Ga direct naar de content

‘Van onze redactie economie’

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 30 1997

‘Van onze redactie economie’
Aute ur(s ):
Keuzenkamp, H.A.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4117, pagina 625, 27 augustus 1997 (datum)
Rubrie k :
Redactioneel
Tre fw oord(e n):
economie-beoefening

Wee de krant die uit de brievenbus linea recta op de bodem van de kattebak belandt omdat ze te ranzig is als wikkel om de fish and
chips. Nederland prijst zich gelukkig met zijn pers: vergeleken met Bild en The Sun lijken onze kranten een toonbeeld van
degelijkheid en fatsoen. Het toevallige feit van een klein marktaandeel voor losse verkoop heeft de markt voor sensatie beperkt
gehouden. Misschien heeft het calvinisme nog een handje mee geholpen.
Maar wordt de afwezigheid van lieftallige meisjes op pagina drie gecompenseerd door kwalitatief goede en afdoende berichtgeving? Of is
er minder reden voor zelfgenoegzaamheid? Dit nummer van ESB beantwoordt deze vraag voor de economische berichtgeving. Aan een
groep economische onderzoekers is gevraagd de economische journalistiek in zeven dagbladen door te lichten. Bij deze ‘visitatie’ van de
krant is gekeken naar de kwaliteit van de berichtgeving (de feiten), de manier waarop economische verbanden aan de orde gesteld
worden en geïnterpreteerd (de analyse) en naar de kleur die kranten er aan geven (commentaar en opinie). Het was een enorme opgave.
We zijn de deelnemers aan het project zeer erkentelijk voor hun inspanning.
In het inleidende artikel presenteren de visiteurs de samenvatting van hun vergelijkend warenonderzoek, terwijl de consumententest in
deelstudies nader wordt uitgewerkt. ‘Beste uit de test’ is, nee, niet Het Financieele Dagblad, de krant die in deze toets toch een
comparatief voordeel zou moeten hebben. De eer gaat naar NRC Handelsblad, zij het met de nodige kanttekeningen.
Goede economische journalistiek is van groot maatschappelijk belang. De publieke opinie en politieke besluitvorming worden sterk
beïnvloed door wat kranten over economie te melden hebben. Maar economische journalistiek is moeilijk, want de journalist moet het
tegen drie draken opnemen: feiten, betrokkenen en deskundigen. Feiten zijn te talrijk en complex, betrokkenen te betrokken en
deskundigen te verdeeld, of juist te saai. Om deze draken te bedwingen moet de journalist goed beslagen ten strijde trekken. Zonder
gedegen economische scholing komt hij niet ver, zoals Frank Kalshoven in dit nummer betoogt.
Het blijkt dat er veel is aan te merken op de economische journalistiek. De vraag wat een goed journalistiek product zou zijn wordt minder
diepgaand besproken. Een eenduidig antwoord hierop is ook niet te geven, omdat lezers verschillen, dus (in een concurrerende markt)
kranten ook. Daarom enkele suggesties die passen bij verschillende ambitieniveaus.
Om te beginnen zal iedere krant een minimum aan economische feiten en ontwikkelingen moeten rapporteren. Als de wet op het
minimumloon prominent aan de orde is, dan mag verwacht worden dat de krant de kern van deze wet rapporteert. Een primeur is minder
belangrijk dan adequate bericht- geving. Geen enkele krant slaagt echter voor deze minimum-toets. Dat de markt voor informatie hier al
faalt, is een schokkende bevinding.
Een eis die iets verder gaat is dat de krant het feitelijk belang van een onderwerp kan duiden. Ook hier is het minimumloon een goed
voorbeeld: de lezer zou gediend zijn bij informatie over het huidige niveau ervan, het aantal personen dat ervoor werkt en het aantal
personen waarvoor het nieuwe regime relevant is. Misschien is het zelfs mogelijk om de gevolgen voor inkomens en werkgelegenheid te
schetsen. Dat is moeilijk, want de effecten worden niet volgens een natuurwet bepaald. Betrokkenen (zoals belanghebbenden op de
arbeidsmarkt) zullen proberen de beeldvorming te beïnvloeden. Deskundigen (zoals arbeidsmarkteconomen) kunnen behulpzaam zijn,
maar, zo luidt de journalistenklacht: economen verschillen immer van mening. Inderdaad is er altijd wel een malloot op één van de
economische faculteiten te vinden, die zich met een onconventioneel standpunt in de publiciteit wil begeven (dezelfde malloot kan heel
competent zijn bij een ander onderwerp). De klacht dat dit de regel zou zijn is echter misplaatst: zeker waar het micro-economische
vraagstukken betreft heerst er brede consensus onder economen 1. Sommige journalisten vallen echter op conflicten: meningsverschillen
kunnen immers een bron van nieuws zijn. Soms is heibel waardevol, vaker is het ‘noise’. Goede economische journalistiek weet signaal en
bijgeluiden te onderscheiden.
Een andere manier om nieuws te plaatsen is door de feiten in een breder verband te zetten. Een goed voorbeeld is het artikel over Nedcar,
in de Wall Street Journal Europe van donderdag 21 augustus (blz. 4). Hier wordt niet alleen de typerende Nederlandse bedrijfscultuur
scherp geduid, maar ook de weerslag op zaken zoals productietijd van auto’s en gemiddelde voorraad. Deze worden vergeleken met wat
elders in de bedrijfstak gebruikelijk is. ‘Benchmarking’ is informatief maar vereist journalistieke inzet. Het levert een andersoortig artikel op
dan de ‘Hollands Glorie’-verhalen die te vaak de Nederlandse kranten vullen.
De hoogste ambitie voor de krant is ten slotte te melden wat er in de economische wetenschap gaande is. Gelukkig doen de kranten hier
weinig aan. Want concurrentie is leuk, maar wel graag buiten het vaarwater van ESB.

Zie Onderzoek ‘Economie in de krant’:
Tragediespelers van D.J. Wolfson
Economie in de krant van E.E.C. van Damme c.s
Typering van dagbladen van E.E.C. van Damme c.s
De nieuwswaarde van een rel van R. Nahuis
De wet op het minimumloon van P.J.J. Herings
Oververhitting? van H.L.F. de Groot
Reactie: Poortwachters van het publiek debat van F. Kalshoven
Vraag en aanbod van economisch nieuws van G.H.A. van Hagen en Th. Leer

1 Zie bijvoorbeeld het thema ‘is there a global economic consensus?’, in de American Economic Review, papers and proceedings, mei
1992, blz. 203-220.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur