Ga direct naar de content

Kansen voor de Nederlandse Industrie nader bekeken

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juli 27 1983

Kansen voor de Nederlandse
Industrie nader bekeken
C. OUWERKERK – DRS. H. J. J. SWARTE – DRS. J. H. J. P. TETTERO*

Inleiding
In het voortgangsverslag van de Adviescommissie inzake
de Voortgang van het Industriebeleid (VIB) is een overzicht
opgenomen van kansrijke vormen van bedrijvigheid 1). Bij
het opstellen van dit overzicht is een stapsgewijze benadering gevolgd. De eerste drie stappen worden in het voortgangsverslag expliciet uitgewerkt:
— in de eerste fase is een keuze gedaan van hoofdaandachtsgebieden; dit zijn clusters van activiteiten en produktgroepen die uit oogpunt van herindustrialisatie perspectief lijken te hebben en prioriteit dienen te krijgen;
— de tweede stap betrof een detaillering naar activiteitenvelden, ook wel subsectoren geheten;
— de derde stap omvatte de keuze van activiteiten ofprodukten per activiteitenveld.
De denkbare vierde stap naar een nog lager aggregatieniveau, nl. dat van de concrete produkten, wordt door de adviescommissie niet gezet. Wel stelt de commissie: ,,Het verdient aanbeveling diverse kansrijke gebieden met behulp van
detailstudies systematisch te onderzoeken.” Terecht kan
men zich dan afvragen wat het doel en de inhoud van dergelijke detailstudies zou moeten zijn. Het lijkt dat daaromtrent een tweetal algemene overwegingen kunnen gelden:
— het feit dat een produktgroep als totaliteit kansrijk kan
worden geacht, hoeft geenszins te betekenen dat alle erin
besloten produkten even kansrijk zijn. Binnen een produktgroep kan immers — mede afhankelijk van de omvangrijkheid van de produktgroep — een grote verscheidenheid van produkten schuilgaan op grond van technische en/of marktverschillen. Explicitering van deze heterogeniteit is nuttig, omdat daarmee duidelijk wordt welke
delen van de betreffende produktgroep echt interessant
zijn;
— het feit dat een produktgroep, respectievelijk bepaalde
produkten daarbinnen, kansrijk kunnen worden geacht,
zegt nog niet veel over de condities waaronder die kansen
tot ontwikkeling kunnen komen. Er is derhalve behoefte
aan een nadere typering van de kansrijkheid op grond
waarvan het mogelijk wordt aanknopingspunten voor beleid te ontwikkelen.

teur. Het legt derhalve de heterogeniteit binnen de betreffende produktgroep bloot;
— een kwaliteitsmaatstaf voor de export; dit criterium —
gebaseerd op de gemiddelde prijs van de export voor een
specifiek produkt ten opzichte van de gemiddelde importprijs van dat zelfde produkt— geeft een indicatie van
de hoog- respectievelijk laagwaardigheid van onze export. Het geeft derhalve een nadere typering van de kansrijke produkten.
Door deze twee maatstaven in de tijd (1978-1981) te volgen, kunnen we tevens vaststellen of er sprake is van verbetering of verslechtering vanuit een bepaalde uitgangspositie.
Met behulp van deze twee criteria kunnen we dan vijf
clusters van produkten onderscheiden waarvoor een verschillend beleid noodzakelijk lijkt.
Cluster 1. In dit cluster bevinden zich produkten die in 1981
een sterke exportpositie combineren met een relatief gunstige kwaliteit, en die tevens versterking van die positie vertoonden gedurende de periode 1978-1981.
Cluster 2. Tot deze verzameling behoren produkten die weliswaar een sterke exportpositie hebben in 1981, maar een relatief laag kwaliteitsniveau. Ze vertoonden wel verbetering
van die positie.
Cluster 3. Deze cluster betreft hoogwaardige produkten met
een zwakke exportpositie, die evenzeer een verbetering van
hun exportpositie realiseerden gedurende de jaren 19781981.
Cluster 4. In dit cluster vindt men produkten die vanuit een
sterke uitgangspositie — op basis van exportprestatie en/of
kwaliteitsniveau – een verslechtering vertoonden in de tijd.
Cluster 5. Ten slotte brengen we alle produkten bijeen die
niet in een van de andere vier clusters thuishoren. Ze worden
gekenmerkt door een combinatie van een zwakke exportpositie en een laag kwaliteitsniveau.
Implicates voor het beleid

Speurtocht naar kansrijke produktgroepen en produkten
In een recent onderzoek 1) is een aanzet gemaakt om deze
twee overwegingen uit te werken in een systematische methodiek voor detailanalyses 2). De kern van deze methodiek
is betrekkelijk eenvoudig. Op een lager aggregatieniveau (7digit- A-nummers volgens de Statistiek van de Buitenlandse
Handel) zijn produkten op een moment beschreven naar een
tweetal kenmerken:
— een ,,export-import-performance”-criterium; dit criterium geeft voor elk specifiek produkt binnen een produktgroep aan wat de relatieve uitgangspositie van de Nederlandse Industrie is: netto exporteur of juist netto impor-

ESB 3-8-1983

Het is duidelijk dat voor ieder van de produktclusters een
verschillend beleid relevant is. De produkten die zich in de
clusters 1 t/m 3 bevinden lenen zich naar alle waarschijnlijk* De auteurs zijn onderzoekers bij het Centrum voor Bedrijfseconomisch Onderroek, respectievelijk wetenschappelijk hoofdmedewerker bij de vakgroep Commerciele Beleidsvorming van de Erasmus
Universiteit Rotterdam.
1) Verslag van werkzaamheden 2 juli 1982 — januari 1983. Adviescommissie inzake de Voortgang van het Industriebeleid, Den Haag,
januari 1983, biz. 6-18.
2) C. Ouwerkerk, H. J. J. Swarte en J. H. J. P. Tettero, Speurtochi
naar kansrijke produktgroepen en produkten, Centrum voor Bedrijfseconomisch Onderzoek, Erasmus Universiteit Rotterdam, Rapport 8313/A, Rotterdam, mei 1983.

685

heid het meest voor een offensiefbe\eid. In cluster 1 zal men
het moeten hebben van het verder benutten van de bestaande uitgangspositie die sterk is qua kwaliteit en exportprestatie. Of dit lukt zal sterk afhangen van de grootte van het buitenlands marktaandeel en de groei van de relevante markt
zelf. Is er een sterke marktgroei bij een bescheiden marktaandeel dan is verdere marktaandeelgroei denkbaar. Is daaren-

de/ensiefbe\e\d. Blijkbaar zijn er krachten aan het werk die
de sterke uitgangspositie uithollen. Zeker als het produkten
betreft die in de totale export van een produktgroep substantieel van omvang zijn is dit geboden. Van produkten die zich
in cluster 5 bevinden valt niet veel heil te verwachten. Noch
de exportpositie, noch het relatieve kwaliteitsniveau geven

tegen de marktgroei bescheiden en/of het relevante marktaandeel reeds hoog, dan moeten de kansen eerder gezocht
worden in het aanboren van geheel nieuwe (groei) markten.

het vermoeden dat hier perspectieven zijn te vinden; het zijn

Soms zelfs mag men reeds tevreden zijn als de bestaande po-

kansarme produkten. Uitzonderingen hierop kunnen zich
voordoen als het sterke groeimarkten betreft die positieverschuivingen tussen de verschillende aanbieders kunnen oproepen, of als er sprake is van een hoge mate van specialisatie

sitie kan worden behouden.

op een produkt-rte/n binnen een produkt welke in de analyse

Produkten die zich in cluster 2 bevinden lijken vooral een
bijdrage te kunnen leveren aan herindustrialisatie indien een
verdere ,,upgrading” dan wel kwaliteitsverbetering is te realiseren als basis voor een toename van de toegevoegde waar-

op 7-digit-niveau niet tot uitdrukking komt.
Enige produktgroepen als voorbeeld

de. Uit verbeteringen die op dit punt reeds optreden, valt op
Uit de onderzoeken die zijn verricht ten behoeve van het
voortgangsverslag van de Adviescommissie zijn een elftal
produktgroepen geselecteerd voor detailanalyse, zoals hierboven beschreven 3). Uit deze detailanalyses laat zich tabel

te maken dat hiertoe mogelijkheden zijn. Het zijn waar-

schijnlijk de produkten in dit cluster waar innovatie tot zinvolle perspectieven leidt.

Produkten in cluster 3 hebben in tegenstelling tot de produkten in cluster 2 eerder behoefte aan een sterkere basis in
exportmarkten. Blijkbaar is het prijs/kwaliteitsniveau vol-

doende hoog om verbetering in de produktpositie te bewerkstelligen; verdere versterking ten opzichte van buitenlandse
produkten moet mogelijk worden geacht. Waarschijnlijk
werpt hier een beleid dat is gericht op exportbevordering
vruchten af.
De produkten die zich in cluster 4 bevinden vragen om een

3) J. H. J. P. Tettero, Positie en perspectieven van Nederland in de

wereldhandel voor industriele produkten en diensten,\ak.g,mep Commerciele Beleidsvorming, Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam, december 1982. Zie in volgorde van de SITC-nummers in de tabel biz. 28, 41, 42, 50, 51, 56, 59, 62, 63 en 66.

Tabel. Analyse van elf kansrijkeproduktgroepen naar clusters van produkten
SITCcode

533
721
727

713
714
764
786
784

Produktgroep

Verf
Landbouwwerktuigen
Machines voor
voedings- en
genotmiddelenindustrie
Explosie- en
verbrandingsmotoren
Andere motoren
en krachtmachines
Toestellen voor
tele communicatie
Aanhangwagens
en containers
Auto- en tractoronderdelen
Goederenbehandelingsapparatuur
Verwarmingsen koelmachines
Elektromedische
apparatuur

Aantal produkten per
produktgroep

Cluster 1
n,a)

Ouster 2

*!<>)

“2

Cluster 3

“2

rotaal Cluster 1 t/m 3

Cluster 4

Totaal Cluster 1 t/m 4

Cluster 5

“3

“3

“1-3

*l-3

“4

X4

“1-4

“1-4

“5

X

5

37

16

15

3

2

19

7

38

25

35

72

73

97

27

3

45

22

62

9

11

22

4

53

76

22

19

75

95

25

5

12

50

82

17

5

—

—

67

87

33

13

100

100

—

—

18

—

—

—

—

17

15

17

15

27

58

44

73

56

27

9

—

_

_

_

11

1

11

22

15

33

16

66

84

28

18

21

7

25

4

0

29

46

28

44

57

90

43

10

13

15

30

8

9

38

57

62

95

15

3

77

98

23

2

5

19

15

4

8

23

23

77

77

1

26

8

2

8

9

1

58

10

36

20

31

17

6

48

73

17

13

65

86

34

13

56

17

30

13

18

16

6

46

54

21

30

68

84

32

16

12

25

46

33

28

—

—

58

74

25

25

83

98

16

2

Totaal gemiddelde van de
elf produktgroepen

314

16

27

11

16

15

5

42

48

22

32

64

80

36

20

Procentueet te verwachten
aantal produkten indien
verdeling bij evenredige
clusterverspreiding

100

12,5

—

12,5

—

12,5

37,5

—

37,5

—

75

~

25

~

744
741
774

—

a) DJ: Percentage van bet aantal van de produkten in cluster i binnen het totale aantal van een produktgroep.
b) Xj; Percentage van het aantal van de produkten in cluster i binnen de totale export van een produktgroep.

686

1 afleiden. Van alle produkten in een produktgroep is vast-

vereist primair marktaandeelgroei dan wel het betre-

gesteld binnen welk van de onderscheiden clusters ze vallen.

den van nieuwe groeimarkten:

Daarna wordt gekeken of de produkten in een bepaalde produktgroep meer dan evenredig in bepaalde clusters zijn vertegenwoordigd. De feitelijk geconstateerde verdeling over
clusters wordt daartoe gecontrasteerd met de theoretische,
evenredige verdeling zoals die in de onderste rij van de label
is gegeven. Tevens is aangegeven welk exportaandeel de produkten van een bepaald cluster hebben in de totale export
van de desbetreffende produktgroep.
De eerste conclusie is dat zich inderdaad binnen ieder van

de kansrijk geachte produktgroepen een zekere mate van heterogeniteit voordoet. In iedere produktgroep komen — in
wisselende mate — kansarme produkten voor; zo zijn in
cluster 5 binnen de produktgroep 764 (toestellen voor telecommunicate) 12 van de 28 produkten kansarm te achten.
Evenzo varieert het percentage van het totaal aantal kansrijke produkten per produktgroep dat in de clusters 1, 2 en 3
voorkomt (zie respectievelijk kolom 4, 6 en 8).
Een nadere beschouwing van deze heterogeniteit leidt tot

SITC-code
721
727
774

Omschrijving
Landbouwwerktuigen
Machines voor de voedings- en genottniddelenindustrie

Elektromedische apparatuur

B. Het defensiej’beleid.
Dit beleid is vereist voor een deel van het produktassortiment binnen de volgende produktgroepen:
SITC-code

A-nummer

Omschrijving

320.9200
320.9300
320.9400
320.9750

Verf, vooral:
waterverf, emulsie- en dispersieverven
celluioseverf en -vernis
verf en vernis met synthetische harsen
andere verf en vernis

840.6190

bij voorbeeld:
explosiemotoren kleiner dan 250 cm

851.5290
851.5990
921.3800

Telecommunicatie, met name:
televisiecamera’s
delen van zend- en ontvangsttoestellen
overige delen cassette- en videorecorders

533

713

indicaties voor beleid. Rekening houdend met het onderscheid naar defensief (cluster 4) en offensief beleid (cluster 1
t/m 3) en kijkend naar de mate waarin men resultaat van het
beleid mag verwachten ten behoeve van herindustrialisatie,
zijn op basis van deze detailanalyses de volgende conclusies

Explosiemotoren en verbrandingsmotoren,

764

te trekken.
A. Het offensiefbehid:
— een omvangrijk aantal van de onderzochte produktgroepen moet vooral kansen zien te realiseren door
het versterken van de exportpositie (cluster 3). Dit betreft:

C. Van twee produktgroepen moet ernstig worden betwijfeld
worden of ze in het algemeen kansrijk geacht kunnen
worden. Dit betreft: andere motoren en krachtmachines
(SITC-code 714) en auto- en tractoronderdelen (SITCcode 784). Men moet aannemen, zoals hiervoor in het algemeen reeds gesteld, dat hier slechts kansen aanwezig

zijn als binnen de hier genoemde produkten opvallende
SITC-code

A-nummer

533
321.2900
321.3390

Omschrijving
Verf, bij voorbeeld:
niet-vuurvaste preparaten metselwerk

andere drukinkt

842.5090
842.5710
842.6100

Landbouwwerktuigen, bij voorbeeld:
niet-elektrische gazonmaaimachines
aardappeloogstmachines
melkmachines

871.4330

Aanhangwagens en containers, bij voorbeeld:
kampeenvagens

721

786

Verwannings- en koelmachines, bij voorbeeld:

741
840.4930
841.5590
841.7630

bakkersovens
overige koelvitrines
droogtoestellen chemie

deelspecialisaties schuilgaan. Gelet op de aard van de

produktgroepen respectievelijk industrietak is dat niet
ondenkbaar, doch zal het dan wel een uiterst beperkt deel
van de relevante produktgroep betreffen.
Slot

De detailanalyses — hier nog slechts voor een klein aantal
van de kansrijke produktgroepen uitgevoerd — laten inderdaad zien dat bij de nadere vormgeving van het beleid rekening moet worden gehouden met de achterliggende heterogeniteit. Tevens brengen ze naar voren dat er belangrijke ac-

centverschillen in het beleid nodig kunnen zijn:
— sommige produkten zijn meer gebaat bij overheidsonder-

— een beperkt aantal produkten heeft vooral kansen in
kwaliteitsverbetering (cluster 2):
SITC-code

A-nummer

744
842.2030
842.2480
842.2340
842.2840
774
901.7130
902.0510

Omschrijving
Goederen-behandelingsapparatuur, bij voorbeeld:
hijskranen
transport banden

laadbruggen e.d.
overige machines
Elektromedische apparatuur, bij voorbeeld:
apparaten ultraviolette stralen
radio-actieve toestellen medisch gebrutk

steuning die exportversterking mogelijk maakt.
— andere produkten vragen daarentegen eerder ondersteu-

ning op het gebied van technische en/of commerciele
produktontwikkeling.
Met het oog hierop lijkt het dienstig alle kansrijke produktgroepen regelmatig langs de hiervoor geschetste lijnen
door te lichten en de inzichten hieruit te toetsen aan meer
kwalitatieve informatie, als basis voor nader uit te werken
overheidsbeleid.

— benutten van de sterke uitgangspositie van de volgen-

C. Ouwerkerk
H. J. J. Swarte

de produktgroepen, zoals weergegeven in cluster 1,

J. H. J. P. Tettero

ESB 3-8-1983

687

Auteurs