De wet op het minimumloon
Aute ur(s ):
Herings, P.J.J. (auteur)
Dit artikel is geschreven in samenwerking met de andere leden van de onderzoeksgroep ‘economie in de krant’: Eric van Damme, Henri de Groot, Gilbert van Hagen, Theo Leers en Richard
Nahuis.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4117, pagina 633, 27 augustus 1997 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
arbeidsmarkt, economie-beoefening
Op 24 april 1997 behandelde de Tweede Kamer een wetsvoorstel voor tijdelijke ontheffing van het minimumloon. De kranten gaven er royaal aandacht aan, maar zowel de feiten
als de economische argumenten kwamen gebrekkig aan de orde.
Achtergrond
Het wetsvoorstel dat in april onderwerp van discussie was zou het voor een werkgever mogelijk moeten maken om een langdurig werkloze aan te stellen tegen een betaling van
minimaal 70% van het minimumloon.
Een langdurig werkloze is iemand die langer dan twaalf maanden zonder onderbreking als werkloos werkzoekende staat ingeschreven. De betaling onder het minimumloon kan
plaatsvinden gedurende een periode van een half tot twee jaar, terwijl een werknemer hierna een normale betaling ontvangt gedurende een minstens even lange periode. Indien een
werknemer onder het minimumloon betaald wordt, dient er bovendien van de kant van de werkgever begeleiding of scholing tegenover te staan. De precieze formulering van het
wetsvoorstel is te vinden in het kader. Merk op dat onderdeel b van het eerste lid nogal vreemd gesteld is. Het gebruik van het woordje ‘of’ betekent dat iedere dienstbetrekking voor
bepaalde tijd hieronder valt! Indien dat echt bedoeld zou worden, is de gegeven omschrijving wel heel omslachtig.
Het kabinet wil dat op straffe van een korting op de uitkering alleenstaanden gedwongen kunnen worden om onder bovenstaande condities aan de slag te gaan. Bij kostwinners
(hierin worden alleenstaande ouders inbegrepen) is deze dwang niet mogelijk.
Omdat de VVD had laten weten het wetsvoorstel te zien als een eerste stap op weg naar afschaffing van het minimumloon, werd D66 bang dat dit voorstel voor hen veel electoraal
verlies op zou leveren. D66 vreesde dat ze zou worden ingedeeld in het kamp dat het minimumloon wil afschaffen. Daarom diende D66 onder het motto van rechtsongelijkheid een
amendement in om de verplichting geheel uit het wetsvoorstel te schrappen, terwijl ze een maand eerder op basis van hetzelfde argument nog iedereen wilde dwingen. Uiteindelijk zou
het wetsvoorstel het niet halen en op 7 mei teruggetrokken worden.
De berichtgeving
Opmerkelijk is dat Trouw al op 16 april, een volle week eerder dan alle andere kranten, in ”Wijzigingen rond minimumloon ontaarden in klucht” weet te berichten dat D66 een
amendement op het wetsvoorstel in zal dienen, hetgeen de nieuwe wet in een dode letter zal veranderen. Trouw geeft het wetsvoorstel als volgt weer: ”Melkert wil werkgevers
maximaal twee jaar toestaan ten hoogste dertig procent onder het minimumloon te betalen als zij langdurig werklozen in dienst nemen. Daar moet dan wel scholing in diezelfde periode
tegenover staan.” Trouw geeft als een van de weinige kranten aan dat de sanctie een korting op de uitkering is.
Op 22 april is NRC de tweede krant die aandacht aan het wetsvoorstel en het amendement van D66 schenkt. NRC meldt ook dat het conflict al sinds vorig jaar oktober speelt. NRC
maakt duidelijk dat werklozen voor minimaal een half jaar en maximaal twee jaar gedwongen kunnen worden onder het minimumloon te werken. NRC geeft duidelijk de standpunten
van alle politieke partijen en de werknemersbonden weer, en onderscheidt de werkgevers in VNO-NCW en MKB. NRC is ook de eerste krant die meldt dat Melkert eigenlijk heel
tevreden is met de hele gang van zaken.
Op 23 april komt Het Parool met een kort stukje. Wat het wetsvoorstel inhoudt wordt pas in het midden van het artikel uitgelegd. De Telegraaf is de enige andere krant die ook op 23
april met berichtgeving over het wetsvoorstel komt, maar maakt het nog bonter. In de allerlaatste alinea van het artikel komt pas de inhoud van het wetsvoorstel. De Telegraaf geeft
het amendement van D66 op zijn minst suggestief weer: ”Het voorstel van D66 houdt in dat werklozen een baan kunnen weigeren zonder dat ze gekort worden op hun uitkering.”
Op 24 april wijdt het AD zijn eerste artikel aan het wetsvoorstel. Het AD vermeldt dat het wetsvoorstel op korte termijn slechts 3.000 banen en op langere termijn niet meer dan 11.000
banen oplevert. Dit wordt gepresenteerd als een vaststaand feit en zonder bronvermelding. Deze cijfers lijken fantasievol ontleend aan het CPB, dat na vier jaar 3.000 extra banen
verwacht en op langere termijn 10.000 banen.
Op 25 april komen het FD en de Volkskrant ook eindelijk met nieuws over het minimumloon. Het FD geeft vrij volledige en correcte informatie die gestructureerd aangeboden wordt.
Ook in de rest van het artikel wordt zeer nauwkeurig ingegaan op de oorspronkelijk standpunten, de draai van D66, enz. Ook verschaft de krant duidelijkheid over het sociaal
minimum. Een kostwinner die voor 70% van het minimumloon werkt, komt onder het sociaal minimum uit en krijgt vervolgens toeslagen. Voor een alleenstaande geldt dit niet. De
Volkskrant meldt op 25 april over het wetsvoorstel: ”Het houdt in dat een werkgever een laaggeschoolde maximaal twee jaar minder dan het minimumloon betaalt; alleenstaande
werklozen zijn verplicht zo’n laagbetaalde baan te aanvaarden, kostwinners niet.” Ook in latere artikelen geeft de Volkskrant geen vollediger beeld van het wetsvoorstel.
Het valt op hoe slecht de kranten het wetsvoorstel weergeven. Zo vermelden alle kranten dat het gaat om langdurig werklozen die voor minimaal 70% van het minimumloon kunnen
werken, terwijl meestal in het midden gelaten wordt wat een langdurig werkloze is. Ook op andere punten is men onvolledig
In tabel 1 staat een kruis indien een krant een bepaald element in een van de artikelen vermeld heeft. De Volkskrant en De Telegraaf springen er in negatieve zin uit, en alleen het
Algemeen Dagblad en Het Financieele Dagblad zijn acceptabel te noemen. Hoe moet een lezer een mening kunnen vormen over het wetsvoorstel als hij niet eens de feiten krijgt?! In
het bijzonder de elementen (d) en (e) zijn onmisbaar voor een goede beoordeling van het wetsvoorstel.
Tabel 1. Hoe geven kranten het wetsvoorstel weer?
A
Algemeen Dagblad
Het Financieele Dagblad
NRC Handelsblad
Het Parool
De Telegraaf
Trouw
de Volkskrant
B
C
X
X
X
X
D
X
X
X
X
X
X
X
E
X
X
X
X
We gaan uit van de volgende elementen die een lezer ook graag zou willen weten:
A. het wetsvoorstel heeft betrekking op mensen die langer dan een jaar werkloos zijn, betaling onder het minimumloon vindt gedurende
B. minimaal een half jaar en
C.
D.
E.
In
maximaal twee jaar plaats,
hierna een normale betaling voor een zelfde periode, en
er staat een scholingsplicht van de werkgever tegenover.
de tabel staat een kruis indien een krant een bepaald element in één van de artikelen vermeld heeft.
Economische argumenten
Een andere manier om een kijk op het wetsvoorstel te krijgen is door de economische inhoud te belichten. Wat zijn de gevolgen van het wetsvoorstel in economische termen? Is het
wetsvoorstel uit economisch oogpunt wel of geen goed idee? In tabel 2 zijn de verbale argumenten uiteengezet die de kranten gebruiken. De eerste zeven argumenten zijn
argumenten voor verlaging van het minimumloon en voor het wetsvoorstel. De argumenten acht en negen zijn in dit opzicht niet te rangschikken. De argumenten tien tot en met 15
zijn tegen verlaging en dus tegen het wetsvoorstel.
Tabel 2. De argumenten
Vóó r
1.
2.
De huidige loonkosten zijn te hoog voor minder productieven.
Het wetsvoorstel kan dienen als experiment om achter de hoeveelheid
werk onder het minimumloon te komen.
3.
Het plan verhoogt het human capital van de werklozen.
4.
Een hoger minimumloon leidt tot hogere uitkeringen, hogere premies,
hogere lasten voor het bedrijfsleven, minder investeringen, en dus minder
werk.
5.
Er is veel ruimte onder het minimumloon.
6.
De geringe afstand tussen uitkeringen en het minimumloon is een
verklaring voor de werkloosheid.
7.
Het is onrechtvaardig om niet onder het minimumloon te betalen.
Neutraal
8.
Zonder sollicitatieverplichting is de regeling krachteloos.
9.
Mensen willen mogelijk vrijwillig onder het minimumloon werken
(tegengestelde van 8).
Tegen
10.
Het gunstig effect van een verlaging van het minimumloon is beperkt.
11.
De geringe afstand tussen uitkeringen en het minimumloon is geen
verklaring voor de werkloosheid.
12.
Lonen onder het minimum zijn onrechtvaardig en zijn arbeiders onwaardig.
13.
Er zijn voldoende andere manieren om de werkgelegenheid te bevorderen.
14.
Het voorstel heeft weinig effect, want weinig mensen werken onder het
minimumloon.
15.
Als sectoren lage lonen betalen, dan leidt dit tot een slechte reputatie voor
hen, en kunnen ze geen goede mensen aantrekken.
Het moge duidelijk zijn dat moderne economische theorieën als insider-outsider theorie, efficiency wages of een verwijzing naar Card en Krueger niet aan bod komen 1.
Gebrek kig …
Veel van de gebruikte argumenten zijn echter zwak, omdat ze niet verder ondersteund worden. Zo stelt de auteur van het stuk over het minimumloon in de Volkskrant van 9 mei dat
”afschaffing van het wetsvoorstel een inhoudelijk gunstige ontwikkeling is, want er zijn voldoende andere instrumenten om de werkgelegenheid te bevorderen.” Vervolgens wordt
geen enkel ander instrument genoemd. Ook stelt dit artikel ”Echte werkgelegenheidswinst valt alleen bij radicale en dus asociale verlaging te verwachten.” Wederom een zwak
argument, want er is geen enkele verwijzing naar cijfermateriaal 2.
…en eenzijdig
Afgezien van de in het algemeen weinig verheffende inhoud van de gebruikte argumenten, geven de meeste kranten weinig verschillende argumenten. tabel 3 geeft hierin meer
inzicht. De meeste kranten zijn kieskeurig bij het geven van de argumenten. Alleen in het geval van De Telegraaf en de Volkskrant is er sprake van veel verschillende argumenten,
maar deze zijn wel eenzijdig.
Tabel 3. In welke krant werden welke argumenten gebruikt?
commentaar vd krant
AD
FD
NRC
Parool
Telegraaf
Trouw
VK
artikelen van anderen
n
li-re
10,10
6
8
1,1,1,3,3,4,5,6,7,8,8
1,8,8,10,12
2,10,12,13,14
1,2,12
2,10
1,8,8,8,8,9,10,10,12,12
1,1,1,1,5,6,6,11,11,11
6,8,10,10,10,13
1,1,9,12
1,2,5,10,10,10,15
3
2
6
5
9
5
8
0-0
2-0
0-1
0-0
0-9
2-1
4-1
Tweede kolom: de nummers van de argumenten uit tabel 2, die gehanteerd zijn
in de eigen commentaren van de kranten; derde kolom: nummers van argumenten
die in de kranten in stukken van anderen naar voren gekomen zijn; vierde
kolom: het aantal verschillende argumenten dat gebruikt is; vijfde kolom:
geeft onder links de som van het aantal keren dat in het eigen commentaar
de argumenten tien tot en met 15 gebruikt worden, en onder rechts de
argumenten een tot en met zeven.
De k wantitatieve analyse
Verbaal is de analyse van de kranten niet sterk, getalsmatig ronduit zwak. Zoals al eerder aangegeven, is de cijfermatige analyse van het AD warrig. De cijfermatige ondersteuning
van het wetsvoorstel van het FD is, vergeleken met andere kranten, redelijk. Het is de enige krant die meldt dat het wetsvoorstel betrekking heeft op 8.000 werknemers en het FD geeft
ook de middellange termijn werkgelegenheidswinst van 3.000. Vergeleken met de andere kranten is de cijfermatige analyse van de NRC goed te noemen. De cijfers 3.000 en 10.000 van
het CPB worden genoemd, aangegeven wordt dat er 200.000 langdurig werklozen zijn, en ook de hoogte van het minimumloon wordt vermeld: 2.220 gulden.
Er is geen enkele cijfermatige analyse in Het Parool, buiten een ingezonden brief van een lezer, A.C. de Goederen. Deze brief bevat meer analyse dan in alle andere kranten samen te
vinden is. Eigenlijk is dit het enige stuk met een analyse over het minimumloon, en daarom mag dit tot het beste artikel over dit onderwerp bestempeld worden.
De Telegraaf en Trouw geven geen enkele cijfermatige analyse. De Volkskrant noemt slechts het getal 3.000 van het CPB. Ook vermeldt de Volkskrant dat slechts 4% van de
bevolking voor het minimumloon werkt, maar dit lijkt weinig relevant omdat het erom gaat hoeveel procent van de bevolking een lagere productiviteit heeft dan die corresponderende
met het minimumloon.
De beste krant
Een ranglijst van de kranten voor het onderwerp minimumloon zou er als tabel 4 uit kunnen zien, rekening houdend met de weergave van het wetsvoorstel, weergave van het verdere
verloop van het wetsvoorstel, uiteenzetting van standpunten van alle partijen, de cijfermatige analyse, de timing en het aantal gebruikte verschillende argumenten.
Tabel 4. Rangschikking minimumloon
1. NRC Handelsblad
2. Het Finanieele Dagblad
3. Trouw
4. Het Parool
5. Algemeen Dagblad
6. De Telegraaf
7. de Volkskrant
De NRC zou op 1 komen. De weergave van het wetsvoorstel was niet zo geweldig, maar de standpunten van alle partijen werden erg duidelijk verwoord. Bovendien was de analyse
helder, en was er iets van getalsmatige analyse. Het FD zou op 2 komen. De weergave van het wetsvoorstel was beter dan die van de NRC. De timing was echter slecht. Bovendien
wordt in het FD wel erg weinig analyse gepleegd. Het is daarom moeilijk als minder deskundige lezer om een goed oordeel over het wetsvoorstel te vormen. Trouw zou op 3 komen.
Trouw is op alle punten redelijk te noemen, alleen de cijfermatige analyse ontbreekt totaal. Wat betreft de timing waren ze uitstekend. Een stukje hierachter komen het Parool en het
AD. Mogelijk zou het Parool nog net boven het AD komen, omdat deze krant het aandurft een ingezonden brief te plaatsen die barst van de analyse. Minder zijn beide kranten als het
gaat om de weergave van de standpunten van de sociale partners en de cijfermatige analyse, uitgezonderd dan die ingezonden brief. De plaatsen 6 en 7 zijn zonder twijfel voor de
Telegraaf en de Volkskrant, waarbij de Telegraaf nog net op 6 zou komen. Beide kranten geven een erg onvolledig en vertekend beeld van het wetsvoorstel, en een ongenuanceerde
analyse. Vanwege de slechte weergave van de standpunten van de sociale partners, de late berichtgeving, alsmede vanwege het plaatsen van het slechtste artikel, verdient de
Volkskrant de rode lantaarn.
Het wetsvoorstel
Het is voor een werkgever mogelijk om een werknemer aan te stellen tegen een betaling van 70% van het minimumloon, indien:
1a. de werkgever ter zake van de dienstbetrekking met de werknemer beschikt over een verklaring als bedoeld in Hoofdstuk IV van de Wet vermindering afdracht
loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;
1b. de dienstbetrekking is aangegaan voor bepaalde tijd van tenminste een jaar of ten hoogste vier jaar dan wel voor onbepaalde tijd, en
1c. met de werknemer afspraken zijn gemaakt over noodzakelijke scholing of begeleiding door de werkgever.
2. De afwijking bedoeld in het eerste lid kan slechts worden toegepast gedurende de eerste helft van de dienstbetrekking en ten hoogste gedurendetwee jaar.
3. De afwijking en de afspraken, bedoeld in het eerste lid, worden schriftelijk overeengekomen.
Zie Onderzoek ‘Economie in de krant’:
‘Van onze redactie economie’ van H.A. Keuzenkamp
Tragediespelers van D.J. Wolfson
Economie in de krant van E.E.C. van Damme c.s
Typering van dagbladen van E.E.C. van Damme c.s
De nieuwswaarde van een rel van R. Nahuis
Oververhitting!? van H.L.F. de Groot
Reactie: Poortwachters van het publiek debat van F. Kalshoven
Vraag en aanbod van economisch nieuws van G.H.A. van Hagen en Th. Leer
1 D.E. Card en A.B. Krueger, Myth and measurement: the new economics of the minimum wage, Princeton University Press, Princeton, 1995.
2 Ook beweert het artikel dat ”afgezien van een handvol liberale ideologen” het draagvlak smal is en dat ook de werkgevers ”zeker niet enthousiast” over het wetsvoorstel zijn,
hetgeen niet te verdedigen standpunten lijken. Al met al komt dit artikel dan ook in aanmerking voor de prijs slechtste artikel over het onderwerp minimumloon.
Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)