Ga direct naar de content

Mark-conform

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 2 2013

Zichtbaar geïrriteerd was minister-president Mark Rutte toen hij kritische vragen kreeg over het salaris van de nieuwe SNS topman Gerard van Olphen. Ook de zuinig kijkende minister Dijsselbloem vond de beloning niet te hoog. Hij wees erop dat het bedrag fors lager is dan het bedrag dat de vertrokken topman Ronald Latenstein toucheerde en memoreerde ook dat het vergeleken met salarissen bij andere banken bescheiden is. ´Het is een beloning die betaald moet worden voor de kwaliteit die nu nodig is aan de top van SNS´.

Rutte: ´Ik kan proberen iemand te vinden die het wil doen voor een ton, maar het risico is dan echt te groot dat we dan niet de juiste persoon vinden.´ Dat de Balkenendenorm zou moeten gelden nu SNS genationaliseerd is, vindt de premier ´een idiote discussie’. ´Als je niet bereid bent dit soort bedragen te betalen, krijg je er niet de goede mensen voor. Je moet uiteindelijk marktconform betalen.´

De redeneringen van de bewindpersonen zijn tamelijk ongerijmd en leiden tot tal van vragen. Ik noem er twee:

Ten eerste, wat betekent in dit verband het woord ‘marktconform’? Nu SNS genationaliseerd is, hebben we helemaal geen ‘markt’ meer. ABN is eigendom van de staat, ING ligt aan het staatsinfuus, RABO is een coöperatie en SNS is genationaliseerd. En oh ja DSB is failliet, Fortis heeft zich onder een Belgische steen verstopt en the Royal Bank of Scotland is ijlings het kanaal overgezwommen. Kennelijk is het traditionele model van private banken die zowel consumentenmarkt als private banking doen niet bestand tegen het type schokken waar we nu mee geconfronteerd worden. Kan de marktconformistische premier daarom uitleggen wat hij precies met de term bedoelt? 

Ten tweede, stel je bent lid van de if-you-pay-peanuts-you-get-monkeys club (die trouwens steeds meer gaat lijken op de fanclub van Muhammed Saeed al-Sahhaf). Ronald Latenstein en ook Sjoerd van Keulen, die verantwoordelijk was voor het vastgoed van SNS, waren qua salaris niet zielig. Toch maakten zij er een puinhoop van waar we nu de wrange vruchten van plukken. Als je gelooft dat er in de bancaire wereld een relatie is tussen de hoogte van inkomen en prestaties, wat zeg je dan tegen Gerard van Olphen nu je hem afscheept met een 550K fooi? Dat hij kennelijk een loser is die nog slechter is dan Latenstein en van Keulen? Misschien klopt dan die aanname toch niet helemaal.

Het blijkt al jaren moeilijk te zijn om op te treden tegen excessieve beloningen. Ondertussen blijft het knagen aan het geweten van politici. Vooral nu de PvdA wederom de minister van Financiën levert, is dat een gevoelige kwestie in die partij. Immers, de torenhoge beloningen zijn moeilijk te rijmen met het rechtvaardigheidsgevoel van sociaal-democraten. Dat blijkt ook uit eerdere uitspraken van Ronald Plasterk.

Toch levert een periodiek moreel appèl niet voldoende op: wat de één onrechtvaardig vindt, vindt een ander rechtvaardig. Vooral het bedrijfsleven zelf lijkt weinig problemen te hebben met de hoge beloningen, getuige de gebrekkige resultaten van zelfregulering. Morele pleidooien in de richting van het bedrijfsleven worden al sinds Den Uyl periodiek gehouden, maar bieden onvoldoende soelaas.

Het is handiger om het over een andere boeg te gooien. Hiervoor is het eerst nodig te begrijpen waarom de beloningen zo buitensporig zijn.

In de economie is het van groot belang om goede prestaties te belonen. Dat dit een scheve inkomensverdeling oplevert, is op zichzelf geen probleem, want dit zet banken aan om innovatief te zijn, goede mensen aan te nemen en verantwoorde risico’s te nemen. Blijft wel de vraag wat een evenredige beloning is voor goed presteren en of de prestaties wel zo goed zijn.

De prestaties van CEOs zijn niet zodanig dat dit de hoogte van topinkomens rechtvaardigt. Ook zijn er ‘perverse’ situaties bekend van onder de maat presterende CEO’s die hoge bonussen incasseren bij overnames of ontslag.

Hoe komt het toch dat de excessieve beloning maatschappelijk zo weinig draagvlak heeft maar toch een hardnekkig fenomeen blijft? Er blijkt een alledaagse reden aan ten grondslag te liggen. Iedereen die ergens nieuw in dienst komt wil naast een fatsoenlijk inkomen ook een rechtvaardige beloning. Uit psychologisch en economisch onderzoek naar geluk blijkt dat mensen hun geluk vooral in relatieve zin meten. Met andere woorden, ik ben best bereid een lager salaris te accepteren maar niet als mijn even goed presterende buurman een hoger bedrag toucheert. Dit fenomeen heeft geleid tot een beloningsrace naar de top. Maatschappelijk gezien is dat echter een race naar de bodem, want beloningen houden geen verband meer met prestaties. Dat is niet alleen onrechtvaardig maar ook inefficiënt.

Omdat banken vooral opwaartse risico’s lopen en neerwaartse risico’s op de maatschappij afwentelen, hebben zij in goede tijden een beloningsrace naar de top gehouden. De crux is dat dit individuele CEO’s of banken nauwelijks aangerekend kan worden. Het blijkt dat de bankensector en daarmee de maatschappij in het ‘verkeerde evenwicht zit’. Dit betekent dat het weliswaar maatschappelijk beter is als CEO’s minder zouden verdienen, maar het voor individuele banken of CEO’s moeilijk is om een eenzijdige stap terug doen met daarin de verkapte boodschap dat de CEO in kwestie minder waard is dan zijn peers, of dat het bedrijf niet in staat is om toppers aan te trekken. Morele pleidooien, hoewel begrijpelijk, zijn daarom redelijk kansloos.

Hoe kunnen we aan dit vermaledijde dilemma ontsnappen? Door de nationalisatie aan te grijpen voor een reality check. Die reality check behelst niet alleen een downsize in het salaris van topmannen, maar een reductie van het salaris voor al het personeel. Want je hoeft geen economie te hebben gestudeerd om te snappen dat het salaris van bankpersoneel niet in verhouding staat met schaarste, toegevoegde waarde of risico. Nevenvoordeel is dat SNS meteen een aantrekkelijke speler wordt die consumenten legitiem kan lokken met gunstige voorwaarden. 

Wanneer Mark Rutte het had over marktconform bedoelde hij waarschijnlijk: dit is nu eenmaal wat er in die wereld wordt betaald. Hij heeft daarin helemaal gelijk. Alleen heeft hij een gouden kans (gemist) om daar eindelijk iets aan te doen. 

 

Auteur