conjunctuurpanel van VNO-NCW. Hij gaf college over conjunctuuranalyses voor de Beroepsopleiding Financieel-Economisch Beleidsmedewerker (BoFEB), en nam het initiatief tot de conjunctuurdagen voor economen bij banken, DNB, CPB, ministeries en universiteiten. Johan was twintig jaar sterk betrokken bij deze dagen, waarin de economische actualiteit en het onderzoek naar methoden en technieken centraal staan (Jacobs, 2021).

Maar bovenal was Johan een aimabel en inspirerend persoon. De Nederlandse wereld van macro-economen zal hem missen.

Literatuur

BNR/ESB (2019) Tinbergen en de economie van morgen – deel 2: verliefd op je model. Podcast te vinden op www.bnr.nl.

CPB (2010) SAFFIER II: 1 model voor de Nederlandse economie, in 2 hoedanigheden, voor 3 toepassingen, CPB Document, 217.

Don, F.J.H. en J.P. Verbruggen (2006) Models and methods for economic policy: 60 years of evolution at CPB. Statistica Neerlandica, 60(2), 147–170.

Huizinga, F.H. en J.P. Verbruggen (1992) FKSEC, het nieuwe beleidsmodel van het CPB. ESB, 77(3861), 517–521.

Jacobs, J. (2021) Twee decennia Conjunctuurdag. Artikel op www.mejudice.nl, 14 augustus.

Koedijk, C.G. en J.P. Verbruggen (1983) Inkomen, consumptieve vraag en het gevaar van de neerwaartse spiraal, ESB, 68(3434), 1129–1132.

Sinderen, J. van, en J.P. Verbruggen (1986) De economische gevolgen van premiëring van investeringen: theorie en empirie. ESB, 71(3559), 564–571.

Verbruggen, J.P. (1992) Van macro naar meso: een trendmatige ontwikkeling in de Nederlandse econometrische modellenbouw. Proefschrift. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Auteur

Categorieën

1 reactie

  1. M.M.J. Vergeer
    2 jaar geleden

    Ik schrik van het bericht van het plotselinge overlijden van Johan. Ik heb zowel in mijn CPB-tijd als op het CBS plezierig met hem samengewerkt. Hij was sportief kritisch op mijn werk zodat je er je voordeel mee kon doen. Hij was mijn beste referent. Recht door zee in een vaak beleidsgevoelige omgeving.