Het stelsel van toeslagen staat ook wel bekend als de rondpompmachine. De overheid int eerst inkomensafhankelijke belasting, om bij diezelfde mensen daarna weer inkomensafhankelijk geld uit te keren. Schaf die rondpompmachine af.
Het debacle met de kinderopvangtoeslag dat in volle hevigheid is losgebarsten de laatste maanden heeft er gelukkig toe geleid dat meer mensen die overtuiging hebben. Maar er is meer fout met de rondpompmachine dan de mogelijkheid tot machtsmisbruik en het menselijk lijden dat daar de consequentie van is.
Dit is het eerste deel van een tweeluik, waarin de rondpompmachine en de onwenselijke gevolgen ervan centraal staan. Het tweede deel gaat over hoe de rondpompmachine kan worden afgeschaft en wat dan een alternatief kan zijn.
Wat is de rondpompmachine?
De rondpompmachine is het inkomensondersteuningssysteem waarbij we in Nederland eerst bij burgers belasting heffen, op basis van persoonlijke omstandigheden, vermogen en hoogte van het inkomen, en dat de overheid daarna burgers weer geld geeft, op basis van persoonlijke omstandigheden, vermogen en de hoogte van het inkomen. Bij dat teruggeven gaat het dan in eerste aanleg om huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, kindgebonden budget en zorgtoeslag. Maar ook de hypotheekrenteaftrek kun je hier toe rekenen, al is die minder hard gebonden aan persoonlijke omstandigheden, vermogen en inkomen. De meeste mensen rekenen hem daarom niet mee.
In Nederland krijgen ruim 6 miljoen huishoudens een dergelijke toeslag en in totaal gaat het om een bedrag van ruim 15 miljard euro. De toeslagen zijn relatief nieuw. We kennen ze pas in de huidige vorm sinds 2006-2008, al kenden we daarvoor wel al wat toen de huursubsidie heette. En Nederland is er niet alleen in. Op meer plekken in de Westerse wereld zien we sinds pak ‘m beet twintig jaar de opkomst van ‘in-work benefits’: uitkeringen van overheidswege omdat mensen van hun loon of uitkering niet kunnen rondkomen.
De redenen om een toeslagensysteem in te voeren komen overal min of meer overeen. Enerzijds werd het gezien als manier om meer mensen aan het werk te krijgen. Een hogere participatiegraad was daarbij het doel, want de relatief vrijgevige welvaartsstaat van de jaren tachtig had gezorgd voor een forse armoedeval: gaan werken leidde nauwelijks tot meer inkomen. Door de uitkeringen (in relatieve zin) te verlagen, en op te plussen met toeslagen die ook voor werkenden gold, kon de kloof tussen werken en niet-werken worden vergroot.
De tweede reden voor de groei van het systeem van toeslagen was de loonmatiging, die je overal in meer of mindere mate in de Westerse wereld hebt gezien de afgelopen twintig jaar. Onder druk van de opkomst van onder meer China was het in het Westen noodzakelijk om door loonmatiging de werkgelegenheid te beschermen. Maar door de loonmatiging werd het steeds lastiger om rond te komen van het minimumloon en daar net boven en werd het relatieve belang van toeslagen steeds groter. In Nederland kwam daar de marktwerking in de zorg en kinderopvang nog bij – burgers moesten wat te kiezen hebben en de prijzen van de zorg en kinderopvang kunnen zien, zo was de gedachte. Maar met de eigen betaling van zorgpremie en kinderopvang werden ook de toeslagen daar noodzakelijk.
Wat zijn de gevolgen van de rondpompmachine?
Inmiddels kennen we het systeem van toeslagen een kleine twintig jaar en in alle landen waar ze het hanteren zien we vergelijkbare gevolgen en problemen.
De rondpompmachine leidt tot hoge marginale belastingdruk
Wellicht het grootste economische probleem van de romdpompmachine is de hoge marginale lastendruk die het veroorzaakt. De marginale belastingdruk is de belasting die burgers betalen over elke extra verdiende euro. Die druk loopt op tot boven de 95 procent voor één op de twintig huishoudens (MinFin, 2019). Als deze mensen een loonsverhoging krijgen van 100 euro, of voor 100 euro overwerk doen, dan houden ze daar 5 euro van over, omdat ze niet alleen belasting betalen, maar door het hogere inkomen ook minder toeslagen krijgen. Om dezelfde reden heeft ene grote groep huishoudens een marginale druk van meer dan 70 procent. En het gaat dan niet om de hoge inkomens. Het gaat dan vooral om mensen die 25.000 tot 35.000 euro per jaar verdienen. Er zijn zelfs mensen met een marginale druk van zelfs boven de 100 procent, al zijn dat er niet veel. De hoge druk is op zichzelf voor velen niet moreel verdedigbaar, van lagere inkomens vragen om meer dan de helft van hun extra verdiende euro’s in te leveren voedt gevoelens van onrechtvaardigheid. En verplaats u even in werkgever: stel, je geeft je medewerker een loonsverhoging van 1.000 euro per jaar, of een bonus of gratificatie van 1.000 euro voor extra mooi werk. Met werkgeverslasten mee is dat zomaar 1.300 euro aan kosten voor de werkgever, en de medewerker houdt er soms maar 50 euro netto van over.
De rondpompmachine leidt tot problematische schulden
Een tweede probleem is dat toeslagen vaak leiden tot problematische schulden. Toeslagen worden toegekend op basis van een schatting van het inkomen en andere gegevens, zoals het aantal uren opvang of de hoogte van de huur. Achteraf vinden er dan correcties plaats. Dat leidt ertoe dat toeslagen in 40 procent van de gevallen achteraf worden verlaagd (Rekenkamer, 2019).En dan moet er worden terugbetaald. Dus stel je voor, je collega wordt ziek en je baas vraagt of je die uren tijdelijk wil overnemen. Het extra geld dat je daarmee verdient is een meevaller en geef je deels uit. Maar je hebt geen rekening gehouden met de marginale belastingdruk van meer dan 70, 80 of 90 procent (want wie verwacht zo’n druk bij lage inkomens überhaupt) en dan moet je terugbetalen. Elk jaar leidt dat bij een half miljoen huishoudens tot problematische schulden. Dat zijn schulden waarbij het langer dan twee jaar duurt om ze terug te betalen. Schulden van duizenden euro’s, voor huishoudens met relatief lage inkomens. De Belastingdienst (2019) schat dat er inmiddels 8 miljard euro aan oninbare toeslagschulden uitstaat.
De rondpompmachine leidt tot tekorten op de arbeidsmarkt
Een derde probleem is dat de toeslagen tekorten op de arbeidsmarkt in de hand werken. In Nederland werken heel veel mensen parttime. Juist ook in sectoren waar al arbeidstekorten zijn, zoals de zorg en het onderwijs. Het toeslagensysteem versterkt die trend. Het loont niet om meer te gaan werken. Juist in sectoren en beroepen waar voltijdscontracten tussen de 25.000 tot 50.000 euro aan jaarinkomen opleveren, is het voor veel mensen aantrekkelijker om drie dagen per week te werken. Elke extra dag levert nauwelijks extra geld op. Op die vierde of vijfde dag werk je dan voor netto drie, vier of vijf euro netto per uur. Als mensen in de zorg of onderwijs gemiddeld vier uur extra per week zouden werken zouden de arbeidstekorten in één keer weg zijn. De rondpompmachine is zeker niet de enige oorzaak van de personeelstekorten, maar wel een forse factor.
De rondpompmachine leidt tot hoge kosten en controles op burgers
En een laatste economisch bezwaar: de rondpompmachine is natuurlijk niet gratis. Er zijn forse uitvoeringskosten mee gemoeid. Niet alleen om ze te verstrekken, maar daarna ook om ze te controleren en dus in ruim 40 procent van de gevallen terug te vorderen. In totaal kost het de overheid circa 300 miljoen euro per jaar. Dan rekenen we de oninbare vorderingen nog niet mee. Maar dat zijn niet de enige kosten. In feite gebruiken we huishoudens als administratie-, doorsluis- en controlekantoor: de zorgtoeslag gaat niet naar huishoudens, maar naar zorgverzekeraars. de huurtoeslag gaat niet naar huishoudens maar naar verhuurders en de kinderopvangtoeslag gaat niet naar huishoudens maar naar de kinderopvang. We gebruiken de rekening van huishoudens alleen als tussenstation. En de burger moet toeslagen aanvragen, formulieren invullen, achteraf aangifte doen, wijzigingen doorgeven, bewijs opsturen, terugbetalen. Allemaal kosten die we niet berekenen. Juist de mensen die het meest kwetsbaar zijn en die er het minste op toegerust zijn, confronteren we het meeste met bureaucratie.
De rondpompmachine leidt tot onvrijheid
Naast de economische effecten heeft de rondpompmachine ook een sociaal effect. Het maakt mensen onvrij. Ze kunnen veelal geen kant op. Het ontbreekt aan handelingsperspectief om hun leven financieel beter te maken. Huishoudens die moeite hebben om elke maand rond te komen kunnen daar weinig tot niets aan doen. Meer werken? Zinloos door de hoge marginale lastendruk. Samenwonen? Zinloos want dat gaat ten koste van huursubsidie. Ouder of kind in huis nemen? Zinloos want kostendelersregeling in uitkeringen. Salarisverhoging? Verhuizen? Andere baan? Elke vorm van synergie of verbetering wordt door de overheid weg belast bij de lagere inkomens. Er is geen ontsnappen mogelijk. Is het niet met de landelijke toeslagen, dan verlies je het wel met de gemeentelijke armoederegelingen die wegvallen. Mensen zitten in een inkomensval. De overheid trekt alle synergievoordelen van samenwonen en samen kosten delen naar zich toe. Althans, voor de lagere inkomens. Niet voor de hogere.
Conclusie
Concluderend kun je stellen dat de rondpompmachine ten koste gaat van menselijke waardigheid. Miljoenen huishoudens die afhankelijk zijn van gunsten van de overheid. Die zich eindeloze controles moeten laten welgevallen. Terwijl het niet nodig is. Terwijl ze goed van lijf en leden zijn en gewoon werken. De marginale lastendruk ontneemt de waardigheid van werk. De eindeloze controles van burgers ontneemt de waardigheid van vertrouwen. De problematische schulden ontnemen de waardigheid van baas zijn over je eigen portemonnee. En gevangen zitten in een inkomensval zonder uitzicht op verbetering ontneemt de waardigheid van autonomie. Dit moet stoppen. De Rondpompmachine moet worden afgeschaft.
Literatuur
Belastingdienst (2019) Beleidsdoorlichting uitvoering toeslagen door Belastingdienst.
MinFin (2019) Marginale druk: op het randje van de mogelijkheden.
Rekenkamer (2019) Toeslagen terugbetalen.
Auteur
Categorieën