JL: ‘Veel dank dat u vandaag het ESB-dossier “Accountants doorgelicht” in ontvangst wilt nemen. Mijn naam is Jasper Lukkezen, ik ben hoofdredacteur van economenvakblad ESB en heb het initiatief tot deze bijeenkomst genomen. Met mij zijn Henriëtte Prast en Jan Bouwens. Zij zijn respectievelijk de – bewust onafhankelijke – voorzitter en managing director van de Foundation voor Auditing Research, die dit initiatief mogelijk gemaakt hebben.
Voor u goed om te weten: de Foundation for Auditing Research, kortweg FAR, is voor accountancy wat Netspar is voor pensioenen. Ze faciliteren wetenschappelijk onderzoek, zijn maatschappelijk geïnspireerd en bijdragen aan beleid en praktijk over de kwaliteit van de accountantscontrole in Nederland. Ze doet dat door jaarlijks onderzoeksvoorstellen over de kwaliteit van auditing te honoreren en door onderzoekers naast onderzoekstijd toegang te geven tot data van de tien grootste accountantsfirma’s in Nederland.
Henriëtte, waarom zijn we hier?’
HP:‘De afgelopen jaren is er behoorlijk aan de mouwen van accountants getrokken, ook door u, met als doel ervoor te zorgen dat zij het werk doen dat de samenleving van ze mag verwachten en zoals is vastgelegd in de wet. Terecht, want de accountant heeft geen bestaansrecht als de samenleving haar of hem niet vertrouwt. Er komt kritiek vanuit de samenleving, accountants staan ter discussie in de media, en de misstanden die de pers bereiken zijn vaak groot van omvang. De politiek is hier uiteraard niet ongevoelig voor en u neemt accountants dan ook de maat.
Het doel van deze uitgave is een breed publiek te interesseren voor en informeren over de economische en maatschappelijke rol van de accountant. ESB heeft mensen met verschillende achtergrond gevraagd hun visie te geven op het werk van de accountant en op hoe dat er in de toekomst uit moet zien. Wat dat betreft past het dossier in de discussie die ook in dit huis wordt gevoerd over het rapport van de door de minister ingestelde Commissie Toekomst Accountancy. Het dossier besteedt ook aandacht aan een aspect wat in het publieke debat minder aandacht krijgt, namelijk hoe de accountant meer zicht krijgt op de maatschappelijke bijdrage van de gecontroleerde organisaties.’
JL: ‘Het belangrijkste inzicht dat bij mij, en ik spreek voor mezelf, als relatieve buitenstaander is bijgebleven uit de ruim twintig bijdragen aan het dossier is wat ik de paradox van het maatschappelijk belang ben gaan noemen.
Het maatschappelijk belang van accountants neemt toe. In een wereld waarin de commerciële druk en dynamiek toeneemt, zijn betrouwbare cijfers steeds belangrijker. En ook neemt het maatschappelijk bewustzijn toe. Haast belangrijker dan de vraag of de plus onderaan de streep klopt, is de vraag of die houdbaar is. Accountants beoordelen steeds vaker de strategie, de risico’s plan en de duurzaamheidsprestaties van bedrijven. Voor de vraag of er langetermijnwaardecreatie is, heeft de markt zelf geen tijd meer.
Maar hoe meer de maatschappij accountants vraagt, hoe slechter accountants hun werk lijken te doen. Accountants zijn zelf onderdeel van het bedrijfsleven en de toenemende commerciële druk en dynamiek speelt ook bij hen. Om schandalen te voorkomen is standaardisatie van werkwijzen dan onontkoombaar. Standaardisatie verdraagt zich echter slecht met een goede beoordeling van iets ongrijpbaars als ‘strategie en risico’s’. Missers en teleurstellingen zullen ook in de toekomst onvermijdelijk zijn.
De sector gaat dit niet helemaal zelf oplossen. We kunnen van accountants verlangen dat ze hun eigen governance op orde krijgen, dat ze de kwaliteit van de audit verbeteren en dat ze pogen via standaardisering het ongrijpbare grijpbaar te maken. Maar dat is het dan ook wel.
Over de invulling van de maatschappelijke taak van de accountant gaat iedereen en u als parlementariër in het bijzonder. En ook de commerciële druk en dynamiek in de sector verandert niet vanzelf, van binnenuit.
Jan, wat doen we nu?’
JB: ‘We nodigen de Kamerleden uit om uw vragen te stellen. Wellicht hebben we een antwoord op de vraag die u stelt op basis van wetenschappelijk onderzoek.
Laat me aan de hand van één concreet onderwerp illustreren wat er sowieso aankomt. De kwartiermakers die de Minister heeft aangesteld kijken naar het model van de joint audit (twee kantoren doen samen controle). De hoop is dat dit de kwaliteit van wettelijke controles kan verhogen.
De Zwitserse onderzoeker Alain Schatt en de Canadese onderzoeker Jean Bedard vonden eerder echter niet heel veel ondersteuning voor het idee dat de kwaliteit van de controle er door verbetert. Met een werkgroep van internationale onderzoekers op het gebied van accountancy die we bij de FAR hebben ingesteld, hebben we die handschoen nu opgepakt en de onderzoekers gevraagd om nader onderzoek te doen naar de vraag onder welke omstandigheden joint audits wél de kwaliteit verbeteren. Zij hebben nu toegang tot data van controles in Frankrijk alwaar men veel ervaring heeft met joint audits.
Tussen de start van nieuw wetenschappelijk onderzoek en het moment waarop betrouwbare resultaten naar buiten gebracht kunnen worden, zit een paar jaar. De FAR is eind 2015 opgericht en in 2016 van start gegaan, dus we beginnen nu te oogsten. Graag nodigen we u uit onze vruchten te plukken én ons te voeden met vragen die bij u leven over hoe de kwaliteit van de accountantscontrole in Nederland te verbeteren.
Wat wilt u weten?’
Auteurs
Categorieën