Vraag en aanbod van economisch nieuws
Aute ur(s ):
Hagen, G.H.A. van (auteur)
Leers, T. (auteur)
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de andere leden van de onderzoeksgroep ‘economie in de krant’: Eric van Damme, Henri de
Groot, Jean-Jaques Herings en Richard Nahuis.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4117, pagina 645, 27 augustus 1997 (datum)
Rubrie k :
MONITOR
Tre fw oord(e n):
financiële, markten, economie-beoefening
In deze bijdrage belichten we een aantal kwantitatieve aspecten rond de economische berichtgeving in de Nederlandse kranten.
In Nederland zijn twaalf zelfstandige dagbladondernemingen actief, die 37 zelfstandige dagbladen met een eigen hoofdredactie
uitgeven 1. In totaal worden dagelijks ongeveer 4.755.000 kranten verkocht, waarvan slechts 11,1% in de losse verkoop. Per honderd
huishoudens worden dus 75 kranten verkocht, oftewel 306 kranten per duizend inwoners. Naar internationale maatstaven is dit veel.
De oplage van de landelijke kranten bedraagt 45% van het totaal. De markt voor landelijke dagbladen wordt gedomineerd door twee
concerns: De Telegraaf en Perscombinatie Meulenhoff (PCM). Deze laatste is uitgever van het AD, de Volkskrant, NRC, Trouw en Het
Parool. De Telegraaf is veruit de grootste krant met een oplage van 760.000 (zie figuur 1). De totale oplage van het PCM- concern is met
1,45 miljoen ongeveer twee keer zo groot.
Figuur 1. Oplagecijfers landelijke kranten x 1.000
Een abonnement kost ongeveer Æ’ 100 per kwartaal. In de losse verkoop is de krant zo’n 50% duurder. De prijzen van de landelijke kranten
lopen sterk uiteen. tabel 1 geeft de kwartaalprijs (bij automatische incasso) en de losse verkoopprijs voor resp. een doordeweekse en de
zaterdageditie. De tarieven voor advertenties en verkoop worden jaarlijks collectief verhoogd, maar dit horizontale prijskartel staat onder
druk. Voor verticale prijsbinding (de uitgever legt de verkoper de verkoopprijs op) heeft de sector ontheffing tot 2003.
Tabel 1. Prijzen dagbladen in guldens
AD
FD
NRC
Parool
Telegraaf
Trouw
Volkskr
Kwart. abo.
Los
Zaterdag
92,00
1,75
2,25
156,00 119,75
97,50
88,45
115,00 104,50
2,60
2,25
1,95
1,70
2,00
2,00
2,60
2,95
2,50
2,65
2,75
2,95
Vraag naar economisch nieuws
In ons onderzoek keken we naar de berichtgeving over economisch nieuws, maar kan dit de gemiddelde lezer iets schelen? tabel 2 geeft
weer welk percentage van de lezers geinte-resseerd is in de verschillende onderdelen van de krant. Sociaal-economisch en financieel
nieuws kan slechts op matige belangstelling rekenen; minder dan de helft van de lezers blijkt er in geïnteresseerd. Meer mannen (53%)
dan vrouwen (43%) hebben belangstelling.
Tabel 2. Lezersinteresse (algemeen)
sensationeel binnenlands nieuws
93
weer
92
binnenlandse politiek
76
buitenlandse politiek
72
sociaal-econ. nieuws
48
financieel nieuws
36
kerkelijk nieuws
34
agrarisch nieuws
29
Bron: Cebuco, Een kwestie van tijd: tijdsbestedingsonderzoek 1990. Deel 2:
Interesse en mediagebruik, Amsterdam, 1992; steekproefgrootte: 2.949.
Het SUMMO-doelgroepenonderzoek van 1996, met 12.941 respondenten, toont interessante verschillen tussen kranten (waarbij het FD
helaas ontbreekt), zie tabel 3. De lezers van NRC zijn het meest in economie gein-teresseerd en de lezers van het AD en De Telegraaf het
minst. Overigens blijken lezers van landelijke dagbladen meer in economie geïnteresseerd dan de gemiddelde Nederlander.
Tabel 3. Lezersinteresse in economische onderwerpen (per krant)
Basis
Erg geïnt
Tamelijk
Niet zo
Helemaal niet
Geen antwoord
7,8
26,5
37,3
20,6
7,9
AD
NRC
11,3
22,7
31,8
38,9
36,0
28,3
15,8
8,0
5,1
2,1
Parool
Telegraaf
Trouw
13,7
10,4
14,9
36,6
31,5
33,3
31,8
35,3
31,8
33,4
13,9
16,6
10,5
10,3
3,9
6,1
9,4
2,3
Volkskr
15,9
38,1
Bron: SUMMO-doelgroepenonderzoek 1996. Het genoemde cijfer betreft voor de
‘basis’-kolom het percentage van alle respondenten (incl. lezers van
regionale kranten), en voor de overige kolommen het percentage lezers van
de desbetreffende krant, dat het bijbehorende antwoord gaf.
Het Cebuco- en SUMMO-onderzoek levert nog meer relevante achtergrondinformatie. Zo blijken opleidingsniveau en inkomen positief
met interesse in economie gecorreleerd te zijn. NRC en de Volkskrant hebben relatief veel lezers met een hoge opleiding, terwijl lezers van
het AD en De Telegraaf een relatief lage opleiding hebben. De lezers van NRC hebben gemiddeld het hoogste inkomen. Ook zijn er
gegevens over de politieke voorkeur van de lezers van de diverse dagbladen. NRC afficheert zichzelf als liberale krant en heeft inderdaad
veel VVD-stemmers onder haar lezers, evenals De Telegraaf. De lezerskring van het AD is redelijk representatief voor het electoraat als
geheel. Binnen het lezerspubliek van de Volkskrant en Het Parool zijn PvdA en D66 oververtegenwoordigd. Trouw heeft duidelijk een
christelijk lezerspubliek.
Aanbod
Hoe verhoudt het aanbod van economisch nieuws zich met de vraag? Gemiddeld is de krant zo’n dertig pagina’s dik, waarvan twintig
pagina’s redactioneel worden ingevuld (inclusief bijlagen). tabel 4 geeft, per dagblad, een idee van het aandeel van het economisch en
financieel nieuws in het totaal. Achtereenvolgens geven we de omvang van de economie- en de beurskatern en, ter vergelijking, van de
katernen met binnen- en buitenlands nieuws. Het totaal aantal redactionele pagina’s dat wordt vermeld betreft de dagelijkse katernen, dus
exclusief wekelijkse en onregelmatige bijlages.
Tabel 4. Aandeel verschillende soorten nieuws per dagblad, gem. aantal blz. per dag
AD
FD
NRC
Parool Telegraaf Trouw Volkskrant
Economie
Beurs
Binnenland
Buitenland
Overige
Totaal redact
2,5
1
3,5
2
11
20
2,5
9
4
2
1,5
1
4
18
1,5
1
2,5
2
6,5
17
2
2
2
2
7
13,5
6,5
18
1,5
1,5
5,5
2,5
2
1,5
8
7
14,5
16
1,5
1
3
3
tabel 2 gaf aan dat de gemiddelde lezer beduidend meer interesse heeft voor (politiek) binnen- en buitenlands nieuws dan voor sociaaleconomisch nieuws, terwijl de interesse in financieel nieuws nog beperkter is. In vergelijking hiermee is het aanbod van economische en
financiële nieuwsberichten in de landelijke dagbladen vrij groot; zo besteedt bijna elke krant meer ruimte aan economisch nieuws dan aan
buitenlands nieuws, zie tabel 4. Alle besteden tenminste vijf tot tien procent van de beschikbare ruimte aan beursnieuws, en gemiddeld
ruim tien procent aan (sociaal- en bedrijfs)economisch nieuws. Het FD valt op door de ruime aandacht voor beursberichten (die ongeveer
de helft van het aantal redactionele pagina’s beslaan). Overigens hebben bij FD ook de meeste berichten in de binnen- en buitenlandse
katernen een economische inhoud. Van de overige dagbladen heeft NRC het grootste economiekatern.
De informatie in tabel 4 over de verschillen tussen kranten in aandacht voor economie is niet eenduidig, omdat sommige kranten
economische berichten regelmatig in andere katernen (zoals de voorpagina of de pagina’s binnen- en buitenland) plaatsen. tabel 5 geeft
daarom extra informatie over het aanbod. Voor elke krant geven we de oppervlakte en het totaal aantal artikelen dat deze krant besteedde
aan een zestal economische onderwerpen, gedurende de week waarin zij in het nieuws kwamen.
Tabel 5. Oppervlakte en aantal artikelen voor zes onderwerpen a
AD
FD
NRC
Parool Telegraaf Trouw Volkskrant
aantal art
oppervlakte
19
3.352
37
8.018
23
6.808
14
2.902
17
4.136
13
2.335
15
3.419
a. De cijfers betreffen het totaal aantal artikelen en de totale
oppervlakte van deze artikelen in cm *2 (exclusief foto’s) gedurende de
week van 21 april tot 27 april in de desbetreffende krant over de volgende
zes economische onderwerpen: het jaarverslag van De Nederlandsche Bank, het
jaarverslag van de Verzekeringskamer, het halfjaarlijkse rapport van het
IMF, de aanstelling van Van Wijnbergen als nieuwe secretaris-generaal van
het ministerie van Economische Zaken, het rapport van de Europese Commissie
omtrent deelname van de EU-landen aan de EMU, en het ‘minimumloonplan’.
Berichten op de beurspagina’s zijn hier buiten beschouwing gelaten.
De weergegeven totalen bevestigen het beeld uit tabel 4 dat het FD en NRC (veruit) de meeste ruimte ter beschikking stellen voor
economisch nieuws, en Het Parool en Trouw de minste. Hierbij dient opgemerkt te worden, dat dit beeld wel enigszins verschilt per
onderwerp. Zo gaf AD (in termen van oppervlakte) van alle kranten de meeste aandacht aan het jaarverslag van de Verzekeringskamer,
Het Parool aan de aanstelling van Van Wijnbergen, en De Telegraaf aan het minimumloonplan.
Redacteuren
Tenslotte hebben we de kranten gevraagd naar het aantal economische redacteuren en hun opleiding (tabel 6). Bij het ‘economische
dagblad’ FD zijn alle redacteuren als economisch aangemerkt, bij de overige kranten gaat het om medewerkers van de economische en
financiële redacties. Het totaal aantal economische redacteuren blijkt het grootst bij het FD en NRC en het kleinst bij Trouw.
Tabel 6. Het aantal redacteuren en hun opleiding a
AD
FD
NRC
Telegraaf Trouw
WO, economie
WO, overig
HEAO
HBO, overig
MBO, VWO, lage
Onbekend
Totaal
3
3
0
2
7
0
15
11
26
1
8
9
0
4
5
0
4
6
0
55
2
7
0
6
2
0
19
3
5
1
3
0
0
17
Volkskrant
3
7
1
3
0
2
12
16
a. Het Parool heeft geen gegevens over opleiding verstrekt.
Frank Kalshoven noemt (elders in deze ESB) een gebrek aan een goede economische vooropleiding als mogelijke reden voor het matig
functioneren van de economische journalistiek. tabel 6 geeft ook informatie over de opleiding van de leden van de economische
redacties bij de verschillende dagbladen (uitgezonderd Het Parool). Meer dan de helft van de redacteuren economie blijkt een hogere
opleiding (hbo of universitair) te hebben gevolgd. Vaak gaat het echter om een niet-economische studierichting, zoals geschiedenis of
een journalistieke vakopleiding. Natuurlijk is het mogelijk dat de journalisten op een andere wijze economische scholing hebben genoten,
bijvoorbeeld door interne scholing bij een voormalige werkgever. Hoe dan ook heeft elke krant enkele redacteuren in dienst, en FD maar
liefst elf, die een universitaire opleiding economie hebben gevolgd. Bij de algemene dagbladen gaat het in de meeste gevallen om een
algemeen econoom. De verschillen in (gemiddelde) vooropleiding tussen kranten zijn klein.
Beursnieuws
Elke krant besteedt een relatief groot deel van de voor economie beschikbare ruimte aan beursnieuws (zie tabel 4). Om een compleet
beeld van de economische berichtgeving in de dagbladen te krijgen mag een vergelijking van de beurspagina’s dan ook niet in ons
kwantitatieve overzicht ontbreken. Welke krant presenteert de beurscijfers het meest gedetailleerd? In onze analyse hebben wij vijf
categorien onderscheiden die op de beurspagina’s in meer of mindere mate aan de orde komen.
De eerste categorie is het verbale beursnieuws, inclusief de grafische weergave van enkele relevante grootheden zoals de renteontwikkeling en diverse beursindices. Alle dagbladen geven een beschrijving van de belangrijkste gebeurtenissen op het Damrak en
Wallstreet. Het AD, De Telegraaf, de Volkskrant en Trouw doen dit in twee aparte artikelen, terwijl Het Parool en NRC deze informatie in
een gezamenlijk stuk weergeven. Voorts vermelden de meeste kranten een top-20 en enkele indices. Het FD spant duidelijk de kroon
zowel verbaal, kwantitatief als grafisch. Het andere eind van het spectrum wordt ingenomen door Het Parool, dat uiterst summier is in zijn
berichtgeving.
De tweede categorie bestaat uit de Nederlandse aandelen, beleggingsfondsen en derivaten. De Nederlandse aandelen worden door alle
dagbladen volledig weergegeven, meestal opgesplitst in AEX, Midkap en Overige. Ook de avondhandel komt aan bod. De hoogste en
laagste jaarkoers met respectievelijke tijdstippen worden weergegeven alsmede de vorige koers, de openingskoers, de laagste en
hoogste dagkoers en de slotkoers. De Nederlandse beleggingsfondsen worden weergegeven in de rubrieken ‘meest actief’, ‘overige’ en
‘niet-genoteerde’ (ook wel afgifteprijzen genoemd). De informatie over de fondsen in de eerste rubriek is i.h.a. dezelfde als die van de
aandelen. Het hoofdbestanddeel binnen de categorie derivaten wordt gevormd door de opties. Het FD verstrekt hierbij de meeste
informatie, nl. naast de serie en de uitoefenprijs de slotkoers, de openingskoers, hoog, laag, de vorige koers, de omzet, bieden, laten en
het aantal openstaande contracten. De overige dagbladen geven allen slechts een deel van deze informatie weer. Om een indruk van de
hoeveelheid informatie te krijgen geeft tabel 7 het aantal vermelde afgifteprijzen en opties per dagblad.
Tabel 7. Totaal aantal vermelde afgifteprijzen en opties per krant
AD
FD
niet-genoteerde
beleggingsf
107
opties
340
Marktverhoudingen
413
600
NRC
Parool
36
205
Telegraaf
378
180
351
300
185
Trouw
111
310
Volkskrant
401
De derde categorie die wij onderscheiden is de rubriek buitenlandse aandelen. Hier zijn er geen dramatische verschillen tussen de
kranten, maar het valt op dat deze categorie bij Het Parool als bladvulling dient en willekeurig wordt ingekort om binnen de beschikbare
ruimte te blijven.
De vierde categorie betreft de obligatiemarkt. Binnen deze categorie is zowel ‘s zaterdags als doordeweeks het FD koploper. De Telegraaf
geeft elke dag vrij uitgebreide informatie in tegenstelling tot het AD dat met name een uitgebreide weekendbijlage heeft. Opvallend is dat
bij zowel de Volkskrant als bij Trouw de lijst met converteerbare obligaties wordt afgeknipt, om binnen de beschikbare ruimte te blijven.
Het FD geeft bij deze categorie de meeste informatie gevolgd door De Telegraaf.
Ten slotte beschouwen we de berichtgeving omtrent de geld- en goederenmarkt. De berichtgeving van de algemene dagbladen over
valuta-, geld- en goederenmarkten is beknopt en vertoont weinig verschil. De valutakoersen worden door alle kranten, (met uitzondering
van Het Parool dat van ABN/Amro gebruik maakt) overgenomen van GWK. De meeste kranten geven de loketkoers en de wisselkoers
van een 23-tal vreemde valuta. Het AD geeft alleen de wisselkoers. NRC is bijzonder omdat het een kruistabel geeft van 17 verschillende
valuta. Echter, hierdoor moet andere interessante informatie zoals de band- breedte het veld ruimen. Ook met betrekking tot de geldmarkt
zijn er weinig verschillen. De koersen voor daggeld, en de interbancaire tarieven voor één, twee, drie en zes maanden worden door alle
kranten behalve Het Parool gegeven. Ook voor de goederen- en goederentermijnmarkten geldt dat de meeste kranten er over berichten,
maar het FD duidelijk meer dan andere. Deze krant is ook de enige die de koersbewegingen op deze markten in aparte artikelen toelicht,
teneinde de interpretatie te vergemakkelijken.
Conclusie
De interesse van de gemiddelde lezer voor sociaal-economisch en financieel nieuws is relatief laag. Naar verhouding is de hoeveelheid
ruimte die de kranten besteden aan economische en beursberichten vrij groot. Met betrekking tot het beursnieuws luidt de conclusie dat
men voor gespecialiseerde informatie bij het FD moet zijn. Andere kranten zijn op dit gebied geen serieuze concurrent. De huis- tuin- en
keukenbelegger zal misschien ondersneeuwen in de informatie van het FD. Deze categorie beleggers zal met de overige kranten ook
redelijk uit de voeten kunnen. Ook over algemene economische onderwerpen verstrekt het FD de meeste informatie, gevolgd door NRC.
Aan de andere kant van het spectrum staan Trouw en Het Parool, die relatief bondig zijn in hun economische berichtgeving.
Zie Onderzoek ‘Economie in de krant’:
‘Van onze redactie economie’ van H.A. Keuzenkamp
Tragediespelers van D.J. Wolfson
Economie in de krant van E.E.C. van Damme c.s
Typering van dagbladen van E.E.C. van Damme c.s
De nieuwswaarde van een rel van R. Nahuis
De wet op het minimumloon van P.J.J. Herings
Oververhitting!? van H.L.F. de Groot
Reactie: Poortwachters van het publiek debat van F. Kalshove
1 De gegevens in deze paragraaf stammen uit het Jaarverslag 1996 van de vereniging Nederlandse Dagbladpers (NDP), Amsterdam, mei
1997, en uit diverse krantenartikelen n.a.v. het verschijnen van de jaarverslagen van Telegraaf en de Perscombinatie (PCM).
Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)