17 ii1BRUAR1 1032
AUTEURSRECHT
VOORBEHOUDEN.
Economisch-mmStatistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
17E JAARGANO
WOENSDAG
17
FEBRUARI 1932
No. 842
/ NSTJTUUT VOOR ECONOM ISCHE GESChRIFTEN.
itlgcmeeh Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. U. Verrijn Stuart.
ECONOAIISCH-STATISTISCIIE BERiChTEN.
COMMiSSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van jiasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Manciele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. P. Ii. Regout; Dr. E. van lVclderen
Baron Rangers; Prof. Mr. Y. JA. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedclegcerd lid: Prof. Mr. Dr. G.
M.
Vcrrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. H. A. van der Vaik.
Sccrclariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. I’laatsing bij abonnement
vclgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d. van Ditinar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, s. Graven ii age. l’ostch iquc- en giro-rekening
JT0
145192.
16 FEBRUARI 1932.
:De gelcimarkt was deze week bijzonder stil. Het:
aanbod van geld werd bovendien in den loop der week
eerder grooter, zoodat de rente zoowel voor particu-
lier discon to als voor prolongatie verder terugliep.
Particulier disconto opende op 2 â 2Ys pOt, en daalde
tot i.-4 pOt.; de prolongatierente liep van 2 tot 1i’
pOt. terug. In cailgeld ging weder zeer weinig om;
voor zoover te plaatsen was, moesten geidgevers ten-
slotte met pOt, genoegen nemen.
De Minister van Financiën heeft een inschrijving
opengesteld
Op
schatkisipapier op Maandag 22 Fe-
bruari a.s. Aangeboden worden drie- en zes-maands-
pi-omesseu en 4 pOt. jaarhiljetten tot ecu totaal be-
drag van
f
50 millioen. De meerjarige biljetten wor-
den ditmaal niet meer aangeboden.
* *
01) den weekstaat van De Nederlandsche Bank
vertoont de post binnenlandsche wissels een daling
van
j
1,8 millioen. De beleeningen zijn daarentegen
niet
f
3,6 millioen toegenomen. De post papier op het
buitenland blijkt met
f
538.000 te zijn vermeerderd,
terwijl cle diverse rekeningen onder de activa der
Bank met
f
31.1.000 terugliepen.
In den post munt en muntmateriaal kwamen deze
week geen veranderingen van beteekenis voor.
De biljettencirculatie blijkt met j 12,7 millioen te
zijn afgenomen Daarentegen vertoonen de saldi in
rekening-courant een vermeerdering van j 1.4,3 mil-
lioen; het saldo van ‘s Rijks schatkist steeg met
j
117
millioen tot niet niincler clan
j
73 millioen en de saldi
van anderen namen met t 2,6 millioen toe….let be-
schikbaar metaalsaiclo is met
j••
2 niillioen geslonken.
Het dekkingspercentage bedraagt nagenoeg 77 pOt.,
evenals de vorige week.
* *
*
Hoewel de aanblik, welken cle wisselmarkt deze
week bood, tamelijk wel ongewijzigd i.s gebleven, valt
toch nog wel een en ander te vermelden. In tie eerste
piaists de aanzienlijke daling van dcii Dollar. Van
2.4820 is de koers gestadig achteruit geloopen en ten-
slotte op 2.47 aangeland. Vooral voor Fransche reke-
ning werd hier aangeboden. In Parijs is de Dollar-
koers met 25.35 op liet goudpunt van invoer gekomen.
0ok het Pond was aanvankelijk wat aangeboden; he
kwam van 8.57 op 8.51, doch kon zich tenslotte tot
8.54 verbeteren. Dollars tegen Pondenveranclertlen
uiteindelijk slechts weinig 3.45 l%_3
.
4i_3
.
461%
.
Marken handhaafden zich de geheele week tussehen
cle 58.80 en 58.90; het slot was lager op 58.70. Fran-
sche Francs lager 9.77-9.74’4. Zoo ook Belga’s
34.60-34.4734, vooral aangeboden uit België zelf.
Zwitsersche Francs eveneens lager 48.42 %-48.20-
48.25. Lires 1.2.9234-12.85. Peseta’s waren eerder ge-
zocht op 19.30. Tsj Kronen ca. 7.34. De Noordelijlce
deviezen veranderden weinig: Kopenhagen 46.90, Oslo
46.30 en Stockholm, wat lager, 47.65. Finsche Marken
3.82%. Oanadeesche Dollars 2.1434.
Ponden op één en drie maanden leven lig verantier-
den,weinig en noteerden dus nog rond den contanten
koers. Dollars op termijn waren tenslotte slechts aan-geboden en wel één maands op 25 p., drie maands op
00 p. onder den Icassa-koers.
Marken bankpapier waren ca. 80 c. onder den koers
van uitbetaling in vërbancl niet geruchten, dat zij –
ter crediteer.ing naar Duitschland opgezonden
–
OP
een geblokkeerde rekening zouden. worden geboekt.
Een betreffend regeeringsbesluit is intussehen nog
ii iet gepubliceerd.
Gouden munten waren, eerder aangeboden, hoewel er toch nog wel Icoopers – zoowel binneulandsche als
hutenlandsche – te vinden waren. In Engeland
schijnt nu zoo langzamerhand tot liet groote puhlielc
door te dringen, dat er voor het Gouden. Pond meer te maken valt. Tot voor kort ruilde nier een Ponden
bankbiljet gelijk op tegen Gouden Ponden om; op het
oogenbli]d wordt voor
£
1. goud reeds 27/6 betaald.
Eagles worden door de Arnerilcaansche banken niet
meer naar hier verscheept. Gouden baren waren ‘lager
ca.
f
1.650.—.
%
LONDEN. 15 Februari
1932.
.
Vlugger clan verwacht werd, is cle geldniarkt min-
der overvloedig geworden. Uit den weekstaat van de
Bank van Engeland blijkt, dat hare w’isselportefeuille
niet een kleine £ 10 millioen is verminderd, hetwelk
een ongeveer gelijk effect heeft gehad op de saldi.
van de Olear ing Banks hij de Banlc van Engeland,
welk bedrag dus gedeeltelijk aan de gelclm.arkt werd
on ttroklcen.
Verleden week is de cliscontomarkt eindelijk een
nieer rationeele houding gaan aannemen. De Batik
van Engeland heeft zeer duidelijk te kennen gegeven,
dat zij voorloopig niet van plan is liet discoilto te ver-
lagen, mccle onder den invloed van cle minder ruime
geit pos.i tie, zijn te d iscontokoersen iets aangetrokicen,
iii.
5_5J%
voor bankaccepten
en
4
11
/i_4
13
fre
voor
schatkis’tpromessen. De nie!iwe inschrijving op deze
laatsten iverci tot even boven 4% pOt, toegewezen.
Dollars waren iets meer aangeboden tegen het einde
dier weelc op de zoogenaamde i.nflatiebenichten, maar
verbeterden heden weder fractioneel. Guldens notee-
i’en 8.54-8.55.
126
ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN
17
Februari 1932
DE NIEUWE GEMEENTELEENINGEN.
Na den sti Dom vai leeningsuitgiften, welke het
gevolg waren van het gemeentelijk financiëel beleid
in de laatste jaren, scheen tengevolge van de ont-
wrichting van den ‘geheelen geidhan’del in de tweede
neirt van net jaar 191 cle nooclzaalc te zijn geooren
voor een ommekeer in de financiëele politiek der ge-
meen ten.
In de maand November van dat jaar werd evenwel
een aanvang gemaakt met de uitgifte van een reeks
van gemeenteleeningen met korten looptijd, welke
tegen een rente van 5 pOt. en een emissiekoers van
om en bij pari werden uitgegeven, en waarvan het
succes cle eene keer grooter, de andere keer minder
groot was. –
Afgezien van den rentevoet, welke ‘belangrijk hoo-
gen is dan die van vroeger tiitgegeven leeningen, is
het vooral de korte looptijd van in het algemeen
vijf jaren, welke bij deze nieuwe leeningen ‘de aan-dacht trekt en welke een nadere beschouwing daar-
van wel de moeite waard doet zijn.
in de eerste plaats
de rentevoet.
hiervoor is het noodig de ontwikkeling .van de
rentevoet van 1913 af ‘in korte ‘trekken vast te leggen.
Reeds in 191,3 vertoonde zich een neiging tot stijging
van de rente, welke tevoren tot 3 pOt, was gedaald,
in de oorlogsjaren liep deze op tot 5 pOt., om bij de
daarop volgende periode, toen de achterstand, welke
op elk gebied was ontstaan, moest worden ingehaald,’
sprongsgewijs tot 6 h 7 pOt, te stijgen en op dit hooge
peil te blijven tot 1.924 toe. Door verschillende oor-
zaken zette aan het einde van ‘da’t jaar een daling in,
con versies van leeningen van openbare lichamen wa-
ren aan cle orde van den dag, eerst in 534 en 5 pOt.
leeningen, toen in 434 pOt, en tenslotte in 1930 en
i91 in 4 pOt. uitgif’ten tegen koersen, welke een ren-
dement van ten hoogste 434 pOt.’ opleverden. Was deze
sterke ‘daling gerechtvaardigd door de omstandig
–
heden 1
Naar mijn ineening geenszins. De in’dexci,jfers waren
in die jaren ‘wel ‘degelijk gedaald, evenwel de groot-
han’del’spnijzen waren in veel sterken mate gezakt dan
cle klein’han’delspnijzen, zoodat de kosten van het
levensonderhoud wel eenigszins lager waren ‘gewonden,
doch niet bijna 30 pOt. zooal’s ‘de reutevoet, welke van
1,924 tot 1931, van 6 tot 4 pOt. werd teruggebracht.
Gevolg hiervan was, dat degene, clie thans slechts
4 pOt, van zijn ‘geld kon maken en alleen van ziji’i
rente moest leven, in die lagere rente nagenoeg niet
een voldoende ‘basis kon vinden om zijn leven op den-
zelf(len voet voort te zetten. Bij ‘het publiek derhalve toenemende on tevrecie n –
lie’id oven de lage rente, welke cle Nederlandsche
S taats- eo -Gemeente-obligaties opleverden, met als
gevolg een neiging om in cle meer nisicante, maan veel
hooger renteude buitenlandsche – ‘vooral Duitsche
– fondsen te vluchten.
Duidelijk ‘bleek ‘deze afkeer van het publiek in het stéeds geringer wordend succes dat cle 4 pOt. leenin-
gen kon den boeken, steeds grooten werd het bedrag,
dat door de eniitteenencle -banken zelf moest wonden
gehouden.
‘)
Zoo naderde dus cie September-maand van het jaar’
1931 met een ontevreden groep beleggers en een groote
hcevcelhei cl iii tgegeven hele’ggi ngspapier, dat
niet
tot
zijn bestemming was gekomen, doch dat als een clrei-”
‘) Aangeteekeud kan hierbij wom-den, dat een groot dcel .
van deze icening’en waai’schijnlljk is ondergebracht bij ver-
schillemicle Rijksiondsen en -instellingen, wier kapitaalsbe- ‘
legg-ingen zijn gebaseerd
0
!)
een i-endenment Van
4
pCt. Hier-
op wijst ook Mr. Dr.
A. v.
Doorniuck in Economisch-Sta.
tistische Berichten ci.d.
28
October
1931
wanneer hij mede-
deelt, dat het ‘belegd kapitaal van cie Rijksf’ormdsen in ge-
nieenteleeningen in
2
jaar tijds is gestegen van
f 313.650.000.— op f
487.940.00—
d.w.z.
met bijna
56
pOt.
gende wolk boven de markt hing, om daarop neer te
dalen op het oogenblik, dat ‘de houders daarvan de
noodzakelijkheid zouden gevoelen om over meer liqui-
de middelen te beschikken.
Ree’ds in Juli tv. was een meerdere druk op de
geidmarkt ontstaan als gevolg van den wanhopigen
toestand, waarin Dui’tschlancl was geraakt. De heele
wereld, en Nederland zeker niet in de laatste plaats,
had aan Duitschland credieten verstrekt zoowel op
langen als op korten termijn. Nu kwam met stellig-
heid vast te staan, dat Duitschiand in geen ‘geval aan
zijn onmiddellijke verplichtingen zou kunnen voldoen
en ‘zoo moest de ,,Stillhalte”-overeenkomst tot stand
komen.
1)
Toen volgde – ria de voorafgaande pogingen tot
redding in Augustus – de ineenstorting van het Pon’d
sterling op 21 September. Veel had men verwacht,
maar deze slag kwam als een onverwachte explosie
van eell granaat van het zwaarste type. Een panische
schrik ‘beving de ‘wereld, de beurzen bleven den vol-
genden dag gesloten en tôen daarop de rook was opge-
trokken bleek het ‘geheele ‘grondvest, waarop de rente-
voet was opgebouwd te zijn ineengestort.
De uitgifte van twee vier procents leeningen tegen
een koers ‘van om en bij pari was reeds aangekon-
‘cligd
2),
de eniittenten achtten zich niet verantwoord
het risico van een mislukking te aanvaarden, de lee-
ningen werden enkele dagen v66r den inschrijvings-
datum ingetrokken.
Onder het publiek ontstond een panische a’ngst
voor inflatie, de koersen van de obligaties daalden met
sprongen, aan alle kanten trachtte men zich liqu:ide
middelen te verwerven. Ook hierin moesten de banken
meegaan en zij deden dit niet alleen door aankoop van
goud, doch ook door opzegging van credie’ten en door
cle weigering om nieuwe credieten te verstrekken, op-
zeggi.n’g en weigeringen, welke niet alleen gewone
handelscreclieteri betroffen,, doch ook – en daarom is
het hier te doen – kasgeldcredieten an gemeenten
verstrek t.
Zoo volgden, naar men uit verschillende kran-
tenberichten heeft kunnen opmaken, de opzeggin gen
van ‘cle k’asgeldleeningen aan cle gemeenten elkaar in
steeds sneller tempo op. Naar buiten bleek dit eerst
duidelijk na cle ‘bekende f,inanciëele moeilijkheden
voor de gemeente Rotterdam. 1-let is duidelijk, dat de
geldschieters zich begonnen af te vragen, wanneer en
in hoeverre (lie moeilijkheden zich ook voor andere
gemeenten zouden voordoen, en daarom ‘begonnen
aan te dringen op aflossing van cle ‘verstrekte neke-
n ing-courant-voorschotten..
S,r
a
t de opzegging van ‘die kasgeldleeoingen
vQor
de
gemeenten beteekent behoeft weinig uitleg. ‘Ui t die
leeningen worden niet alleen gefinancierd de dage-
lijksche uitgaven, welke ‘door de meestentijds onregel-
matig ‘hinnenvloe’iende inkomsten. (gemeentelijke be-
lastingen, retnihuties en ‘dergelijke) gedekt worden,
doch ook de kapitaalsuitgaven, waarvoor op den duur
geleend kan en mag worden.
:De gemeenten zagen zich derhalve voor de nood-
zaak geplaatst om op meer of minder korten termijn belangrijke bedragen aan hun credietgevers terug te
betalen en konden hiervoor elders geen geld
–
opnemen.
Zij werden mi tsdien vrijwel gedwongen een ‘beroep te
doen op het ‘heleggend publiek. In verband met de daling van de koersen. der 4 en 4A pOt. leeningen
was cle noodzaak geschapen om over te gaan tot de
uitgifte, van 5 pOt., een enkele zelfs van 534 pOt.
‘) Wat dit voor Nederland moest •beteekenen blijkt wel
uit het, feit, dat de op korten termijn in Duitschland uitge-
zette CredieteH rond
:336
in’illioen mark, dus ruim
200
mii’
lioen gulden, beliepen. 131z. .0 Layton-rapport (The E-cono-
mist
22
Augustus
1931).
2)
Gemeente Nijniege ii
en
Staa’tsspoorwegen.
–
17 Februari 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
127
obligaties. Hierbij evenwel deed zich een andere moei-
lijkheid voor en wel de vraag:
Hoe lang de levensduur van de nieuwe obligaties
zou moeteh zijn..
Voorop dient te worden gesteld dat, althans in deze
zeer onzekere tijden, in het algemeen slechts geleend
zal mogen worden voor productieve uitgaven, welke
een direct of indirect nuttig rendement opleveren.
In verband met afschrijvingspolitiek en wat dies meer
zij, wordt de levensduur van leeningen van openbare
lichamen gewoonlijk op 40 jaren gesteld, een énkele
keer op 50 jaren, vrijwel nooit korter dan 25 jaren.
Thans zijn van 14 November tot medio Februari uit-
gegeven leeningen van gemeenten tot een gezamenlijk
nominaal bedrag van rond
f
28 millioen, alle strek-
kende tot financiering van uitbreiding van gemeen-
telijke bedrijven, scholen- en woningbouw, straat- en havenaanleg, kortom van uitgaven waarvoor over het
algemeen principiëel op langen termijn zou mogen
worden geleend.
1)
Evenwel er heeft zich een zoo groote vrees van het
publiek meester gemaakt, dat niet alleen de koersen
ter aandeelen-markt
zijn
ineengezakt tot een onge-
kend laag peil, doch dat ook de koersen van zelfs
de meest soliedé obligaties op een zoo diep peil zijn
gedaald, dat de uitgifté van een leening met een loop-
tijd van ongeveer 40 jaar ivel zeer duur zou komen te
staan. Niet alleen deze algemeene oorzaak is er, welke
de uitgifte van leeningen met een looptijd van 30 of
40 jaar op het oogenblik onmogelijk zou maken. Daar-
naast legt ook het ten aanzien van enkele groote ge-
meenten wel te réchtvaardigen wantrouwen in •haar
algemeen financiëel beleid, dat zich echter – de. goe-
den hebben het als steeds met de kwaden te verduren
– ook uitstrekt over andere gemeenten, voor het
oogenblik een onoverkomelijke hinderpaal in den weg
aande uitgifte van leeningen met normalen looptijd.
Men is allerwegen er van overtuigd, dat bezuiniging
op èlk gebied noodzakelijk is. Bij den Staat, in Neder-
lahdsch-Indië, in het buiténland, overal ziet men dras-
tische bezuinigingen toepssen, welke althans pogin-gen tot een sluitend maken van het bu.dget beteeke-nen. Ook bij de gemeenten wordt wel met angst ge-zien naar het verwachtbare origunstige verschil tus-
schen middelen en uitgaven, doch van zeer sterke
bezuiniging blijkt niet voldoende om het bestaande
wantrouwen uit den weg te ruimen. Het publiek, voor
ioover het nog belegbaar kapitaal heeft, is huiverig
geworden en wil eerst, het verder verloop der zaken
eens aanzien.
Toch hebben de gemeenten geld noodig en wel spoe-
dig, teneinde opgezegde kasgeldleeningen af te lossen,
en zoo is dan van twee kwaden het minst erge geko-
zen en de uitweg gevonden in de emissie van leenin-
gen met zeer korten
looptijd,
zooals onderstaand staatje
aangeef t.
• 1)
Bovendien gaven de gemeanten Haatlem en Amersfoort
in die periode nog uit:
•• Haarlem.
f
2.000.000.— 5 % 12-jarige obligaties.
-.
id.
,, 2.000.000.— 5 ,, 15-
•Am6rsfo.ort,, 2.000.000.— 5 ,,10-
INHOUD.
Blz.
DE NIEUWE GEMEENTELEENINCEN
door
ilfr. P. Koch..
126
‘sLands ontvangsten door
W. H. Meyburg ……….
129
Contingenteering als middel tot monopolisatie? dooi
D
r.
F. L. Rugers ………………………….
132
MeKenna’s oordeel over den gouden standaard dooi
Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrjn. Stuart…………….
133
AANTEEKENINGEN:
Contingenteering van den invoer van schoeisel…. 135
Indexcijfers van scheepsvrachten ……………..137
INGEZONDEN STUKKEN:
Nogmaals: Loonen in het bouwbedrijf door
J. W. van’
Achterbergh met Naschrift door
Prof. Dr. N. J. Polak
137
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….139-144
Geidkoersen.
—
Wisselkoersen.
–
Bankstaten.
–
Goederenliandel.
Naar te vreezen valt bereikt men op deze manier
een geheel ander soort geldschieters dan in het alge-
meen voor leeningen van openbare lichamen wensche-
lijk is. Hoe meer die leeningen komen in handen van
den bona-fide belegger, wien het niet te doen is om
gedurende korten tijd een hoog rendement van zijn
geld te maken of om een behoorlijke koerswinst te
verkrijgen bij verkoop zijner obligaties, doch die zeker-
heid wenscht gedurende een geruimen tijd een vaste
inkomst uit zijn vermogen te hebben, des te minder
worden de obligaties verhandeld en des te beter wor-
den die leeningen geclasseerd. Het schijnt echter niet
onwaarschijnlijk, dat deze stukken thans zijn genomen
door een groep van beleggers, die de kat eens uit den
boom willen kijken. De eerstvolgende vijf jaren maken
zij een behoorlijk rendement van hun geld, daarna krijgen zij de hoofdsom terug en kunnen deze dan
heleggen, hetzij, indien de economische omstandighe-
den dan .beter zijn geworden, in industriëele aandee-lan, hetzij in obligaties tegen den dan geldenden ren-
tevoet. Hoe deze dan zal zijn, veel hooger dan thans of
niet, is bezwaarlijk te voorspellen. Er kan ten hoogste
op gewezen worden, dat de rentevoet zich thans in een
stijgende lijn beweegt en dat het niet waarchijnljk
schijnt, dat daarin spoedig een verandering zal
komen. Het is zelfs zeer wel mogelijk, dat een ge-
deelte van deze leeningen is genomen voor het ‘al-
thans eeni’germate rendabel maken van bedrijfskapi-
taal, dat anders zoolang de crisis aanhoudt vrijwel ren-
teloos zou ‘blijven.
Naar het voorkomt dreigt nu de gemeenten een
niet te onderschatten gevaar, wanneer de
tijd
van al-
geheele aflossing dier leeningen zal
zijn
gekomen.
Om dit gevaar beter te kunnen doorzien is een terug-
blik noodig op hetgeen zich in Daitschland heeft af-
gespeeld in het afgeloopen jaar.
Ook daar is gedurende een aantal jaren in de be-
hoefte aan kapitaal ter dekking van uitgaven, waar-
voor op langen termijn ‘had mogen – ‘beter had
moe-
ten. –
worden geleend, voorzien door het opnemen
van kortloopende credieten. Toen evenwel de geld-
schieters minder en minder vertrouwen kregen in de
-N
A A
M
‘
–
..
Datum van
.
‘
..
.
inschrijving
:
Bedrag
.
Rente
.
.
..
.
Emissieko,ers
,
.
..’
Looptijd
‘
.
Algeheele
aflossing
20 November
f
2.500.000
•
5
0
/0
.
100
0/
5 jaar
1i12
1936
Arnhem
..:
…’
……..
…….
7
December
4.000.000
5
o,’
.
0/
5
,,
1/12
1936
7
2.000.000
5
0/
0
100
0
/0
31/12
1936
sH.rtogenbèscb
…………………..
.
..
2000000
5
0
/0
99
0/
0
5
,,
1/12 1936
Leiden..
………………………….
……………………………………
Nijmegen
9
,
2500000
5
0
/0
100
0/
3
1
15/12
1934
iffdcht
:.
….
. .
.; -……………….
14
,,
2.000.000
.
5
0′
99
0/
5
,,
,
.
1/12 1936
Wageningen
IS
525000
o
0
/0
100
0
/0
5
2/1
193
Vlaittdi-i.:..:.’……..:.
. .
7 Januari
.
.,,
500.000
5
/0
.
100
°/
5
.
•
211
1937
25
,,-
.,
5.000.000
5
0
/0
100
n/,
5
‘
.1/3
1937
,,
‘
700.000
5
o/
100
0
/0
•
1/2 1937
‘s-Gravenhage
…………………..
.Wiiftersvtjk…….:.
:……………………….
Februari
1.500.000
5
100
/0
5
1/2 1937
Groningen
………………….’.. ……..
‘s.’Qrovenbage
.
………
. ..,.:,:..,;.
…16:,
–
.
:
,, 5.000.000
5
0
/0
.
100
0
/0
6
,,
f
1/3
1938
128
ECON.OMIscH-STAT1STIsCHE .BERICHTEN
,17 Februari 192
fin’anciëele toekomst ,van Duitschiand, werden di
credieten op den vervaldatum niet meer verlengd, ter
wijl elders zelfs tegen hooge rente geen geld meer o
langen termijn verlkrijgbaar bleeI. Hiermede was ii
Duitschland de noodtoestand ingetreden,. welke to
de ,,Stillhalte” overeenkomst leidde
1
.).
Keeren we thans terug tot de Nederlandsche ge
meenteleeningen. Normaliter vindt men in de uitvo4
ringsvoprschriften van een . leening de voorwaarde
gesteld, dat
rente en aflossing jaarlijks uit de gewon
middelen behooren te worden voldaan. Consequentie
hiervan is, dat •de gemeente tenslotte .- zooals he
ook hoort – door de gemeentelijke inkomsten hu?
schuld delgen, derhalve kapitaal vormen, en dat de
gemeente, die niet in staat van faillissement wil ge
raken, genoodzaakt is de tering naar de nering t
zetten. .
Thans nien we in het prospectus. der leeningen da
regelmatig weerkeerende mededeeling, dat de renta
moet worden betaald uit den
gewo’ii.en
dienst, doch
dat de
aflossing
zal worden gevônden
uit de buit en-
gewond middelen door’ jaarlijksche overschrijving ui
de gewone middelen
van een bedrag gelijk aan d
jaarli,jksche waardevermindering van de leeningsob-
jecten. Deze wraardevermindering stellende op 2
pCt. ‘s jaars (Leiden); zal dus in •den 5-jarigen loop-
tijd van de leening 124 pCt. zijn gereserveerd vooi
aflossing (gesteld dat men ‘deie reserveeringen indei-
daad èonsequent zal doorvoeren
2)
) Het gevolg hier
–
van is, dat van het bedrag ad f.20725.000.—, dat blij-
kens de tham reeds bekende gegevens in December
1936 en begin 1937 voor aflossing zal moeten wordeh beschikbaar gesteld, slechts pl.m.
f
2.590.000 beschik-
baar zal zijn, terwijl voor, ruim
f
18 millioen op-
nieuw een beroep op de geldmarkt zal moeten worden
gedaan.
Hierin nu schuilt ontegenzeggelijk een zeker ge
;
vaar voor de gemeenten. Hoe zal de toeitand ‘das zijn’-
zullen we dan nog steeds in een periode van’ongdrr
kende ellende verkeeren of zal het herstel dan zijn
ingetreden? ‘in het ‘eerste g
e
ra1: zal het voor de ge-
meenten uiterst moeilijk blijken zich van de ‘henoodig-
de crecl.ieten te voorzien. Blijven •de financiëele om-
standigheden nog enkele jaren z66 ongunstig als zij
thans zijn, dan zal dit een dermate ‘groot kapitaalsve-
li.es voor iedereen beteekenen, dat wel eens een groot
deel van de thans zoo ruimschoots aanwezige liquide
middelen zou kunnen blijken verloren ‘gegaan te zijn.
Heeft echter de toestand zich inmiddels eeniger mate
hersteld, dan kan het zijn, .dat de plaatsing van ge-
meenteleeningen weder gemakkelijker wordt, al zal de dan te verwachten •groote vraag naar kapitaal de
leeningsvoorwaarden wellicht niet gunstig beïnvloe-
den. De gemeenten zullen dan – als ze aan geld kun-
‘nen komen – er mede rekening moeten houden, dat
haar rente- en aflossingsdien.stsprongsgewijs. zal stij-
gen, hetgeen weer erre’van bevorderlijk zal blijken te
zijn voor het begrdotingseve,nw*cht.- Wat betreft •de
wijze
j
waarop de gemeenten aan het noodige geld zul-
len kunnen komen, ‘moge worden opgemerkt, dat men
er uiteraard op zal ‘trachten aan ‘te sturen weder een
‘belaugrijk gedeelte van de chul’d, – als tot dusver –
onder te brengen bij. de verschillendeRijksfondsen en
bij verzekeringsmaatschappijen, – ,welke met haar
groote, en stedds toenemende kapitalen ook tot nu
toe een zeer aanzienlijk de1 )der gemeeuteleeningeu overnamen. Hot schijnt evenwel niet,’waarschijnlijk,
dat die fondsen en’. matmhappijen,- die zuiver com-,
merciëel beheerd worden, voorwaarden zullen bieden,
Blijkens het eerdergenoemd Layton.rapport beliepeju cle
voorschotten uit Nederland op korten termijn aan Duitsch-
land verstrekt ôp
1
Iaart’
1P31 546
millioen RJ’I. en op
15 Juli
cl
‘u
336
millioen Er uaS dus
in
die
maand
210
millioen R.M. opgeviaagd.
. .. .
Men heil t hier ‘derhalve een soort van sinking-‘fund’
vorming, en de gevaren dparaan .Yerbondenzijn in definan-.
ciëele geschiedenis meer: dan n,’gebek,en,,
. .
–
welke veel gunstigei zullen zijn dan ie welk op de
open markt te hedingen- zijn. Naar het mij voorkomt
ordt thans een politiek gevolgd,
–
welke, idien niet
de, uiterste vooiihtigheid wordt betracht in het toe-
komstig firianciëel gemeentebeleid, op den duur
kan
leiden tot een débacle voordegenen, die de thans uit-
gegeven ‘obligaties hebben genomen en
zulks.vrij zeker
zal , doen voor de gemeenten zelf. Hierbij komt nog
dat niets er op wijst, dat deze enkele genoemde lee-
nirigen cle eerste en. de laatste’ in rhaar soort zullen
zijn. Niet alleen zullen indere gemeenten, aangelokt
door het succes van de reeds plaats gehad hebbende
c,missies,, overaan tot de uitgifte van soortgelijke
leeningen, doch ‘het staat te vreezen, dat ook de ge-
-meenten, welke reeds op, deze wijze geld verkregen, op
den ingeslagen weg zullen blijven voortgaan Bewijs
van deze stelling leverde de gemeente ‘s-Gravenhage,
welke op .28 Januari de inschrijving op een leening
van
f
5.000.000 openstelde ‘en toen deze emissie slaag-
de terstond opnieuw tot de uitgifte van een gelijk
bediag 6verging. Ook een blik in het prospectus van
de drie-jarige. leening ‘der gemeente Nijmegen geeft
hiervoor, een aanwijzing. Die leening was groot
f
2.500.000,—, -in het prospectus nu wordt medege-
deeld:
,,De, opbrengst der thans te sluiten Leing dient
,,voor bestrijding van de navolgende kapitaalsuit-
,,gaven
,,Kapitaalsverstrek-k,n.g aan het Grondbedrijf, de
,,Electriciteitswerken, de Gasfabriek en de Water-
,,leiding ……….. .. …………….
f
2.876.000.-
„Aanleg . en , verbetering van straten
,,en wegen en aanleg van rioleering. ,, 1.300.000.-
Schoolbouw (L. 0., Gymnasium en
,,Ambachtsschool) ……………..,, 824.000.-
f
5.000.000.—.”
Van dit bedrag is thans geleend – ongeacht de
kosten der emissie –
f
2- millioen, binnen afzien-
baren tijd is het dus te verwachten, dat nogmaals een
even groote som zal m-oten worden opgenomen. Hoe
al dat geschieden? Naar alle waarschijnlijkheid weer
door middel van een leening op korten termijn, want
dat nog’ in het jaar 1932 een zoodanige wijziging in
den
t:i’nnciëelen
toestand zou kunnen worden ver-
wacht, dat weder de uitgifte van normale leeningen
op langen termijn mogelijk wordt, ‘schijnt niet waar-
schijnlijk. –
Uit het voorgaande vblgt dus, dat men in de jaren
1936 en 1937 een stroom van aanvragen’ om -gemeen-
teleeningen kan verwachten, ter consolideering van
de dan aflos’baar te stelleti ‘bedragen, ongeacht de als-
dan ook ‘nog verwachtbare credietaanvragen voor con-
solidhtie van dan weer ‘gedane kapitaalsuitgaven.
Het spreekt vanzelf, dat als slot van dit betoog nog
bezien moet worden de vraag op welke wijze dé alge-
heele chaos der -gemeentefinanciën zal zijn te voor-
komen. In de eerste plaats is hiervoor noodig een vol-
komen besef van «het feit, dat de eerste en laatste
eisch, welke gesteld moet .worden,
zuinigheid
zal zijn.
I-Iet is ei niet meer de tijd naar om allerlei luxe uit-
gaven te ‘doen (gedacht is aan de groote luxe bij den
bouw van scholen, inrichting van nieuwe havens, zwem-
baden
i),
etc.).. Blijkens het hiervoren i;eeds ‘genoemd
artikel van Mr. Dr. A. van Doorninck
2)
is het totaal
der gemeentelijke, schulden van 1924 t/m 1930 van
f
1531 miljoen gestegen. ‘tot f2301 .m-illioen, d.w..
een vermeerdering met ongeveer 51 pOt.,
in datzelfde
tijdvak stegen de schulden voor Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen van 107 tot 222 niillioen., d.w.z.
mel-,107 pOt.
Het, totaal van de
stijging
der ‘gemeen-
teschuldén met 770 millioen werd voor 15 pOt. ge-
effectuerd döor
7
stijging der onderwijsschulden en
PioSPef.Eis Groningen o.a. bouw volics- en sehoolbad,
aanleg kinnier speelterreinen.
Economisch-Statistische Berichten van
28
October
17 Februari 1932
ECONOMTSCH:STATIS’rÏSCRË
BÉRICHTEN
129
voor 16 pOt: door
stijging
der schulden ter finan-
cieting van gemeentelijk -privaatbezit. Hadden de’ ge-
meenten zich zelf voor oogen gehouden, dat dc finan-
ciering van op zichzelf nuttige zaken uit den kapi-
taaldienst,
omdat de gewone dienst de lasten daarvan
niet Ican dragen,
01)
den duur tot een zeer gevaarlijken
topzwaren toestand kan leiden, dan zouden zij thans
in heel wat minder ongunstige omstandigheden heb-
ben verkeerd.
Erkend moet worden, dat de omstandigheden heb-
ben geleid tot deze financieringswijze door’ middel
van iceningen. Intercssant is hierover een artikel in ,,The Commercial and Financial Ohronicle” van 21
November 1931
1),
waaruit geciteerd kan worden.
,,For our troubles to day Are for a very large part cluc
,,to the theory that anything our hearts desired – from a
,,-diamond brooch to a battieship, from an icebox to a motor-
,,highway – could be had painlessly and promptly by bor-
,,rowing money. In the fifteen years -between
1914
and
111929 the whole worl:I – ourselves (Amerika) well al the
,,front – has been piliug up clebts. The nations borroived ,,to pay for the war. They borrowedi to reconstruct what
,,thc war had destroyed. Theu they borrowed in order to
,,finance prosperity. Than they borrowed in ‘order to finance
,,the depression. The borrowing mauia ended for Germany
.,last June, for Britain last September. For us it should al
,,least begin to end
110W.”
Inderdaad ook voor de gemeenten moet thans de
eisch woiden gesteld dat zij ,,at least should ‘begin to
end borrowing now.”
Geschiedt’ dit dan zal tenminste het gevaar van
voortdurende opeenstapeling van schulden op korten
termijn bezsoren worden, en dan blijft alleen nog over
de moeilijkheid om do thans reeds uitgegeven korte lee-
t)
:Blz, 3316.
‘ningeri in 1936 ët 1937 te reconsôlideeren. In ‘dit ver-
band zal het op den weg liggen van de gemeentebestu-
ren – en als deze daar niet toe capabel blijken – van
Gedeputeerden oni’er-streng de hand aan te houden,
dat in elk geval jaarlijks ut deh gewonen dienst worden
gereserveerd voor den kapitaaldienst de in de lee-
ningsprospectussen genoemde- aflossingsbedragen, op-
dat inderdaad in de komende 5 jaren een reserve wor-
de gevormd, welke voor aflossing zal worden aange-
wend, en dat de uiterste voorzichtigheid worde be-
tracht in -de uitgaven, welke iit den-kapitaaldienst
mogen worden gefinancierd.
–
Alleen z66 zal men het
risico kunnen verkleinen dat in 1936
of eerder
de
gemeentelijke financiën algemeen vastloopen.
Naast deze beierkingen in de kapitaalsuitgaven,
welke het- makkelijker zullen maken t.z.t. de reconso-
lidatie uit te voeren, naast deze reserveeringen, zullen
de gemeentebesturen er op bedacht dienen te zijn, dat
ook de gewone uitgaven aan alle kanten worden be-
snoeid, dat elke uitgaaf, welke niet strikt noodzakelijk
is, worde vermeden. Een beter vloeien van de midde-
len – hoe onwaarschijnlijk dat voorloopig lijkt zal
niet tot een onmiddellijk verhoogen van de uitgaven
mogen leiden. Het moet uit zijn met de opmaakten-
de-ns, die men tot dusver in het gemeentelijk financiëel
beheer kan bespeuren. Alleen indien dit in het oog
w’ordt gehouden bestaat er
eenige icans,
.dat de recon-
solidatie mogelijk zal zijn en dat de daaruit voor de
gemeentelijke financiën voortvloeiende lasten niet
zullen leiden tot een haast ondragelijke verhooging
van alle gemeentelijke belastingen en retributies.
Oaveant consules.
P. KooH.
‘s-Gravenhage, Februari 1932.
‘s
LANDS ONTVANGSTEN.
TERUGBLIK OP 1931 EN VERWACHTINGEN VOOR 1932.
in het nummer van 25 Februari 1931 verstoutte ik
mij op basis van verleden en heden mijn verwachin- –
gen uit te spreken omtrent liet verloop van de mid-
delen in 1931. Dat het cindresultaat van dit jaar het
door mij voorspelde tekort weinig ontloopt, mag bij
de verscherping van de crisis in 1931 nog bevredigend-
worden geacht. De algemeene indruk is dan ook, dat
ons stelsel tot nog toe -goed weerstand biedt en er geen
reden mag zijn, tot ontevredenheid bij een beschou-
wing van hetgeen 1931 ons bracht.
Wat nu de belangstelling ten volle verdient, is de.
vraag of dc voor 1932 aanzienlijk •gereduceerde-,
raming op de ontvangsten de mogelijkheid van een –
groot tekort uitsluit, zoodat men een sluitpost van.
18 millioen, overgeboekt uit de surplus van de jareu
1929 en ’30, de staatsrekening in evenwicht kan wor-
dien gehouden.
De inkomsten over 1931.
Raadpleegt men den Decemberstaat, dan zal men’
en tekort van 17 millioen op de raming constatee-
ren. Ontleden we dit, dan kan het worden verdeeld
e.ls volgt:
(in millioen guldens.)
Overchot.
Tekort,
Grondbelasting en Pers.
Dividend- en -Tantième.
Bel.,….
8.3
belasting …………5.8
Inkomstenbelasting . . ,
.
6.6
Invoerrechten ……….- 5.8
Vermogensbelasting , , , 0.7 Accijnzen …………..5.9
– . – Zegel …………….4,5
Registratie ……
12.0
Succesjie …………..1.0
Diverse ‘kleine middelen
2.6
Totaal …,,,,..,,,,
15.6 –
–
Totaal ……………
36
Om een inzicht te krijgen in dit tekort mogen we
niet volstaan met het bedrag vain
f
17illioen te
-noemen. Daarbij dient nog’ met verschillen-de
–
factoren
rekening te worden gehouden.
In de ontvangsten is allereerst reeds verwerkt de
accijn-sverhooging voor gedistilleerd, die niet in -de
raming tot uiting is -gekomen. Met dezen factor hield
ook de Minister rekening toen door hem in September
ji. het tekort 1931
globaal
werd bepaald op 26 mii-
lioen. Het tekort op accijnzen in bovenstaand over-
zicht is dus niet
.f
5.9 millioen, doch
f
9.9 millioen,
daar deze verhooging op 4 millioen werd geraamd.
In het nummer van 29 Juli 1931 bij een beschou-
wing over -de resultaten van liet eerste halfjaar 1931
heb ik erop gewezen, dat de Grondbelasting zoowel
als -de Pers. Bel. noodzakelijk een overschot moesten
leveren. De raming betrof voor Pers. Bel alleen de
ontvangsten wegens over vorige jaren van Provincie
en Gemeente ‘teruggevorderde kwade posten, die reeds
in het jaar van terugbetaling in mindering werden
gebracht van ‘de ontvaugsten. Bij dle Grondbelasting
werd rekening- gehouden met 114 der kohierbedrageri
onder aftrek der kwade posten – 1931, terwijl eveneens
het aandeel in de -kwade posten van previncie en ge-meente over oude jaren de raming verhoogde. Met de
ontvangsten in 1931
0
–
ver vorige dienstjaren werd geen
rekening gehouden, (deze worden ook niet in de staats-
.rekening over 1931 opgenomen) en zoo- ontstond op
deze middelen -en toevalii-g surplus, waardoor – het
middelenoverzicht- wordt geflatteerd. Op grond van het
bovenstaandezal om een zoo zuiver mogelijk overzicht
van 1931 te verkrijgen de Grondbel. en Pers. Bel. ge-
hëel kilnnën-Worden ‘tsitgeschakeld of m.a.w. het sur-
plus op deze nliddelen niet in aanmerking worden
genomen. –
Verder – ordt ‘opgemerkt, dat -voor Inkomstenbe-
l’astihgen Vermogensbelasting de raming 1931 en de
oiitvangsten 1931 nit zon-der verdere- toelichting met
– elkaar kunnen worden ve’rgeleken. Nemen we al& voor-
• beeld de Inkomstenbelasting in 1931. Geraamd wordt voor dit jaar4/12 van het kohierbedrag 1930/’31, -plus
130
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 FebruaFi 1932
8/12 van het kohierbedrag 1931f’32, verminderd met
de kwade posten.
De ontvangsten over 1931 kunnen volgens de bijlage.
bij de middelenstaat worden verdèeld als volgt:
(In millioen guldens.)
1928/
1
29
………………
0.4
1929/’30
………………
1.3
1930/31
………………
56.7
1931f 32
………………
33.3
‘Tot het mooie jaarresultaat heeft de nieuwe ‘dienst
slechts voor 36 pOt.
bijgedragen,
het leeuwendeel komt
voor rekening van den dienst 1930/’31. De raming
ondervindt dus het sterkst den invloed van den nieu-
wen dienst (voor 2/3), de ontvangsten daarentegen
dien van ‘den ‘vorigen dienst. in
tijden
van neergaan-
de conjunctuur zal de raming dus eerder rekening
houden met de verwachte mindere opbrengst van
het middel, in de ontvangsten zal dit eerst later tot
uitdrukking komen. Schakelen we dus andere fac-
1,
toren, die op dit middel, van invloed kunnen zijn, uit
(tariefswijziging), dan kan men stellen, dat in tijden van’ neergaande conjunctuur de ontvangsten de nei-
ging zullen toonen de raming ‘te overtreffen en in
tijden van opgaande conjunctuur daarentegen ‘geneigd
zullen zijn bij een goede raming achter te blijven.
Recapituleerende kan het tekort over 1931 als volgt
worden berekend:
De raming over 1931
…….. ………..
f
469.896.000.-
A ecijnsverhooging gedistilleerd
………. ..
4.000.000.-
f
473.896.000.—
.10.000.000.—
f
463.896.0001.-
Opbrengst
…………..
f
452.799.000.- Pers. Bel. en Grond Bel.
.. ,.
18.387.000.—
.434.412.000.—
Tekort
…….
f
29.484.000.-
Daarbij dient ‘te worden opgemerkt, dat dit tekort
w
rordt ‘beïnvloed:
–
le. ‘door een nieuwe comptabele regeling, betref
–
fende de boeking der kwade posten, waardoor het
overgangsjaar 1931 (dit geldt hier dan speciaal voor
de Ink. en Verm. bel.) een te gunstig beeld geeft,
2e. door de hooge opbrengst ‘der invoerrechten in
December, in verband met tariefsverhooging en te
verwachten contingenteerin’g.
De verwachtin.gen voor 1932.
Een jaar ‘geleden plaatste ik mij op het standpunt,
dat ‘de voorzichtigheid gebood niet met een spoedige
opleving van ‘de conjunctuur rekening te houden. Aan
‘deze depressie zal zich geen der middelen kunnen
onttrekken, ‘al geeft een beschouwing van de cijfers
van 1931, waarin reeds zooveel economisch leven werd
ontwricht, ten opzichte van de middelen nog geen
aanleiding tot volledig pessimisme. En de raming
voor 1932 is bovendien aanzienlijk lager gesteld.
Grondbelastin.g en Pers. Bel.
De gron’dbelastirig heeft voor den middelenstaat een
groot deel van haar ‘beteekenis verloren, nu slechts
van de
opbrengst
hierop wordt verantwoord. De
Pers. Bel. heeft alle heteekenis verloren. Zooals hier-
hoven betoogd is een aanzienlijk surplus als voor 1931,
niet voor 1,932 ‘te wachten. Dat ‘de raming voor de
grondbelasting, die zich steeds als een constant mid-
del ‘deed kennen, zal worden gehaald, kan veilig wor-
den aangenomen.
ïn1omsienbelastiv,g. ‘
‘
Ik kan hierbij aanknoopen aan mijn beschouwing
over de vergelijking tusschen raming en opbrengst
van dit middel over gelijk tijdvak.’ Ik constateerde
hierboven, dat, de ontvangsten van den nieuwen dienst
pim. 36 pOt.. van de totaal-ontvangsten over 1931 uit-
maakten. Een vergelijking met de vlak achter ons lig-
gende jaren laat zien, dat in het eerste jaar op niet
veel meer dan 35 pOt. van ‘de totaalontvangsten van’
den ,nieuwen dienst, kan worden gerekend. Het treft
ons dan allereerst, dat de ontvangsten dienst 1931f 32
per 31 December ’31 niet zijn achtergebleven bij de
ontvangsten dienst 1930/’31 per 31 Dec. 1930.
Ontvangsten 1930/’31′(t.rn. ]Yecember 1930) . .
f
32.9 millioen
1930f 31 (Kalenderjaar 1931) ..,, 56.7
1931/’32 (t/m. becm’ber 1931) . . ,,33.3 1931/’32 (1alenderjaar 1932)
Het is moeilijk aan te nemen, dat het percentage
door vluggere invordering stêrk is gestegen. Men
komt er ‘dan licht toe de hooge ontvangst 1931/’32
over het afgeloopen jaar als een gunstig voorteeken
te zien, dat de totaalontvangsten voor dezen dienst
nog zullen meevallen, en niet al te veel ‘bij 1930/’31 ten achter kunnen blijven.
Toch moet men met deze conclusie voorzichtig zijn.
.,Elet is niet onmogelijk, dat de stand van de aanslag-
regeling reeds een aanzienlijken voorsprong op vorige
jaren heeft bereikt, daar de velen, die op een negatief
inkomen moeten wijzen, dikwijls minder contrôle en
tijd zullen vergen dan in de jaren met ‘positieve
cijfers. In dat geval zal hij, die voor kalenderjaar 1932
rekent op een ontvangst van pl.m.
f
55 millioei’i, uit
1931/’32 wel eens een deceptie kunnen hoeken.
Ik wijs daarnaast op den gunstigen factor, dat’in be-
lastingjaar 1931/’32 nog de hooge dividenden en tan-
tièmes over 1929 vastgesteld in 1930 in het zuiver
inkomen worden begrepen. Men is m.i. niet te op-
tim’istisch, wanneer men zelfs rekening ‘houdende met
het sombere perspectief, dat belastingjaar 1932/’33
ons •biedt, aanneemt, dat de Inkomstenbelasting de
‘ra’ming van
f
75 millioen zal kunnen halen.
Vermogensbeloting.
Bij ‘dit middel zullen factoren uit een gunstige
periode, die voorbij is, zich bij de verantwoording over
1932 niet in even groote mate doen gelden. De ver-
mogenstoestand op 1 Mei 1931 zal dit middel voor-
namelijk beheerschen, en daarnaast de toestand per
1 Mei 1932 in mindere mate. Waar de raming Ink.
Bel: met pl.m. 12. pOt. werd
y
erlaagd, zijn de verwach-
tingen voor de ‘Ve±ö’genhelastin’g bij een verlaging
van de raming met slechts 3 pOt, wel wat hoog ge-
spannen. Een eventueel tekort zal echter, gezien de
relatief geringe opbrengst van ‘dit middel geen groote
afmetingen kunnen aannemen.
D’vidend- en Ttiêinebelasting.
-.
Wederom hebben’ «de hoogere ontvangsten in ‘het
tweede halfjaar dit middel’ voor’ 1931′ Seen ‘goede’ op-
brengst verzekerd en van ‘de reeds herhaaldelijk ge-
profeteerdé ‘inzinking is ‘slechts een tekort van
f
0.8
m’illioen op de, lagere raming overgebleven. Wanneer
men aanneemt, dat de aanslagregeling 1930′ de belas-
ting over ‘de in 1929 vâstgestel’de dividenden omvat,
en ‘de ontvangsten 1931 de dividend’en over 1930
;
dan
is een ‘daling der ontvangsten van 9 pOt. gering te
noemen. Slaan we een blik in de dividendstatistieken,,
dan zien we de uitkeeringen in 1931 ‘bij die van 1930
veel sterker zijn. ten achtergebleven.. De in verhou-
ding tot de tijdsomstandi’gheden zoo hooge opbrengst
over 1931 moet zijn verklaring voornamelijk in ‘be-
lasting-technische oorzaken vinden. Een verbetering
in den stand van ‘de aanslagregeling in een bepaald
jaar kan in dat jaar een voordeelige uitkomst geven.
De uitbreiding van het aantal besloten N.V.’s zal aan
den bloei van dit middel niet vreemd zijn. – Verder
wordt bij hangende geschillen veelal uitstel van be-
taling verleend, zoodat, bij een voor den fiscus gun-
stigen afloop .der prôcedure in een later jaar de beta-
ling van belangrijke ‘betwiste bedragen kan volgen.
Als gunstigen factor noem ik de aanstaande invoering
van ‘het’ “instituut der voorloopige aanslagregeling,
waardoor tijdstip van aagiftê en aanslag voOr de
grootere’ maatschappijen elkaar dicht zullen naderen.
Het is’ ‘dan ook aannemelijk, dat de ontvangsten 1932
niet al te veel ‘bij de lagere raming zullen ‘achter-
blijven. ,’ , , :… •, :
Raming Grbndbelastiiig en Pers. Bel.
17 Februari 1932
ECONOMISCH-STATIS1tSCHE BERICHTEN
131
Invoerrechten.
Met de invoerrechten komen we aan de middelen
toe, waarbij de toestand zooals deze zich in 1932 zal
ontwikkelen zijn invloed zal doen gelden. De ontvang-
sten ‘der laatste maanden, waarin sterke prijsdalingen
reeds grootendeels werden geëffectueerd, geven geen
aanleiding een reprise van het tekort 1931 met de
hoog opgezette raming van 70 millioen te vreezen.
,tnvoercontingénteering en verdere prijsdaling kunnen
een fatale werking uitoefenen, maar naar den toe-
stand van het oogenblik beoordeeld, kan m.i. van een
te hooge rarning niet worden gesproken. We moeten
echter bij de beoordeeling van dit middel rekening
houden met de tariefsverhooging, die 11 millioen
moet opbrengen en niet in de raming van
f
60.7 mil-
lioen werd verwerkt en juist deze verhooging nu niet
bepaald als een stimulans werkt.
• Accijnzen.
Begin 1931 ging ik van de stelling uit, dat de groote
menigte op den aan accijns onderworpen genot- en
voedingsmiddelen niet een dergelijke bezuiniging zou
weten toe te passen, dat de opbrengst hierdoor sterk
zou worden aangetast.
opbrengst
1930 …………………f 150.000.000
1931 …………………..147.100.000
Wanneer men deze opbrengsten vergelijkt, behoort
men er rekening mede te houden, dat de gedistilleerd-
accijns in 1931 is verhoogd en 1dit middel pl.m.
f
4
millioen meer behoorde op te brengen. Neem ik even
aan, dat deze verhooging geen invloed heeft gehad op
het verbruik van dit aceijnsproduct, dan is 1931 bij
gelijke heffingspercentages als 1930 pl.m.
f
7 millioen
achter geblevén. Oonstateeren we daarbij, dat door de
waardedaling vanhef vleesch en de verhoogde vleesch-
invoer de geslachtsaccijns
f
2.8 millioen hiervan op
haar rekening boekt, dan ziet men door de beschou-
wing van de totaalinkomsten der geheele categorie
eenigen steun bijgezet aan de veronderstelling, dat de
scherpe crisis het verbruik der accijnsartikelen tot
nog toe weinig heeft beïnvloed. Vergelijken we dit
voor de verschillende accijnsproducten afzonderlijk,
dan krijgen we voor IP31 een
afwijking
in de ontvang-sten van 1930 als volgt:
Percentage
Ontvangsten
1930
1931
daling of
stijging
Zottt
………….
f
2.156.000
f
2.098.000
-, 2.7
%
Suiker
………….
53.301.000 ,, 52.629.000
–
1.3
Wijn
……………
2.580.000
,,
2.309.000
–
10.6
Gedistilleerd
……
,,
36.826.000
,, 37.835.000
+
2.7
Bier
……………
15.634.000
14.430.000
–
7.8
Geslacht
…………
11.345.000
,,
8.570.000
—24.5
Tabak
…………
,
28.818.000
,, 29.134.000
+
1.—,,
Globaal genomen, mogen de ontvangsten over een periode gelijk worden gesteld aan het verbruik in die
periode (crediet-termijnen). Men kan dan de accijnzen
in dit verband in drie groepen splitsen:
levensmiddelen naar het gewicht belast (zout
en suiker);
spiritualiën;
producten naar de waarde belast (geslacht en
tabak).
‘
Rubriek a. wijst een zeer geringe daling aan, die
bij een zuiniger levenswijze in het magere jaar’1932
zich in dezelfde mate kan voortzetten; maar voor
hevige schommelingen is deze rubriek toch gevrij-
waard.
Van Rubriek
b.
kan dit niet worden gezegd. Ook
de stijging in de opbrengst van den gedistilleerdaccijns
is alleen aan de tariefeverhooging te danken. Wan-
neer we hiervoor een correctie aanbrengen, geeft dit
middel een daling van 7.2 pOt, te zien. Dat een sterke opleving van de fraude wegens de acci.jnsverhooging
haar deprecieerende werking op dat middel ‘heeft uit-
geoefend, is uit deze cijfers niet te lezen, tenzij men
moet aannemen, dat de daling in het verbruik van
gedistilleeid, bier en wijn slechts toevallig een onge-
veer ‘gelijk percentage te zien geeft en deze bijv. bij
bier ‘op den kouden zomer 1931 is terug te voeren.
Om terzake echter een conclusie te trekken, is een
meer diepgaande beschouwing van den aan tariefswij-
zigingen onderhevigen gedistilleerdaccijns noodzakelijk,
‘die in ‘dit algemeen overzicht niet zou passen. De
raming voor den bieraccijns laat voor 1932 nog eenige
speling, voor den gedistilleerdaccijns is een tekort op
-dé met
f
3 millioen’ verhoogde raming zeer waarschijn-
lijk geworden, daar verwacht mag worden, dat de
over 1931 geconstateerde daling zich in 1932 zal
voortzetten.
De accijns op geslacht, zoowel als de tabaksaccijns
hebben de waarde tot grondslag. De inzinking van den
accijns op geslacht in 1931 is een gevolg van de groote
waardedaling van het vee,
terwijl
de verhoogde in-
voer van Deensch vleesch mede van invloed moet zijn
op het aantal stuks veraccijnsd slachtvee. De contin-
genteering kan dan ook weer een gunstigen invloed op
dezen accijns uitoefenen. Verwacht mag worden, dat
deze niet ‘bij de sterk verlaagde raming zal achter-
blijven.
Het op peil blijven van den tabaksaccijns is te ver-
klaren uit het op peil houden van den detailprijs
van het eindproduct. We constateeren hier echter
over’ het tweede halfjaar 1931 reeds een achter-
uitgang ten opzichte van het eerste halfjaar, zoodat we met een tekort over 1932 van pl.m.
f
2 millioen
op ‘dit middel nog tevreden mogen zijn.
Sterker dan ‘bij de hiervoor besproken middelen
wijzen de teekenen erop, ‘dat ‘de accijnzen een tekort
zullen opleveren, waartoe ‘de gedistilleerdaccijns en de
tabaksaccijus zullen bijdragen.
Zegelrechten.
Dit middel is het laatste halfjaar weer bedenkelijk
ingezakt, zoodat een raming van
f
24.7 millioen, die
ebaseerd was op •de dragelijke opbrengst in de eerste
zeven maanden van 1931 aan den hoogen kant moet
worden geoordeeld. Wanneer verrassingen uitblijven,
moet hier op een tekort worden ‘gerekend.
Registratierecht.
‘. De raming van dit recht, dat over 1931 zoo’n aan-
zienlijk tekort opleverde, werd met
f
11.6 millioen
verlaagd en kan geacht worden hiermede veilig te zijn
gesteld. Het is niet onmogelijk, dat een surplus op
deze lage raming een tekort op ‘de zegelrechten ge-
deeltelijk zal compenseeren.
Successierechten.
– Ik wees hierop reeds in 1931 en -dat blijft m.i. voor
1932 tenvolle van kracht, ‘dat naast de
accijnzen
de
belangstelling zich sterk op dit middel zal concen-
treeren, waarbij invloeden, die -geheel ‘buiten •de con-
junctuur staan, de opbrengst mede bepalen. Tenge-
volge van den crediettermijn van negen maanden zal
de waarde in -den loop van 1931 voor een •groot deel
maatstaf zijn, waarbij naast de waardedaling der lan-derijen en der aandeelen, de koersdaling van de obli-
gaties van invloed moge zijn. Een inzinking van -dit
middel wordt -dan ook mogelijk geacht.
Wanneer ik en-der het noodige voorbehoud tot een
conclusie mag komen, ‘dan is het deze, dat bepaalde
hietboVen aangewezen zwakke plekken mij weinig
hoop- ‘gTen, dat dit jaar tde lagere totaalraming wordt
gehaald en de verondérstelling, -dat een tekort van
pl.m.
f
20 millioen ons wacht, nog niet van buiten-
sporig pessimisme getuigt. Van ‘de gedragingen van
invoerrechten, accijnzen en successierechten zal hier-
bij veel afhangen.
W. H. MEIJBURG.
geheele jaar
1930
t –
1931
Duitschiand
8.14.000 5.181.000
Engeland …….
3.718.000 1.395.000
Frankrijk…….
498.000
533.000
Ver. Staten •.
576.000
259.000
laatste kwartaal
1930
1
1931
2:589.000 1,643.000
1.033.1100
336.000
15.000
176.00
– 178.000
611.000
132
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Februari 1932
CONTINGENTEERING ALS MIDDEL TOT MONOPOLISATIE?
• Dr. F. L. Rutgers schrijft ons:
De zeer bijzondere toestanden, welke op het gebied
van radio-industrie en -radio-handel in Nederland be-
staan, geven alle aanleiding tot een nadere beschou-
vng van het thans bij de Oomniissie van Advies i.z.
-de Orisis-invoerwet in behandeling zijnd verzoek tot
contingenteering van den invoer van radio-artikelen.
Als bekend mag verondersteld, dat de ontwikkeling
van deze bedrijfstak hier te lande in hoofdzaak door
drie factoren wordt beheerscht, ni. een voor de voor-
ziening van cle binnenlancische markt veel te groote
productie, een geprononceerd streven van den voor-
naamsten producent naar absolute monopolisatie en
een zoodani g daardoor gekweekt antagonisme
–
tusschen
dien voornaamsten producent en een groot deel van
de binnenlandsche industrie en handel, dat een ge-
heele groep van afnemers van ,den natuurlijken leve-
rancier volkomen is vervreemd en zich voor harc
behoefte elders heeft georiënteerd.
Bij de beoorcleeling van de mogelijkheid of weu-
schelijkheid eener contingenteering van ‘den invoer,
zullen uit den aard deze factoren niet buiten beschou
wing kunnen blijven en moet men zich ten volle reken-
schap geven van cle gevolgen, welke een dergelijke
maatregel voor de onderlinge verhoudingen in dezen
bedrijfstak medebrengt.
Bezien wij echter eerst de prealabele vraag of de
invoercijfers op zichzelf van dien aard zijn, dat ,,maat-
regelen tot het tegengaan van abnorfrialen invoer”,
overeenkomstig ‘de bedoeling der wet, noodig moeten
worden geacht. –
De invoerstatistiek toont een totaalcijfer van
f 11.956.000.—
in
1931
tegen
f 18.553.000.—
in
1930.
Echter zijn deze
cijfers
door de zéôr omvangrijke
retourzendingen van producten -der Nederlandsche
groot-industrie dermate vertroebeld, dat een beroep
daarop slechts na behoorlijke correctie geoorloof cl is.
Reeds voor den buitenstaander is het duidelijk, dat de
import uit Ned.-Indië – Australië – Britsch-Indië
– Noorwegen – Polen en Dantzi-g – Denemarken
– Spanje – Argentinië – Roemenië – Zwitserland – Portugal – Letland – Algiers – Brazilië – Ouba,
enz. geen reëelen invoer kan weergeven, daar deze lan-
den geen eigen radio-exportin’dustrie bezitten. Hetgeen
uit genoemde landen, die alle tot het afzetgebied der Nederlandsche industrie behooren, wordt ingevoerd,
moet dan ook bij beoor-deeling van den reëelen invoer
geheel buiten •beschouwing worden gelaten. Boven-
dien wordt verder fabrikaat, afkomstig uit Italië –
Tsjecho-Slowakije – Zweden – Oostenrijk – Hon-
garije – België, niet dan sporadisch op de Neder-
landsche markt aangetroffen, zoodat ook hetgeen uit
deze landen wordt ingevoerd slechts voor een zeer ge-
ring percentage reëel kan zijn. In deze groep trekt
het abnormale invoercijfer uit België
(1931 f 1.721.000;
1930 f 2.492.000)
speciaal de aandacht. Vermoedelijk
is dit, behalve -door wederinvoer van radiolampen,
veroorzaakt door overbrenging van voorraden uit
de in
1930.
gesloten P-hilipsfabrieken te
0
Luik.
Blijkbaar werd deze liquidatie inmiddels vrijwel be-
eindigd, daar het invoercijfer uit België, dat in som-
mige maanden tot over de
3
ton was opgeloopen, den laatsten tijd we-der tot omstreeks
f
8000.— per maand is afgezakt.
Het is bekend, dat ook -uit Duitschland,. Engeland en Frankrijk voor groote bedragen Nederlandsch f a-
brikaat is teruggekeerd. Een juiste schatting is hier-
van echter niet te maken. Alleen het importcijfer uit
de Ver. Staten is als werkelijk volwaardig te be-
schouwen.
Veilig kan worden gezegd, dat de maximum grens van het reëele importcijfer ongeveer benaderd wordt
door de
invoercijfers
uit de landen Duitschlan’d, En-
geland, Frankrijk en de Ver. Staten, bedragende:
Totaal.
.1
12.933 0
001
7.3
1
38.00011
3
.956.0001 2.224.000
De invoer over het geheele jaar is derhalve terug-
geloopen met ca.
43
pOt., terwijl het tempo van dezen
achteruitgang ook de laatstè
3
maanden in het minst
nidt veriraagde.
1)
Zelfs de vl van het Pond had niet
een verhoogden invoer uit Engeland tengevolge.
Het behoeft geen betoog, dat het verloop der in-
voercijfers op -zichzelf geen enkele aanleiding geeft
tot ingrijpen van regeeringswege. Te minder, wan-
neer men bedenkt, dat daaronder ‘begrepen zijn tal
van onderdeelen en materialen, welke hier te lande in
het geheel niet worden vervaardigd, en door -de Ne-
‘clerlan-clsche industrie uit het buitenland moeten wor-
(len bctokken. Abnormaal is het invoei-cijfer slechts
in zooverre, dat
30
pOt, tot
40
pOt, van den totalen
invoer blijkt te bestaan uit door het buitenland terug-
gezonden Neclerlan’dsch fabrikaat, het-welk weliswakr
gedeeltelijk tegen afbraakprjzen op de Nederlandsche
markt geworpen word t, doch waar van cotingentee-
ring moeilijk cle bedoeling van de wet kan zijn geweest.
Vragen wij ons thans verder af of contingenteering
– ongeacht het al of’iiiet abnormale van ‘den invoer
– aan de Nederlandsche industrie ten goede zou kun-
nen komen, dan zal ter juister beoordeeling dezer
vraag beu onderscheiding der radio-artikelen in de
volgnde vier groepen moeten worden gemaakt.
onderdeelen voor apparaten en’luidsprekers;
ontvangtoestellen;
luidsprekers;
radio-lampen.
Oontingenteering der sub a. genoemde onderdeelen
zou de Nederlancische industrie in haai’ geheel in
groote moeilijkheden brengen, daar tal van voor den
bouw van apparaten en luidsprekers noodzakelijke
onderdeelen hier te lande niet worden vervaardigd en
ook niet loonend kunnen worden vervaardigd, daar de
daartoe noodige speciaalfabrieken niet voldoende af
–
zet zouden kunnen vinden. Een van overheidswege
geforceerde verticale concentratie zou niet alleen der
gemeenschap tot schade zijn, doch uiteindelijk ook der
industrie, die de, in deze niet concurreerende produc-
tie te ‘beleggen kapitalen, bij terugkeer van meer nor-
male toestanden terstond zou zien verloren gaan.
Voor contingenteering der sub
b.
,genoemde ont-
vangtoestellen kan geen enkele aanleiding bestaan,
daar een dergelijke contingen teer ing reeds geschiedt door den voornaamsten octrooihouder, die slechts en-
kele invoerlicenties tot een zeer beperkt aantal heeft
afgegeven,- en bovendien ook de binneniancische pro-
ductie scherp gecontingenteerd houdt.
Een contingenteering van de sub
c.
genoemde luid-
sprekers zou slechts dan’ aan de Nederlanclsehe indus-
trie ten goede kunnen komen, indien ontleding van
het totaalinportc’fer een stijging van den luidapre-
ker-invoer aan het licht bracht. T-let tegendeel echter
blijkt het
.
gevad. Een bij de voornaamste luidspreker-
importeurs’ ingesteld onderzoek toonde in
1931
een
geringe afname van totaalinvoer van luidsprekers en
aystewen voor lui-dsprekerbouw, waarbij viel op te
merken, dat de import van complete luidsprekers met
eenige tientallen procenten was afgenomen, tegenover
een. pngveer gelijke toename van systemen voor duid-
-‘ ‘) Naar het gewicht ‘is de -invoer gedaald met ongeveer
– 33-
pCt. Daarbij moe-t men er rekening mccle houden, dat (leze cijfers weinig. huvast biedei in verband met de prijs-
daling van sterk uiteenloopeude kwaliteiten.
17 Februari -1932
ECONOMISCH-STATISTCHE’ BERICËTEN.
133
sprekerhouw. Een, opmerkelijke verschuiving, welke
aan de werkgelegenheid in Nederland ten goede is ge-
komen.
Contingenteering van de sub .. genoemde radio-
lampen tenslotte zou dc Nederlandsche industrie als
zooclanig niet kunnen baten, alweder doordat de licen-
tie-overeenkomst voor den bouw van radio-apparaten
de lioentienemers de verplichting oplegt slechts die
lampen te gebruiken, waarvoor de octrooihouder
schriftelijk toestemming heeft gegeven. Van xvelke he
paling cle octrooihouder (tevens lampenfabr.ikant)
gebruik gemaakt heeft om, met uitsluiting van de
Nederlandsche lampen-industrie, naast cle Philips–
lampen slechts Telefunkenlampen’ toe te staan. Oon-
tingenteering van den 1a’mpnin voer zou dus niet de
Nederlandsche lampen i ncl ustrie als rood ani g, doch
uitsluitend cle Ph i li psfabriek ten goede komen – Boven-
dien zouden daardoor de licentie-nemers worden aan-
gewezen op één leverancier, en nog wel een leveran-
cier, die door heerschzucht enonopolisatie-drang
velen hunner in. voorafgaande jaren moedwillig van
zich heeft vervreemd.
Voor contingenteering van den invoer van lampen
is tenslotte nog te minder reden, daar van abnormale
bui tenlan dscien in voer geen sprake – is – en de – ‘Neder-
landsche groot-industrie zich’ door afspraken tegen
i)u,itenlandsche prijsconcurrentie zoodani g heeft weten
te beschermen, dat ‘de radiolamp in Nederland het
vij:fvoudige
(f
12.50) kost van het overeenkomstige
product in sommige andere landen. Ja zelfs kan de
Nederlandsche groothandelaar deze zelfde Nederland-
sche lamp, niettegeustaan de de çjaaruit voortspruiten-. de ‘dubbele heffing van invoerrecht, goedkooper op de
bu,itenlandsche markt, clan af fabriek in Nederland
‘betrekken.
Resumeerende komen wij derhalve tot het resultaat,
dat eenerzijds cie invoercijfers geen enkele aanleiding
geven tot het nemen van bijzondere’ maatregelen, en
1
anderzijds ook, de vraag of – afgezie» van het verloop
der invoercijfers – contingenteering tot voordeel ‘der
Nederlandsche industrie zou strekken, beslist ontken-
nend moet worden beantwoord.
De in c1een bedrijfstak ‘doorgedrongen overcenkom-
sten eh de daaruit ontstane verhoudingen hebben er-
toe geleid, dat contingenteering slechts zou dienen
‘als maéhtsmiddel tot monopolisatie ten dienstè van
één onderneming. Moreel zou zulks ontoelaatbaar zijn.
•De Orisiswet verworde niet tot instrument in handen
van een ‘groot-industrie, die in de hausse velen van
zich gestooten
–
en ‘tot andere wegèn gedwongen heeft,
en thans in de ‘baisse de hulp der Regeering zoekt
om ‘daarmede deze vrijen tot onderwerping te brengen.
Taak der overheid is eerder het tegendeel. Elders
waar de grootindustrie reeds vroeger en sneller tot
ontwikkeling is gekomen dan ten onzent, heeft zulks
geleid tot wetgeving (Ver. Staten, Duitschland) ter
beveiliging van rnaatschappij en economisch leven
tegen liet primitieve recht van de sterkste en tegen
‘de machtsmiddelèn dezer staten in. den Staat.
Bovendien staat ook voor de groot-industrie, die
in tijden van tegenspoed haar omzet ziet verminde-
ren, naast den -weg van ‘geweld, immer nog een ande-
re weg open – die van den eenvoudigen koopman,
die zijn afnemers zoekt en hun vertrouwen tracht te
‘winnen.
En het is tenslotte ter verruiming van de werk-
gelegenheid en ter )erbetering van de handelsbalans
voor de Nederlandsche radio-industrie niet noodig,
zijn toevlucht te nemen tot het negatieve eener in-
‘oerbelemmeri’ng, zoolang een pôsitieve daad welbe-
wust achterwege blijft, zoolang de energie van den
Nederlandschen industriëel .geknot blijft door gecon-tingenteerde productie, door voorgeschreven gebruilc
van te dure lampen, door voor de tijdsomstandigheden
te hooge licentierechten, door een tegen het landsbe-
lang ingaand exportverbod, e.’d.
McKENNA’S OORDÈEL OVER DEN GOUDEN STANDAARD.
Van de verschillende redevoeringen, welke d’
Qhairmen der Londensche grootbanken in de onlangs
gehouden jarvergaderingen hebben uitgesproken, is
evenals in vorige jaren die van R. McKennâ, den
President van de Midianci Bank, de ‘meest belangwek-
kende gewee,st.
1)
In tegenstelling tot zijne gewoonlijk
zeer coniervatieve collega’s, is McKenna niet afkeerig
van nieuwe denkbeelden op het gebied van het geld-
wezen. Zulks bleek ook dit jaar, het geval te zijn,
toen hij in zijn jaarrede ,,The gold standard and mo-
netary management’ behandelde en daarbij het pro
en contra van den gouden standaard uiteenzette.
Wij willen eerst het een en ander uit het betoog
van den Londenschen bankier aanhalen om vervol-
gens enkele kritische opmerkingen te maken.
McKena begon met de opmerking, dat de terug-
keer – tot den gouden standaard aan Engeland geen
welvaart heeft gebracht en dat het verlaten daarvan
niet tot de ‘door elen gevreesde ruïneuze gevolgen
heeft geleid. Het is duidelijk, aldus de spr., dat de
gouden standaard in den na-oorlogstijd niet goed ge-
functionneerd heeft. Dat was véér den oorlôg anders;
ook toen werd wel door enkele critici op de feilen
van ‘den gouden standaard gewezen, maar men luister’
de niet naar hen, en wel om de zeer goede reden, dat
ondanks zekere gebrekeil het toenmalig geidstelsel
redelijk werkte. Dat dit na den oörlog niet meer het
geval is, vindt zijn oorzaak hierin, dat die landen,
die zich het ‘geld van elders zien toe’vloein (de spr
– 1)
Zie over vroegere redevoeringen van’ ‘MeKenna
-dure
beschouwingen in dit weekblad, 17 Febr.
1926, 9
Febr. 1927
en
29
Januari
1930;
zie voorts het in
1928
bij William
Heinemann Ltd., Londen, verschenen werkje ‘,,Post War
Bankiiig Policy”, waarin MeKenna een ‘reks van door hem
gehouden jaarredevoeringen in herdruk héf t ggeen.
–
ker dacht klaarblijkelijk aan Frankrijk), liet niet meer,
zooals véér den oorlog op gemakkelijke wijze aan het
buitenland uitleenen, voorzoover zij het zelf niet noo-
clig hebben, doch het in ‘den vorm van goud oppotten.
Had. Engeland, véér den oorlog het financiëele we-
reldcentrum, destijds hetzelfde gedaan, zoo zou reeds
toen de gouden standaard zijn gebreken in alle dui-
delijkheid hebben vertoond:
,,iIad we been a hoarcling na’tion, or had we been imbued
witli a spirit of fiiiancial isolation, the gold standard would
never have worked successfully. Gold would have pourecl
in’to the vaults of the Bauk of England and remained there, not from any wish that -this shoulci happen, but because of
psychoidgical coucli-tions. In these circumstances the Bank
of England would have antieipated the more or less in-
voluntary ecperience. of the central .banks of Americ and
Franed in aceumulating vast stoeks of bullion, and the
rest of the world w’otild have -been as st-arved of gold as it
is today.”
De ‘vraag dringt zich ‘daarom op, of het goud als
standaard kan. worden gehandhaafd. Het ,,corneren”
van goud brengt ‘de debiteurenlanden in moeilijkheid,
leidt tot een algemeene
prijsdaling
in de landen met
den gouden standaaid en veroorzaakt daardoor een
wereldôatastrofe. – – –
Niettemin is het geloof, dat het goud onder alle
ômstandighedèn als standaard gehandhaafd moet blij-
ven, nog zoo vast en zoo verbreid, dat het definitief
opgeven van den gouden standaard niet waarschijnlijk
lijkt. Dit geloof bèrust vooreerst hierop, dat het goud
bijzonder waardevast zou zijn; MeKenna wijst erop,
dat dit reeds v66r den oorlog, toen wij een tijd van
groote prijsstijging ‘beleefden, niet het geval was,
evenmin als thans, nu zich een groote prijsdaling vol-
trekt. Voorts meent men, dat het goud een waarborg
tegen onjuiste financiëele politiek der Overheid is;
134
ËCÖNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Februari
193
ook dat bètwijfelt Mdenna, wijzende’op’ ‘het ‘gemak,
waarmee een in nood verkeerende Ovérheid den gou-
den standaard op zij zet. Wat is eigenlijk ,,’sound
money”, zoo vraagt de spreker; en hij antwoordt daar-
op met een betoog ten gunste van stabilisatie van het
p’rijsniveau, hetwelk wij hier woordelijk doen volgen:
• ,,Further, what is meaiit by the claim that the gold
stancl&rct ensures the preservation of ,,sound money’? For my owu part 1 am unable to attach any meaning to
the phrase except that a ,,sound” unit of currency would
niways be of the same value measured in the aggregate of
the •things
0fl
whieh our money is spent. 1f the gold stan-
(lard achieved this result it would neeil no further justif i-
cation – stability of value is wJia’t we need, and is the
true quality of ,,sound money”. The benefits are obvious. With a stable currency individual articles might fluctuate
widely in price, but a rise in iome would bé compensated
by a fall in others, and the general cost of living would
nemain constant. A steady price level ensures justice in the
fulfilment of obligation’ •between creditor and debtor,
between eniployer and workman, between Exchequer and
taxpayer. Ï think it can hardly be ‘disputed that it would
be of inestimable advan’tage if the pound always main-
tained the same purehasing power, in other worcls if our
internal price level remained constant. Viewed in this light,
bould any standard have failed more signa.11y than has the
gôld standard in recent years?”
Stabilisatie van liet prijsniveau acht McKenna,
althans wat Engeland betreft, gelegen binnen het be-
reik van de practisch realiseerbare mogelijkheden.
Noodig daartoe is een effectief ,,management” van de
credietverleening door middel van bankdisconto en
open-markt-politiek, door dezelfde middelen dus,
waarmee ook de gouden standaard gehandhaafd moet
worden; ten opzichte van dezen laatsten is er verschil
in doel, niet in middel:
S
,,The essential difference between a gold standard and a managed standard
is
a difference of objectiv>e. The, in-
struments are precisely the same, the Bank rate and ,,open market operations”, the secoi:rd being a technical term for
buying and selling bills or securities in the open market
with the object of increasing or diminishing the quantity
of money. These instruments have long been employed by
the Bank of England, whose main objective hitherto, with
a gold standard in operation, bas necessarily been the
maintenance of exchaiige stability, whereas’ with a managed
standard the objective would be stability of the interaal
price level.
It is well recbgnised that the Bank of England, through
the two instruments 1 have mentioned, has a high degree of
control over the volume of credit and the rates currently
charged for its use., rndeed; its control over, the quantity of
credit, and consequently of money, is as nearly absolute as
anything cao be in economie life, while the power of the
Bank rate bas been, demonstrated on innumerable occasions
over since credit .became an important element in our corn
mercial system. With the• aid of these controls it should
not be an impôssible task to maintain stability of the ‘price
level. It istrue that in the United States, aghin for psy-
chological reasons, the central ba’nks proved unable to
regulate the value of money in consequence of its exeessive
use in speculation. But there is n& reason to fear a similar
danger’ iii this country, whrè the ‘ Bank 9f England,
throngh the centralisation of our’ banking fystem, is in a
far more favo,urable position to deal with the use’ element
of monetary policy.’ , ‘.. ••” ..
McKena wijst er dan ,yrvol’ges op, dat ‘de ërva-
ringen in Engeiad. hebben ‘bewezen, dt men ook
buiten het goud om kaii zorgen, dat er geen inflatie
komt; het itidexcijfer van groothandelspri.jzen ‘bleef
na een aanvankelijke stijging van circa 8 pOt. de laat-
s.te maanden stabiel en de index van het levensonder-
houd bleef’ vrijwel onveran derd.
Intussôhen, ook al acht McRenna pri.jsstabilisatie
op zuiver nationalen grondslag en los van het goud
mogelijk,. zoo prefereert hij toch internationale stabi-
lisatie. met vaste wisselkoersen en met behoud van
het goud, d.w.z. handhaving van den gouden stan-
daard; maar.,met’ een, beter internationaal ,,manage-
rnen.t” daa,rvân, dus vlottere internationale crediet-
verleening, dan, mom ij
enteel het geval is. Dit acht h
échter op korten’ termijn niet te verwezenlijken, en
daarcim concludé’ert hij, dat men slechts te kiezen
heeft tusschen’ dek ;,badly managed gold standard”
als internationaal geidstelsel en een ,,pure managed
‘carrency without gold” op nationalen grondslag:
,,I beLieve we should all welcome a well managed gold
‘standard if we could get it. It is not management hut the lack of it which has caused the failure of the gold stand-
‘ard. At present, however, and probably for sonie bime to
‘come, the practical alternative is between a gol’d standard
badly managed and a pure managed currency without gold.
Experience in the last few months kas taught us what our
•
choice shoulci be. Events have shown conelusively that we
cannot afford the gold staildard of post-war times; it has
become impossible for us because of unfavourable technical
‘and .psychological’conditions. 1f these are incapable of con-
trol the gold standard will not work. On the other hand,
there are advantages of practical convenience, by no means -inconsiderable, in a gold standard well managed; and such
a standard would be preferable to a pure managed curren-
y, unless, as it is hardly conceivable today, the manage-
ment were conducted on an international base. The imme-
diate choice -bef ore this country is inescapable; either ve
must have a soundly managed gold standard, w.hich can
only be secured by well ordered international action, or
we must’definitely abandon gold and rely on a managed
standard without any metallic basis at all. In either event
one thing is certain: the art of monetary management will
have to be reliecl upon more and more to obviate such
atastrophes in economie life as we are witnessing today.
We mu’st,,not delude ourselves once again into thinking
that if ve return ‘to gold all will be well; renewed indul-
‘gence in that’ comfoÈtable idea would be fatal. :Deliberate, skilled and resolute monetary management, with or without
-gold, is a
cme
qua non
of steady economie progress.” –
t *
*
Tot zoover het betoog van den Heer McKenna. Een
groot deel daarvan kunnen wij onderschrijven. Wie indertijd kennis heeft genomen van de hier te lande
gevoerde besprekingen ôver het. vraagstuk van de
stabilisatie der geidwaarde
1),
weet, dat de bezwaren,
door M’cKenna tegen den gouden standaard aangé-
voerd, voor het grootste gedeelte door ons worden
gedeeld en dat ook door ons èen
–
op prijsstabilisatie
gericht geldwezen de juiste oplossing van het mone-
taire ‘vraagstuk wordt geacht.
De verwezenlijking vkn dezen wensch achten wij
echter ietwat -bezwaarlijker, dan MeKenna zulks doet.
Het handhaven van een stabiel prijsniveau toch eischt
weliswaar geen andere middelen, dan .de handhaving
van den gouden standaard, doch de toepassing is moei-
lijker, daar zich immers onder den gouden standaard
‘belangrijke prijsschommelingen kunnen voordoen, die,
wanneer zij maar ifiternationaal zijn, geen aanleiding
tot speciale maatregelen’ behoeven te geven, hetgeen
onder een ,,pure managed standard” niet zal gaan,
aangezien’daar elke prijsschommeling tot verandering
yan bankpolitiek moet. voeren. ‘
Ook ‘betwijfelen wij, of bij de huidige structuur van
het bankwezen zelfs in Engeland reeds een dusdanige
centralisatie van de,. geldcreatie mogelijk is, als
McKenna zich .dat voorstelt; eerst moet o.i. het bank-
wezen meer gecentraliseerd zijn en de macht der een-
trale banken over de particuliere banken vergroot,
voordat men aan de practische verwezenlijking van
prijsstabilisatie zal kunnen beginnen. Nog sterker geldt
dit laatste bezwaar ten aanzien van de toestanden op
het cpntinent en in de Vereenigde Staten, waar het
bankwezen veel meer versnipperd is dan in Engeland.
Voorts klinkt ook het beroep op Engeland tot het
staven van de bewering, dat men daar het stabilisatie-
‘raagstuk reeds zou hebben opgelost, allesbehalve
overtuigend. Dat op het
prijsgeven
van den gouden
standaard niet een vloedgolf van plotselinge en zeer
hevige inflatie zöu volgen, was te voorzien; dat de
prjsindex voor, dek groothandel met 8 pOt, is geste-
gen en ondanks den geforceerden invoer der laatste
1)
Zie Ee.-Stat. Ber. van 23 October, 6 en 13 November
1929.
17 Februari 19321
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
135
maanden (gevolg
van
angst voor dé komende tarie-
ven) min of meer constant bleef
1),
is teekenend voor
de onzekerheid
van
de huidige situatie. Het is moei-
lijk te zeggen, hoe zich in de toekomst het Engelsche
prijsniveau zal ontwikkelen, maar het is toch
wel
zeer
voorbarig om nu reeds te gaan verklaren, dat Enge-
land het vraagstuk van de stabilisatie van het prijs-
niveau zou hebben opgelost.
Ons grootste bezwaar tegen het betoog van McKenna
is echter, ‘dat dit een aposterioristische verdediging
behelst van een maatregel, dien men om zijn wille-
keur, om de enorme schokken, die daardoor in het
internationale betalingsverkeer zijn veroorzaakt, en
om de wisselvalligheid van de politiek, die eraan voor-
afging, moeilijk anders dan als een voorbeeld van zeer
slecht monetair beleid kan beschouwen.
2)
Datgene,
wat McKenna in de huidige omstandigheden ge-
wenscht acht, t.w. een beter ,,management” van den
gouden standaard op basis van vlotte en ruime inter-
nationale credietverleening, had Engeland in Augus-
Zie het overzicht der indexeijfers in
het vorig nummer
van dit weekblad.
Zie onze beschouwingen in Ec.-St. Ber. van
30 Sep.
tember ji. en 6 Jan. ji.
AANTEEKENINGEN.
Contingenteering van den invoer van schoeisel.
Het drastische middel der contingenteering van den
invoer wordt door onze Regeering op hardhandige
wijze toegepast. Na de contingenteering van den in-
voer van vleesch, waarover de Heer
0.
Oprel heeft
geschreven in ons nummer van
3
dezer, volgde die van
schoeisel, wollen en half wollen stoffen, bovenkleeding
en tricotgoederen. Over ‘de contingenteering van
schoeisel volgen hieronder enkele gegevens.
Dat het in de schoenenindustrie niet goed gaat, is
bekend.
In het door den Directeur-Generaal van den Arbeid
uitgegeven rapport over den crisisinvioed op het be-
drijfsleven hier te lande wordt op blz.
57,
v.v., de vol-
gende opmerking over de schoenenindustrie gemaakt:
De sehoenin’dustrie is zoo goed als geheel aangewezen op
de binnenlandsche markt. Vandaar, dat de vermeerderde in-
voer van schoenen voor onze schoenfabrieken noodlottig
dreigt te worden. Wanneer de mogelijkheid bestond, om
in
een verhoogden export compensatie te vinden, dan zou de
toestand minder donker zijn, doch deze mogelijkheid is uit-
gesloten door de hooge invoerrechten, welke in andere lan-
den geheven worden en onzen uitvoer juist minder doen
worden. Zooals dan ook reeds hiervoren is gezegd, daalde
de uitvoer in de eerste 10 maanden van 1931 met 19 pCt.,
in vergelijking met de eerste 10 maanden van het vorige
jaar. Meer dan aan de verminderde koopkracht van het
publiek wordt 1e malaise in de schoenfabricage geweten aan
het feit, dat onze inla.ndsche markt door vreemd schoenwerk
overstroomd wordt.
Deze bij uitstek Brabantsche industrie voert een harden
strijd om het bestaan. Vooral de fabrieken, die het fijne
schoeisel vervaardigen, worden door de malaise getroffen.
Goedkoop schoenwerk vindt nog vel een gereeden afzet.
Zoo had een fabriek, die speciaal goedkoopere volksschoe-
nan fabriceert, flink werk.
Intussehen deden tal
van
berichtgevers mede, dat de toe-
stand
binnenkort slechter dreigt te worden. Men werkt nl.
thans nog
in
voorraad, doch het aantal binnenkomende
orders, die in
het voorjaar afgeleverd moeten worden, is
zOO
gering,
dat
men het niet verantwoord acht verder door
te blijven werken. Men
tracht door prijsverlaging en fabri-
cage
van
een eenvoudiger artikel den afzet alsnog ‘te be-
vorderen.
tug en September jl. rtet behulp van buitenlandsch
crediet zeer waarschijnlijk kunnen bereiken.
Wij
heb-
ben sinds verscheiden jaren gewezen op de ‘bezwaren
van
de Fransche goudoppottingspolitiek en op de be-
denkelijke gevolgen daarvan voor Engeland en zullen
de laatste
zijn
om deze
politiek in bescherming ,te
nemen. Maar het is toch wel heel merkwaardig, dat
nu
weder in de beschouwing van een zoo bij uitstek
bevoegden bankier als McKenna met geen woord mel-
ding wordt gemaakt van het feit, dat Engeland in
September verderen buitenlandschen steun voor zijne
valuta heeft afgewezen en dus juist niet datgene ge-
daan heeft, ‘wat het volgens ‘de
door McKenna zelf
gehuldigde opvatting had moeten doen, wanneer het
ernst had willen maken met de genezing van de kwa-
•len, waaraan het economisch leven ‘daar en elders
lijdende is.
Zoo moet ook na het talentvolle betoog van den
Londenschen bankier Engelands houding afkeurens-
waardig blijven in het oog.
van den continen talen bui-
tenstaander. Wij mogen ons hier
te lande dan
ook ge-
lukkig prijzen, dat het Engelsche voorbeeld niet werd
nagevoigd.
G.M.V.S.
Een ongunstig beeld geven ook ‘de werkloozencijfers,
waarvan wij hieronder een staatje afdrukken.
1)
Volgens het Koninklijk besluit van 5 Februari jl.
is nu gedurende het tijdvak van 1 Januari 1932 tot
1 April 1932 de invoer uit ieder land verboden van:
(post 675) schoenen, laarzen en pantoffels, ge-
heel of voor het grootste deel van ieder, voor zoover
deze meer bedraagt dan 50 ten honderd van het gemid-
deld aantal paren dier goederen, dat uit dat land per
drie maanden in ‘de jaren 1028, 1929 en 1930 is inge-
voerd;
(post 2675) schoenen, laarzen en pantoffels,’ niet
geheel of voor
het grootste deel
van
ieder, caoutehouc,
gomelastiek of rubber, voor zoover deze meer bedraagt
dan 75 ten honderd van
het gemiddeld aantal paren
dier goederen, dat uit dat land per drie maanden in
de jaren 1928, 1929 en 1930 is ingevoerd;
(post 31375) schoenen, laarzen en pantoffels, ge-
heel of voor het grootste deel van caoutchouc, gom-
elastiek of rubber, voor zoover deze meer bedraagt dan
100 ten honderd
van
het gemiddeld aantal paren dier
goederen, dat
tit
dat land per drie maanden in de
jaren 1929 en 1930 is ingevoerd.
De voornaamste van deze posten is de eerstgenoem-
de. De volgende cijfers toonen, hoe het met den in-
en uitvoer daarvan in de na-oorlogsjaren gesteld was:
De staat toont, dat de invoer in de jaren, die de
basis voor de contingenteering vormen, t.w. 1928-
1930, geenszins bijzonder hoog was. Eerst in 1931 was
dit het geval, doch dit jaar telt voor de contingentee-
ring niet mee. Zelfs in het oog van diegenen, die in
het algemeen het tweesnijdend wapen der contingen-teering in de huidige omstandigheden uit een oogpunt
van tijdelijke bescherming aanvaardbaar vinden, moet
dus een contingent van 50 pOt. wel abnormaal laag
worden geacht. Er zal dan ook terdege op gelet moeten
worden, dat deze handelsbelemmering na afloop van
den gestelden termijn van drie maanden drastisch
1)
Wij
stelden bij gebrek aan andere gegevens
het
per-
centage van werkloozen in de lederindustrie, als zijnde vol
doende representatief voor de
schoenenindustrie, naas’t het
algemeene werkloozenpercentage.
Jan.
Febr.
1
Maart
Jaar
A
IB
A
IBI
A
IB
Werkloosheidspercentage.
(A
=
algemeen, B
=
lederindustrie).
April
Mei
Juni
Juli
Aug
AIBIAIBIAIBIAIBIAL
Sept.
Oct.
‘
Nov.
Dec.
Al
B
.A
1
BI
A I B I..A.lB
1929
….
16.2 3.5 17.2 3.5 13.0 3.1
2.8 1.3 2.4 1.1
2.1 1.8 2.4 3.2 2.5 3.4 2.5 2.1
.7
1.1 4.2 1.8.
.
9.8 2.7-
1930
….
10.7 3.4 9.0 2.7 6.3 1.2 5.3 i.3 5.1 1.1 4.6 1.8 5.6 3.4 6.3 4.0 7.1. 3.7 8.4 3.7 106 4.2 14.1 7L
1931
….
~
17.9
~
8.2 17.1 6.6 16.4 6.9 11.8 5.9 10.7 5.3 10.3 6.6 11.7 8.0 12.2 9.6 12.8 8.6 14.8 0.1.
–
-‘
3.88
14.24
.
0.12
miij. paren
mii). paren
2.24 8.03
3.58
0.07
1.14
4.06
3.56
0.34
0.91
3.65
4.01
0.27
0.94
3.81
4.05
0.31
0.97
4.03
4.22 0.45
1.14
4.64
4.07 0.66
1.17
4.58
3.91
0.55
1.27
4.57
3.60
‘
0.45
1.94
5.10
2.63
0.35
0.75
0.41 1.90 1.56 1.68
2.36 3.86
3.34
2.57
1.60
MW
136
ECONOMISCH-STATI
wordt verminderd. Het typische vrschijnse1 doet zich
thans evenals na den oorlog ‘oor, dat in tijden van
depressie de invoer van goedkoop schoenwerk stijgt.
1-let aangewezen middel schijnt ohs in dergelijke ge-
vallen nog steeds, dat de biniienranclsche producenten
streven naar aanpassidg bij deze vraag. Dâarnaar
wordt volgens het hierbovén aangehaalde rapporV
reed’s thans gestreefd, doch wanneer men bedenkt,”
dat op 1 Oct.
ii.
van de 8688 arbeiders niet’minder’
dan 7893 in 1931 geen loonsverlaging hadden onder-
gaafl, zoo
kan
men zich moeilijk onttrekken aan den’
indrük, dat op het gebied van kostprijsverlaging nog
veel •te doen moet zijn. Tijdelijke invoeibelemmering’
kan ‘dit aanpassingsproces vergemakkeljke, doch’
wanneer deze een langdurig karaktei zou krijgen of
– zooals reeds thans het geval schijnt – een omvang
1
aanneemt, ‘die in geen verhouding ‘staat tot den nor-
malen invoer der laatste jaren, dan gaat men rnt
dit systeem radicaal den verkeefden weg op.
Schoenen, laarzen en pantoffels, geheel of voor het groots’t
deel van Ieder.
(No. 675
der Hanclelsstatistiek).
–
J
INVOER
UITVOER
Jaar mii).
K.G. t 1.000.000
mii).
K.G. f1.000.000
lwa8,d,’
Perpaar
I919
0.87
5.18
0.22
2.19
1920
1.69
11.36
0.14
1.06
1921
2.38
10.51
0.09
,
0.79
1922
5.86
tL
5.59 5.78
5.42e 3
5.24 5.85 6.07
5.71
457
j.
TiSC’BRICHP.j
1,7 Februaril 932
‘juist door de contiivqen’teeing,
afetgehied voor den
uitvoer nog verder verloren doen ‘gaan en dus de
werkgelegenheid hier te lande nadeelig beïnvioed
Op de beide*lre gecoiatingenteend posten heb-
ben de,hieronder weergegeven staatjes betrekking.
Sehoenen, laarzen en pa.ntoffels, niet geheel of voor het
grootste deel van ieder, caoutchouc, gomelastiek of rubber.
(No. 2675).
–
INVOER
‘
UITVOER
Jaar
mii).
K.G.
t
1.000.000
a
Paa
mii).
i.o..,
t
i.0o0.00ü
lWaarde
1919
‘
0.27
0.72.
.
‘
0.01.
0.06
.1920
0.22
..
0.74
. ‘
0.03
1921
0.35
0.57
.
–
0.02
1922
0.92
1.85 0.01
0.03
mij. paren
.
mii). paren pi.m.
1923
2.08
2.33
1.12
0.04
0.09
2.25
1924
1.82
2.20
1.21
.
0.11
‘
.
0.18
1.64.
1925
‘2.02
2.38
1.18
0.06
‘0.08
2.-
1926
2.18
2.45
1.12
0.03
0.05
1.67
‘1927
1.48
1.69
1.14 0.01
.0.03
3.-
1928
1.98
2.36
1.19
0.02
0.04
2.-
1929
.1.95
2.35
1.21
‘
0.02
.
0.03
1.33
1930
1.93
2.35
1.22
0.01
0.02
2.-
1931
1.84
1.84
1.00
0.01
0.02
2.-
Schoenen,
laarzen
en pantoffels,
geheel of
voor het
grootste
deel
van caoutchouc, gomelastiek
of rubber
(No.
3675).
INVOER.
.
UITVOER.
31*
Jaar
mii)
.1(0.
J
f
1.003.000
1
Waarde
mii).
1(0.1!
1.000.0101
1919
–
–
1920
. 0.23
0.70
. .
–
0.01
1921
0.26
0.75.
1922
0.34
082
‘ 0.02
0.03
mii). paren
.
‘
‘ milj.paren
‘
pim.
1923
0.86
. 0.79
0.92
0.01
0.02
.
2.-
1924
‘
1.63
1.48
0.91
0.03
0.04
” 1.33
1925
.’ ‘1.61
1.55 ‘
0.96
0.03
0.03 .
1926
1.27
.
1.15
0.95
, 0.01
0.01
1.-
1927
0.97
0.85
0.88
1
0.01
0.02
2.-
1928
1.36
1.08
0:79
0.13
.
0.17
1.33
1929
1.79
1.46
0.82
0.05
0.16
1.20
193u
2.00
‘
1.64
‘ 0.82
0:04
0.07
1.75
1931
2.03
1.50
0.73
0.18
0.24 . .
1.33
Men ziet daaruit, dat bij post
2615
zelfs in 1931 niet
yan abnormitlen invoer kan worden gesproken, even-
min als in de voorgaande jaren, en ‘dat niettemin
wordt gecontiogenteerd. Bij post 367 stijgt de invoer
wel, zij het in rnirdere mate dan bij het lederschoei-
sel (675); niettemin is hier het percentage op 100 ge-
steid
1
tegen 50 pOt. bij het lederschoeisel en 75 pOt.
ten aanzien van post 2675′. in de invoercijfers vindt
dit ‘verschil in behandeling geen verklaring en het
maakt op het eerste gezicht een weinig logischen in-
druk.
I-iet zijn hij ‘de posten 2675 en 3015. inzonderheid
onze naburen :Duitschland en België, die door dé con-
tingenteering worden ‘benadeeld. ‘Dit blijict uit het
staatje op de volgende bladzijde..
1923 1924
1925 1926
1927
1928 1929
1930
1931
De invoërcon tingenteering benadeel t in hoofdzaak
1
.Tsjecho-Slowakije, Duitschlan’d en Engeland. Het vol-
3
gende staatje, waarin de voornaamste invoerlcunden’
wörden vermeld, geeft daarvan een beeld.
In hetzelfde staatje hebben wij ‘dle voornaamste uit.’
voerlanden vermeld; men ziet daaruit, ‘dat vooral d
e
l
L
uitvoer naar Denemarken van belang is, welk land
3
door de vleeschcontin’genteering zoo uitermate gebelgd
op Nederland is; het zou wel een zeer eigenaardige uit-
3
werking van ‘de contingenteering zijn, wanneer als
gevolg van de Deensche ontstemnming over het vleesch’
onze uitvoer daarheen zou worden tegengegaan en
wanneer dan de schoenen, zooals bij andere goederen
reeds het geval is (men denke aan de klacht van de’, Ver. Ohemische Fabrieken inzake den Llitvoei van
si,ipeifosfaat), daarvan den nadeeligen tnvloe zou-
3
dien ondl
.
ervin’den. j,nchen dit gebeurt, dan
ZOU
men’,
1
.
l,’ost
675
invoer.
Engeland
‘
Duitchland
Tsjecho-Slowak.
België
Zwitserland
Jaar
.
miii.
/
miIj.
fl.000.000
milj.
,
/
inilj.
f 1.000.000
milj.
paren
paren
paren paren
paren
1927.. ..
0.28
1.00
0.19 0.79
,
0.16
‘
0.76
0.25
0.73
0.05
–
0.54
1928….
0.37
1.32
,
0.20
0.73
0.22
1.04
0.24
0.78
,
005
056
1929.. ..
0.35
1.16
0.23
0.89
025
0.98
0.25 0.75
0.06 0.63
1930..
. .
0.34
0.97
0.30
1.12
0.34
1.10
0.19
0.57
0.06
0.59
1931….
‘
0.45 0.95 0.39
1.18
0.83
2.01
.
0.18 0.34 0.06 0.47
Uitvoer.
Duitschland
.
Ned.-Indië
België
Denemarken
Jaar
___________
milj. paren f
1.000.0110
milj. paren
/1.000.000
milj. paren
/1.000.000
mil.j. paren
f1.000.000
1927 .’
0.09
0.63
0.03
0.17
0.01
,
0.05
.0.20
0.91
0.18
1.19
0.03 0.20 0.02 0.13 0.26
1.38
1929
0.07
0.56
‘
0.04
0.29
0.02
0.17
0.31
1.65
1928
.
………
1930,
0.04
0.33
0.03
023
0.02 0.18
‘
0.26
1.25
1931
0.02
0.11
0.02
0.42
0.02
0.14
0.23
.
0.88
17 Februari 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
137
Invoer No.
2675.
Duitscliland
België
Jaar
__________
milj. paren
I
fl.000.000
niilj. paren
f1.000.000
1927
0.48 0.59
0.89
0.88
1928
0.67
0.90
1.14
1.18
1929
0.97
lii
0.93
097
1930
092
1.18
0.82
0.87
1931
097
1.01
0.64
0.53
Invoer
No. 3675.
Duitschland
België
Engeland
Jaar
mi j.
1000•000
‘1
.
1111
j.
1 000.000
mii’
paren
paren paren
1927
0.24
0.24
0.36 0.19
0,10
0.16
1928
0.25 0.23
0.70 0.35
0.17
0.24
1929
0.55
0.52
0.91
0.44
0.18 0.29
1930
0 (17
0.63
0.92
0.41
0.18
0.28
931
0.58 0.49
0.57 0.22
.
0.13
0.15
G. M. V. S.
Indexcijfers van scheepsvrachten.
,,The Econoiiiist” schrijft: Volgens ons indexci.jfer
daalden de gemiddelde scheepsvrachten’ in de wilde vaart gedurende cle maand Januari met ruim 3 pOt.,
zoodat ons inclexcijfer thans lager is dan een jaar ge-
leden.
De eenige gunstige factoren voor de reeders op de
vrachtenmarkt gedurende Jamiari waren een flinke
vraag naar scheepsruimte voor de verlading van Ar-
gentijnsch graan en een opleving van den Russischen
graanhandel. De voor deze.n laatsten te bedingen
vrachten vertoonden echter geen verbetering. De uit-
gaande kolenhandel bleef buitengewoon flauw; de
Eurdpéesche ertsverlading was van •geen beteekenis;
de Noord-Amerikaansche markt was lusteloos, terwijl
de handel in de Oostersche wateren aan het einde van
de maand den invloed ondervond van de militaire ge-
beurtenissen in Ohina. De volgende tabel toont de
bewegingen van elke groep:
Index-
cijfer
+
01-
Golf van Biscaye; uitgsande vracht
108,3
—
1,8
thuisvraclit ……..
96,8
—
1,6
Middeli.
Zee;
uitgaande vracht
81,0
—
0,3
96,1
–
0,6
thuisvracht . … ……….
85,2
—
5,2
Zuid-Amerika; uitgaande vracht …
65,2
.
11,1
thuisvracht………
.f.
6,3
Noord-Amerika
………………….
84,2
–
4,2
.
97,7
–
10,0
Indië;
uitgaande vracht …………..
thuisvracht
………………
H
et Verre Oosten, enz …………..
98,3
–
4,7
Australië ………………………
10
1,5
…
–
3,8
Uit de laatste tabel blijkt ons indexcijfer, berekend
op basis van het gemiddelde voor 1913:
(1913= 100)
Maand
1929
1930
1931
1932
Januari
……..
109,6
81,2 81,2
79,2
106,7
76,5
81,9
Maart ……….
102,6
..
75,5
81,3
Februari………..
April …………
99,1
..
77,1
80,8
…
97,3
76,1
81,8
Mei
……………
Juni
…………..
92,1
-75,7
.
78,1
Juli
………….
94,8
78,1
75,0
96,1
82,6
74,4
September
95,3 83,6
74,7
Dctober ………
93,3
81,7
81,7
Augustus ……..
ovember
88,3
79,3
82,3
.
86,2 81,5
82,0
December ……..
Jaari. gemiddelde
96,8 79,1
79,6
INGEZONDEN STUKKEN;
NOGMAALS: LOONEN IN HET BbUWBEDR1JF
De Heer J. W. vai
l
schrijft o
.
ns:
Wij hebben in ons eerste artikel over de bonen in
het bouwbedrijf, reeds bij voorbaat aan Prof Polak
vergeven, dat hij voor zijn artikel: ,,Katalyse” van
cle premisse uitging, dat die bonen,, in strijd met de
feiten, hoog waren.
Om dezelfde redenen, die ons tot ‘vergevensgezind-
heid leidden, zullen we het den Professor, thans ook
niet te hoog aanrekenen, dat hij critiekloos aanvaardt,
wat in ,,De Aannemer” .’ver de-bonen van de, bouw-
arbeiders is geschreven naar aanleiding van het eerste
artikel, dat wij in ,,De Bouwer” over de, bonen der
bouwarbeiders publiceerder.
Was Prof. Polak bij hnt.. lezen van’.het- artikel in
,,De Aannemer” even sterk als wij getroffen geweest
‘door het volslagen gebrek aan wetenschappelijken zin,
dat uit alle deden van dat artikel spreekt,’ hij zou
hebben ontdekt, dat niet alleen, uit wetenschappelijk
oogpunt bezien, volkomen orgeoorloofde methoden
zijn toegepast, maar ook, dat de schrijver de enormi-
teit begaan heeft, een zeer groot bedrag dubbel te
tellen. Hetzelfde extra-loon, wat hij op de een.e plaats
op een bedrag van
f 4.50
schat en bij het grondloon
telt, rekent hij op een andere plaats nogaals bij het
loon van den bouwarbeider; zoodat des schrijyers be-
rekening van het weekloon alleen hierdoor. alreeds
f 4.50
hooger is dan uit zijn eigen geschrijf zou moe-
ten worden geconcludeerd.
Wij hebben deze beide stellingen: die, betreffende
het ongeoorboofde gebruik van gegevens, en die be-
treffende het dubbel. tellen van éénzelfde bedrag, in
het orgaan van den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond:
,,De
–
Bouwer”, naar onze overtuiging afdoende be-
wezen, en meenen belangstellende lezers van Econo-
misch-Stat. Berichten, kortheidshalve ‘daarnaar te mo-
gen verwijzen. Duidelijk is echter, vooropgesteld na-
tuurlijk, .dat onze critiek op bedoeld artikel in ,,De
Aannemer” juist is, (waarvan wij zelf in alle opzichten
overtuigd zijn), dat van bonen der :bouwarbeiders ge-
lijk aan die in de eerste loonklasse der metaalbewer-
kers, in geen – geval sprake kan wezen. Het geschil
kan nog alleen zijn, of de bonen der bouwarbei-
‘ders -beneden de derde klasse van. de bonen in het
metaalbedrijf, liggen, dan wel tiïsschen de tweede en
cle derde klasse.
Prof. Polak wijst op één punt, waardoor het loon-
bedrag, zooals de Rijksverzekeringsbank dat publi-
ceert, aan -den lagen kant moet zijn. De Ongevallenwet
nl. verplicht niet om het loon, dat boven de
f8.-
per dag (juister: boven de
f48.— per
week) wordt
verdiend, op te geven. Uit wat we in ons artikel reeds
mededeelden over de statistiek van de feitelijke loo’
nen, zooals die door de plaatselijke patroonsvereeni-
ging te Amsterdam maandelijks wordt gepubliceerd
— blijkens welke statistiek -de bonen voor geschoolden
gemiddeld 93 cents per uur en voor geoefenden
85
cents per uur bedrage, valt reeds af te leiden,
–
dat
voor de voornaamste groepen: metselaars, timmerlie-
den, opperlieden – en grondwerkers, slechts ‘weinig
sprake van bonen boven de
f 48.—
per week kan zijn.
Hoogere weekloonen komen dan ook vrijwel alleen
voor in een paar groote steden ‘hij kleinere groepen.
specialisten als stucadoors, heiers, tegelzetters, en in
geringe mate soms ‘bij enkele andere groepen arbei-
ders in den speculatie-bouw.
Wij hebben met den door Prof. Polak hier aangewe-
zen factor inderdaad geen rekening gehouden. De be-
teekenis ervan moet echter niet woiden -overschat:’
Als Weeefis een, ons inziens
ruime,
schatting maken,
en aannemen, ‘dat zesduizend böuwarbeiders, .geduren
w
de 4′ volle elcen per jaar, gemiddeld
f 10.—
,per
week boven de
f
48.—’
verdienen, beteekeut di-t slechts,
dat de totaalsom aan loon, ‘zooals de Rij-lcsverzekerings-‘
bank die publiceert, met f 2.520.000.’— of met 1–pet:
138
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Februari 1932
moet worden verhoogd. Het gemiddelde loon zou daar-
door per week stijgen met 25 cents, dus ook dan nog
beneden het loon van de derde klas voor het metaal-
bedrijf blijven.
We geven gaarne de volle maat, en laten dus maar
buiten beschouwing, dat ons nog kort geleden op een
vergadering met een aantal vooraanstaande patroons
uit het bouwbedrijf bleek, dat meerderen in het ge-
heel niet bekend was, dat er een maximum-grens vodr
cle verplichte loon-opgave bestaat.
De tweede ,,algemeene opmerking” van Prof. Pohik
tegen.wat wij schreven bevestigt, dat het gemiddelde
loon in het bouwbedrijf in ons land niet hoog is. In-
dien wij de zin van deze ,,algemeene opmerking” goed
hebben verstaan, kan er echtex uit geconcludeerd wor-
den, dat als gevolg van de sterker concentratie van
het metaalbedrijf in de groote plaatsen de bonen in
het bouwbedrijf toch te hoog zijn. Deze algemeene op-
.merking versterkt echter .juist ons standpunt, dat de
bonen, in vergelijking met die van de metaalbewer-
kers, laag zijn te noemen. Wij vergeleken de gemiddel-
de bonen’ der bouwarbeiders in het geheele land, met
die der metaalbewerkers in de laagste boonklasse. Prof.
Polak rekende uit, dat 33 pOt. van de bouwarbeiders
in de groote plaatsen wonen, terwijl 57 pOt. van de
metaalbeerkers daar gevestigd is, dus tot de hoogste
loonklasse behoort. Dat kan alleen tot de conclusie
leiden, dat dan het gemiddelde loon van de meta1-hewerkers, indien voor vergelijking niet de laagste
looniclasse, maar het loon van alle metaalbewerkers
wordt genomen, dan beduidend hooger dan dat dér bouwarheiders moet zijn. Immers, de door ons niet
gerekencie eerste klasse verhoogt juist door het groote
aantal daarin werkzame metaalbewerkers zeer belang-
rijk het gemiddelde loon.
Een vergelijking van ‘de bonen der metaal- dn
bouwarbeiders’ in volle depressie maken, wat Prof.
Polak noodig acht, is naar onze bescheiden meening
geen vereischte om tot een conclusie te kunnen komen.
Een zuivere vergelijking zou vereischen, dat het ge-
middelde van meerdere perioden van hoog- en laag-
conjunctuur zou worden genomen. Het beeld zou dan,
zooals wij het zien, in het algemeen maar zeer weinig
afwijking vertoonen met dat wat wij – gaven. Voor de bonen der metaalbewerkers namen we thans, de
cijfers van het uur-inkomen op 1 Juli 1931, toen de
depressie het metaalbedrijf reeds eenigen tijd had ge-
drukt. De berekeningen voor de weekloonen van het
bouwbedrijf, voor zôover niet beïnvloed door de werk-
loosheid, steunen daarentegen op die van goede con-
j unctuur.
De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat op 1 Juli
ook de bonen der metaalbewerkers nog hoogconjunc-tuur-boonen moesten worden genoemd; maar dat lie-
teekent dan alleen, dat alsbasis voor de berekening
voor beide groepen, eengeljke conjunctuurstand weid
genomen.
Men moet overigens niet meenen, dat (‘bij handha-
ving van de bestaande collectieve overeenkomsten) de
conjunctuur de loon en der houwarbei’ders onberoerd
laat. Met de laatste depressie in het ‘bouwbedrijf, daal-
den de feitelijke bonen bij een volle week werken en
bij gelijkblijven van de contractloonen, in Amsterdam tot 40 h 45 gulden per week voor de timmerlieden, en
waren de metselaars, die eens een week met
f
48.—-
naar huis gingen, met een kaarsje te zoeken. Er kwa-
men toen stakingen voor, om het loon van de timmer-
lieden
0])
f
42.50 per week, en van de metselaars om
het loon op 90 cents per uur te krijgen. Zulke feiten
bljkén gau-wer vergeten te zijn, dan een geval van
hoog loon; maar desniettemin geven ze een juistere kijk op de loonverhoudingen in ‘het ‘bouwbedrijf in
Amsterdam dan bekend geworden gevallen van hoog
loon. –
De vierde ,,algemeene opmerking” van Prof. Polak is, dat, de regeering toch wel niet ten onrechte om de
hooge.loonen crisissteun aan de bouwarbeiders gewei-
gerd zal hebben. Toch is het zoo. Wij
schrijven
dit
minder toe aan het feit, ‘dat de regeering niet met de
feitelijke bonen bekend is dan wel aan den wensch
die men daar koestert, om de uitwassen in den specu-
latie-woingbouw, voor wat de bonen ‘betreft, ‘den kop
in te drukken.
Wij
hebben over het paardemi’ddel,
dat hier toegepast wordt, waardoor de groote massa
der bouwarbeiders, zonder eenige redelijke grond
wordt getroffen, een allesbehalve maisch oordeel;
maar zullen dat ‘hier achterwege laten. Genoeg zij het
te constateeren, dat er groote verbittering onder de
bouwar-beiders en hunne leiders te dezer zake tegen
de regeering heerscht. De commissie van advies voor
de werklooznverzekering staat, naar wij zeker meenen
te weten, ten aanzièn van de hulp aan de houwarbei-
ders, ook lop een precies -tegeovergesteld standpunt,
dan tot nog toe van de regeering bekend is.
Het ergste is echter dat het middel dat de regee-
ring toepast, geen enkel uitzicht op verbetering van
cle gewraakte misstanden biedt. Die misstanden ont-
staan niet door cle collectieve overeenkomsten en de
daarin opgenomen bonen, maar zijn inhaerent aan
den speculatie-bouw. Zoodra deze weer opleeft, komen
ook de excessen op l000gebiecl terug.
Zoolang de regeering cle speculatie-bouw niet kan
of v.i1 verhinderen, 5akt ze ‘de zaak ‘bij het verkeerde
einde aan, eft laat ze de oorzaak ‘van de misstanden
onaangetast.
‘
Ons betoog samenvattende, meenen we te mogen
zegg’en, dat wat wij in het eerste artikel stelden: dat
de bonen der ‘houwarheiders niet hoog zijn, ondanks
de ,,algemeene opmerkingen” van Prof. Polak, en
ondanks het verzuihi waarop hij ons, terecht, opmerk-
zaam maakte, onaangetast is gebleven. Wij hopen dan ook in het belang van tweemaal hon-derdduizend bouwarbeidersen hunne gezinnen, en ook
van an’dere groepen in do maatchappij wier bestaan
van het bouwbedrijf afhankelijk is
(bij
elkaar zeker
moer dan 1/6 deel van de ‘bevolking van ons land),
dat in gezaghebbende kringen voortaan met de waar-
heid inzake de bonen der houwarbeiders zal worden
gerekend, en niet met wat daaromtrènt in de fantasie
van zeer velen leeft.
N a s c h r i f t. De berichten ‘van den Heer Van
Achterbergh over den invloed van de malaise op de
bonen der bouwvakarbeiders maken m.i. verdere dis-
cussie over de overige punten overbodig. De malaise
deed te Amsterdam de feitelijke bonen der timmer-
lieden tot
f 40 h
f
45, die der metselaars tot beneden
de
f
48 dalen, weshalve men staakte en resp.
f
42.50
per week en 90 cent per uur verlangde. In de metaal-nijverheid bereikte het uurinkomen van geschoolden
in de eerste-klasse-gemeente in het tweede halfjaar 1930 (nawerking der hoogconjunctuur) de 85 cent;
het was in het eerste halfjaar 1931 al gedaald tot 82
cent en is nu zeker heel wat lager. Bij een werkweek
van 48 uur levert een uurinkomen van 85 cent
f
40.80,
een van 82 cent f39.36 per week op. Maar volgens de
enquête-Zaalberg was reeds op 1 October 1931 van
34Y21 pOt. der metaalbewerkers, die na reductie van
het aantal arbeiders sinds 1 October1929 met 36 pOt.
waren overgebleven, de
werktijd
ingekort. Thans is
menig Amsterdamsch metaalbewerker blij, als hij de
f
30 haalt. Dat zijn stadgenoot in het bouwvak staakt,
als zijn loon tot
f
40 A
f
45 -daalt,werpt wel een schei
licht op het inkomenpeil in dat vak. Voor het ontsto-
ken van dat schelle licht mogen wij den Heer Van
Achterbergh dankbaar zijn. –
P.
17
Februari
1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
139
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
BANI(DISCONTO’S.
–
i7p.
Wissels. 3
298ept.’31
d
Lissabon ….
7
8Aug.’31
‘BeI.Binn.Eff.
4 298ept.’31
Bk
ID
Londen ……
6 21Sept.’31
Vrsch.inR.C.
4 29Sept.’31
Madrid …….
64
8Juls’31
Athene ………. 1212Jan.’32
N.-YorkF.R.B.34
15Oct.’31
Batavia…………
4410 Mrt.’30 Oslo
……..
6
17 Oct.’31
Bèlgrado
……..
7420 Juli’31
Parijs
……
24
9 Oct.’31
Berlijn ………..
7
9 Dec.’31
Praag.
……
6
22 Dec.’31
Boekarest……..8
31 Mrt.’31
Pretoria
..6
18Nov.’31
Brussel ……….
313 Jan.’32
Rome………
7
28Sept.’31
Budapest ……..7
19 Jan.’32
Stockholm
..
6
17 Oct. ’31
Calcutta
……..7
14Jan. 32
Tokio
……
6.574Nov.’3
1
Dautzig
……..5
24Nov.’31
Weenen ……
8.11Nov. ’31
Helsingfors ……7
13 Jan.’32
Warschau ….
74
3 Oct. ’30
Kopenhagen
….
6 26Sept.’31
Zwits.Nat.Bk.2
22Jan.
1
31
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.
1932
13F b
8113
116
25/30
e
Feb.
Feb.
Jan.
1931
9114
Feb.
1930
10115
Febr.
1914
20124
JulI
Amsterdam
Partic.dlsc.
1
3
14-2
15/8.2
1
14
2-
3
/8
2
1
10/g
1
1
116’14
2
3
1
4
-3
31/
8
_31
Prolong.
2
1
1
j-2
21/
2
2
1
/
1
.3/
4
1
1
/4
2
5
15-
3
113
2114314
Londen
–
Daggeld…
21/
2
5
21/
2
5
211
3
5
2-5 2-3
1
1
3-5
1
3
/4-2
Partic.dlsc.
5.1/
4
4314.5114
48-5112
431
4
.531
4
2
1
1-
9
11
37/_4
41/
4
.3/
4
Berlijn
Daggeld…
7-8
78
1
14
7
1
1..8’12
711
3
.831
4
3-7
3113.7
Maandgeld
7-9 7-9 7-9
7-9
–
–
–
Part, disc.
6
1
i8-14 6
3
1-
7
/
6
3
14-
7
/
6
7
18-7
4718
518-/8
2
1
1-
1
/2
Waren-
wechsel.
71/4,.8
71/4,9
7’/4-8 7’/4-8
5
1
14..
8
1
511-6
–
New York
Daggeld
1)
2113_814
211
3
3/
4
211
2
_3/
4
213-
314
11
1-
8
/4
4.3/4
l
3
142
1
13
Partic.dIsc.
.3
3
3
3
P9′
1
/3
3
/8
–
1
r.oers van
11
ren, en uaaraan vooraigaanae wegen
lIm
vrunag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.-
Data.
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York’)
0)
)
9
)
1)
9 Febr. 1932
2.48
8.56
58.874
9.764
34.58
99e,,
10
1932
2.4711/,,
8.52,(
58.82
9.754 34.574
99
11
–
1932
2.481
8.52 59.05
9.764
34.60
9»/,
12
»
1932
2.475j,
8.53
59.-
9.764
34.57
99′
13
1932
2.471,
8.53
58.80
9.75
34.521
99s,
8
15
1932
2.47 8.55
58.724
9.744 34.50
Laagsted.w.l)
2.4690
8.45
58.65 9.74 34.45
99
Hoogste d.w’)
2.4825
8.59
59.10
9.774 34.65
99%
8 Febr.1932
2.48k 8.57q
58.90
9.774
34.624
99
1
1932
2.48.1,
8.57k
58.824
9.78
34.674
99(
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.5921
100
ata
Zwit-
serian
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
–
0)
1
rest’)
9. Febr. 1932
48.40 35.25
7.36
1.48
12.85
18.95
1
–
0
,,
1932
48.35
35:25 7.36
1.48
12.874
19.05
11
1932
48.45
35.25
7.361
1.48
12.86
19.35
12
,,
1932
48.36
35.25
7.36
1.48
12.85
19.50
13
,,
1932
48.25 35.25
-7.35
1.48
–
–
15
1932
48.25 35.25
7.35
1.47
12.90
19.35
Laagsted.w.’)
48.17
–
7.324
1.45
12 * 77JI
18.75
Hoogsted.wl)
48.45
35.25
7.40
1.50 12.95
19.80
8 Febr. 1932
48.45
35.25
7.35
1.474
12.95
1
8.9 5
1
,,
1932
48.50 35.25
7.38
1.48
12.39
20.15
Muntpariteit
.48.003
35.007
7.371
1.488
13.094 48.52
a a
D t
Stock-
Kopen-
o
lo’)
1-fel-
Buenos-
Mn-
0)
holm
hisgen’,)
Aires’)
Ireal’)
9 Feb’r. i932
48.15
47.10
46.50
3.824
–
2.16
10
r1932
48.-
47.-
46.56
3.824
–
2:14
11
,,
1932
48.-
47.-
46.50
3.84
–
2.14
12
;,’ –
1932
47.85
47._
46.50
3.824
–
2.14
13
932
48.-
47.-
48.50
3.85
–
2.15
15
.
1932
47.80
47.10 46.40
3.83
–
2.15
Laagsed.w.’)
47.25
46.50
46.-
3.75.
–
.
2.10
Hoogste d.w’)
48,50
4725
47…….
3.90
–
2.174 8 Febr.1932
48.25 47.25
48.75
3.824
62
2.15
1
Jan. 1932
48.25
47.25 46.75
3.80
–
2.15
Muntpariteit
66.871
66.671
66.671 6.286
95s,i
2.4878 )-INoteering te Amsterdam. ‘) Not, te 5otterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
vnor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOESEN TE NEW YORK. (Cable)
Data
Londen
($
pers)
Parijs
($ P. IOOfr.)
Berlijn
(8 p. 100 Mk.) Amstêrdam
($ p. 100 gid.)
9 Febr.
1932
3,44k
3,936j,
23,75
40,38
10
1932
3,42
.
4
3,931
,
1
16
23,77
40,37
1:1
1932
3,439/,
3,9318,,
23,78
40,33
12
1932
–
–
–
–
13
1932
3,45′
3,948/
8
23,80
40,48
15
1932
3,45k
3,94,xi
23,77k
40,48
16 Febr.
1931
4,85fl
3,917/,
23,763
40,123(
1untpariteit
. -1
4,8667
3,905/,
23,81k
40′,,,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en Landen
I
Noteerings-
eenheden
30
Jan.
1932
6Feb. I
1932
I
Laagstelyoogstel
8113
Feb.
’32
1
13Feb.
1932.
Alexandrjë..
Piast.
p. X
97
97,14
97sf,
975j
974
p.€
272k
270
260
280
267
34
Bangkok….
Sh.p.tical
2/6
2/6
216 216
2/6
Budapest
…
Pen. p. £
2934
2934
27
32
2934
Buenos Aires
d.
p.$
405/
8
393%
398
8
4034
3934
Calcutta
…..
Sh.
p.
rup.
1;611
8
1169/
1/61/
8
1
1
1
65/
16
1/6
5
Constantin..
Piast.p.0
710 710
710
710
710
Hongkong
..
Sh.
p. $
1/534
–
1/5
1/6
11591
16
Sh.
p.
yen
21034
2
1
’01/,
2105/,
2/1
2/091
8
Athene ……Dr.
Lissabon
..
Escu.
p. £
10934 10934
10934
11034
10934
Mexico
….
$
per
£
8.8734
8.75
8.60 8.90 8.75
Montevideo
.
d. per Y,
.31
31
30
32
31
Montreal
…
$
per
£
4.02
3.9634
3.96
4.02 3.99
Kobe
……..
Rio
d. Janeiro
d. per
Mil.
434
41/,
41,
8
434
41/
1
Shanghai
…
Sh.
p.
tael
1110
–
1/1034
1/11,3
’10H
Singapore
..
id. p. $
2/3
17
/
32
21319/
2/313i
16
2/4
2/3
29
/
52
Valparaiso
1).
$
per
£
29.-
28.80 28.70 28.80
28.80
Warschau
..
Zi. p. £
3034 3034
30
313.
3034
1) 90
dE.
ZILVERPRIJS
GOLJDPRIJS )
Londenl) N.York’)
Londe,
9 Febr.1932..
198/,
2961
8
9 Febr.1932….
119111
10
–
1932..
191,’,
2934
10
1932….
–
120.4
11
1932..
195f,,
29s,,
11
1932…
1209
12
1932..
1934
–
12
1932..
–
190/3
13
1932..
19i,
301,
13
,,
1932..
119/11
15
,,
1932..
195j
8
30s,
15
,,
1932..
..
119/11
16 Febr. 1931..
121/
8
253%
–
16 Febr. 1931….
8411134
27 Juli
1914.. 241&,
16
59
27
Juli
1914….
84/11
t)
In pence p.oz.stand.
9)
Forelgn
sliver In Sc. p.oz. fine. ‘)ln sh. p.oz.flne
STAND
VAN_’i_RIJKS_KAS.
Vorderingen.
/
31Jan.1932
1
7 Feb. 1932
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
/
52.300.267,94
/
63.155.565,57
derlandsche
Bank.
………………
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
1.675.485,46
,
16.498,17
Voorschotten aan Ned.-lndit ………
151.475.630,32
,
154.772.103,63
Id. aan
Suriname …………………
13.461.382,12
,,
14.034.138,-
Id. aan
Curaçao ………………….
..
7.983.493,10
Kasvord. weg. credietverst. alh. bulteni.
112.271.859,32
1
12.262.322,79
Daggeidleeningen tegen onderpand
..,,
…16.600.0.10,-
..
8.500.000,-
Saldo der postrek.v. Rijkscomptabelen
..7.740.813,29
,,
19.800.655,83
,
24.183.734,02
Id.
op
andere Staatsbedrijven
1)
,,
12.514.017,76
,,
12.569.447,75
Kasgeldieeningen aan gemeenten
….
.,,
75.537.233,58
n
77.061.334,23
Verplichtingen.
/
173.276.000,-
/175.792.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
303.150.000,-
319.960.000,-
Waarvan rechtstreeks bij De Neder-
landsche Bank geplaatst
………..
–
–
Zilverbons in omloop ……………
1.966.294,50
,,
1.962.709,-
Schuld
op
uit. December ’31 aan de
gem. verstrekt wegens voor haar
Schatkistbiljetten in omloop
……….
door de Rijksadm. geheven gem. lnk.
belast, en
opc. op
de
Rijksink. bel
,,
9.414.034,18
,,
9.414.034,18
Schuld
op
uit. December ’31 aan de
gem. verstrekt wegensaan haaruitte
–
….
..
keerenhoofda.derpers.bel.. aand. in
….
de hoofda. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas- tingen en
op
de vermogensbelasting
,,
2.572.292,01
»
2.572.202,01
Schuld aan het Alg, Burg. Pensloenf.’)
47.903.546,04
50.514.052,02
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P.,T. en T.’)
Id. aan andere Staatsbedrijven’). … ……
92!27.474,86
383.083.78
88.259.822,91
.,
343.083,78
Id. aan diverse Instellingen’) ……….
12.920.970,77
,,
14.460.659,84
t
)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks
SchatkIst.
NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1
53 Febr
1Q’37
1
l’l Febr
I0’49
v
oroeringen:
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
– –
–
–
Saldo bij de Javasche Bank
–
–
wo.
munthiljetten
……….. …………
Verplichtingen
–
Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinsteil
fl54.772.000,-
f
156.451.000,-
Schatkistpromessen
………………
15.010.000,-
21.075.000.-
,,
21.075.000,-
,,3.437.000,-
..16.110.000,-
.000, –
Schatkistbiljetten
…………………
Muntbiljetten in omloop
…………..
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
1.581.000,-
1.
3.437
581.000,-
Idem aan de Ned,-lnd. Postspaarbank.
»
838.000,-
983.000,-
Voorschot van de Javasche Bant..
,,
3.165.000,-
,,
4.002.000,-
140
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Februari .1932
NEDERLANDSCHE BANK.,
Verkorte Balans op 15 Februari
1932
Aotiva.
Binnen!. Wis-(Hfdbk.
(
55.434.537,62
sels,Prorn.,
2.394.648
1
49
enz. in disc.
Ag.sch.
11.386.725,71
f
89.215.911,82
Papieö. h. Buiten!. ii disconto
……
Ide.m eigen portef.
. !
84.309.055,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.
«
84.309.055,-
BeleeningenHfdbk.
f
37.632.821,96
mcl. vrsch.
BLjbnk.
6.958.815,11
in
rek.-crt.
Ag.sch.
;
49.988.241,05
op onderp
–
94.579.b78,12
Op Effecten
……
f
93.170.580,61
OpGoederenenSpec. ,,
1.409.297,51
94.579.878,12
Voorschotten a. h. Rijk ……… …….
&tuïiten Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
97.690.825,-
Muntmat., Goud ..,, 763.899.165,02
.861.589.990,02
Munt, Zilver,
enz..
,,.
26.307.582,56
Muntenat.
Zilver..
887.897.572,58
1
)
Belegging
i,
kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds
……………………,,
26.871.142,87
(,’ebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000
1
_
Diverse
rekeningen ……….
………..
,,
35.1 93.199,20
Passiva.
f
1.203.06o.759,59
Kapitaal …………………………
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
7.563.205,59
Bijzondere
reserve
………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
…………………..,,
7.502.062,53
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
978.976.030,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,
348.664,69
Rek.-Cour.j Het Rijk
72.909.492,76
saldo’s:
‘I,
AlLderen,,
98.962.270,72
,
171.871.763,48
Diverse rekeningen ……………….
8.805.033.30
f
l.203.O66.759,59
Beschikbaar.
metaalsal4o
………….f
427.314.275,93
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,,
1.068.285.685,-
1)
Waarvan In het buitenland
f
101.733.007,73.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
–
Munt
1
Muntmaf.
Cir.0 laffe
opeischb.
I
schulden
Metaal-
saldo
1)
kings
15 Febr.’32
97.691
763.899
978
:
9761172.230
427.314
77
8
,,
32
97.691
763.899
991.700 157.534 428.073
77
1
’32
97.691
767.930
1019.6321165.052
418.412
75
25 Jan. ’32
97.691
775.039
984.243 207.895
430.045
76
18
’32
97.691
781.581
99.070 190.374
432.404
76
11
’32
9.69i
78L387
1019.723 185.519
431.090
76
16 Febr.’31
84.572
361.494 806.445
52.117 131.340
55
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198 43.521
54
Totaal
Sciiat,dst-
B 1
–
Papier
verse
Data bedrag
promessen
ni.gen
op het
reke-
disconto’s
69;216
rechtstreeks
buiten!.
fin
gen
2)
15 Febr. 1l32
. –
94.580 84.309
35.193
8
1932
71.024
–
90.952
.83.771
35.504
1
‘. 1932
79.617
–
112.877
83.657
35.811
25 Jan, 1932
78.115
. –
96.491
83.657
35.552
18
.
1932
79237
–
99.1124
83.615 35.453
11
1932
78.835
.
–
101.427
83.898 35.144
16 Febr.1931
48.004
–
84.263
229.473
43.369
25 Juli
1914
67.947
—
61.686
20.188
509
‘1eaert aen nanastaat van
4
jan. %ev weaer op ne nasis van ,
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
-.
Vnnrnaamste
nneten in duizenden euldens.
______________
ningeniningenl
Data
Metaal
Circu-
bis-
soiottent5e Diverse
Voor- 1
lat ie
conto’s
aan de
reke-
reke-
,,,flj
1 Januari
1932 4.476
4.993
265
27
1.344524
1 December 1931
4.515
4.881
251
21
1.261
576
1November1931 4.550
4.927
237
.37
1.212
517
1 Ôtber
1931 4.546
5.023
227
43
1.253
454
1 September1931 4.671
5.214
228
13
1.248
350
1 Augustus 1931
4.678
5.236
227
76
1.125
276
1. Januari
1931
4.76
5.495
. 125
6231 1.573
484
‘)Sluitp. Oer acttva. ) sluitp. Oer pasalva.
2)
Scflula aan 0e Kolonie.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De sarnengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere
Beschikb.
Data
Goud
Zilver
‘
Circulatie
opeischb.
metaal- schulden
saldo
13 Feb.1932
157.400
6 ,, 1932
159.500
229.800 1 28.000 56.380 231.400 1 26.300 54.320
225.200 1 28.600 58.280
30 Jan.1932
159.800
16 Jan.1932 112.542
4i48′
232.396
22.810 56.408
9 ,, 1932 112.554
46.611
236.387
22.339 55.674
.2.
1932 112.557
48.197 232.022
25.566 55.719
26Dec. 1931 112.506
47.047 229.558
27.691 56.653
14Feb.1931 118.586
42.562 247.264
37.331 47.310
15Feb.1930 139.170
30.101 278.568
32.459 44.860
25 Juli1914 22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
Belee
Diverse 1 bek-
–
reke-
kings-
ningen
ningen’)
4′.
13 Feb.1932
6
,,
1932
30 Jan.1932
16 Jan.1932
9.030
9
1932
9.06
2
,,
1932
9.710
26Dec.1931
8.825
14Feb.1931
8.836
15Feb.1930
8.513
25 Juli 1914
7.259
‘) Sluitpoat activa,
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
inin Banking Disc.and secur t es
Ban
kbilJ. I
Ban
kbilJ. I
Other Securities
circulatie
Departm.Advances
10 Feb. 1932
121.294
346.519
49.246
13.008
36.910
3
,,
1932
12!.313
347.666
48.099
13.634
40.120
27 Jan. 1932
121.350
345.869
49.895
12.947
37.196
20
,,
1932
121.321
374.879
47.884
14.031
39.920
13
1932
121 331
354.744
41.018
15.846
36.046
6
,,
1932
121.324
362.859
32.891
19:899
35.789
11
Feb. 1931
141.247
347.245
53.283
9.597
23.233
22 Juli
1914
40.164
29.317
33633
Other Deposits
1
Dek-
00v.
I
Public
I
1
Other
1
Reserve
I
ktngs-
Data
Sec.
Depos.
Bankers Accountsl
oerc.’)
10 Feb. ’32
34.626
16.435
66.998
32.727
49.775 421′
lie
3
,,
’32
40.701
14.802
77.326
32.845
414.647
27Jan. ’32
45.311
15.321
74.304
38.208
50.481
20
,
’32
52.431
20.813
77.482
38.444
48.442 3513
(82
13
’32
53.561
22.361
68.702
37.912
41 587 32
7
/
6
’32
64.891
15.681
81.824
38.503
33.465 24
19
1
11 Feb. ’31
36.420
13.503
57.655
33.960
54.002 51
2
/26
22 Juli ’14
11.005
13.736
42.185
29.297 52
1) Verhouding tusechen Reserve en Deposit8.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen france.
Data
Goud
Zilver in het
sels
op het
.
voorschot
Te goed
Wis-
1
bulteni
Waarv.
Belee-
.I
Rent elooi
1
buiten
1
.1
.
Staat
5Feb.’32 71.563
992
8.176
1
14197
9.0731
2.825
1
3.200
29Jan.’32 71.625
985
8.882 116.479
9.9231 2.7441
3.200
22
’32 70.689
983
9.454 115.911
100781 2.7801
3.200
15
,,
’32 69.847
976
10.406 115.630
10.101
2.867 1
3.200
6Feb.’31 55.632
645
7.011 26.605 19.301
2.977 1
3.200
23Juli’14
4.104
840
–
1.541
8
1
769
–
Bons v.
d
Rekg.
Courant
–
Data
zelfst. •l Di ver-
Circulatle
amorf. k.
sen’)
Staat
Zelfst.
1
Part!-
Iamort.k.Icalleren
5Feb.’32
6.882
2.372
84.438
456
4036
22.278
29Jan.’32
6.899
2.008
84.723
531
4.191
23.552
22
1
32
6 899
2.047
83.364.
603
4.124
23.930
15
’32
6.899
2.230
84.008
626
5.849
21.658
6Feb.’31
5.199
2.350
77.772
4.871
9.309
10.251
23 Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
‘)Sluitpost activa.
Data
1
Dis-
1
conto’s
6.669
49.972
35.421
6.900
50.816
35.478
6.301
48.784
35.939 5.178
49.274
36.220
33.499
44.331
33.710
31.055
76.363
32.547
6.395
1
75.541
2.228
bulten
N.-Ind.
betaaib.
102 300
85.100 80.400
sas
*55
sas
61
82 63
62
62
62 62
57
54
44
17 Februari
1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
141
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichetnark.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud- t
wissels
Belee.
tent. circ.
dekkihg’l
ei
fin gen
banken
1)
geldende
‘1
cheques
6 Feb. 1932
928,3
55,5 146,8
3.461,7
129,0
30 Jati.
1932
947,8
75,9
145,1
3.631,8
158,1
23
1932
956,4
83,9 151,3
3.406,9
103,1
15
1932
966,2
93,9 154,8
3.587,6
108,5
7
19321
979,0
106,9
162,3 3.854,1 99,0
7 Feb.
1931
2.244,1
207,6
198,4
1.802,3
66,2
30 Juli
1914
11.356,9
– .
–
750,9
50,2
Data1 . Effec-
Diverse 1 Circa-
Rekg.-
1
Diverse
ten ‘
,4ct1va
2
)
(
alle
Cr1.
Passiva
6 Feb.
1932
160,6
971,2
4.276,1
332
1
9
869,8
30 Jan.
1932
160,7
‘
969,4
4.407,1
393,6
886,0
23
1932 160;6
910,2
4.198,0
370,7
.872,9
15
1932
160,6
937,9
4.381,6
384,3
871,5
7
1932
160,6
930,0
4.575,6
417,2
867,5
7 Feb.
1931
102,4 549,7
4.084,2 270,8
331,9
30, Juli
1914
330,8 200,4
1.890,9
944,-
40,0
1)
Onbelast.
t
)
W.o.
ientenbankscheine
6
Febr.,
30, 23,
15, 7
Jan.
’32
en 7 Febr.
’31
resp. 15;
7;
7
)
;
5;
14; 46 miii.
NATIONALE
BANK VAN BELdE.
Voornaamste posten in millioeneit
Belgas.
Goud
0
.
.
Rekg.
Cr1.
n
nn
Data
,
00′
‘
ontr
.’-.
0
1932
.
L
At
F(
(.0
.o’o
11 Feb.
25361
–
1
–
1 927 1
1 3.723 1
14
1151
4
,,
I535
1
–
935
1
288
1
3.717
1
35
143
28Jan.
125341
19231
55
1
28
81
3
.
6721
18
1171
21
125421
–
1
.
1
918
1
52
288
1
3.676
.
.9
1177
14
25501
_I’_
Q50
54
288
3.703
91190
12
Feb.1114151’8991
–
17621
35 ,
292
3.222
3
1195
‘)1931.
VEREENIGDE
STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL
RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
‘
Wettig
Wissels
Data betaal-
middel.
Dekking
In her-
In de
Totaal
F. R.
Zilver
disc. v. d.
open
bedrag
Notes
etc.
member
markt
bauks
gekocht
27Jan.’32
2.987,9 2.132,4
198,5
837,6
162
1
3
20
,,
’32
3.005,9
2 115,7
189,7
819,0
188,0
13
’32
3.001,8
.132,7
186,0
818,3
213,8
6
’32
2.985,6 2.133,0
173,6
818,2
275,3
30Dec.’31
2.987,6 2.148,4
167,5
1.024,1
327,0
23
,,
’31
2.980,9 2.106,3
147,6
1)11,2
257,4
28 Jan.’31
3.091,7 1.819,3
186,7
215,1
120,2
Belegd
In clrcui
t,
Gestort
1
‘?’id-
1
Dek-
A lgeni:
Dek-
Data
in U. S.
Oov.Sec.
KapItaal1
I:ings-
kin ga-
latie
_I
perc.’)
perc.
2
)
27 Jan.’32
751,7
2.67,3
2.099,5
159,2
63,1
67
1
4
20
,,
’32
751,5
2.642,1
2.105,9
159,5
62,8
67,3
13
,,
’32
751,6
2 635,8
2.130,1
159,8
62,9 66,9
6
»
’32
765,9
2.651,0
2.169,4
160,6
61,9
65,5, 30Dec.’31
803,2
2.613,1
2.480,1
160,6
58,6
61,9 23
,,
’31
758,2
2.661,2
2.196,6
160,8
61,3
6,4
28 Jan.’31
609,9
1 478,3
2.484,5
169,5
78,0
82,7
t)
Verhouding
totalen
goudvoorraad
tegenover
opelsebbare
6chulden:
F.
R.
Notes
en
netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad
inuntniateraa1
en
wettig betaalmiddel tegenover
Idem.
PARTICULIERE
BANKEN AANGESLOTEN WIJ
1’IE’I’
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste
posten in millioenen dollars.
I
i
Totaal
Waarvan
Data
1
Aantal
conto’s
1
Beleg-
1
bil de
1
depo-
tune banken
en
1
beleen.
1
gingen
-1
i. R.
silo’s
deposil
20Jan.’32
457
12.935
7.117
1.501
17.547
5.818f
13
,,
’32
469
13.031
7.256
1.516
17.751
5.843′
6
,,
32
483
13.077
7.302
1.543
17.931
5.854
30Dec.31
685 13.104
7.428
1.833
18.115
5.892
23
‘,,
’31
567
13.119
7.615
1.526
18.063
5.947
21 Jan.’31
70
15.839
6.764
1.846
20.880
7.090
Aan het eind van
ieder kwartaal wordt een
overzicht
gegeven van enkele
niet wekelijks opgenomen bankstaten.
GOEDERENHANDEL. . .
G.RANEN.
16 Februari 1932.
i.)e stemming aan de . t a r w emarkt iii de Vereenigde
Staten was in de eerste helft van de afgeloopen week vrij-
,wel onveranderd cii de prijzen aan de termijnmarkt te
‘Chicago bleven op ongeveer hetzelfde peil. Het Amerikaan-
sche Congres heeft het voorstel om 40 millioen bushels te
bestemmen voor liet lenigen van tien nood van werkloozen
verworpen. De voorraad tarwe in handen van ‘tIen Farm
-Board werd geschat op 150 millioen bushels en de regeering
te Washington schatte, dat de voor export-beschikbare hoe-
veelheid in ‘het einde van J uni nog 429 millioen bushels
zou bedragen. Deze berichten hadden een kalmeerencien in-
vloed te Chicago, alsmede het feit, dat de periode van
koude in het wintertarwegebied slechts weinig schade ver-
oorzaakt schijnt te hebben. In het twgede gedeelte der week
,is cie stemming te Chicago aanmerkelijk vester geworden,
gedeeltelijk tengevolge van voorspellingen van een nieuwe periode van koud weder in het wintertarwegebied, van ver
–
wachte verbeterde vraag in Europa en tengevolge van .het
aannemen van wettelijke maatregelen op financiëel gebied
in de Vereenigcle Staten, waarvan uien een inflatie van den
Dollar vreest. Sedert is weder eene
a
–
eactie ingetreden en
zijn cle prijzen teruggeloopen. Vergeleken bij een week ge-
.leden was het slot te’ Chicago 2 dollarcent per 60 lbs. hoc.
gtr. Aan de markt te Win uipeg trad eveneens een verbe-
tering der prijzen iii, gedeeltelijk in navolging van de ver-Jieterde stemming te Chicago en ook tengevolge van ver-
beterde vraag in Europa. Het slot was 2 dollarcent per
0 lhs. ‘hooger clan een week geleden. Het Argentijnsche Mi-
nisterie va.n Landbouw schat, dat het voor uitvoer beschik-
-bare overschot op 1 Februari 15.309.000 quarters bedroeg
tegen 18.372.000 quarters op 1 Februari van het vorige
jaar. In hande’lskringen is men ”au meening, dat de schat-
ting van dit jaar aan den lagen kant is. In Europa is het
weder kduder geworden, wat in vele landen gepaard ging
met hevigen sneeuwstorm. Over het algemeen zijn de tarwe.
planten goed beschermd door een •beschuttende sneeuw
–
laag, hoewel mag worden aangenomen, dat tengevolge van :den krachtigen wind verschillende plekken zonder sneeuw
–
bedekking zijn. In den Balkan heeft het zoo hard gevroren,
dat de scheepvaart gesloten is op den Donau, waar ver-
schillende ladende booten zijn ingevroren. Het Landbouw-
instituut te Rome meent, dat. de bebouwde oppervlakte van
.wintertarwe in Rusland waarschijnlijk kleiner zal zijn dan
in het vorige jaar, waartegenovcr echter staat, dat in an-
dere Europeesche landen de uitzaai grooter is. In Duitsch-
and wordt cle uitbreiding van dO bebouwde oppervlakte op
4 pOt. berekend. Ook in Frankrijk rekent men op een groo-
tere bebouwde oppervlakte. De vraag voor’tarwe was in de
.afgeloopen week in Europa levendig. Vooral Frankrijk trad
als kooper op ‘den voorgrond. Het toegelaten percentage
buitenlandsche tarwe is weder verhoogd en bedraagt nu
20 pCt. Het aanbod van binnenlancische tarwe in Frankrijk
is schaarsch en men meent, dat zeer spoedig tot verdere
verhooging moet worden overgegaan. Ook in Argentinië
v’as tarwe vast. Het slot te Buenos Aires was 31 centavos
en te Rosario 40 centaos per 100 KQhobger dan op
6 Februari.
In Duitschland is de regeering voortgegaan r o g ge te
erkoopen om prijsstijging tegen ‘te gaan. De hij dc boeren
‘kanwezige ‘voorraad roggc werd op 15 Januari geschat op
10.216.000 quarters tegen 12.400.000 quarters op 15 Decem-
her en 15.440.000 qciarters op 15 Januari van het vorige
jaar. Men verwacht, dat cle uitzaai van rogge in Duitsch-land 6 pCt. grooter zal zijn dan in het vorige jaar. Buiten
Duitschianci verbeterde allengs de stemming voor rogge en
zoowel voor loco Russische als voor stoomende Platarogge
werden langzaam stijgende prijzen betaald.
Het aanbod van Pla.ta-m af s was in de afgeloopen week
niet dringend en tot allengs stijgende prijzen Werd aange-
komen en spoedig verwachte maIs verkocht. Het koudere
weder drog er ‘het zijne toe hij, om de vraag in het binnen-
land te vermeerderen, terwijl ook vraag bestond ter ver-
.scheping naar Engeland, waar op 1 Maart een invoerrecht van 10 pCt. wordt geheven en maIs gekocht wordt, welke voor dien datum in Engeland kan. binnenkomen. Ook aan
‘de termijnmarkten in Argentinië stegen de prijzen, mede
in verband met de minder gunstige berichten over den toe.
stand, waarin de nieuwe maïsoogst zich bevindt. Afladers
hebben hun prijzen vrij aanmerkelijk verhoogd, doch tegen
het einde der week verslapte de vraag en namen koopers
een afwachtende houding aan. De termijnmarkt te Buenos
Aires sloot voor Maart-mars 24 centavos en te Rosario
28 centavos per 100 KG. hooger dan op 6 Februari. Uit
Argentinië komen ernstige klachten door groote hitte en
142.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Februari 1932
AANVOEREN in tong
van 1000
KG.
Arttkelen
Rotterdam
–
1
7-13’Febr.
Sedert
Overeenk.’
1932
1
Jan.
1932
tijdvak 1931
Amsterdam
7-13
Febr.
Sedert
Overeenk.
1932
1Jan.
1932
tijdvak
1931
Totaal
1932
1931
18.233
.
98.443
105.487
150 150
1.640
98.593
107.127
477
–
46.099
33.299
–
355
–
46.454
33.299
223
3.666 3.278
–
–
95
3.666 3.373
42.615
215.833
141.289
15.962
52.687 38.535
268.520
179.824
(}erst
……………..
9.54
°
33.284
95.149
–
2.825
–
6.258
36.109 101.407
tarwe
…………………..
Rogge
..
.
…………..
6.163 18.569
44.337
1.292 1.292
–
19.861
44.337
Boekweit
………………..
,
4 9119
22.447
.
13.526
12.384
38.553 67.487
61.000
80.993
ffaver.
…………………
1.100
….
.11.97-4
4.891-
–
–
–
11.974 4.891
Lijnzaad
……………..
Lijnkoek
.
…………….
299
2.903.
13.847
133 1.579
7.345
4.482
21.192
Tarwemeel
.
…………..
Andere -meelsoorten
. . .
.-
679
5.492
6.222
285
2.312
1.632
7.804
7.854
sprinkhanen teweeggebracht. Niettegenstaande in cle mees
;
te maïsdis-tricten regen is gevallen, meent men, dat belang-
rijke schade is toegebracht en volgens de laatste schatting
mag niet gerekend worden op een zoo groote opbrengst als
in het vorige jaar. Men spreekt over een uitvoersurplus
van
32
rnillioen quarters, terwijl in het nu loopende seizoen
vanaf 1 April
1931
tot nu toe
41.438.000
quarters zijn,
uitgevoer4 en de verschepingen in het geheele daaraan voor
afgaande seizoen
24.820.000
quarters bedroegen.
– Voor ge r s t bestond in de a.fgeloopen week goede vraag.
De Russen -hebben een groot -gedeelte hunner disponibele
gerst aan den handel verkocht, waarvoor in cle consumptie
•
goede vraag besta-t. Platagerst wordt door afladers op het .00genblik niet dringend aangeboden.. Het schijnt, dat het
aanboçl daar-van
iu
Argentinië niet overvloedig meer is. De
prijzen zijn in de afgeloopen week verscheidene Guldens per,
last gestegen. Tegenhet einde der week verilauwde de vraag
voor de verhoogde prijzen, daar Russische gerst voordee
–
•liger wordt aangeboden.
Prijzen voor Argentijnsche h a v e r. zijn aanmerkelijk ge-
stegen. Aan de termijnmarkt te Buenos Aires was de prijs
voor -haver
40
cen-tavos hooger dan
op 6
Februari. Afladers
verhoogden bun prijzen in verhoudingdaarmede en flinke
zaken kwamen geregeld tot stand. Ook voQr Canadeesche
.haver zijn de prijzen verhoogd, doch de omzetten in die
coorten. waren niet groot, omdat in de tweede hand nog
goedkoöper’ werd aangeboden. Te Win nipeg was het slot
voor havèr onveranderd, vergeleken bij een week geleden.’
–
SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren gedurende cle af-
geloopen week nogal ‘bewogen. Na- een verdere flauwe
periode, w’aardoor opnieuw, de prijzen tot ongekende laagte
inzakten, trad een herstel in, tengèvolge van geruchten,-dat
de Cuba-oogst een verdere belangrijke inkrimping zoude
ondergaan, nadat Java aan den Suikerraad had medege-
cleeld den oogst
1933
tot ca
1.500.000
to-ns -te zullen reclu-
ceeron.
In A m e r i k a, waar men ongeduldig werd met wachten op een definitieve beslissing van Java omtrent eene verdere
inkrimping, werd dit aan onwil der Javasche producenten
toegeschreven. Het dreigement van de Cubanen in den vorm
– van een voorstel om ruim
3.000.000
‘tons te produceeren,
indien Java niet spoedig een -besluit zou nemen, oefende
een demoraliseeren-den invloed uit op de Amerikaansche
markten. Van ruvsuiker bestond ruim aanbod; de te be-
‘dingen prijs daalde dagelijks tot men op
0.90
d.c.- belandde.
Ook op de N e w-Y o r k s c h e termijnmarkt overheersch-
te een zenuw’achtige stemming als gevolg v’an verkoopdrang.
Slechts op den laatsten beursdag konden de prijzen zoowel
voor ruwsuiker als termijnsuiker zich
–
herstellen. Het slot
te New-York luidde als volgt: Mrt. 0.95;
Mei
0.99; Juli
1.06;
Sept.
1.12 en Oct.
1.14,
terwijl de laatste noteering
voor Spot Ceutr.
3-
bedroeg.
De ontvangs-ten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze week
43.000
tons, de versmeltingen 40.000
tons tegen
36,100
tons verleden – jaar en de voorraden
154.000 tons tegen
243.500
tons.
•
STATISTISCH OVERZICH’
GRANEN EN ZADEN
–
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN
TARWE
-far
nter
R000E
MAIS
La Plata
OERST
mer.
0.
LIJNZAAD
La Plata
BOTER
K.G.
K AAS
ammer
EIEREN
Gem.
not.
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETRÛLEIJM
Mid. (ontln.
No. 2 loco
American No.2
3
)
loco loco
-.
OCO
loco
per
Leeuwar-
1 maar
Eiermijn
–
Hollandsche
bunkerkolen,
1-
Crude
ott
?
rdm
I
Rotterdam
R’dam(A’dam
Rotterdam
R’damlA’dam
der Comm.
Farieks-
Roermond
ongezeefdf.o.b
01fl 33.90
per 100KG.
per 100 K.Q.
p e r 2000K.G.
e0
2000
per I960 K.G.
Noteering
kI. mjrnerk
p
lOO st.
per bar’el
f1 01
0
II.
01
0
f1.
01
0
f1.
O
lo
6.
Olo
11.
01
11.
“Jo
91.
01
6.
0
11
$
0
10
1925
17.20 100,0
13,07
6
100,0
231,50
–
100.0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100.0
56,-
100,0
9,18
100,0 10,80
100,0 1.68
100,0
–
1926 15,90..
92,4
11,75
89,9
174,25
.
75,3
96,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43.15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
–
1.89
112,5
–
–
1927
14,75
85,8
–
12,47
5
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
76.4
2,03
87,9
43,30
773
7,96
86.7
–
11,25
–
–
104,2
1.30 77,4
1928
13,47
5
78,3
13.15
100.6
226,00
97,7
228,50
96,8 363,00
78,5
2,11
91.3
48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20 71,4
1929
12.25
71.2
10,875
83,2
204,00
-88,1
179,75
76.2
419,25
90,6
2.05 88,7
45,40
81.1 8,11
88,3
11,40
105,6 1.23 73,2
–
1930
9,67
5
56,3
6,225
47,6
136,75
59.1
111,75
47,4
356.c0
77,0
1,66
71,9
38,45
68,7
6,72
73.2
11,35
105,1
1.12
66,7
–
1931
5,55
3,3
:4,55
-‘34,8’
84.50
36.5
107,25
45,4
187.00
40,4
1,34
58,0
31.30
55,9
5,35
53,3
10,05
93,I
0.58
34,5
Jan.
–
1930
12,675
73,7
9,35
715
1 49,25.
64,5
151,25
64,1
433,75 93,8
2,00
86,6
43.95
78,5
7,55
82,2
11,75
108,8
1.21
72,0
Febr.
.
,,
11 ,725
68,2
–
8;17b
62,5
139,00
‘
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2 2.03
87,9
41,15
73,5 6,90 75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
Maart”
10,90
63,4
.
7,15 54,7
-143,50
.62,0
125,00
–
53,0
390,00
84,3
1,71
74,0
41.25 73.7
5,18
56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April
–
,
lI;11
5
65,0
7,62
5
514,3
‘
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00 93,2
1,50
54.0
36,50 65,2 5,16 56,2
11,35
105,1
1.16
5
69,3
Mei.
10,45
60,8
6,55
50,1
148.50
64,1
114,50
48,5
–
405.00
87,6
1,44
62,3
37,20 66,4
5,’0
57,7
11,35
105,1
1.18
6
70,5
–
Juni’
,
10,05
58,4
5,176
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66.7
37,-
66,1
5,09
55,4
11.35
105,1
1.18
5
70,5
)
uli
9,55
-55,5
–
5,82
5
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5
39.90 71,3 5,99 68,3
–
11,35
105,1
1.18
5
70,5
-.
Aug.
‘
9,45
54,9.
-6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1,58
68.4
4Q,20
–
71.8
6,03
65.7
11,35
105,1
1.186
70,5
Sept.
‘.,,
8,40
48,8
5,25
40.2
127,50
55,1
99,00,
41,9 318,75
68,9
1,64
71,0
3
7
,55
67.1
7,23 78,8
11,35
105,1
1.18
6
70,5
Oct.
–
‘,
–
7,40
43.0
4,62
5
35,4
112,25
-48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60
‘93,1
11,35
105,1
1.18
6
70,5
Nov.
7,25
42,2
‘4,25
32,5 94,50
–
40,8
82,25 34,9
270,75 58,5
1,58
68,4 36,50
65.2
9,63
104,9
10,90
100,9
0.85
80,6
Dec.
,,
7,07
5
41,1
-4,30
32,9
96,00
41,5
91,00 38,6 247,75
53,6
1,55
67,1
33,0
59,8
7,97 66,8
10,85 100,5
0.85
50,6
Jan.
1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
8480′
36,5 86,25
.36,5
207,50
44,9
1,61
69.7
32,25 57,6
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
–
Pebr.
‘
5,775
33,6 3,90
29,8
87.50
37.8
8.5,75
36,3
206.25
44,6
1,66
71.9
33.80
60.4
6,21
67.6
10,30
– –
95,4
0.85
50,6
Maart
‘
5,625
32,7
4,20
32.1
–
103,00
–
44,5
104,75
44,4
214.00
46.3
1,47
63.6
35,00 62,5
4,94
53.8
10,30
‘
–
95,4
0.66
39,3
.April
”
‘
5,00
34.3
4,425
33,8
112.00
48,4
1
17,00
49,6
197,75
42,8
1.35
58,4
31.60
56,4
4,20
45.8
10,15
94,0
0.53
31,5
–
Mei
–
6,15 35,8
4,96
38,0 95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1.26
54,5
30,85
55,1
4,07
5
44,4
10,00
–
92,6 0.53
31,5
‘juni’.
5,75 34.4 5,05
:48,6
–
86.75
37,
lI6;Sfl
49,4
191.50
414
1.29
55.8
33.50
59,8
4.30
46,8
10,00
92.6
0.34
5
20,5
Juli
5,426
31.5
-4,70
38.9 84,25
38,4
115,75
49,0 211.00
45.6
1.32
57,1
77,75
67,4
4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.
,,
4,975
28.9 4.02
5
30,8′
74,50
–
32,2
119,50
5’1,6
195,50
40,1
1.30
563
3.00
64,3
4,914
54,2
10,00′
92.6
0.435
25.9
Sept.
4,775
27,8
4,27
5
32,7
68,00
29.4
97,00
41.1
.164 25′
35,5
1.27
55.0
32,25
57,6
5,775
62,9
10,00.
92,6 0.56
33,2
Oct.
–
5.-
29,1
–
4,475
3,2
–
‘68.59
–
29.6
94,75
40,7
60.25:
34,6
1,24
–
53.7 26.25 46,9 6,275
98,4
9,90
91,7 0.56
33.2
5,825
33,0
.
.5,475′
4,9.
‘
81,00 35,0
114,50
‘1,5
161,75
3F,7
1.17
–
50.6
24.75 44,2
7,07
77,0 9,90
.
91,7
0.68
40,4
–
Dec..
–
4,025
08,6
4,05
37,9
69.25
2
5
,9
11.1,25
47,1
145,5
31,5
1,18
51,1
21,40
38,2
5,32
5
58,0 9,90 .91.7
0.71
42,3
Jan.-
1932
1
Febr.
505-
4,95
25.4
28,8′
,
,5,075
–
–
4,9″
3°»
37,5
—
71,25
6[0
‘
‘308’
114,00
1(8,00
48.3
143,80
139.
0
0
31,0
1,16
50,2
55,0
25.75
27,507
46,0
4.71
51,3
8,25
825
:
76,3
0.71
42.3
8
55
224
–
495
37,’
6
)
,00 29,4
29.8
107.00
4
5,8
45.3
13950
30,1
.
30,
1,277
1,3
8
59,3
26,508
49,1
47,3 4.40
385
47,9 41,9
8,25
76,3
76,3
0.71
0.71
42,3
42,3
15
.,
,,
5,45
31,7
.5,10
39,0
–
.73,50
-31,7
10800
45,8
142,50
31,0
–
3,95
43,0
8,25
‘76,3
0.71
42,3
‘)
–
Men zie voor de telichting op dezen Staat de nummers van.8 en 15 Augustus1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)79
Kg.La Plata. fl)=Western vôôr
ring van de huldIgt offic. 005.wijze (lan. 1928): vanaf 9 Febr. 1931 6415 Z.-Russ.
17 Februari 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
143
De laatste
0
u b a-statistiek is als volgt:
1932
1931
1930
tons
tons
tons
:lroctuetie ……………..
400.000
600.000
800.000
Voorr. overgebracht per
lfl
t .745.791 1.390.000 321.000
Consumptie ……………
2.000
3.500
6.688
Weekontv. afscheephavens ….
87.264
1.47.547 181.035
Totaal sedert 111
(N.
Oogst)
70.757
182.000 366.676
Weekexport ……………
28.513
45.231
57.443
Totaal sedert
1fl …………
161.691
136.145 216.966
Voorraad afseheephavens
811.380 1.474.627 482.022
binnenland …….
1.170.720
414.500 426.545
Aantal werkende fabriekeit .
110
120
151
In E n ge 1 a. ci cl was cle markt uiterst rustig.
1n
ruw-
suiker ging zoo goed als niets om.
De
L
o nd e n s e h e termijnmarkt was evenals clie in
New-York. zeer gevoelig. Na een daling •va ruim
3 cl.
ge-
durende cle eerste helft der week trokken de notecringen
veer flink aan, zoodat het slot nog iets hooger kwam dan
de opening.
De Board of Tracle Statistiek over Januari wordt met
cle volgende cijfers bekend, gemaakt:
Januari
Oct./J
an.
1932
1931
1931/32 1930/31
tous
tolls
tons
tons
Tn1jort l3ictsuiker
16.749
3.777
32.493
20.594
Rietsniker . .
195.722 128.832
642.964 573.382
Totaal ….
212.471 132.609
675.457 593.976
Export Oeraffiueer(l
17.918
18.435
50.206
60.637
01)
J a v a heeft de
V.I.S.P.
slechts ca.
1500
tous
Sup-
rieur afgedaan.
De versc-hepingen gedurende Januari bedroegen ca.
105.000 tons.
111 i e r te 1 alt
cl
e was cle markt niet zoo flauw als in
Amerika en Engeland. De noteeringen te A ni ster d a
rn
brokkelden enkele fracties af en trokken na de vaste be-
richten uit liet buitenland weer flink aan, waardoor het
slot het volgende beeld te zien gaS: Mrt.
f 7% ;
Mei
f 7%
Aug.
f 7%
en Dec.
f 7fs.
De omzet bedroeg
2900
tons.
KOFEIE.
Nog altijd valt er over de markt niets nieuws te berich-
ten. De stemming bleef kalm en de kost- en vrachtaaubie-
dingen van Brazilië zijn nog ongewijzigd, doch tot zaken
van heteekenis mochten zij niet leiden. De offertes in de
tweede hand zijit. zoowel hier als aan cle buitenlandsehe
markten, meestal preferent, waarisaast ook in sommige
gevallen de goeclkoope Centraal-Anrerikaansche koffie’s als
concurrent va.n de Braziliaansche sQorten beginnen op te
treden. Nederlandsch-jndië eebtei- was wederom hooger,
namelijk ongeveer
Y
4
ct. voor de goedkoope ongewassehen
Robusta-soorten en ongeveer % ct. voor de .betere Mand-
heling en voor cle gewasscben Robusta’s.
Wat de koffie-vernietiging iii ]3razilië betreft, zoo bleef
cle hoeveelheid in de afgeloopen 1eek wederom ver beneden
het indertijd aangekondigde plan. Tegen een hoeveelheid
van
168.000
balen, welke in de week daarvOOr vernietigd
was, werden volgens opgave van den iÇoffie-Raacl van Bra-
zilië iii cle laatste week niet meet’ dan
8.000
balen Rio,
70.000
balen Santos en
3.000
balen Victoria, tezamen
81.000
balen op clie wijze opgeruimd. Sedert 1 Juli zijn tut vernie-
tigd
579.000
balen Rio,
2.292.000
balen Saiitos en
169.000
balen Vietoria. tezamen
3.040.000
balen, wat met de vOOr
1 Juli
1931
vernietigde hoeveelheid van
559.000
balen een
totaal maakt van
3.599.000
balen. Dat de Brazilianen zelf
twijfelen aan de mogelijkheid om liet voornemen tot maan-
delijksche vernietiging va.n 1 millioen balen door te voeren,
moet lioogstwaarsehijnlijk worden afgeleid uit de elk oogen-
blik opdnikende nieuwe plannen tot vergrooting van het
verbruik. ‘Was vroeger reeds bericht ontvangen van het
stoken van koffie als brandstof in de locomotieven en van
liet plan om gas voor verlic-htingscloeleinden uit koffie te
trekken, thans wordt weder be]end gemaakt, dat de Koffie-
Raad ougebrande koffie in fijugemalen toestand met tarwe-
meel.
i
1.1
verhouding van % koffie tot % meel, wil ver-
meugan en dat uit proefnemingen gebleken is, dat van dat
mengsel een zeer goed bruikbare broodsoort is te maken.
Het heet zelfs, dat men zich in Brazilië vooi- de uitvoering
van dit plan in hooge mate irteresseert, niet alleen omdat
daardoor het binuenlandsche koffieverbruik zou toen emen,
maar ook omdat dan tegelijkertijd minder deviezen voor
invoer van tarwe zouden noodig zijn. Het afwachten van
nadere berichten lijkt intnsschen wel gewenseht.
Uit Triëst wordt gemeld, dat daar in de maand Januari
onderhandelingen hebben plaats gehad over den verkoop
van een schip aan Brazilië, .dat betaald zon worden met
koffie, doch dat de koffiehandel uit die plaats tegen het af-
sluiten der transactie heeft geprotesteerd.
Uit een dezer dagen ontvangen telegrafische mededeeling
blijkt, dat de in cle binnenlandsehe pakhuizen van Rio terug-
gehouden voorraad op
31
Januari bedragen heeft
1.888.000
halen tegen
1.746.000
balen
01)
31
December
1931,
hetgeen
een vermeerdering beteekent in de maan(l Januari
–
van
142.000
balen.
AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1)
METALEN
T EXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
ZILVER
IJZER
Cleveland
–
KOPER
TIN
LOOD
..
KATOEN WOL
gekamde
WOL
gekaonde
KOE-
KALK-
casio Londen
per Foundry No.3
Standaard
Locoprijzen
locoprijzen Locoprijzen
Middling
locoprijzen
Australische, CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf. open
SALPETER
Old. per
Standard
,
.0.
.
Londen
on en per
ng. ton
on en
per Eng. ton
New-York
erono,
S
v.
loco
or
nial Carded,
kop
100 KG.
Gunce
1er
“°
p
g. on
per Eng. ton
per Ib.
rib
50e Av. loco
57.61 pnd.
netto
‘
Bradford per Ib.
pence
0
/0
Sh.
0/
£
010
£
O!o
£
°/o
$
cts.
0
/0
pence
h
o
pence
Ol
o
f1.
01
f1.
01
32
1
1
100,0
731-
100,0 62.116 100,0
261.171-
100,0
36.8/6
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28
11
/16
89,3 86/6
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17.55
75,5
47.25
85,9
24,75
83,9
28.46
82,0
11,61
96,8
26
3
14
83,3
731-
100,0
55.141-
89,7 290.41-
110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50 89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
26
1
1
81,1
66!-
90,4
63J6j-
102,8
227.51-
86,8
21.11-
37,8
20,00
86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
2471
76,2
7016
96.6 75.141-
121,9
203.15
1
6
77,2
23.51-
63,8
19.15
82,4
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
13
116
55,4
671- 91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.1/6 49,6
13,55
58,3
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
13)/
41,6
55/-
75,3
36.51-
58,4
110.11-
42,0
12.1/-
33,1
8,60
37,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
20
15
116
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131-
66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
20
1
/8
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41
66,5
21.41
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2 24,50
70,6
10,21
85,1
19
1
1
59,5
701-
95,9
68.19/6
111,1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
69,2
10,21
85,1
1
9
9
/16
61,0
6716
92,5
61.31-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50,3
16,45
70,8 27,25 49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
18
1
16
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-!-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0 26,25
75,6
10,21
85,1
161116
50,0
6716
92,5
50.1/6
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75 50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5
48.21-
77,5
134.17/6
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3 27,00
49.1
16,75
56,8 24,25
69,9
i’,18
76,5
16
3
1s
51,0
651-
89..) 47.151-
769
135.516
51.7
18.61-
50,2
11,95
51,4 27,25 49,5
16,50
55,9 24,88
71,7
9,28
77,3
16
11
116
52,0
6316 87,1
46.61-
74,6
132.61-
50.5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,0
76,4
9,39
78,3
16
1
12
51,5
6316
5
87,1
43.-/-
69,3
117.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44.5
14,50
49,2
26,25 75,6
949
79,1
16
5
19
51,9
6316
6
87,1
46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00 43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70 80,8
16
5
/
51,9
6316
8
87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95
42,8 22,50
40,9
12,50
42,4
72,0
9,90
82,6
13
7
/8
43,2
6016
87,9
45.7/6
73,1
116.81-
44,4 14.-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12.00
40,7
24,63
71.0
10,11
84,3
12
1
/
38,9
5816
80,3
45.1/6 72,6
1 17.-/6
44,7
13.516
36,4
10,95
47,1
21,75 39,5
12,00
40,7
22,50
65,8
10,21
85,1
13
7
/15
41,8
5816
803
45.116
72.6
122.1/-
46,6
13.316
35,2
10,90
.
46,9 25,25
45,9
14,50
49,2
22,1
64,1
10,21
85.1 13
1
/s
.
40,9
5816
80,3
42.15/6
68,9
113.41-
43,2
12.10/- 34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14.50
49,2
22.2i
64,1
10,21
85,1
12
15
/1
40,3
5816
80,3
39.616
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6
9,40
40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
65,1
1271
40,1
5816
80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.1116
31,8
9,10
39,1
22,00 40,0
12,50
42,4
19,13
5,1
10.21
85,1 13
1
/
41,2
5816
80,3
34.141-
55,9
112.516
42,9
12.1516 35,1
9,25
39,8 22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8.26
68,8
12
1
3/16
39,9
5816
80,3
32.151-
52,8
114J916
43,9
11.1916
32,9
7,20
31,0
2225
40.5
12,00
40.7
18,75
54,0
7,-
58,3
135/
41,4
55/6
76,0
30.316
48,6
111.161-
42,7
11.41-
31,1
6,55
28,2
20,00
36,4
11.00
37,3
18.
51,9
6,50 54.2
13
13
1
43.0
4131-
63,0
28.216
45,3
101.1/6 38.6
10.9/6
28.8
6,30
27,2
19,50
35.5
10,75
36,4
17,50
50,3
665
55.4
14
1
/2
45,1
4416
61,0
27.1916
45,1
102.-!-
39,0
11.51-
30,9
6,40
27,5
19,03
34.5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,60
56,7
1
4
1
/16
44,6
41
1
6
56,8
27.616
44,2
98.17/6
37,8
10.16/- 29.6
6,30
27,2
16,25
29,5
9,-
30,5
–
–
6,95
57.9
137/,
43,2
41;6
56,8
27.14/6 44,7
98.18/-
37.8
10.14/-
29,4
6,65
28,6
16,50
30,0
9,-
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
14
43,6
411-
56,2
26.71-
42,4
1
97.1616
37.4
10.3′-
27.9 6,65
7
28,6
16,75
9
30,5
9,25
9
31.4
7,2.5
60,4
13Uh
i6
42,6
41/6
.
56,8
25.16/6
41,6
98.5/-
37,5
10.6/-
28,3
–
–
16,00
10
29,1
9,_
10
30,5
7,25 60,4
1311/
16
43,4
4116
56,8
27.6/6
44,2
99.18,6
38,2
10.131-
29,2
.
–
7,25
60,4
Invoering
van de
huidige
officieele
noteeringswijze
(jan. 1929(3:
vanaf
16 Dec.1929
7415
K.O.
Ffongaarsche;
vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.
4) =
Malting
vôôr
de
Invoe-
Noteering
Schotland
5916.
6)581_.
7)
5 Febr.
8)12 Febr.
9)
4
Febr.
10)
11
Febr.
144
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17
Februari
1932
Uit de Centraal-Arnerikaansehe koffie-produceerende inn-
(Inn is in den laatsten tijd geen nieuws van eenig belang
ontvangen. Wei wordt bericht, dat deze landen, al hebben
zij niet, zooals ]lrazili6, den zwaren last van oude voor-
raden mede te dragei.i, toch ook voor den uitvoer van hun
product gevoelig lijden onder de gevolgen van den algeme-
nee crisis-toestand, aangezien zij te kampen hebben mt
ernstige moeilijkheden hij het zoeken naar ereclieten, welke
zij behoeven om hun product te kunnen consigieerei
‘
L
Bovendien wordt de afzet hunner fijne en citne kwaliteiten
door de algemeene verarming in vele gevallen in niet ge-
ringe mate bemoeilijkt.
V.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Saiitos, oingerekencl
in cents per
4
K.G., komen
01)
het oogenblik uit: voor
gewoon goec[ beschreven Superior Sa.ntos op prompte ver-
scheping op ongeveer 2434 ï 26 et., voor dito Prime op on-
geveer 26 b 27 et. en voor Rio type New-York 7 met be-
schrijving, pronipte verseheping, op ongeveer 20% h
20% ct.
in Nederlandseh-T.ndië zijn, zooals reeds hierboven is
medegedeeld, de prijzen voor de goedkoope ongewassehen
Robusta-soorten een fractie hooger doch voor Mandheling
en voor gewasschen Robnsta ca. % ct. looger. De notee-
ringen in de eerste hand
ZU
01) het oogeublik hij zeer klein
aanbod:
Palemba.ng Robusta, Februari-verseheping, 17% et.; i3en-
koelen Robusta, Februari-verscheping, 18% et.; M.anclheling
Robusta, Februari-verscheping, 20 ct.; W.I.B. faq. Eo-
busta, Februari-verscheping, 24%. ct., alles per % NO., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
De uoteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt liepen
in de afgeloopen week
%
et. per 34 K.G. terug en zijn bij
het afsluiten van dit Overzicht 21% et. voor Maart,
2
1
7
1
et. voor Mei en 22 et. voor de verder verwijderde maa.ndeii.
Voor loro bleven de officieele noteeringen onveranderd
23 ct. per 34 K.G. voor Robusta en 27 ct. voor Superior
Santos. .
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren
Mrt.
Mei
Sept.
Dec.
15
Febrnari
……….
.6,15
$
6.26
$
6.38
$
6.44
8 Februari
………
..6.2.2
.. 6.37 .. 6.57
.. 6.59
1 Februari
………..5.77
.5.90
.. 0.10
.. 6.20
25
Januari
………..
,, 5.87
,, 5.97
,, 6.15
,, 6.23
Rotterdam,
16 Februari 1932.
(Mededeeling vn de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en
voorraden in Brazilië.
te Rio
te Sanlos
1 Wisselkoers
Data
1
1
1
teRlo
i Voorraad 1
1
Prijs 1 Voorraad Prijs
1
(In Balen)
1
No.71)I (In Balen) No.4iI op Londen
15 Feb. 1932 299.000 12.500996,000 15.500
/128
6
,, 1932 298.000 12.600 945.000 15.500
–
16 Feb. 1931 237.000
11.925 1.015.000 16.500 411131611
7
,, 1931 272.000
11.975 1.117.000 16.000
413/
‘) In Reis.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te San tos
Data
Afgeloopen
Sedert Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
I
1Juli
15 Feb. 1932 ….
83.000 2.559.000
1
259.000 8.866.000
16 Feb. 1931 . …
93.000
2.450.000
277.000
7.330.000
–
THEE.
:De zeer lage prijzen van de week tevoren vormden een
aantrekkingskracht voor koopers, clie daardoor niet grootere
vrijheid opereerden. Toch bleef het prijsniveau op ongeveer
hetzelfde peil en vooral voor ordinaire soorten bestond
belangstelling. :I:iet bovenstaande geldt voor alle soorten,
die in veiling kwamen. Voor Ja.va-4heeën was meer vraag. voor export. De markt voor Br.-Incl’ische thee sloot echter
wederom niet een zwakkere stemming.
Naar verluidt, schijnen de voorraden in het binnenland
vrij aanzienlijk te zijn, niettegenstaande zij niet tot uit-
drukking komen in de Londensche thee-statistiek, die cijfers
te zien geeft van pakhnisïirma’s, die destijds geacht iver-
den 90 pOt. van cle aanvoeren te behandelen.
Na de opheffing der invoerrechten is het niet onwaar-
schijnlijk, dat veel thee buiten Lotden om in Ei
g
elancl bin-
nenkomt cii in aiidec distribatie-esutra wordt opgeslagen.
Hoewel de algemeene economische toestand ertoe leidt.
.dat de voorraden hij den handel zoo klei
1
mogelijk worden
gehouden, schijnt dit met thee in Engeland niet het geval
te zijn, tengevolge der regeerings-maatregelen, t.i. liet op-
nieuw belasten van thee.
Weliswaar is voor dit artikel een uitzondering gemaakt
bij cle jongste tarief-voorstellen, doch liet is nog met zeker,
dat hij de behandeling der begrootiug een recht op thee zal
worden ingesteld, al of niet gepaard gaande met preferentie
voor ,,British growu tea”. Amsterdam, 15 Februari 1932.
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJ FERS
Bruto-
oo
VURENHOUT ‘RUBBER’)
Standaard
SUIKER
Witte kristal-
KOFFIE
Robusta
THEE
Afi. N.-I.
theev.
COPRA
gewichtv.d.
buit. handel
22
III
0
o
–
II
ba.-is
7″
f.o.b.
Zweden!
Ribbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr
.
Ned.-lnd. f.m.s.
per 1001(0.
Nederland
c’o
n I/o
Finland
loco Londen
R’damlA’dam.
Rotterdam
Java- en Suma-
Amsterdam
1925=100
r
–
In-
Uit-
per Ib.
per lOO
K.O.
per’!1 K.O.
tratheep.i!,KO.
eC.o.0
0
voer voer
/
°lo
Sh.
0
10
II.
O
f,
cts.
0
(0
cts.
010
f
1
O/
1925
159,75
100
2(11,625
100,0
18,75 100,0
61,375
1100,0
84,5
100,0
35,87
6
1100,0
lOO
lOO
100,0 100,0
1926
153,50
96,1
21-
67,4
17,50
93,3
55,375
1
90,2
94,25
111,5
34,-
1
94,8
112 128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,12
6
102,0
46,875
1
76,4
82,75
97,9
32,625
90,9
113
116
95
1
4
89,5
1928
151,50
97,16
-110,75 30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89.1
31,87′
88,9
118 128
96,4
87,6
1929
146,00
91,4
-(10,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,376
76,3
122
132
91,6.
82,6
1950 141,50
88,6
-15,875
16,5
9,60 51,2 32
52,1
60,75
71,8
22,62′
63,1
124
135
75,5 69,4
1931
110,75
69,3
-13
16,4
8,-
42,7
25
.
40,7
42,50
50,3
15,375
42,9
117 136
62,6
57,9
P2
1930
147,50
93,9
-/7,375
20,7
11,67
6
62,3
35
57,0
60,50
71,6
26,875
.
74,9
128 136
84,5 76,9
r.
,
147,50
92.3
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
26,37
5
73,5
112 126
81,3 75,2
Maart
,,
147,50
92,3
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
.
125
131
78,7
74,2
April
,
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4
26,126
72,8
115 127
78,7
72,8 Mei
,,
145,00-
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6 58 68,6 25,50
71,1 132
132
76,1
72,0
Juni
,,
145.00
90,8
-16,125
17,2
9,776
52,1
33
53,8
58
68,6
22,876
63,8
131
133 76,1
70,4
Juli
,,
142.50
89,2
-15,625
15,8
9,276
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75 60,6
138
141
74,2
69,3
Aug. 142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50
45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,976
42,5
28,25
46,0 59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3
65,4 Oct.
132,50
82,9
-(4
11,2
8,625
46,0
29 47,3 66,50
78,7
18,75
52,3
128 152
71,6
64,6
Nov.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47.3
68,25
80,8
19,37
5
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29 47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105 129
69,0
61,3
Jan.
1931
125,00
78,2
-14,25
11,9
8,20
43,7
28 45.6 66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
Febr.
125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43.7
26.25
42,8
53 62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
,,
125,00
78.2
-13.75
10,5
8,30
44.3
25,50
41,5
45
53,3
18,62
5
51.9
107 140
66,5
59,1
April
125.00
78,2
-13,125
8,8
8,575
45,7
24,75
40,3
43
50,9
17,50
48,8
110 138
65,8
58,4
Mei
125,00
78,2
-3,125
8,8
8,50
45,3
25
40,7
40,25 47,6
15,37
5
42,9
114
141
65,8
56,8
luni
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,57
5
45,7
25,75
42,0
39,50. 46,7
14,125
39.4
127 133
64,5
56,8
juli
110,00
68.9
-/3
8,4
8,77
5
46,8
27
41,0
38,25
45,3
15,-
41.8
138
153
62,6
55.8
Aug. 100,00
62,6
-12,5
7,0
7,90
42,1
25,50
41,5
316,50
45,6
14.125
39,4
122 142
60,6
55,6
Sept.
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,52
5
40,1
23,75
39,7
37,50 44,4
13,375
37,3
125
146
58,7
58,1
Oct.
100,00
62,6
-/2,375
6.7
7,55 40,3
23
37,5
37,75
44.7
13,25
36,9
lig
146
58,7
58,5
î’ov.
,,
100.00
62,6
-/2,25
6,3 7,15
311,1
23
37,5
37
43,8
13,75
316,3
113
132
58,7
5,8
Dec.
6
82,50
51,6
-/2,25
6,3
.6,75′
36,0
23 37,5 35
41.4
12,75
35,5
115
114
54,8
56,8
Jan.
19321
82,50
51,6
-12,125
6,fl
7,35
39.2
23
37.5 32
37,9
13,125
36,6
54,2 58,4
1
Febr.
,,
1
82,50
51,6
-12
5,6
7,25
38,7
23
37,5
.31
2
36,7
13,625
38.0
8
,
82.50
51,6
-12
5,6
7,-
36,8
23
37,5
13,75
33,3
15
1
82,50
51,6
-/1,9375
5,4
7,370
39,3 23 37,5
15,-
41,8
6)
Jaar- en
maandgem. afger.
op ‘Ii
pence.
2)
4
Febr.
N.B.
Alle Pondennoteeringen
vanaf
21
Sept.
zijnop
goudbasls
omgerekend