2 1’TOVEiWBER
1921
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch~
–
S*tatistische
Be’ri
*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEIQ.F!NANCIN
EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
6E JAARGANG
WOENS1AG 2 NOVEMBER
1921
No.
305 II
INHOUD
Blz.
DE CRisis EN HET ZEEUWSCHE OETERBEDRIJF 1……….945
De ,,Fight the Farnine” Conferentie te Londen door
Prof.
Mr. G.
W.
J.
Uruins ……………….. . ………
948
Economische en Maatschappelijke Bedrijfsorganisatie door
Prof. Mr.
Ii.
117.
CL
J3orclewijk ………………….
949
Een tweede Duitsche Electromontaan-trust 1 door
Dr.
W.
Mautne
r ………………………………..
953
Londensche Correspondentie
…………………….. 956
De Rijksmiddelen
…………………………….958
AANTEEKENING:
Koersstij gingen aan de Oostenrijksche en Duitsche beurzen
958
MAANDCIJFERS:
Overzicht der Rijksmiddelen
………………….959
Giro-omzet bij de Nederlaüdsehe Bank…………..
960 Postchèque en Girodienst
.
……………………. 960
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ………….
960
Rijkspostspaarbank
………………………….960
Productie der Kolenmijnen
.
………………….960
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIIrEN ………………….960
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ………. ……. 960-967
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel. Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
• VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen
Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Assistent-Redacteur voor het weekblad:
D. J.
Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aan-geteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorel9ening Rotterdam No. 8408.
Abonnemenisprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniün f 25,-
per jaar. Losse nummérs 50 cents.
Leden: en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van hët Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
‘Advertentiën f 0.50 per.regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
ï(aa-tschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhage.
31 OCTOBER 1921.
Ook deze week was de geidmarkt wederom zeer stil.
Er werd slechts tweemaal een prolongatienoteering
gemaakt; Woensdag 3Y4 pOt. en Donderdag 3 pOt.
Ook in wissels ging bij
na
niets ozo; enkele posten
verden tot
4%
pOt. afgedaan. Over het algemeen is
er weinig geld voor eenigsains laugeren termijn, maar
ook het aanbod van wissels is niet groot en d stil-
stand- in den h-ndel is goed te bemerken. Daardoor
is het ook te verklaren, dat call geldl herhaaldelijk
slechts moeilijk te plaatsen was.
S
*
S
De wisselmarkt was. de afgeloopen week zeer ru-s-
..t.ig. Eenigszins belangrijke schommelingen kwamen
1
niet voor en ook de omzetten waren veel geringer.
Alleen marken konden zoo nu en- dan nog al eens op
en neer gaan, maar cle veranderingen waren toch niet
te vergelijken met- die van de vorige weken.
LONDEN, 29 -OCTOBER 1921.
De geidmarkt bleef deze week bij een sterk over-
wegend atnbo-d uitermate ruim, zoodat nieuw geld
niet meer dan 1 pOt. deed, terwijl voor vernieuwing
van daggel-d een rente van 3 pOt. en voor zeven-
daags geld -in het al-gemeen 3Y2 pOt. gold.
Aan de disconto-markt vond vrijwel geen omzet
plaats, immers voor de broker-s bestond thans geener-
lei tianleiding. hun portefeuilles aan te vullen.
De disconto’s waren wederom iets la-geit:
2-maands bank-accepten 34 pOt.
–
3-
,,
,,
,,
35, –
4-
,,•
,,
,,
3%—% pOt.
6
.
,,
,,
37,/g……..4
prima. hande1wisseJ.s 5 pOt.
,, .
,,
,,
5-6 pOt.
DE CRISIS EN HET ZEEUWSCHE
OESTERBEDRIJF.
–
.
.
1.
Hoewdl nek-er niet de -belangrijkste ivan cle vele be-
dirijfstailcken, diie te lijden hebben onder de -ailgeaneene
malaise, is liet eertijds en-o b1oejiende Zeauwsclie Cester-
c
ultuuiib-eclirijff en -de reeks van moeii]-ijlclhcden, waar-
mede liet sinds het begin van den oorlog — -en feite-
lijk reeds veel langer – heeft te -kampen gehad, wel-
licht tôcih wel wat -al te veer aan ‘de algemeene aan-
-dacht ontgaan; liet schijnt dan ook ide moeite ivaajrd,
tzooavei met ‘het oog -op de hetekenis Van dit nati-on.aal
bedrijf -als op ide eigenaardnghieard van den gevoer’den
– 0fl
nog steeds niet géëindi,giden -strijd, eau kort over-
zicht van een en -eind-er te geven.
Zoo-ah3 bekend is, vo,rirn1t de o;esteiisultuur in Zee-
1
land een der meest bel’am’grijke takken van ‘vissciherij,
– waarin tal van vijsschetrs en andere ajrbeijders-, in klein-
– en grooftibedrijf verk’zaaim, hun bestaan ‘vinden. Ter-
wijl -eertijds idie oesters Vrij op de na’tii.u-rl-ijke bankee
– in de Scihelde wer’den -weggsviiseht, is men in liet be-
gin der 7Oer jaren van de vorige eeuw een geregelde
cultuur begonnen. Het Domalubestuur onttrok toen
de grootste natuurlijke oekteribainik aan de vrije
vis-
– sdherij en voor het eerst wenden perceel-en voor d:e
oesteircriuliu.uir publiek -verpacht. Sindadliien rsijn -ge-loidelijk meerdere terreinen aan de publticko v’iissciherij
onttrokken -en door iden Staat verpacht; het cuJtu:ur-
bedrijf. – ontwikkelde zidh snel, beurteling’s perioden va.n grooten bloei en yan -einstIige m-adaisedoorma-
.
946
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 November 1921
kend. De laatste jaren v66’r den oorlog ‘bedroegen de
omzetten:
in 1910
ruim
50.000.000
stuks met een
opbrengst van ruim ………………
f
1.350.000,-
in 1911 ruim 50.000.000
stuks met een
opbrengst van ruim ……………….
, 1.359.000,-
in
1912 ruim 45.000.000
stuks met een
opbiengst van ruim ………………
..1.401.000,-
in
1913
ruim
46.000.000
stuks met een
opbrengst van ruim ………………,,
1.459.000,-
Verreweg het grootste deel der proiducitiie werd aan
het bu,itenlainid ‘afgezet;
500
hieven van de gdu.rende
het seizoen 191311914 verzonden 47.000.000 oestens
slechts ruim 2.000.000 ‘in Nederland, ruim 2/3 ging
naar Duiitschlanid en België.
De jaarlijks den Staat o’pgebrachte pacht bedroeg
•iï ‘diie jaren .p].m.
f
230.000,— of ‘ruim 16 pOt. van
‘de gamicldelicle j’aariijk’scihe bruto-opbrengst ‘in de jaren
1910-1914.
Intusscilien is ‘deze orrtwikkeliing niet regelmatig
verloopen; een ernstige kwaal heeft van den aanviing
af dit bedrijf, dat overigen’s zoo alle qualiteiten voor
een gezond’ leven bezit, ‘geplaagd. De ‘beikenjde nadeel en
nl. van het nijblie’k iv’erpachtingssteffsel hebben uich hier
in hen volle ‘scherpte doen getroelen; de .buiiitenapnrige
pachtop’daij.ving en ‘alle origewenschte gevolgen daar-
van hebben het bediijf ‘vee] kwaad gedaan. Waar aan-
vanikelij,k ruime winsten werden gemaakt, ‘het beschik-
baar terrein beperkt was en de ibed,rjjfsteohnjek den
buitenstaander vrij .eenivoi.sddig moest toeschijnmi, was
de belangstelling aan ‘het einde van den eersten
pachtterirnijn zeer groot en werden hij de ‘her.v’erpach-
tingen van 1882 de pachtsommen zeer hoog o’pgedre
ven. Een aantal goede, ervaren pachters wercl uit-.
gepacht en vervangen door ortdes’kundigen en specu-
lanten; N’aa.mlooze Vennootschappen werden opgericht,
waarin de te duur gepachte perceelen tegen veel te hoo-
ge
prijzen
werden ingebracht; een vaak ondeskundig ge-leid en ouso’l’i’de gegroi’sdivest ,gootbedrijf tred op den
voorgrond en een wilde concurrentie tusschen de
pachters onderling ontston.d; men verkocht zijn
oester’s tot elken prijs, om de pachten te kunnen op-
brengen en zich op zijn peirceelen te kunnen hand-
‘haven. Niettemin was een déhâcie niet te vermijden;
het slecht gebaseerd bedrijf, ‘dat ondanks alle moeite
toch bij dien geringsten tegenslag zijn pachten niet
kon o,b’rengen, moest eerst de zu’iveri’ngsperio’de eener,
crisis doormaiken, waarin ‘groot kaipitaalrverlies werd
geiledén; geleidelijk trad daarna een gezonde toestand
weder in; de nieuwelingen hadden le aries-hand de.
nootdige ervaring opgedaan, vennootschappen met ver-
wetend kapitaal war’cin te niet ‘gegaan of hadden ‘hun
kapitaal ‘moeten recluceeren, . lagere pachbsommeo
waren verkregen bij veipachting ‘onder ongunstige.
,ornstanidigh’ecien •-v’a,n ibij liquidatie ingegeven percee-lan,
1)
het kleinbedrijf trad weer imeex oip den voor-
‘grond en ‘het ‘bedrijf ge.r aakte allengs tot nieuwewi
bloei.
Toen in 1913 tegen het einde van ‘den dert,igja’r3’gen
pacd’u’ttermijn (1.915) opn,tierusv ‘de gwoote ivérpachtingen
moesten plaats hebben, waren echter de :Eactö’ren, wel-
ke tot de crisis van ria ’82 ‘ha’d,den geleid, weder
no-
veranderd aanwezig. Werid opnieuw puibliek tverpaoht,
zoo was een :heiihadiing derb:iistord,e te verwachten. Hoe-
wel hierop ‘de aandacht ‘genoegznia.m is ‘gevestigd en
voorstellen we.r;den gedaan ‘tot een lwijdging van het
‘vorpadhtingsstelsei, waardoor zootdrin.i,ge harihafiuing
kon worden voorkomen, – nl. door de percee’len ori-
derhands te verpachten tegen een mobiele pacht, te,
bepalen op een zeker percentage ivan ‘de bruto-op-
•bre’rugst
1) –
is het Dome.ivabestiau’r opnieuw tot pu-
Mieke ‘ver.pachtuiung
bij
opbod orvengegaan. Het gevolg,
bleef niet uit: opniellw werden ‘de pachten door ge-
Ten slotte bedroegen de ‘pachten
in
totaal niet meer
daii pl.’m.
Y,
van beit
In 1882
gebodene.
Zie ‘het Jaarverslag der Visscherij-lnspectie over
1913,
deel III, blz. 169 e.v. en
217
e.v.
gadigiden tot enorme hoogte opgedureuven, nl. van
J
230.000 tot
f
560.000. ‘Bovendien werd ook thans
door de ‘verpachting weder zeer ruw in do ‘gevestigde
toestanden ingegrepen. Het was duidelijk, dat indien
de omstandji,guheden niet zoo buitengewoon gunstig
bleven als de ‘laatste jaren, een nieunwe crisis mceist
volgen. Toen daarop het volgend jaar ‘de oorlog uit-
breuk, trad deze ‘dan ook onmi’didei],ij.k in; de omzetten
d:aald’eh sterk en de pachten konden onmogelijk wor-
den opgebracht. Reeds daudie]jk ‘moest voor het seizoen
1.91411,5 een pachtred.uct.ie
van 70 pOt. op ‘de oude,
das nog zocuveol ] agere, pacht ‘worden toegestatan.
Onder ‘den druk der oanstanidighacl’eun is toen door
eenige belan,ghebibenuden bij ‘het bedrijf ‘het in 1913
geopperde denkbeeld van ‘mobiele pacihtheffing weder
opgevat, een (gelukkige gedachte – zulks nog te meet,
waait door hen ook de weg werd aangewezen ozo deze wijze van pachtiheffing practisch uitvoe(pbaar te doeti
zijn -, die zoowel de kweekers als den Staat naar alle
waarschijnlijkheid voor groote ‘schade ‘gespaard
heeft.
1)
Duit pachtheffingsstelsel toch ‘- gepaard aan
o’nuderharsdsdhe uverpachting aan ‘de zittende pachters,
uco’r :zoorv’er zij ,,goed pachter”
zijn
gebleken., verdient voor het oesteunbed’rjf bijzonder :d,e aandacht. Dat het
stelsel van publieke verpachting ernstige nadeelen
heeft, is algemeen erkend.
2)
Moeilijker blijkt echter
de oplossing [van de ‘vraag, welk verpacuhutingssitelsel
daar dan voor in de plaats is te ‘stellen. Onderhand-
sdhe ‘ver.paclhti,ng en onderhaizdsohe continueering
deur eenmaal gesloten pachtcontracten bij afloop, waal-
neer de betrokken pachter als zoodanig blijkt te vol-
doen,
schijnt
economisch ‘zeer .aanbeivclensaandig –
zeker ook
i
voor het oestes-ibedrijf, dat zoo ruimschoots
met ‘de gevolgen van geforceerde en te hoog opge-
jaagde pachten en periodieke wisseling ivan ‘pacihters-
personeel heeft ‘kennis gemaakt, – en sluit zich aan
bij’ den geest van euvengenoeinde rapporten en ‘den
aliemeuen ‘blijkendien wensch den pachter een beter
verzekerd gebruiksrecht te waarborgen. 9 Het be-
zwaar is ‘d[aaaibij echter, idait tevens ‘een waarborg ‘dient
te worden creurkregen, dat de veur’pao.hter
bij
stijgende pachtwaarde ook een stijgende pacht zal ontvangen.
Deze waarborg kan de heffing eener mobiele pacht,
gesteld op een bepaald percentage der bruto-op-
brengst, geven; de pacht wisselt dan, naarmate de
hedrijfsopbrengs’ten wisselen en een billijke verdee-
Enig van ‘heit bedurijfsriusico tussohen p’adh ter en eige-
naar, ‘een soepeler aanpassing van pacht aan hednijfs-
omstanudigheden wordt verkregen. Voor den landbouw
stuit men ‘hier echter op het be7j’wlaar, dat geen vol-
doende contrôle ‘over ‘de bedrijfsresultaten is te ver-
krijgen, in verband met de ‘groote ver’soheidenih’ei’d der producten en, de onmogelijkheid de opbrengsten
Zie het Ïaarverslag der Visseherij-Inspectie
1915,
Deel 1, ‘blz. 68 e.v. en
140
e.v.
Zie de Rapporten en voorstellen betreffende den
econoniischen toestand der landarbeiders in Nederland, van
‘de Staatscommissie vooi- ‘den landbouw,
1912;
het verslag valt de Staatscpmmissie voor liet Pacht-
vraagstuk, ‘Deel
1, 1920;
het Rapport der Commissie tot bestudeering van het
Pachtwezen, ingesteld door het Centraal ‘Bestuur van den
Nederla,n’dsehen Tuinbouwrand,
1920;
dit laatste ‘wenscht
zelfs een wettelijk’verbod van publieke verpachtin.g bij op-bod of inschrijving.
‘) Reeds wordt deze verpachtin.gspolitiek gevolgd ten
aanzien van de onder .de Directie van den Landbouw res-
sorteeren’de La’ndbou’wdomeinen. Terwijl voor beide Do-
meinen in aasu hetzelfde geldt, wordt echter voor ‘het vis-
scherij-domei.n i’n Zeeland ‘en trouwens evenzeer voor ‘de ‘meeste Staatswateren elders, ressorteerend onder ‘het De-
partement van Finwncibn, nog steeds het publiek ver.pach-
tingtstelsel geh’andliaafd. Vermelding verdient voorts nog
de in’ evengenoemd Rapport van de Staatscommissie voor
den Landbouw gedane aanbeveling, dat de publiekrechte-
ljke en zedelijke lichamen het goede voorbeeld zouden
geven en onderhands verpachten; evenzoo’ de bij de
A’rmenwet van
1912
geopende gelegenheid voor de Arm-
besturen ‘tot onderhancische verpachting.
2 November 1921
ECONOMISCH-STATITÎSCHE BERICHTEN
947
daarvan, voldoende vast te stellen. Voor het oester-
bd,rijf geldt dit bezwaar in veel minder mate, daar
hier slechts één product aan de markt komt en cie prac-tisebe uitvoerbaarheid van het mobiele pachtatelsel hier
gemakkelijk wordt verhoogd door de instelling van een
centraal verkoopsorgaan, uit weiks administratie de
opbrengst van de productie der leden-pachters kan
vorjden gecoutroleerd. Overigens is, in verband met
de bepeikthei4 van thet ‘bedrijf en de éénsoortighei’d
van thet product, ook zonder ‘algheeie centraliseeiing
van den verkoop wellicht een voldoende contrôle van
boekhoudiiiá en bedrijf in casu denkbaar te achten;
echter blijft centraliseering, zooveel mogelijk, van dan
verkoop toch de eenvoudigste weg. Ondea’liandsehe
verpachting en pachtverlenginzg, m’ohieie pacht en zoo
mogelijk ook centralisesring ‘van den ver’koo en on-
derlinge aaneensluitinig d
er
pachters tot vaststeili’njg
der prijzen, in onderling verband saanenwerkenjde, zijn
dan ook de aanigewaien .mi4delen om de Zeeuwsohe
oestercultuur tot een economisch gezond, stabiel be-
drijf tte maken; op ‘deze wijze cal liet ook wogaiijk zijn
een einide te maken aan tde gieb’iiiiilcelijke scdienpe
mi-
derlingo concurrentie. Het belang van den consument
kan in casu, wasu het een ziniver hixe-ar’tiikel betreft,
dat huiten’dffsu grootendeels wordt uitgevoerd, tegen
prijsregeling geen ‘bezwaar opleveren; de eenijgê; die
overigens van het op-prijs-houden der oesters schade
zou ‘kunnen lijden, is cie
–
‘veelail buiteinlandisohe
–
tussohenhandelaaa, die steds ‘ieer van de ,,’helluirn
omnium contra omnies” ‘der Zeeuwsche oesçbeiikwee-
kers heeft geprofiteerd.
i)
Niet alleen de welvaart van
heb bedrijf wordt op deze wijze door ‘de gelukkige wis-
selwerldmg van genoemde factoren zSer bevordnvcl,
ok de Staat-verpahter
.
ondeiwmndt als deeiercde in
die welivaert, daarvan de baat.
Deze denkbeelden, in 1915 ‘door eenige belangheb-
benden ‘weder opgevat, vonden ingang bij den toen-
maligen Minister van Financiën, Mr.
M.
W. F.
Treub, die zijn steun daaraan verleende en bepaalde, clait ibij wijze van proef aanvankelijk ‘voor zes jaar,
voor hen, ‘die tot eene op te richten Coöperatieve Ver-
eenigng, die ziclh met den geceutralis.eenden ‘verkoop
zou belasten, zouden toetreden, de te betalen ‘pacht-
som so’u bestaan in ‘een evenredig deel rvan de bruto-oîpbiengs,t hunner p:erceelen, zooals ‘deze uit de boe-
ken
der Vereeniging .zouid:en
zijn
te controleeren; dit
percentage werd ‘bepaald op 20 pOt. Daarop ‘kwam den
23en November 1915 de Coöperatieve Vereenig’ing
,,Oen’tiaal Bureau voor den Verkoop van Zeeuwsohe
oesters”, gevestigd te Yerseie, tot stand. Daarbij is
Minister Treujb’s ‘denkb’eel,cl, om ‘de pachters
–
door
hen bij ni’et-toetredii;ng geen paohtrnductie toe te
staan
–
tot toetreding te breflgen; door zijn opvolger,
Minister Van Gijn, niet orverigenom’en, hetgeen
?ciuinister Treuib in ‘zijn werk ,,Oorlogstij’d” de vrees
deed uitspreken, dat ‘hierdoor de Coöperatie gevaar 7,o7ü loopen. ) Inderdaad is
.
de Coöperatie, zooals
hierna zal blijken, in ernstige moeilijkheden geraakt.
Intusschen ha’d de proefneming gedurendé de oor-
logsjaren succes. Terwijl Duitschlan’d aanvankelijk
den invoer verbood, wist de Coöperatie opheffing van
dit verbod te bewerken en verkreeg zij van de Algimex
den alleeninvoer van oesters in Duitschiand en I3el-
gië; het bedrijf kon, zij het niet moeite, op de been
blijven en den Staat konden ‘dooi de leden der
Coöperatie nog vrij aanzienlijke bedragen aan pacht
worden afgedragen. ‘(Voor seizoen 1916117
f
86.000,—,
1917118 f.203.000,—, 1918119
f
199.000,—).
In 1918 is dan ook, na gunstig advies van het
Zeeuwsche Visscherijbestuur, dat het mobiele pacht-
stelsel voor den Staat voordeeliger achtte, door den
Minister van Financiën toegestaan, dat ten aanzien
van de leden der Coöperatie tot het ‘einde van ded
Uiteraard is echter ‘de kans groot, lat hij zijn hoo-
gere iakoopsprijzen eenvoudig op den consument verhaalt.
Zie noot
2)
op blz. 10.
Mr: M: W. F. Treub,,Oorlogstijd”, Nz.
301
e.v.
loopenden pachttermijn, d.i. tot 1945, de mobiele
pacht wordt gecontinueerd.
Sedert echter, nd het sluiten van den wapenstil-
stand, de invoer naar België vrij kwam en die naar
Duitschland ernstige moeilijkheden ging onderVin-
den, is het feit, ‘dat indertijd een kleine groep oester-kweekers buiten de Ooöperatie is gebleven, haar be-
staan ernstig gaan bedreigen. Weliswaar is hun aan-
tal en beteekenis vrij gering ‘(in 1915 een 35-tal niet-
leden met een jaarlijksche pacht (1915) van rui.m
f
49.000,—, benevens eenige ‘pachters van particu-
liere gronden, tegen ongeveer 125 leden met een
pacht (1915) van ‘ruim
f
510.000,—); echter verke-
ren zij juist dôér het bestinn der Coöperatie in een
zeer gunstige positie. Terwijl hun eigen productie be-
trekkelijk klein is, worden zij door den handel, die
uiteraard de Coöperatie zooveel ‘mogelijk tegenwerkt,
zeer begunstigd; het gvoig is, dat zij hun geheele
productie kunnen afzetten, zoodat hun exploitatie-
kosten ook over. ‘hun geheele productie kunnen wor-den omgeslagen; zoodoende k
unnen
zij hun prijen
lager stellen dan de Ooöperatie, die. onder de uit-
voermoeilijkheden sinds 1918 slechts een deel van de
productie harer leden kan ‘omzetten. Op deze wijze
en doordien zij zich clandestien van leden der Coöpe-
ratie, die in moeilijkheden verkeerden, belangrijke
partijen wisten te verwerven, ) hebben de niet-leden
een onevenredig groot .4eel van den afzet aan zich
weten te trekken (seizoen ‘18119 26 pOt., seizoen ‘19120
61 pOt., seizoen ‘20121 46 pOt.). Zoo parasiteeren zij
feitelijk op de Coöperatie, want, bestond ‘deze niet,
zoo zouden allen weder, als vanouds, tegen allen moe-
ten concurreeren en zouden zij in geen geval een zoo
onevenredig groot aandeel van den omzet zich be-
machtigen. Het is duidelijk, dat onder deze omstan-
digheden de positie der Coöperatie zeér moeilijk werd.
Het gevaar bestond echter, dat met haar tenietgaai
ook weder tot het oude pachtitelsel en de oude con-
currentie-toestanden zou moeten worden teruggekeerd.
Ten einde dit te vermijden, beslodt de Regeering
ten slotte aan de ‘bevoorrechte positie van ‘de nut-
leden een einde te maken. De ,,dwang om in te gaan”
werd ook thans niet gekozen, doch bij Koninklijk Be-
sluit van den 26en llfaart 1920 (St.bl. No. 126) werd
hun door eene aanvulling van het Zeeu’w’schè-Stroo men-Visscherij-regleme.nt de verplichting opgelegd, de ‘door hen verhandelde oesters door tusschenkoinst
va’n de Coöperatie ‘af te leveren en wat betreft prijs, sôrteering en voor den verkoop toegelaten deel rvan den aanwezigen voorraad te voldoen aan de voor de
leden der Ooöperatie gestelde voorwaarden. Beinach-
tiging van een onevenredig ‘deel van ‘den omzet zou
derhalve voortaan onmoeljk zijn, daar alle verzen-
ding buiten de Ooöperatie om thans verboden ,was:
Onder ‘deze onistandigheded begon het seizoen 1920/21.
Tegen ‘dezen maatregel stak een ‘storm van veront-
waardisga.op. Niet-leden, t’usschenhan,delaars, ‘voorts
~
alle pachters, die in 1913 niet naar weusch hebben
kunnen pachten en speculanten, die op een crisis
lio_opten, ‘waardoor perceelen zouden worden ingege-
ven en rz
ij
verwachtten aan ‘de beurt te komen, kortom
allen, die er belang ibij meenden te hebben dnafhan-
kelij’k van de Ooöpera’tcie te blijven, of haar te zien
tenietgaan, kwamen in het geweer en,
–
meer
gezien verschijnsel
–
onder ‘de ‘aan der vrijheid trok
men op voor het heilig recht om in troebel iwater te
vissehen. Een krachtige actie, die blijkbaar over han-
dige leiding ‘beschikte, werd op ‘tuf gezet, de pers
werd ‘bewerkt, ook in het buiitencl’ain,d, en met de Jeu
zen ,,vrjlieidcvan bedrijf” en ,,wëg met de trust” weiicl
did strijd tegen cie Coöperatie tingeet. Daarbij wencI
gebruik gemaakt ‘ven ‘de omstandigheid, dat ‘de crisis-
‘)
Dergelijke nondlottige praktijken, welke de moei-
lijkheden voor ‘de Coöperatie en daarmede weder ‘ciie voor
hare leden slechts verergerden, ‘hebben ook den Staat
groet inadeel gedaan, daar over deze clandestien verkochte
jartijen geen pacht is betaald.
948
ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN
2 November 1921
omstarsdiiigtheden idie fdiixecte aaiul•aiciin,g tot de stichting
der Coöperal2ie hadden gegeven. Men stielde liet nu
voor alsof liet hier een cidnis-lichaam gold, dat zich,
nu geregelde toestanden weder intraden, ten nadeele
van liet ‘kleinbedrijf en ten ibate van cie aangesloten
groo’tie oald!eanezniingein, wilde hanidihayen, terwijl er
feijtelijik geen ibestaarisroden meer ‘voor was.
Deze voorstellingen waren onjuist. Immers, de oor-log was slechts de meer idiiizecte aanleiidinig voor de
crisis in liet oester
j
bed.ijf geweest; was de o:rlog er
niet igeweest, tde crisis soni bij jde opgeschroefde pacih-
tien van 1915 toch rvaoeg of laat gekomen si.jn en
evenzeer had men dan moeten grijpen naar de meest
voor •de hand liggende ‘middelen: mobiele pacht en
coöperatie. Niet de oorlog van 1914, maar liet yerwei’-
p:eljk pachts’tielael, ‘dateerenid van 1870, was de woritel
van liet ‘kwaad; niet als mii4del om den oorlog made
door te komen, maas’ als middel om ‘definitief tot
diujursaaim gezonidere pacht-toestanden te komen, heeft
de Ooöporatiie haar groote beteekenis.
1)
Ook de even-
aangehaalde leuzen iverliezen bij ‘eemzige nadere be-
sehouwing veel ‘van haar bekorinig. Wat ide vrijheid
van tbedrjf ibetreft, liet oesteaboda’ijf ‘heeft daaiwan
r(ujniscihoots genoten; na al hetgeen needs omtrent
liet publiek •v’erpahtmiicigsstelse.l is geklaagd, behoeft
hier wel niet nader de wensohelijklieiid te worden uit-
eengezet tilians ook çvoor de sdsscherij-idomeiinen, even-
als voor de landbouw-domeinen, ‘het laissez faire te
verlaten en een verpachtingspoditiek te volgen, welke
doelbewust gerih’t is op liet verkrijgen van een blij-
vend en deskundig pachterspersoneel; wie daarbij
klaagt over mon
L
GpoJázeeriiig, klaagt over liet natuur-
lijk en na qe
l
comaal door geen pachtstelel te veran-
deren feit, dat de beschikbare gronden beperkt zijn.
Ook ide toestand van ongebreidelde onderlinge con-
currentie – zij moge ‘dan als ,,bellum omniu’m contra
olnines” voor sommige dogniatiici als ,,toestand van
natuurlijke vrijheid” een zekere bekorrting ‘hebben -,
schijnt voor iden producent niet aabvielenswaaiidiig.
Wat ten slotte het ,,trustgavar” betref t, ook ‘bier
moet men verder zien dan den naam alleen, diie trou-
wen onjuist is, daar van een eigenlijke trust geen
sprake is en alleen ‘de ‘verkoop der productie van de
leden wordt overgenomen; alleen voor clan – verre-
weg in de meeste gevallen bui’teulandschen — consu-
ment van dit zuiver luxe-artikel en wellicht ook voor
den -. veelal buitenlan.dschen – tusschenhandelaar,
brengt de Coöperatiie mogelijk nadeel.
2)
Stelt men
daartegenover het belang van een algemeene welvaa;t
in het onderwerpe]ijke ‘bedrijf, zoo kan ook het ,,trust-
gevaar” in casu bezwaarlijk ernstig wegen.
Men vergete bij ‘dit alles.. bovendien niet, dat de Regeerinig bij alle maatregelen ten aanzien van de
Ooöperatie deze uiteraard steeds geheel als
middel
beschouwde om in het ‘algemeen belang de toepas
sing van het stelsel van mobiele pachtheffiug moge-
lijk te maken, nimmer als doel op zichzelf. Dit in
het algemeen al niet, omdat de overweging, ‘dat deze
organistiie tevens prij’sregeling mogelijk maakte –
hoe gelukkige bijkomende omstandigheid dit m’ocht
zijn en hoe wel ordedigbaar het ook moge zijn, ‘dat
een grondeigenaar zijn pachters een dergelijkç samen-
Het verdient de aandacht, ‘dat dok Minister Treub –
,,Oorlogstijd”,
.blz. 302 –
van overtuiging is, dat ,,cle
zaak…, op den duur ook voor het Rijk als eigenaar d’er
oesterperceelen van groote beteekeniis
‘Uiteraard echter is de kans op geringere winsten voor
den handel vrij gering, daar zij eenvoudig haar hoogere
inkoopsprijzen op den consument verhaalt. Als curiositeit
zij nog vermeld het feit, dat eenige bekende Amsterdam-
sche vischhandelaren per advertentie het vorig jaar Sep-
tember in ,,De Telegraaf” lieten bekendmaken, dat zij
,,wegens de hooge inkoopsprijzen” genoodzaakt waren den
prijs ‘der oesters te verhoogen tot
15
cent per stuk, zulks
terwijl, onder den druk d’er uitvoermoeiljkheden ‘de gemid-
delde oester’prijs in 1920
‘niet meer bedroeg dan pl.m.
f
32,-
per
1000
stuks, d.i. ongeveer de gemiddelde prijs ‘van ‘de
laatste jaren vÖÖr iden oorlog.
werking in het gezamenlijk belang van allen voor-
schrijft -, op zichzelf ‘bezwaarlijk aanleiding zou
kunnen geweest zijn om langs publiekrechtel’ijlcen weg
tot ‘dan Coöperatieven vorm te dringen. ‘Een dergelijke
dwang. op dergeljken grond zou toch zeker niet in
overeenstemming zijn geweest met het ‘door de huidige
Regeering na de ‘oorlogsjaren ingenomen standpunt ten
aanzien van de ‘o’verheidsinmenging in bedrjfsvrjheid’
en prijspolitiek; bovendien blijkt uit ‘de bovengeschetste
maatregelen zelf, hoe blijkbaar schoorvoetend de Re-
geering er toe overging (zoowel in 1915 als in 1918)
eenigen ‘d’wang uit te ‘oefenen, hoezeer men bepaalde-
lijk dwang tot ‘toetreding wenschte to vermijden en
hoe men vooral tot niet meer wilde ‘dringen, ‘dan tot •hètgeen onvermijdelijk noodig scheen. Nog minder
zat uiteraard ‘de ‘bedoeling, dat bepa’aldelijk ‘dèze
Ooöperatie eenig monopolie moest verkrijgen, voor;
‘door tusschenkomst van welke organisatie mobiele
pachtheffing mogelijk kon worden gemaakt, kon ‘de Regeering onverschillig laten. Het verdient dan ‘ook
de aandacht, ‘dat de nieuwe maatregel van 1920 vol-
doende ruimte liet t’ot een optreden van meerdere
Ooöperaties en het lijdt ook niet den minsten twijfel,
dat indien de niet-leden zich een orgaan tot contro-
leerbare aflevering hu’nner ‘oesters hadden ‘geschapen,
hetwelk tot bevordering van een afzet evenredig aan
ieders productie had kunnen medewerken, ook deze
organisatie door den Minister van Landbouw
.
tot ‘de
aflevering van Zeeuwsche oosters zou zijn aange-
wezen.
‘ 1
Hoe het echter ook zij, de voorstanders der oude
toestanden kunnen voorloopig tevreden zijn; ‘bij het
in. de oesterwereld békende ‘arrest van den Hoogen
Raad van den 21en Maart 1921 werd het ‘artikel van
het Vi,sscherijreglem.ent, wairop ‘de bestreden dwang-
maatregel ‘borustte, onverbindend verklaard; sinds-
d’ien zijn geen verdere stappen ‘van Regeeringswege
gedaan en is het
bedrijf
der niet-leden’ ongestoord
kunnen voortgaan; ‘de positie der Coöperatie is daar-
door uiteraard er niet ‘op verbeterd. J.
c.
J. v. S.
DE ,,FIGHT THE FAMINE” CONFERENTIE
TE LONDEN.
Op 11 October en volgende dagen is te Londen ‘de
derde conferentie gehouden van de organisatie, die
den langadem’igen naam draagt van ,,Fig.ht the Fa-
mme Couneil for economie reconstruction”.
De ,,Fight the’ Famine Council”, zooals aanvanke-
lijk de ‘naam luidde, dankt zijn ‘ontstaan aan de in-
ternationale beweging tot huipverleening aan het
hehgeren’de Weenen in 1919. Een ‘eerste conferentie,
waaraan o.a. een uiteenzetting van onzen landgenoot
Wenckebaeh werd voorgelegd, werd gehouden i’n No-
vember 1919. Een tweede conferentie volgde in. 1920,
ditmaal aangekondigd als een internationale economi-
sche conferentie, bijeengeroepen door den ,,Fight the
Famine Oouncil”. Het terrein vn discussie was dien-.
overeenkomstig verbreed. Tran’sportvragen, finan-‘
cieele maitregelen, ‘de herziening ‘der vredesverdragen
stonden op den voorgrond.
De thans gehouden conferentie droeg wederom een
ander karakter. Zij ging uit, niet alleen van. den ,,F.
the F. Coundil for’ economie reeonstructio’n”, gelijk
de naam thans luidt, doch ook van de Engelsche
,,Peace Society”, en werd ‘aldus tot een gezamenlijk
openbaar getuigenis van ‘de verschillende groepen in
de Engelsche samenleving, d’ie. zich een herstel van
Europa op andere geestelijke en economische grond-
slagen dan die, welke in de versbillende vredestrac-
taten van de voorsteden van .Frankrijks hoofdstad zijn
neergelegd, voor oogen stellen.
Buitengewoon leerrjk voor den vreemdeling, die
zich van deze stroomingen in de Engelsche ‘metropolis
een beeld wil vormen, moest de conferentie hierdoor
verliezen aan direct practisch resultaat. In plaats van
een discussie ‘op te leveren met positieve conclusies over vastomlijnde vraagstukken werden de redevoe-
2 November 1921
1
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
949′
ringen, hoe uitnemend van inhdu’d, tot ‘evenzoovle af-
zonderlijke getuigenissen, welke, in ruimer kring wel-
licht niet zonder uitwerking zouden zijn gebleven,
doch thans in hoofdzaak gericht werden tot een wel
zeer talrijk gehoor, doch een, dat bekeering niet meer
van noode had. Ook de pers toonde slechts vopr een
deel belangstelling. Terwijl de ,,Manchoster Guardian”
een uitvoerig verslag gaf van iedere zitting, werd in
de ,,Times” met geen woord vaxi de conferentie mel-
ding gemaakt.
De Engelsche groepen, die elkander op deze confe-
rentie vonden – de deelneming uit’ het buitenland
was naar verhouding betrekkelijk gering – bestonden
in de .eerste plaats uit een aantal voormennen uit de
Engélsche kerkelijke wereld, dan uit economisten, als
J. M. Keynes, Sir GeoTge Paish, J. A. Hobson o.a.,
uit een breede groep intellectueelen van ‘goeden *11,
omvattende behalve mannen als prof. Gilbert Murray, publicisten als Norman Angell, E. D. Morel en Brails-ford, en ten slotte uit verschillende leiders der Labour
Party, Arthur Hen’derson, Rarnsay MacDonald e.a.
Bij dezen opzet van de conferentie ligt het v’Qor de
hand, dat slechts een deel van de vergaderingen aan economische vraagstukken was gewijd. Uitvoerig is
o.’a. gesproken over de vraag, welke beteekenis in dit
tijdsgewricht aan den godsdienst toekomt, waarbij in
het bijzonder een redevoering van den bekenden Dean
of St. Paul’s, Dean Inge, aandacht verdiende; breed
gezien waren de beschouwingen door den historicus
G. P. Gooch aan het beginsel van nationaliteit ge-
wijd, fijn-ironisch en scherp de beschouwingen van
Gilbert Murray, naast Lord Robert Cecil vertegen-
wonrdier van Zuid-Afrika op de jongste vergadering
van ‘den Volkenbon.d, over ‘de behandeling ‘op ‘die ver-
gadering aan het ontwaeningsvraagstuk ten deel ge-
vallen. Veel aandacht had’ ook een uitvoerige uiteen-
zetting van Krassin over ‘den huidigen hongersnood in
Rusland en de houding der Sovietregeering ten op-
zichte van de grootsche pogingen tot huipverleening
onder Nansen en Hoover. Op een en ander zal hier
niet worden ingegaan. De economische beschouwingen in engerén zin be-
wogen zich, zooals te
begrijpen
was op het gebied van
‘de huidige wereldm’alaise, het werklooshei’dsvraagstuk
en het nauw hiermede samenhangende vraagstuk der
schadevergoedingen. De uittiemende redevoeringen
van Hobson, Keynes en Sir George Paish, om slechts
deze te noemen, mogen weinig nieuws hebben, ‘ge-
bracht, hunne beteekenis lag in het feit, dat zij op-
nieuw aantoonden, wat de wezenlijke oorzaken van den
huidi’gen toestand zijn, en waar naitsdien alleen, met
kan’s op succes, kan worden ingegrepen. Hoe lapmid-
delen, gelijk thans door Lloyd George voorgesteld,
misschien in een volgzaam parlement eenig oratorisch
succes kunnen hebben, doch in werkelijkheid zonder
resultaat moeten blijven, omdat zij de oorzaak van ‘het kwaad onaangetast laten.
Het meest positief in zijn uitingen •was de heer
Keynes. Zijn uitgangspunt was, dat bij ‘onze moderne
economische organisatie, iedere shadevergoeding,
welke niet besta’at in en zich beperkt tot direct her-
stel van wat boven het ii’ormale verbruik door den
oorlog’ vernietigd is, het ontvangende lad vermoede-lijk meer schade doet dan den betaler. Keynes ziet in dit feit, dat voor ieder, die de industrieele toestanden in de beter gesitueerde landen van Europa gadeslaat,
duidelijk moet wezen, een nieuw en krachtig argument
voor zijn oude stelling, dat de vergoedingsplicht be-
perkt moet blijven tot het directe materieele oorlogs-
nadeel. Als zoodanig is thans practisch nog slechts
over het verwoeste gebied in Noord-Frankrijk: drie
honderdduizend geheel vernielde huizen, evenzooveel
half vernielde, het herstel van een ‘aantal wegen,
kanalen, fabrieken, mijnbedrijven etc. Frankrijk’s
bouwbedrijven, wier omvang en aantal arbeiders
samenhangen met de normale bouwbehoefte van het
land, zullen door het herstel van dit abnormaal ver-
lies geen ‘schade lijden. Herstel in natura door Duit-
sche arbeiders desnoods nominaal in den vorm van
betaling eener geldsom, die voor dit doel wordt aan-
gewend en Duitsche werkkrachten kan aantrekken, is
rechtvaardig en tegelijk economisch juist. Schadever-
goeding, gelijk thans van Duitschlan’d wordt geëischt,
kan slechts betaald worden door verkoop in het bui-
tenland van goederen beneden de markt en ten koste
van een ontwricht betalingsverkeer en ontwrichte wis-
selkoersen, welke op hun beurt dezen verkoop beneden
de markt mogelijk maken. Tusschen de werkloosheid
in Engeland en den schadevergoedingsplicht van
Duitschland bestaat het meest directe verband. En-
geland zal in zijn eigen belang, van vrijwel alle scha-
devergoeding hebben af te zien. De overeenkomst van
Loncheur en Rathenau met haar in Engeland zou
bestreden voorrang aan Frankrijk, bevat het juiste
beginsel.
Aldus in het kort het standpunt van Keynes. In
cijfers uitgedrukt kan de wederopbouw ‘der 300.000
vernielde huizen op £ 300 millioen worden geschat,
het herstel der. even zoovele beschadigde ‘huizen op half
zooveel, terwijl dan nog ‘wellicht een tweede helft
noodig zal zijn voor de overige werkzaamheden. In
totaal dus een hoeveelheid materiaal en arbeid, welke
op £ 600.000.000 is te stellen, m.a.w. het bedrag, dat
Duitschland thans in ‘de eerste drie of vier jaren zal
hebben te betaleji.
Het spreekt vanzelf, dat een ‘dergelijk standpunt
voor Frankrijk slechts acceptabel is, wanneër tegelijk
door de schulden aan Amerika een streep wordt ge-
haald. Ten slotte staat Amerika tegenover Europa
ebhter voor precies dezelfde moeilijkheid als de
Entente tegenover Duitschland. Reeds thans, nu Ame-
rika zelfs geen enkel rentebedrag int, lijdt het land
onder de directe gevolgen van zijn gestegen econo-
misch vermogen. Inning op eenigszins ,groote sch’aal
zou geljkstaan met toeneming van het reeds bijna op
6 millioen staand aantal werklozen. Ook Amerika’s
wezenlijk belang is in de eerste plaats versterking van
zijn afnemers. –
Key’nes heeft met zijn hierboven ‘op zeer vrije wijze
weergegeven betoog ongetwijfeld uiting gegeven aan
een inzicht, dat bezig is in vele kringen door te drin-
gen.
Zullen
‘deze vragen nog in Washington ter
sprake komen? Een feit is, dat in Amerika deze pro-
blemen thans aan de orde van den dag zijn. Veel aan-
dacht heeft daar te lande b.v. gevonden een verleden
week ‘door den heer MacKenna te Washington ge-
houden redevoering, waarin hij ronduit voor het be-
ginsel van schrapping van ‘alle inter-geallieerde schuld
opkwam. ,,Wij in Engeland verliezen thans door onze
2 millioen werkloozen in é6n jaar meer aan waarde,
dan wij gedurende de geheele periode van 30 jaar aan
totale schadevergoeding ‘ooit van de Duitschers zullen
krijgen.”
De Fight the Famine Conferentie heeft ‘ongetwij-
feld ertoe bijgedragen in de kringen, ‘die zich aan haar
verwant gevoelden, het juiste ‘inzicht in ‘den huidigen
eoonomisc’hen toestand en de middelen, ‘welke tot ver-
betering kunnen leiden, te versterken. De vreemde
deelnemers hebben daarnaast een gelegenheid bij uit-
stek gehad om met vertegenwoordigers van ‘de boven-
-genoemde groepen uit de Engelsche samenleving in
pr’rsoonljjke relatie te treden. De ‘buitengewone gast-
vrijheid hierbij ondervonden zullen zij dankbaar blij-
ven gedenken.
‘
B.
ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE
BEDRIJFSORGANISA TIE.
Naar aanleiding van de door de Vereeniging voor
d’e ‘Staathuishoudkunde en d’e Statistiek voor dit jaar
aan ‘de orde gestelde vraagpunten nopens de al d’an
niet wenschelijkheid van publiekrechtelijke bedrijfs
organisatie en de ter ‘zake verschenen prae-adviezen,
heeft Mr. Dr. A. A. van Rhijn in het Septem’bernum-
mer van ,,Sociale Voorzorg” onder den titel ,,Maat..
schappelijke Bedrijfsorganisatie” een ‘artikel geschre-
950
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 November 1921
ven, waarvan een belangrijk ideel gewijd is aan be-
strijding van het prae-advies, dat ik de eer had uit
te brengen. Met onverdeelde belangstelling heb ik van
het betoog van Mr. van Rhijn ken-nisgenomen. Waar
echter mijn hoop, dat ‘de schrijver aan het debat ter
vergadering in Utrecht• zou deelnemen, niet verwe-zenlijkt is, roep ik de gastvrijheid in van de veel ge-
lezen ,,Economisch Statistische Berichten”, ‘ten einde langs dezen weg ‘van repliek ‘te- dienen. Het stuk van
den geachten schrijver heeft mij in geen egkel opzicht
van de onjuistheid mijner bestrijding van het door
hem bepleite en tot zekere hoogte gerepresenteerde
bedrijfssysteem overtuigd. Onverzwakt handha-af ik
het in mijn p-rae-advies -tegen de dusgenaamde maat-
schappelijke bedrijf-sorganisatie aangevoerde. En wel
-om de volgende redenen.
De heer Van Rhijn begint met een vergelijkend
exposé van de drie kapitalistische stelsels van
bliekrechtelijke) bedrijfsorganisatie. Het is begrijpe-
lijk, .dat bij die vergelijking de maatschappelijke be-.
drijfsorganisatie er verreweg het best efkomt. Met
name constateert de schrijver .tu-sschen de economische
van prof. Veraa.rt en :de door hemzelf voorgestane een
belangrijk verschil.
1)
Waarin dit-bestaat? Met de eigen
woorden van den schrijver hierin: ,,Wil de Economi-
sche Bedrijfsorganisatie
-altijd
bindende tarieven,
welke :zoo hoog, mogelijk moeten worden opgevoerd,
de Maatschappelijke Bedrijfsor-ganisatie verlangt
slechts een bindend prijstarief, wanneer zulks noodig
i.s ‘om het bdrjf uit’ zijn ‘kwijnenden toestand op ‘te
heffen en wil daarbij aan ‘de gemiddelde inrichting
slechts een
redelijke
2)
belooning waarb(>rgen.” Dit
zou zeer belangrijke gevolgen hebben met opzicht tot
-den consument: ,,Past bij de E. B. de inmenging van
den ‘verbruiker niet in het stelsel, bij de M. B. heeft,
hij een belangrijke taak, nl. te controleeren of het
prijstarief -iixderdaad op een
redelijke
2)
basis is ge-
vestigd.” Tegenover de ,,maxim-ale waardeering” -uit
-de E. B. van prof. Veraart schijnt hier inderdaad een
verzachting te worden aangebracht. Doch- bij nader
toezien blijkt die verzach’ting slechts ,,gr-aue Theorie”,
en is
practisch
bier alles lood om oud ijzer. Wie
maken uit, of het bedrijf in kwijnenden ‘toestand ver-
keert? De producenten! Wie stellen, wanneer aldus
het feit der kwijnin-g is geconstateerd, de tarieven
vast in •dier voege, dat ‘der gemiddelde inrichting
een redelijke belooning wordt gewaarborgd? De pro-
ducenten! Wie legt aan het waarde-oordeel nopens
de redelijkheid der beloon-ing -den maatstaf aan? De
producenten! Neen, zegt Mr. van Rhijn, het consu-
mentenbelan,g zal in -de prijspolitiek een woordje mee-
spreken, door middel van consumentenraden en
straks van prijsraden, daarbij geholpen -door de Over-
heid. Laat er een deugdelijke Organisatie, waarin het
verbruikersbelang tot zijn recht -kan ‘komen, tot stand
zijn gebracht, dan vraag ik nôg: is daarmede de anti
these uit de wereld? Zal de -strijd ‘door het wonder der
o
rga
n
i
sa
ti
e
-omslaan- in solidariteit? E.n oo neen: bij
wie zal dan in ‘dien prijsraad het zwaartepunt liggen?
In -dit geval, dus -bij blijvende tegenstelling, ware een
gelijkheid van machtsverhou-din-g ‘synoniem met stag-
natie. Rest de -deus ex machi’n-a, ‘de alwetende en zeer
deskundige Overheid, die den Gordiaanschen knoop
ten publieken nutte -zal doorhakken. Neen, zegt -we-
derom -de ‘heer Van Rhijn, -z-oover zal het niet behoe-ven -te komen, -al -hebben d’ie organisatorische instan-
ties ‘haar nut, want – en nu krijgen -we het preven-
tieve wonder ‘der M. B. -, de verbruiker is solidair,
•
en zoo hij -zich -mocht verstout-en ‘dit nog niet te zijn,
-dan
wordt
hij het toch in de leerschool, die -de M.
–
B.
voor hem opent.
Maar waarin bestaat dan toch die hoog.st
-eigen-
aardige -solidariteit van den ‘verbruiker, -die hem ‘van
het voordeel der concurrentie doet afzien en in een
prijstari-ef -doet treden, dat hem duurder komt te
‘) Tap. blz. 571.
2)
Ik cursveer.
st-aan
2
Het is duidelijk, :dat ‘hier van den verbruiker
wordtverlangd en verwacht, -dat hij zal handelen
teg –
en zijn direct economisch belang in.
Hij
is soli-
dair, dus -betaalt ‘hij voor een zaak ‘liever
f 10,—
dan
b.v.
f 8,—,
wanneer eerst ‘bij .den prj-s van
f 10,-
het ,,redelijk” -bestaan aanvangt der mid-delmatig toe-
geruste ‘ondernemingen. Dit is geen eQon-omie meer,
doch -ethiek. En -de -solidariteit is niet eèn economi-
sche doch een ethische. Van
econ-om.isch.
standpunt is
er de meest ‘krasse ‘belangen-tegenstelling op -het s-tlik
der prijspolitiek, niet alleen -in de E. B., maar wel
degelijk 66k in -de M. B. En waar ik op blz. 77 ‘van
mijn pr-ae-ad’vies vroeg, ‘of de afnemers -liever min-der
of meer -betalen, werd natuurlijk alleen de economi-
sche solidariteit getoetst. Wij weten nu, da-t de econo-
mische ‘antthese- zich zal moeten oplossen in een
ethische synthese, waarbij -alleen- de
cons’unzent
‘veeren –
-zal moeten laten.
Hij
‘heeft zich te -offeren ‘en moet
nog solidair zijn bovendien. Dergelijke ethische soli-
dariteit -is voor den consument even duur als voor
-den producent
(mcl.
den arbeider) goedkoop. Mr.
van Rhijn zegt, dat ik niet
–
het juiste criterium heb
gebezigd, toen ik bovengenoemde vraag s-telde: ,,Het
gaat er -alleen -om of de consument zelf niet m-oet
toestemmen, -dat het niet -aangaat, -da-t hij bij voort-
during een product kan koopen, dat ten koste van het menschwaardig bestaan van den producent- is voort-
gebracht. En dat zal de verbruiker moeten tôe-
geven, ook -al -moet hij dan wat -meer ‘betalen.” Of de
consument dit moet-toegeven, is een ethische quaes-
tie. En het is- -ook een ethische vraag, ‘of ‘het zedeli,jk
gerechtvaardigd is, – dat de ôaoutchouc-formule
,,-menschwaar-dig bestaan”, die niets -dan -appreciaties
bevat; ‘hem op een op geld waardeerbaar offer mag
te staan komen. De economie heeft daar -niets mede
te maken, aller-minst wanneer het erm gaat het
samengaan -of strijden van belangen te onderzoeken.
De solidariteit van -arbeid en kapitaal wordt door de
E. B. èn door de M. B. op
economischen
-bodem gé- –
gron
d
ves
t
:
het tarief. En- -de verscherpte -tegenstel-
ling tot -de verbruikers, die natuurlijk 66k economisch
is, wordt in een wolk van ethica -opgelost. Dit is de
methode, die l’icha-ajmsziekten door -gebed wil genezen.
– Maar nu vraag -ik verder: waar•om -mogen -onder-
nemers en arbeider-s wèl -de voor ben v.00rdeeligste
,,markt” opzoeken en wordt ‘den verbruiker ver we-
ten, dat hij daar ter imarkt gaat, waar hij – met d-e
minste offers het grootste rendement kan -‘verkrijgen?
Geldt het commercieele -beginsel ‘alléén bij -de pro-
ductie en niet ‘bij de aanschaffing tot verbruik?
Is de omzetting van . het gêldinkomen in goe-
deren en -diensten z66 weinig nkendoen, – -dat op -dit
gebied -het ethisch beginsel zou ‘moeten prae’valeerén?
En dan nog -dit: wanneer de verbri,iikers, ondanks
den economischen belangenstrjd, tot zulk een hoog.
ethisch peil zich we-ten te verheffen, dat zij zich
ethisch solidair gevoelen met de producenten, wier
menschwaar-dig bestaan niet op ruimer productie
doch op een de concurrentie uitschakQlend- prijskartel
wordt opgetrokken: wel, dan zijn d-e menschen z-oo
van gemeenschapszin d-oortr-okkeii, dat geen enkele publiekrechteljke bedrjfsoi’ganisatie meer nood-ig is.
Daar ieder producent tevens consument is .en het con-
siunntendom zich met het menschdom dek-t, is da
het tij-ds-tip ‘aan-gebroken, dat ieder werkt uit aan-drift
voor
zijn
-naaste, dat het ‘eigenbelang als moto-‘rische
kracht is weggevallen -om plaats te maken voor weder-
zij-dsch, hulpbetoôn en -dat in, volle vrijheid non-der
eenigen uitvend-igen dwang -de hoogste welvaart
wordt verkregen. De mentaliteit, die Mr. van Rhijn
van zijn consumenten terwille van de solidariteit een dood-natuurlijke acht, is van zulk een verheveuheid,
dat
zij
‘het -einde betee,keut der ‘zakenwerel-d,-maar ook
het einde van ‘de -onvel-dragen vrucht -der M. B.
De M. B. zal slechts
bij
een -kw-ij’nen-den bedrjfs-
toestand een -bindend prijsta’rief invoeren. Wie denkt hier niet daideljk aan -protectie? En -noodzakelijk zal het tarief van ‘het bedrijf moeten -worden -aangevuld
‘!’
!’
2 November 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
951
door een (rverhôog’d) tarief van invoerrechten; wan-
neer de kwijnen’de toestand geheel of ‘ten deele op
rekening komt van de •bu’itenl’andsche ‘mededinging.
Doch ook waar deze ontbreekt, valt met zekerheid
‘te voorspellen, dat, als eenmaal de groote stap tot het
bindende tarief is gedaan, terugtreden uiterst moei-
lijk, zooat niet onmogelijk wordt. Zou men den moei-
zaam-verworven, kunstmatigen bloei zoo maar prijs-
geven? Het is er mee als met de ,,Erzieh.un’gszölle”,
die even’eens een zwakke plant tot vellen wasdom w’il-
len brengen. Is de betere toestand ingetreden, dan
raalt de volhhuishoud’ing die protectie toc’h niet
kwijt. Integendeel, zij breii’dt zich uit als een olievlek.
Wanneer het ging om iets tij’delijks, er zou niet zoo’n
drukte over behoeven ‘te worden gemaakt. Doch ‘af-
schaffing ‘van ‘het tarief, dat het concurreeren in de prijzen verving, beteakent herleving der concurren-tie, prijsgevin’g van het ‘kartel, zoodat, voor zoover
van de’ M. B. afhangt, het bindende tarief, dat uit
hoofde van den’ kwijnenden toestnd werd ingevoerd,
bestendigd zal blijven, onverschillig lof voortaan zon-
‘der dien steun ‘het bedrijf zal kunnen bloeien ‘of niet.
In mijn prae-a’dvies ‘heb ik gewezen op den ver-
doovenden invloed, idie van het tarief uitgaat, ‘door-
d’ien aan de beteren en besten de ‘bel•ooni’ng, diie alleen
concurrentie kan geven, wordt onthouden. De schrij-
ver merkt hiertegen op, ‘) dat ik vergeet ,,dat de
modelon’dernemingen ook bij het bes’taan van een bin-dend prijstarief ‘er alle ‘belang
bij
hebben, om de marge tusschen tari’efsprijs en ‘productiekosten zoo gioot mo-
gelijk te doen zijn, zoodat
zij
zonder t*ijfel zooveel
mogelijk ‘technische verbeteringen, die de productie
‘kosten drukken, zullen aanbrengen.” Ik geloof, ‘dat ik
dit niet he’b vergeten, en ik erken, dat de genoemde
prikkel ook bij een tarief werkt, doch wat ik volhoud
is dit:, dat d’ie prikkel ‘nog veel sterker ‘werkt, dat de
waakzaamheid en ‘het inventief vermogen zich veel
•in’tenser doen gelden, wanneer ‘d’e veiligheld van het
tarief plaats maakt voor d’e onveiligheid ‘van den
concurrentiestrijd. Wie ‘zeker is van een ,,redelijk”
bestaan; ispant veelal niet zijn krachten ‘in ‘tot het
uiterste. De ambtenarenwereld strekt tot bewijs.
En de geeensc’hap iontvangt het ‘meeste van die-
genen, d’ie zich het rêcht op hun bestaan dagelijks
hj:oeten veroveren. Alleen groepsegoïsrne kan voor dit
voordeel blind zijn. Daarom heb ik . al die ‘kodrijfa-organisaties als ,,privatwirtscha’ftlich” gekenschetst.
En ik meen, dat ‘dit juist is.
Op blz. 573 ‘zegt de ‘heer Van
Rhijn
verder, dat :de’
d’uurte van ‘het drukwerk ,,absbluut niets (zegt) om-
trent de vermerdering ‘van de ondernemerswinst”.
Dat ‘heb ik ook niet beweerd.
Oadernem,ers en’ atrbei-
ders sarnen
verdeelen den op het publiek behaalden
buit. Dat het uurloon in •de eerste gemeentekl’asse
steeg van 23 op 93 ets. en in de laagste klasse van
19 op pl.m. 75 cts. verklaart, met lde hooge papier-
prijzen, die di,iurte genoezaam. Maar ik vraag nu
weer, waarom ‘moesten in een tijd
van algemeene ver-
arming de ‘bonen in de typografie met pl.m. 300 pOt.
stijgen, tot ‘het
vierv oud,
waar
verdubbeling,
ongeveer
o’.voreenkwam met ‘de daling van de koopkracht van
het geld? Dit is juist het ‘avere,chtsche en oneconomi-sche in de heele geschiedenis, dat i’n een ‘tijdperk van
ongehoorde inzinking de ‘arbeiders meer reëel inko-
men moesten hebben dan in de voorafgaande bloei-
periode hun ‘deel was geweeiit, op ‘kos’ten van de
andere zwaar getroffen bevol’kingsklasse’n; dit is het onso’ciale ‘in de loonbeweging geweest, dat de arbei-
ders van de algemeene verarming niets hadden te
dragen en zelfs nog, als in de itypogra.fie, ‘belangrijk
vooruit konden gaan; dit is het grenzenloos ri’dicule
a’ls ‘het in zijn gevolgen niet zee droevig ware -,
dat op ‘het verzwakte en uitgeputte maatschappelijk
lichaam dure experimenten ‘van sociale wetgeving
worden ‘genomen, ‘die even ‘heilzaam kun’nen zijn in een gemeenschap, welke met haar rijkdom geen raad
1)
.T.’a.p. blz. 571.
weet, als heilloos
bij
een staat van zakn als de hui-
dige. Het is prachtig,’, wanneer de ty’pografenboonen,
met een omhoogstuwende ‘welvaartsgolf meegaande,
tot een viervoud
kunnen
stijgen, maar het is niets
dan schan’delijk par’asitisme, wanneer dit gebeurt op
een wijze, die de bestaande verarming nog een graadje
erger maakt. En wie als econoote’ ‘de heele volk.swel-
vaart in het. oog houdt, zal zich vierkant moeten
plaatsen ‘tegenover iiitbu.iting, door wie en waar ook
bedreven. Dat
arbeidersgroepen
ei wèl bij varen, dan
wel onder’nemersgroepen 2of kapitalisten-grondbezi t-
ters, is van secundaire ‘beteekenis. Het gaat ‘hier om
de beo’ordeeling van een godraging, die ‘haar profijt
‘vindt ‘in anderer nadeel. En ‘daarvoor past, van welke zijde zij ook kome, maar één naam.
Waar de geachte schrijver het valuta-‘bezwaar in
verband met de daardoor verscherpte buitenlandsche’
med’edinging aanstipt, ten betooge, dat men hier te.
lande op zijn hoede moet zijn, al wil hij ,,riiet beweren,
dat een gewoon invoerrecht het aangewzen middel
is om in.dezen toestand verbetering te ‘brengen”, daar
wil ik alleen de tegenopmerking maken, d’at. alles wat
het, vrije ruilverkeer ter wille van particuliere be-
drijfsbelangen ‘bemoeilijkt, de welvaart van d’e volks-
gemeenschap onderschikt ‘aan di(,- van bepaalde ‘groe-
pen. ‘) Wij behooren nu reed’s tot de ‘allerduurste lan-
den,, zeer tot schade van o’nzen ‘uitvoer en van het
internationale vreemdeli:hgenverkeer, d.t aan ons
land ‘stelselmatig voorbijgaat. Kortziehti’ge bescher-
ming, hetzij dan door een ,,gewoon” of door een ,,bui-ten,gewoon” invoerrecht, zou het leven ‘hier volksmen
‘oédragelijk en ons tot ‘de Ohinezen van ‘Europa ma-
ken. Productie is’ de dienar’es van consumptie. Om de
laatste is de ‘eerste begonnen. Het ruilverkeer met
den ingelasakten ‘winstprikkel
wijzigt
.prineipiel
niets aan deze elementaire waarheid’. En daarom is het
n’oodig en rechtvaardig, dat ‘de productie be- en des-
‘nood’s veroordeeld wordt naar gelang zij haar taak: ‘dc
inprking van het welvaartstekort, volbrengt. ‘Dat d’e
M. B. niet met de beschikbare midde’le.n de behoefte-
bevrediging k’an geven, die bij concurrentie zonder
tarieven bereikbaar ware, ,,sttaat voor ons vast”.
De juistheid va’n deze uitspraak ‘kan reeds dit het
voorgaande worden afgeleid. In dit verband wil ik
echter ‘nog op een belangrijk punt wijzen: de sluiting van het ‘bedrijf. Want deze aangelegenheid ‘kan mijn
betoog, dat M. B. gaa’t ten koste van een zoo ruim
mogelijke ‘productie, slechts versterken.
Mr. van
R’hijn
is van meeni’n’g, dat ik ook in de
sluitingsquaestie E. B. en M. B. heb verward. Hij
zegt:
2)
,,Een zelfde verwarring tusschen E. B. en
M. B. trof ons op pag. 78, wanneer wordt’ opgemerkt,
dat
wij
‘het bedrijf zouden willen ,,sl’uiten”. Deze ‘slui-ting en ‘het ‘daaruit volgende groeps’egoï’sme
‘zijn
met
de gedachten. der Maatschappelijke Bedrij’fsorg.anisatie
geheel onvereeni.gbaar. Wij hebben ons daartegen dan
ook talrijke malen uitgesproken.” Welnu, de hier be-
doelde verwarring bestaat alleen ‘in de verbeelding tan
den heer Van Rhijn. De M. B. is slechts schijnbaar
een verswakte editie der E. B.. En het is vooral bij
dit punt ‘nood’ig den schijn ‘en het wezen ,te onder-
scheiden. De M. B. ‘dient zich minder prov’oceerend
aan. Alleen de ‘kwijnende ‘bedrijven krijgen een bin-
dend tarief. Maar wanneer ‘de bedrijven niet kwijnen,
wanneer zij bloeien onder ‘het stelsel van mededingi’ng,
‘dan is er voor ‘de heele M. B. geen plaats. Waar dus
de M. B. optreedt, daar zal het bin’dend prij’starief,
dat trouwens ‘het cement van ‘het ‘heele stelsel is,, wijl in het tarief de belangengemeenschap wortelt, niet uit-
blijven. De voorstelling, dat er ook M. B. zal komen
in bedrijven, clie, in geen kwijnenden toestand, het
zonder tarief zullen bolwerken, is ten eenen male mis-
leidend. Op dit pimt onderscheidt dan ook M. B. zich
van E. B. in geen opzicht. Maar nu, verder. Wanneer
Vgl. het artikel van prof. dr. C. A. Verrijn Stuart,
,,Valu’La en Bescherming”, in ‘de ,,Economist” van
1921,
blz. 28 v.
,
T.’a.p. blz.
585.
,
952
ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN
2 November 1921
er een prijstarief wordt ingevoerd, beteekent dit slui-
ting van het bedrijf. Want bij vrijheid om zich als
ondernemer te vestigen resp. als arbeider het vak in
quaestie te kiezen, is het tarief onmogelijk te hand-
haven. Immers: het tarief beduidt, daar het altijd
om verhooging is te doen, beknotting van de koop-
krachtige vraag, inperking van het debiet, zooals
dit bij concurrentie zich voordoet. Wanneer men nu
de toetreding aan gegadigden vrijlaat, dan moet liet bepaalde debiet, bij handhaving van het tarief, over
meerderen worden verdeeld. Een oude spreekwijs zegt,
dat veel varkens de spoeling dun maken. Zoo beduidt
dus die toetreding voor de gevestigde ondernemers
en arbeiders niets dan nadeel. Waar vergrooting van
den afzet door de kunstmatige prijszetting uitgeslo-
tèn is, kunnen de nieuw toetredenden alleen bestaan
ten koste van de oudere producenten. Men behoeft
nu toch waarlijk niet te vragen, welke de houding
dezer laatsten zijn zal, zoodra pogingen loskomen om
door do open deur binnen te treden. Dan zal buiten
eenigen twijfel blijken, .dat die deur, zij moge theore-
tisch open heeten, in feite en practisch ‘door het zeer
begrijpelijk verzct •der gevestigden, zoo dicht is als een pot. Handhaaft men het tarief, dan is het bedrijf
ook
bij
M.• B. noodwendig gesloten. En laat men de
toetreding vrij, dan is het tarief niet te handhaven.
In dit opzicht is mij• de E. B. nog mipder onsym-
pathiek, daar
zij
om het naakte feit ‘der sluiting al-
thans geen doekjes windt.
Een zeer zwakke redeneering ontmoet ik nog op
blz. 577, waar de schrijver het heeft over de noodza-
keljkheid van overleg tusschen de leiders der werk-
gevers en der werknemers bij de arbeidsvoorwaarden.
Dezerzijda wordt niet ontkend, dat volkomen Vrije
concurrentie op de arbeidsmarkt tot ongewenschte
toestanden kan leiden. Ik wees er echter in mijn prae-
advies op, dat ook waar organisati ingrijpt, aan de
wet van vraag en aanbod niet wordt ontkomen. De
heer Van Rhijn stemt zulks toe, doch ‘merkt ‘op, d
a
t,
waar ik de vrees uitte, dat .de M. B. zich op dit stuk
aan illusies overgeef t, de M. B. talrijke loonwijzigin-
gen kan tot stand brengen ,,zonder dat ‘het aequatie-
punt van vraag en aanbod wordt overschreden”. Hij
wijst daarbij op de volgende gevallen: ,,Vooreerst kan
het best zijn, dat de grensondernemingen .nog niet tot
het maximum zijn gegaan, wat zij aan loon kunnen-betalen.” Wanneer, onder het ‘stelsel van mededin-
ging, de grensondernemers hun belang begrijpen en
behartigen, dan gaan zij met ‘hun productie zoover,
dat elke loonsverhooging de rentabiliteit .doet ver-‘
keeren in verlies. Het begrip ,,grens” brengt mee,
dat elke vermeerdering van de productiekosten den
ondergang van de grensondernemingen tot gevolg”
heeft. De M. B., die hier loorisverhooging zou af-
dwingen, zonder tegelijk de prijzen der producten te
verhoogen, zou de grenso’ndernemingen in den grond
boren. Want een ‘marge, waarop zij de h.and zou ‘kun-
nen leggen, ontbreekt. Is ‘dit niet zoo, dan kan men
niet Van grens spreken, en onderstelt men dat onder-
nemers geheel zonder reden voordeel prijsgeven, ‘door-
dien zij minder ver gaan met de productie dan een
gegeven rentabiliteit mogelijk maakt.
De schrijver vervolgt: ,,Een andere maal weer is het
mogelijk, dat ‘de loonsverhooging ‘ook de grensonder-nemixigen er toe brengt technische verbeteringen in te voeren, waardoor zij kunnen blijven produceeren.” Dit
isbij M. B. inderdaad mogelijk. Maar ‘ook de, prikkel
der concurrentie drijft, en ‘met meer kracht, in de-
zelfde richting. Bij concurrentie echter hebben alle
afnemers voordeel van die verbeteringen door den da-
lenden prijs; in het geval van den heer Van Ithijn
blijft bij de gunstigste onderstelling de prijs gelijk•
en komt het voordeel aan do arbeiders, ‘dus een be-
paalde groep van producenten.
Maar nu gaat. de schrijver zich op steeds ge-
vaarlijker terrein begeven, waar hij zegt: ,,En zelfs,
indien het den grensondernemingen niet gelukt
om door technische verbeteringen •do loonsverhoo-
ging te compenseeren, dan ‘zullen zij dikwijls nog
blijven bestaan. Waar het dan ondernemer gewoonlijk
zeer moeilijk zal vallen in een ander bedrijf, waar-van hij geen kennis heeft, een positie te vinden, en
waar liquidatie gewoonlijk met groote kapitaalverlie-
zen gepaard gaat, daar zal hij,
hopende op betere
tijden,
1)
zijn werkzaamheid voortzetten.” Bij een
ceteris-paribus gedachtengang – en ik vertrouw dat
de schrijver deze alleen zuivere methode bij zijn argu-
mentatie volgt kunnen die •betere tijden alicen
bestaan in een loondaling, maar…. die wordt juist
door de M. B., welke immers naar haar aard de
concurrentie op de arbeidsmarkt heeft helpen uit-
schakelen, belet! Troost hij echter de werkgevcrs met
de mogelijkheid van stijging der
productenprijzen,
dan kunnen die werkgevers hem de vraag ‘stellen,
welke rechtsgrond kan worden aangevoerd voor deze
tusschentijdsche (omgekeerde) uitbuiting van liet
kapitaal door de arbeidskracht, een uitbuiting, die,
zoo de hoop op betere tijden wat erg lang onvervuld mocht blijven, ‘door het bankroet der grensonderne-
niingen op het hoofd van ondernemers en ‘arbeiders
beiden zal neerkomen.
Een laatste geval omschrijft ‘de heer Van Rhijn
aldus: ,,Weer anders wordt de toestand, wan’neer
een loonsverhooging door een prijsverhooging van
het product wordt gevolgd. In zoo’n geval kan
zeer . zeker de vraag naar dat product afnemen
en ‘dus werkloosheid ontstaan. Maar dan staat daar-
tegenover, dat •de vraag van de arbeiders, die een
loonsverhooging hebben ontvangen, is toegenomen
en dat de werkloozen in de bedrijven, waarin zich
de vermeerderde vraag openbaart, een plaats kunnen
vinden.” Hiertegen zou ik willen aanvoeren, dat de
schrijver een paar regels hooger sprak van groote kapi-
taalverliezen bij liquidatie. Ziet hij niet, dat in het
door hem genoemde geval, hetzij in den tak waar de
loonsverhooging tot stand kwam, hetzij in ‘andere tak-
ken, die door de bezuinigingsnoodzaak wegens de
ingetreden duurte, langs den weg van afwenteling,
worden getroffen, tal van liquidaties niet zullen kun-
nen uitblijven? En al moge het waar zijn, dat cie
meerdere vraag van de arbeiders met hooger loon de
werkloosheid bij hun collega’s tegen. zal gaan, de ‘om-
zetting en inkrimping van verschillende ‘ondernemin-
gen, alsmede de onvermijdelijke liquidatie van andere,
wier markt bedorven is, ‘leidt tot kapitaalverliezen,
waar geen compensatie voor wordt geboden. Wat nu
is kapitaalverlies anders •dan verminderde arbeids-
vraag, nieuwe werkloosheid?
Ten slotte. De heer Van Rhijn ‘meent, dat ik met
mijzelf in tegenspraak ben ‘gekomen, waar ik eener-zijds medezeggenschap van de arbeiders in de prijs-
politiek uit ‘den booze en een onbestaanbaarheid acht,
anderzijds hun wel recht van inzage wil verschaffen in de bedrijfsresultaten, kort gezegd: het winstcijfer.
Hij zegt: 9 ,,Wat zien wij nu? Dat het medezeggen-
schap in de prijspolitiek, welke door Prof. Bordewijk
zqo sterk wordt bestreden, hier indirect door hem wordt
aanv’aard. Want het is toch waarlijk niet te verwach-
ten, dat de arbeiders, wanneer zij omtrent de resul-taten van de onderneming volkomen zijn ingelicht, zoet naar huis zullen gaan om rustig te wachten tot
zij een volgend jaar weer worden uitgenoodigd. Neen,
zij zullen daaruit hun consequenties trekken. voor. de prijspolitiek, ‘omdat de finantiele resultaten der
onderneming en de te volgen prijspolitiek twee kan-ten zijn van eenzelfde zaak” Echter zegt op ‘blz. 579
de schrijver: ,,dat voorshands met het geven van ,,in-
zicht” in deze materie moet worden ‘volstaan”, wijl
medezeggenschap in ‘de prijspolitiek ,,slephts geleide-
lijk kan worden ingevoerd”. Ook in zijn stelsel zullen
dus de arbeiders gedurende een langeren of korteren
overgangstijd ,,zoet naar huis moeten gaan om rus-
tig te wachten tot zij een volgend jaar weer worden
Ik cursiveer.
T.a.p. blz. 581.
2 November 1921.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
953
uitgenoodigd”. Maar bovendien: die beweerde tegen-
spraak ‘bestaat niet. Doel van mijn voorstel, om. in-zage in de bedrijfsresultaten te verleenen, was eenig
en alleen, het licht der openbaarheid ‘ook over de
verhouding tusschen ondernemer en arbeider te doen
uitschijnen op het belangrijkste gebied, waar de meeste strijd voorkomt: de loonsmogelijkheid. Hef, is voor den
socialen vrede van het grootste belang, dat overal
waar dat mogelijk is, wantrouwen wordt weggenomen.
Het
middel daartoe is publiciteit. Arbeiders heb-
ben recht op documentatie, wanneer hun wordt toe-
gevoegd, dat loonsverhooging onmogelijk meer er af
kan. Niets is zoo fataal, als wanneer later blijkt, dat
zij zijn afgescheept op grond van onware voorstellin-
gen. Arbeiders hebben ook recht op ‘documentatie,
wanneer zij voor de beweerde noodzakelijkheid van
loonsverlaging worden geplaatst. En wanneer hun blijkt, dat de voorstelling met de feiten klopt, zul-
len zij zich eerder bij het onvermijdelijke neerleggen.
Naar alle kanten beteekent deze openbaarheid: zui-
vering van de atmosfeer door wegneming of voorko-
mingvan wantrouwen. Natuurlijk: wat het licht niet
verdragen kan, schuwt openbaarheid. Doch juist
hierom is dan ook dwang in deze richting, is een al-
gemeen wettelijk voorschrift in den trant van arti-
kel 1638e B. W. (in geval van winstdeeling), uitermate
heilzaam, omdat oprechtheid’
bij
den strijd de eerste
stap is naar dan vrede. Niets meer en niets minder
heb ik met dat recht van inzage bedoeld te ‘zeggen.
Hoe men daaruit kan halen, dat ik indirect medezeg-
genschap over de prjspolitiek toch zou aanvaarden, is.
mij een raadsel. Want het gaat veel verder, dan een
enkele objectieve mededeeling kan gaan, wanneer men
beoogt de
wijze,
waarop een winstcijfer ontstaat, bin-
nen de sfeer van critiek, gezamenlijk overleg en geza-
menlijke beslissing te trekken. Omdat het meerdere
het mindere omvat, omvat het mindere nog niet het
meerdere! Er is dan ook geen sprake van het trekkeh
van consequenties, wel van het negeeren van een
grens, welker overschrijding voor het bedrijfsleven en de verantwoordelijkheid van den ondernemer, ‘die het
risico
blijft
dragen op heel andere
wijze
dan van de
arbeiders kan worden gezegd, funest moet worden
geoordeeld. Het is ter vergadering in Utrecht zoo
juist door Mr. Dr. van Zanten opgemerkt, .:dat een
arbeider, die zich zoo’da.nig heeft voorbereid, dat hij
over de prjspolitiek een steekhoudend oordeel kan
vellen, geen arbeider meer is, doch de mentaliteit van
den ondernemer heeft verkregen. Daarmede is deze soort van medezeggenschap naar Utopia verwezen.
Doch tot vertrouwen in een objectieve gecontroleer-
de mededeeling omtrent een winst- of verliescijfer
met alle heilzame gevolgen voor
zijn
verhouding tot
den ondernemer bij zich voordoende loonquaesties, is
zelfs de arbeider met de geringste ontwikkeling nog
in staat. En daarom heeft het’ door mij bepleite recht van inzage i’n de bedrijfsresultaten niets en nog eens
niets te maken met medezeggenschap, d.i. medebe-‘
slissingsrecht, in de prjspolitiek.
H.
W.
C.
BORDEWIJK.
Groningen, October 1921.
EEN TWEEDE DU1TSCHE ELECT1O-
MONTAANLTRUST.
1. Inleiding.
Aan een’desbetreff end streven van Hugo Stinues
was het in ‘het najaar van 1920 te danken, dt een
nauwe aaneensluiting werd tot stand gebracht tus-
schen zijn geweldige montaan-belangen en het groote
electroconcern van Siemens en daarmede het in
Duitschlands economische geschiedenis tot dusverre
•onbekende gebouw van een electrornantaan-trust kon verrijzen. Ook van andere zijde werd een groot aantal
concerns met als basis de productie van kolen en die
van ijzer gevormd, terwijl eveneens enge banden wer-
den gelegd tusschen producenten in beide categorieën,
waartoe overigens de tendenz bij de groote bedrijven
van het Duitsche economische leven
eigenlijk
reeds
v66r den oorlog bestond.. Maar sindsdien leidde deze
meer en meer tot verticale aaneensluitingen, terwijl
zij aanvankelijk slechts in horizontale uitbreidingen
was tot uitdrukking gekomen. Het is to begrijpen,
dat in de pers en bij het groote publiek de vraag op-
kwam, of ook niet het tweede groote Duitsche electri-
citeitsconcern, de groep van de Aligemeine Elektri-
zitats-Gesellschaft, in nauwere relatie zou treden tot
ondernemingen op het gebied van’ de kolen- en ijzer-
productie of tot zoodanige, welke in staat zouden’
zijn, haar staal en andere halffabrikaten te leveren,
om ‘op deze wijze een tegenwicht te vormen ten op-
zichte van de nieuwe creatie en daardoor hare lei-
dende positie te kunnen handhaven. Reeds toen werd
bij geruchte gesproken van een fusie der AEG. met de firma Krupp, .doch dergelijke berichten ‘werden
tegengesproken.. Inmiddels wezen zij toch de richting
aan, waarin zich weinige m’aanden later de aaneen-
sluiting zou voltrekken.
Eén
groet onderscheid evenwel valt daarbij onmid
delljk op; terwijl bij de electromontaantrust de ten-
denz tot opbouw uitging van de kolen- en ijzerproduc-
tie, ‘dus van de basis der industrie, is het geval bij
de zich thans ontwikkelende soortgelijke combinatie
juist andersom: hier ging de leiding klaarblijkelijk
uit van de producente der afgewerkte producten, de
electriciteits-industrie, die – dit voornemen koester-
de zij reeds sedert geruimen tijd – trachtte zich
nauwer aaneen te sluiten met ‘de producenten .der
benoodigde grondstoffen zoowel als halifabrikaten, of
zich van deze materialen te verzekeren door aankoop
van daarvoor in aanmerking komende ‘ondernemingen.
Natuurlijk hebben de gebeurtenissen
tijdens
den oor-‘
log en de afloop daarvan ook in dit geval.ertoe ge-
leid, dat ‘de ontwikkeling der feiten gedeeltelijk in
een andere richting wer,d gedrongen (het tijdelijke
of duurzame verlies van het Saargebied en Elzas-
Lotharingen met hun schatten aan kolen en ert-
sen, groote veranderingen in de economische ver-
houdingen in Luxemburg door afscheiding van het
Duitsche tol-gebied en’ oriënteering naar het Westen
van de Luxemburgsche industrie, welke tevoren zeer
nauw met die. van Duitschiand was verbonden),
anderdeels daardoor juist werd verhaast (aaneenslui-
ting in de industrieën, welke door verlies van het
gebied aan den linker-Rijnoever bedreigd werden in
hare kolen- of ertsbasis, enz.).
• Daarom zal men, evenals
bij
alle fusies van den
laatsten
tijd,
behalve de algemeen economisch-tech-
.iische tendenz,’) die op aaneensluiting is gericht,
ook de bijzondere omstandigheden in aanmerking moe-
ten nemen, die juist in het onderhavige geval een_
beslissenden invloed hebben, zooals bijv. het streven
van de leidende persoonlijkheden in de AEG om zich
door het werk van Stinnes niet op den achtergrond
te laten dringen; voorts de financieele positie der
afzonderlijke ondernemingen, welke
bij
enkele ervan
de aaneensluiting noodzakelijk maakte;- de werkzaam.
heid van verschillende ondernemingen op dezelfde
productiegebieden (in de eerste plaats het vervaardi-
gen van locomotieven en spoorwagens), welke de fusie
des ‘te gemakkelijker maakte. Ten slotte maakt ook de
– niet bepaald eenvoudige – wijze,’ waarop de aan-
eensluiting in financieel opzicht werd doorgevôerd,
een meer uitvperige uiteenzetting noodig.
Gedeeltelijk onder den druk van genoemde omstan-
digheden, anderdeels met de bewuste bedoeling, een
groep te vormen, die een dergelijk op zich zelf staand
geheel zou vertegenwoordigen als het Stianes-con-
cern, zijn in de laatste weken •de volgende onderne-
mingen tot elkander in engerelatie getreden; eenige
ervan vertegenwoordigen reeds zelf machtige groepen:
Aligemeine Elelctricitaets-Gesellschaft, Berlin,
Fried’r. Krupp Akt. Gas., Essen.
.Rheinische Met a,llw aren urtd Maschinenfabrik,
Duesieldorf.
Otto Wolff, Koein.
1)
Zie
Econ. Stat. Ber. No. 271 van 9 Maart, pag. 219.
954
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 November
1921
Deze opstelling zal echter nog tweè andere punten van onderscheid in den opbouw van het nieuwe con-
cern onmiddellijk laten zien: ten eerste, dat hierbij
de grootste berteekenis nog meer toekomt aan de ver-
vaardiging van afgewerkte producten dan bij de
Stinnesgroep, waar het evenwicht der afzonderlijke
stadia van het productieproces veel beter bewaard is
gebleven. Het feit, dat namelijk voor een tweede vol-
komen electromontaanconcern nog gedeeltelijk de ver-
eischte breede kolen- en ertabasis ontbreekt, waarover
de Stinnesgroep wèl beschikt, zou dan ook haast als
rechtvaardiging kunnen dienen voor een achter den
titel dezer beschouwingen geplaatst vraagteeken. Ten
tweede trekt het aanstonds de aandacht, dat de aan-
eensluiting niet heeft geleid tot de vorming van een
gemeenschappelijk, hecht en blij vend orgaan, zooals
dat bij de btinnesgroep wordt voorgesteld door den
,,Gemeinschaftsrat”. Hier evenwel is, althans voor-
loopig, de belangengemeeuschap vrij oppervlakkig.
• Wanneer zij nauwer en meer eenvormig wordt, wan-
neer de gemeenschap van belangen ook die der leiding
verzekert, dan eerst zal men inderdaad van een tweede
— wellicht zelfs nog grooter – electromontaaricon-
cern in elk opzicht kunnen spreken. Ten slotte zij er
nog de aandacht op gevestigd, dat reeds in de kapi-
taliseering van de afzonderlijke ondernemingen een
Vrij omvangrijk verschil blijkt, terwijl het Stinnescon-
cern door doelbewust streven naar gelijkmatige kapi-
tali.seering bij de belangrijkste deelgenooten een be-
paalde homogeniteit in den opbouw ook naar buiteü
tot uitdrukking brengt.
H. De aaiieensluiting.
De
afzonderlijke
ondernemingen, die zich nu in een
nieuwe belangengemeenschap hebben aaneengesloten,
worden in het volgende kort besproken, waarna ver-
volgens een uiteenzetting de gronden voor de
aaneensluiting en de wijze, waarop zich deze heeft
voltrokken, ook wat de financieele doorvoering ervan
betreft, zal worden gegeven.
A. De lede’a van de wieuw’Q belangen gemeenschap.
1). De Allgememne Elelctricitaets- Geselischaf t, te
Berlijn is
niet slechts wat omvang en kapitaal be-treft de grootste onderneming van het nieuwe con-
cern, doch wat haar kapitaal aangaat, ook de grootste
van Duitschland in het algemeen. Immers bedraagt
na de jongste verhoogingen haar geplaatst aandeelen-
kapitaal M. 850 millioen, met welk cijfer het niet
alleen dat van alle industrieele ondernemingen, maar
zelfs dat van de grootste D-banken ovértreft.
De AEG werd opgericht op 19 April 1883 met een
kapitaal van M. 5.000.000 als ,,Deutsche Edison-
Geselischaft für angewandte Elektrici-taet” door Emil
Rathenau, den vader van Walter Rathenau, die tot
zijn
–
benoeming enkele maanden geleden tot ,,Wieder-
aufbauminister” ‘haar bestuurder was. Reeds onder
leiding van diens vader kwam de onderneming tot
grooten bloei. Op den 5den Mei 1887 nam de firma
haren tegenwoordigen naam aan en verbrak de tot
dan toe bestaan hebbende relatie tot de Compagnie
Continentale Edison te Parijs en verwierf het bezit
•der Edison-patenten met hetzelfde recht en voor een
even groot deel als de Siemens & Halske A. G. Tege-
lijkrtijd werd met laatstgenoemde firma een over-
eenkomst aangegaan, welke ten doel had voor een
tij’dsverloop van 10 jaren samenwerkinTg te verzeke-
ren; deze werd in 1894 ontbonden. Sindsdien hebben
de lotgevallen van beide maatschappijen nog wel soms
tot samenwerking aanleiding gegeven, waarop wij
later nog zullen terngkomen —, doch in beginsel ging
elk van haar een eigen weg, welke de eene in de elec-
tromontaantrust, de andere tot de vorming den tegen-
hanger d’rarvan leidde.
Als
doel
van de madtsch’appij geldt sedert de statu-
tenwijziging van 1916: toepassing van de electriciteit
op elk gebied en voorts ‘deelname op het gebied van deze industrie in het binnen- en buitenland enz. Zoo
hebben’ zich in de laatste jareii tot de voornaamste
terrinen van werkzaamheid voor de AEG ontwikkeld:
le. aanleg en exploitatie van centrales voor electri-
sche verlichting en krachtoverbrenging, 2e. electrische
centraalstations, 3e. electrische spoorwegen, 4e. elec-
ti-ochemische installaties, 5e. bouw van stoomturbines,
voornamelijk voor groote kolenmijnen en me-taalfa-
brieken, 6e. vervaardiging van automobielen ‘), 7e. fabricatie van vliegtuigen, 8e. bouw van stoom- en
electrische locomotieven enz.
Tot yerwezenljking van dit doel beschikt de AEG
– afgezien van de talrijke onder-maatschappijen, door
welke
zij
deels direct, deels middellujk (financierings-
rîiaatschappijen) productie en exploitatie beheerscht – over de volgende eigen fabrieken en een voorbeel-
dige verkoopsorganisatie. Die fabrieken te,
Berlijn
en
omgeving bestonden uit: ‘de machinefabriek, ‘de ap-
paratenfabriek, de turbinefabriek, de kabelfabriek
Oberspree, de. schrijfm’achinefabriek, de installaties
te Hennigsdorf (locomotief-, porcelein-, lak-, olie-
goed-, verw.armingstoestellen-, signaalapparaten- en
schijnwerperfabriek, electrostaal- en walswerk) en de
fabrieken te Johannisthal. Deze bezittingen komen
op de laatstgepubliceerde. balans (per 30 Juni 1920)
voor met te samen M. 85.739.539,—, terwijl machines,
gereedschappen en modellen evenals de talrijke waar-
devolle patenten der maatschappij alle slechts pro
memorie op de balans paraisseeren.
Op deze balans komen vervolgens grondstoffen voor ton bedrage van M. 286.067.417,—, halffabrioaten met
M. 272.834.813,—, ‘installaties in aanbouw met
M. 55.222.358,— en afgewerkte producten met
M. 212.999.211,—.
De
productie
van de AEG strekt zich uit over elk
gebied van ‘de electro-‘industrie, van de groote kracht-
centrale tot ‘de gloeilamp, van geweldige turbines en motoren tot de fijnste precisie-instrumenten;
zij
om-
vat echter ‘ook alle mogelijke met de electro-industrie
slechts in los verband staande artikelen als bijv.
stoomlocomotieven, schrijfmachines enz. In den om-
-zet ‘der producten was voor het boekjaar 1913114 het
later vijandelijke buitenland voor een -waarde van
M. 95 millioen betrokken.
Wij hebben daarmede het hoofdstuk van den omzet
aangeroerd; wat dezen betreft zoo had de AEG met
evenveel recht als de Hamburg-Amerika-Lijn de
spreuk kunnen voeren: klein Feid ist die Welt. De
organisatie tot bewerking van het afzetgebied was bij
het uitbreken van den oorlog verdeeld in 34 maat-
schappijen en ondernemingen in dergeljken vorm met
meer dan 100 kantoren in ‘het buitenland, zoomede
38 installatie-bureau’s en 8 ingenieursafdeelingen in het binnenland evenals nog 30 vestigingen in landen
buiten Europa. ) ‘
In Duitschiand alleen waren in het jaar 1917
i) De ‘vervaardiging van automobielen werd in
1903104
ter hand genomen;, in
1907108
werd de verkoop daarvan
overgedragen aan de ,,Neue Automobil-Geseflschaft m.b.]L”,
die met de autosnobielfabriek der AEG was samengesznol-
ten. In
1915
ontstond daaruit de Nationale Automobil
Geseilschaf t ,,N.A.G.” te Berlijn, waarbij ‘de AEG een over-
wegend belang bezit. Verleden jaar heeft de NAG zich
met als doel ,,vereenvoudiging van het fabricatie-program-
ma en goedkooper,maken van de producten” vereenigd -met
de Brennaborwerke te Brandenburg en de Hansa-Lloyd-.
Werke te Bremen tot de Gemeinschaf t Deutscher Automo-
bilfabriken G.m.b.U., waarin nochtans de ‘drie onderne-
mingen ‘hunne zelfstandigheid zullen behoudex. –
2)
Afzonderlijke AEG-maatschappijen bestonden er in
de voornaamste landen, als bijv.:
–
AEG—’tJnion E.G. te Weenea met een
aand.kapitaal van ………………..
Kr. 8.000.000
AEG. St. Petersburg ………………..Bbs. 6.000.000
Elektricitets Aktieseiskabet AEG, Chris-
tiania ………………………….Kr.
500.000
AEG Danek Electricittets Aktieseiskab,
Kopenhagen
Elektriska Aktie’bolaget AEG, Stockholm . Kr. 1.000.000
Sociétd
Française
d’Electrieite A.E.G.,
Parijs
……… . ………………… Frs. 2.000.000
Société Beige d’Electricité A.E.G., Brussel
,,
3.500.000
A.E.G. Thomson—Houston 1brica, Madrid Ptas.
3.000.000
A.E.G. Manufacturing Comp. Ltd., London
2 November 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
955
(latere ‘gêgevens onbekend) 79.293 personen in dienst’ der onderneming.
Deze cijfers geven nog slechts een uiterst onvol-
ledig beeld van de internationale beteekenis der AEG;
inmiddels zullen zij misschien door opsomming van
de volgende deelnamen der AEG in: dochtermaat-
schappijen de noodzakelijke aanvulling verkrijgen. De
balâns vermeldt aan dergelijke deelnamen de volgende:
Onderneming
Nominaal bezit Boekwaarde
Feiten & Gui1laume Caris-
werk A. G. …………
M. 36.237.000 M. 47.778.714
A.E.G. Unterndhmungen A.G.
10.000.000
10.000.000
Elektro-Treuhanci A.G……
12.000.000
3.000.000
(25
pCt. gestort) Treuhanclbank für die elek-
trische Industrie …….
M. 13.125.000
13.801.032
Beiliner Elektricitaats-Werke ,,
13.854.000
10.498.917
alsmede een ,,Effectenrekening”
66.141.308
waaronder bijv. •de aandeelen der N.A.G. evenals liet ge-
heele gewoae kapitaal der A.G. Braunkohlengruben und
Dainipfziegeleien Auguste hij Bitterfeld
(Ii. 4.000.0000)
zijn
begrepen.
Voorts dient vermeld te wordende
Ba.njc
für
Elektrische Urternehnvungen te Zürich,,
de z.g.
,,Elekt.robank”, die in verband met hare •deelnamn
in Duitschiand. en andere landen (Rusland, ‘Italië)
groote verliezen leed als gevolg van •de valuta-depre-
ciatie, waardoor in •de maand Februari van dit jaar
een ingrijpende reorganisatie moest plaats vinden.
Do Elektrobank, ‘die v66r de reorganisatie verkte met
een aandeelenkapitaal van frs. 75.000.000 en een
obligatieschuld van . frs. 84.091.000 alsmede nog
frs. 8.600.000 ,,K’assenscheine”, bezat aan.deelen in
17 verschillende electriciteitswerken, 3 transport-
ondernemingen, 3 eleetrochemische fabrieken,. 1 fabri-
catiemaatschappij en 6 financieringsniaatschappijen,
welke gezamenlijk voor frs. 86,2 millioen te boek ston-
den.
1)
Een andere dochter-maatschappij van de AEG –
waarbij ook de Siemensgroep ster.k was geïnteres-
seerd
– vormde de
Deutsch-Uebe’rseeische Elektrizi.
taetsgesellschaf t
(Kapitaal M. 150.000.000); deze
moest eveneens worden gereorganiseerd en werd om-,
gezet in een Spaansche maatschappij, de Comp’ania Hispano-Amer.icana de Electricidad to Madrid.
2)
Onder verdere deelnamen aan de AEG-.
zijn
te noe-
men die bij de Deutsche Werft A. G. te Hamburg,
bij de E[amburger Werft A. G. te Hamburg en bij de Innwerk Bayerische Aluminium A. 0., evenals
nog het bezit van het ‘geheele kapitaal (M. 2.250.000)
van de Kupferwer’ke Deutschland en ten slotte de
aanzienlijke deelname in de ,Osramwerke, waarbij
gelijk bekend mag worden geacht, ook Siemens is ge-
interesseerd.
Hierbij komt nog een aantal electriciteitsmaat-
schappijen en locaalspoorwegen, waarbij de onderne-
ming belang heeft.
Reeds het opsommen dezer deelnamen – nadere
.gegevens daaromtrent in cijfers vallen buiten het
i)
Bij de reorganisatie werd het gewone aan’deelen-kapi-
taal tot een vierde gereduceerd (van ‘Fr.
75
‘tot Frs.
18,75
millioen), terwijl bestaande vorderingen (obl.igatiën, kas-
biljetten) werden omgezet in ireferente aandeelen, tot een bedrag van Frs.
04,03
millioen. Het juist verschenen eerste
jaarverslag van de gereorganiseer.de onderneming ‘toont een
winst van slechts Frs.
1113.000
aan, als geolig hooktsake-
lijk van de nieuwe Teactie der wisselkoersen en een be-
langrijke daling in de beursnoteeri’ngen van verscheidene
in 1Zwitserland verhandelde effecten. De deelna.men mder
maatschappij bedragen thans Frs.
37,46
tegen verleden
jaar Frs.
86,19
mill’ioen en bestaan uit nominaal: Zw.
Frs.
10.540.000, M. 46.213.000,
Lire
22.853.000,
Pes.
20.934.000,
Fr. Frs.
13.459.000,
Belg. Frs,
3.372.000,
Rbs.
4.989.000,
Esc.
405.000
en Lei
30.000.
2)
De nieuwe maatschappij werkt met Pesetaas 120.000.000
kapitaal,
30.000.000
rentebons en
180.000.000 obligatiën.
Zij
nam alle aa’ndeelen van de oude maatschappij over, die
bestaan blijft totdat alle Zuid-Amerikaansche concessies
door de autoriteiten aan de nieuwe zijn overgedragen. De
nieuwe onderneming werkte zeer bevredigend en kon over
het eerstejaar ‘een netto-winst van Pesstaas
11.663.000
be-
halen.
S
%
bestek van dit artikel – is voldoende om aan te too-
nen, hoe uitgebreid de belangen van de AEG zijn.
Wij zullen daarop in verband met de kapitaaistrans.
acties van de laatste jaren moeten terugkomen, die
op hare beurt weder in nau’wen samenhang staan met
het tegenwoordig streven naar uitbreiding van het
concern, doch ook gedeeltelijk moeten worden be-
schouwd als een gevolg van de algemeene verminde-
ring der koopkracht van het geld.
De
kapitaliseering
van de maatschappij sedert hare
oprichting wordt door de volgende getallen verdui-
delijkt; bij het beschouwen daarvan mag de omstan-
digheid niet worden vergeten, dat verreweg de meeste
fabrieken enz., die de tegenwaarde ervan vormen,
nog in vredestijd tegen ,,Goudmarken” weiden ge-
bouwd en verkregen:
Jaar
Verhooging
Kapitaal
M.
M.
1883
–
5.000.000
1887
………
7.000.000
12.000.000
1889
………
8.000.000
20.000.000
1895
………
2.000.000
22.000.000
1896
………
3.000.000
25.000.000
1897
………
10.000.000
35.000.000
1898
………
12.000.000
47.000.000
1899
………
13.000.000
60.000.000
1904
………
26.000.000
86.000.000
1905
………
14.000.000
100.000.000
1910
………
30.000.000
130.000.000
1912
………
25.000.000
155.000.000
1915
………
29.000.000
‘
184.000.000
1917
………
16.000.000
200.000.000
1920
………
100.000.000
300.000.000
1920
……..
250.000.000
550.000.000
1921
………
300.000.000
850.000.000
Laat ons nu overgaan naar ‘de in grootte en kapi-
taal op de AEG volgende ‘deelgenoot in het con-
cern, de
2)
Fried. Krupp Akt. Ges. te Essers.
Wanneer de
AEG in weerwil van hare oudere en nieuwverworven
productie van grondstoffen en haiffabricaten ‘toch
moet worden beschouwd als de onderneming voor af-
gewerkte producten in de eerste plaats van het con.
cern, dan ligt de sterkte van Krupp vooral in
de voorziening met’ grondstoffen als halffabricaten,
doch de vervaardiging van afgewerkte artikelen
staat daarbij in beteekenis nauwelijks ten achter. De
maatschappij, die eerst öp 22 April 1903 werd op-
gericht tot overname vah de fabrieken der oude
particuliere firma Friedrich Krupp te Essen, ver-
tegenwoordigde reeds destijds vrijwel een op zichzelf
staand geheel. De oude fabrieken (fabriek van ge-
goten staal te Essen met de schietterreinen te Essen,
Meppen en Tangerhütte, expeditie en rèederij te Rot-
terdam, verschillende metaalfabrieken en ertsijnen
in het binnen- en buitenland, het Gruscinwerk te
Magdeburg, de Germ’aniawerft te Kiel, d’e staalfa-
briek Annen) werden ingebracht tegen een som van
M. 159.996.000, ‘terwijl het kapitaal bij oprichting
‘M.
160.000.000 bedroeg. De maatschappij stelt zich
ten
doet
de voortzetting der vroegere bedrijven, het
verkrijgen van de daarvoor benoodigde grondstoffen
en halffabricaten, de vervaardiging van oorlogsma. teriaal en bouw en exploitatie van alle andere daar-
aan verwante fabrieken. Sedert November 1918 heeft
de maatschappij zich toegelegd ‘op de vervaardiging van vredesmateriaal, ‘voornamelijk motoren, vracht-
automobielen, voorts te zamen met ‘den Pruisischen
Staat van locomotieven en goeder’enwagens; landbouw
–
machines (dit in samenwerking met de Maschinen-
fabrik F’ahr A. G. Gotitmadingen) en van kinemato-
grafische appraten (te zamen met de bekende Erne-
mann-Werke A. G. te Dresden).
De
bezittirc,gen
der onderneming omvatten in
groote trekken:
lo. de fabriek van gegoten staal te Essen (staal
en alle half. en heelfabrioaten) met 10 staalfabrieken,
44 smeed- en buigper’sen, 270 s.toomhamers, duizen-
den werktuigmachines, 475 stoomketels, 445 kracht-
machines met totaal 158.000 P.K., voorts 8348 elec.
‘tromotoren met totaal 122.000 P.K. enz., 7 eigen
956
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 November 1921
electrische centrales leveren den benoodigden stroom,
het spoorwegnet van de onderneming bedraagt 230
K.M., 100 locomotieven en 4000 goederenwagens die-
nen voor het transport;
2o. de Mitteirheinische Hüttenwer.ke, a) Mülho-
fenerhütte met 4 hoogovens, b) Hermann.shütte met
3 hoogovens, c) Saynerhütte met machihefabriek enz.;
3o. ijzerertsmijnen in het Si’egerland, Westerwald,
aan de Lahn en in het Spessart-gebergte, waar te
zamen in bedrijf zijn 44 mijnen, voorts ‘tinmijnen,
kaiksteen, kwarts-, bruinsteen- en mangaanertsgroe-
ven; voorts een belang bij de Orconere Iron 1Ore Co.,
te Bilbao en Santander.;
4o. steenkolenmijnen,’ a) de mijnen Hannover en Hannibal bij Bochum, b) de mijn Vereinigte •Slzer
und Neuack te Essen, c) nog te ‘ontginnen kolenvel-•den. Te zamen met den Norddeut.schen Lloyd bezit
Krupp de steenkolenmijn Emscher-Lippe;
5o. de Friedrich-Alfred Hütte te. Rheinhausen,
een der grootste en meest moderne bedrijven •op dit
gebied in Europa met 10 hoogovens, lThom’as- en
3 Martin-staalfabrieken, waiswerken, fabrieken voor
den bouw van bruggen en andere groots ijzercon-
structies enz.;
o. staalfabriek .&nnen met 5 Siemens-Mr,’tin-
ovens en 1 Bessemerwerk;
7o. Grusonwerk Magdeburg-Buckau, in 1893 door
Krupp aangekocht. Deze onderneming vervaardigt
zoo goed als alie soorten van gegoten ijzer en staal; en artikelen daaruit, als machines, fabrieksinstalla-
ties op elk gebied enz.;
80. •de Gernianiawerft te K’iel-Gaarden, •edert
1902 in •het bèzit van Krupp en daarna sterk uitge-
breid. Deze legt zich toe op den bouw van snelle
Oceaan-stoomers, passagiers- en vrachtschepen van
elke soort, stoomturbines, ketels, Dieselmotoren enz.
In 1918/19 werd op deze bovengenoemde mijnen
en Hütten geproduceerd 2.651.571 ton steenkolen en
741.647 ton ijzererts. Op den isten Juli 1920 waren
in het geheele bedrijf meer dan 92.000 personen werk-
zaam.
Eenige
cijfers
uit de
balans
mogen de beteekenis
daarvan nader in het licht stellen:
• Grondbezit, fabrieken enz. M. 257.256.147; voorra-
den enz. M. 804.258.289; fondsenbezit M. 93.981.638;
debiteuren M. 619.834.568; crediteuren M. 898.447.813;
winst M. 79.565.577.
Men kan gemakkelijk begrijpen, wat het beteekent
een dergelijk bedrijf in te stellen op vredes-economie.
Ter verwezenlijking van dit voornemen werd bij een
aantal andere bedrijven belang genomen – vroeger
was Krupp-‘daarin zeer conservatief -, terwijl daar-
entegen •de deelname bij ‘de tijdens den oorlog opge-
richte Bayer. Geschützwerke Fried. Krupp Komm.
Ges. werd opgegeven. Omtrent de nieuwe organisatie
dient o.a. vermeld te worden de te Rotterdam gevestig-
de ,,Devon”, welke maatschappij werd opgericht ter
voorziening .en behandeling van buitenlandsche ert-
sen. De
moeilijkheden,
welke ‘de firma ondervond,
worden goed weergegeven ‘door het volgende citaat
uit het jaarverslag:
,,In verband met de omzetting van ‘het bedrijf heeft
een groot deel van onze bezittingen zijn waarde als
fabrieksinnichting in sterke mate of wel geheel ver-
loren. Door ‘de maatregelen van de inter-geallieerde Commissie wordt de waarde van onze gezamenlijke
bezittingen. belangrijk verminderd. Vroegere werk-
plaatsen voor oorlogsmateriaal, die thans voor de
productie van andere nrtikelen.worden gebruikt, vol-
doen aan de daarv.00r ‘te stellen eischen in bouw zoo-wel als inrichting menigmaal wein’ig, zdodat zij moe-
ten worden verbouwd of vernieuwd. Bij den omvang
en ‘de groote verscheidenheid onzer eigendommen wordt aldus de waarde der onderneming als geheel
sterk beïnvibed, zoodat wij voor afschrijving een be-
drag van M. 75.000.000 hebben moeten bestemmen.”
Het kapitaal der maatschappij bedraagt volgens de
laatste balans M. 250.000.000 (sedert 1914 ongewij-zigd); ‘daarenboven waren tot het einde van den oor-
log M. 94.000.000 obligatiën uitgegeven; sindsdien
zijn daarbij ng M. 250.000.000 gekomen.
Daar Krupp in vele opzichten een in zichzelf af-
gesloten bedrijf vertegenwoor’digde, waren zooals ge-
zegd, ‘de deelnemingen in andere maatschappijen niet
zeer talrjk ook in de laatste jareii is daarin niet
een zoo aanmerkelijke verandering waar te nemen als’
bij andere groote Duitsche ondernemingen. De be-
langrijkste zijn: ‘de belangengemeenschap met de.
Westfalische Drahtindustrie A. G. te Hamm sedert
1911, waarbij Krupp M.’ 6.000.000 nieuwe preferente
aandeelen overnam en ‘overwegen.den invloed in het
bestuur der maatschappij verkreeg.’ Vervolgens die uit 1914 met de firma’s Friedri’ch Thomée A. G. en
met de Drahtstiftfabrik Künne & Sohn te Düssel-
dorf-Gerresheim, welke aan ‘Krupp grondstoffen
levert, terwijl de verkoop der afgewerkte ‘artikelen
voor gemeenschappelijke rekening plaats vindt. Oude
relaties ‘bestaan ook tot de Capito & Klein A. G.
te. Benrath (vervaardiging van dunne ijzeren platen in zeer fijne kwaliteit), waarbij ook de AEG belang
heet te hebben.’ Vervolgens bezit’ Krupp alle aandee-
len der Passauer Graphitwerke te Obererlau, welke
later met de Kropfmühl A. G. om bedrjfstechnische
redenen werd vereenigd, waarbij Krupp ook een over-
wegend’ belang heeft; ten slotte nog de Schlesische
Nickelwerke te Traunstein in Silezië en de Dèssauer
Geschossfabrik Reinhold Becker te Dessau.
Dr. W.
tVIAUTNER.
LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.
De discussie over de ‘niieuwe voorstel-
len ter bestrijding van werkloosheid en
economische depressie; reactie liegen de
reparatiepolitiek; oppositie tegen de
Safeguarding of Industries Act; uitbrei-
dings plannen der spoorwegen; weige-
ring der’ regeering het exportcrediet-schema op Rusland toe te passen; het
tweede memorandum van Prof. Cassel;
de geidruimte.
Onze Lon’densche correspondent schrijft ons ,d.d.
29 October:
Last week the country vas und’er the ‘spell of t h e
n e w ‘prop’osals f o r the.com’bating :of ‘un-
empl.oyment and’ trad’s depress.ion. This
weeks stock-taking has resiilted in a considerable
watering ‘down ‘of the enthusia’sm at first di.splayed.
To begin with, t h e 1 ev
y 11
n der t h e T n s u-
r a n c e A c t has been almost condemned ‘on the two
grounds of unfairness and.. inadequacy. The Labour
Party from the first has’ fou’ght the principle en the
ground that it •i,mposed a special burden en. ‘indus-
try, instead of rtaxing the general community. Fur-
ther, with regard to rthe. positin ‘of the workers,
especia.Ily, this additional rtax came at a’ time wheu
tjrad’e-uni’on.s were . alr.ea’dy imposing special levies
up to as much ‘as three shillings a week ‘on the men
stil in work. Such additional taxation was bound to
still further increase .the cost of prod’uction and so
retard truc recovery. This iwas the .attitude of the
employing interests also. Political exigencies as well
as humanitarian sentiments were responsible for the
attack on the proposal as being inadequate. When
the second reading of the Bill .took place this week,
a somewhat painful scene took place. Cert’ain mcm-
bars of the Labour Party moved amendments to in-
crease the amount ‘of the assistance to be givefi. The Government resisted the proposal on ‘theground that
th.is would i’ncrease .the eest so much that the Ministry
could not take the responsibility. The resu,lt was that,
after various insults had been hurled across the floor
of the House, the Labour Party lef t the chamber in
disgust. Even the Liberals .were not too well pleased,
and it is dear that the relief afforded is not en’ough, though the difficuities of a Government, pledged to
economy and yet anxious to appear generous, eau
2 November 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
957
also be understood. One feature of the stuat•ion which
was universally condeiuned was the absence of ‘any
proper provision of safeguards against fraud. Unless special steps are taken to prevent it, it might be pos-
sible for individuals to draw at once the benefits
under the Insurance Act, and to get relief from the
Guardians of the Poor. This possibility arises from
the fact that the administration of these two relief
schemes are in tho hands of two €eparate central
authorities. In any case, where the man’s family is
lange, the relief offered him by the Insurance autho-
ritjes is so small relatively, that in a good many cases
he will be bound to come for further assistanee to
the Guardians. We have thus the revival of the worst
feature of the pre-w.ar administratien of assistance
to necessitous persons- the existence of overlapping
and competing authorities.
The export credits scheme stili remains
a strong favourite, bui the enthusiasm for the guaran-
toe of capital and interest en imprövements is wan-ing, as it is being discovered that the volume of as-
sistance which the Government can afford under this
head will be quite insufficient. The choice of invest-
ments is to ho placed in the hands of a special corn-
mittee, though the Treasury is to have the power of
veto on any decisions of the Oommittee.
reading, took the opportunity •of meeting possible
cmiticism half-way, and promised that as far as it was
humanly possible, the cost of running the Govern-
ment departments would be cut down. The idea that
the deficjt which would have to ho met was over
£ 200 millions was also ridiculed by the Treasury
spokesman this week. As far as possible, priority
would be given tô sehemes for developing areas within
the British Empire, but the Export Credits Scheme
would be made applicable to the whole world, though
this does not ine’ïude Russia, and tit is not yet dear
w’hether it includes Germany.
A remarkable feature of the week has been
rt
h e
om ergence of a defi nite tone of protest
against the whole Reparations Policy.
Mr. Churchill has always been the finister who was
mest couraigeous in his utterances on this point, bui
his exa.mple is being followed at last by quito a num-
bom •of prominent politicians and business men. Mr.
Asquith has been calling for n ,,revision”, Sir Arthur
Steel-Maitland ha been exposing the idea. that repa-rations can be paid without the import of goods, and Mr. McKenna’s speech to the American bankers has
been given very wide publicity. All this, perhaps, is
not very much when one considers the extent to which
the public has been taught to believe that ,,Germany
eau pay”, bui it poin’bs to a widening circie of op-
posit.ion to extreme measures to enforce the last
penny.
Equally marked is the o p p o s i t i en t o t h e
S.afeguar ding of Industrios Act. The
protestionists do not believe that it goes far enough,
whilst the irrjtation which the administration of the
measure involves is killing helief in any, possible
virtues it may possess.
So far it has been the railway companies
which have advanceçl proposals for the
use of the Government guarantee. The
Loudon tube railways desire to make wide extensions,
and as the present traffic facilities are clearly no
longer adequate, this is a •most desirable direction
for the application of capital. Unfortunately, there is a fly in the eintment. The underground railways
and the largest omnibus company are allied, and the
combino desires to receive a ten years, guarantee against new competition by pirate omnibus corn-
panies before it is willink to spend more’ money en
underground railway, which cannot pay their way
unless they can draw on the ‘surplus eamnings of the
omnibus company. The proposal has however already
moused a storm of opposition, which may end in the
whole scheme being wrecked. The supporters of
municipal enterprise are alarmed ‘over the future of
the Loudon tramways, and the prospeets of a ‘traffie
monöpoly are attacked in the Liberal Press. It is
only fair to the Underground combination to point
out that the proposal for a limitation of competition
is accompanied by an offer to submit ominibus fares
to control by thé Ministry of Transport. Apart from
this proposal comes an ambitieus schemo by the ‘S. E.
Railway for the eleetrification of a large part of its
iailway system, which would at once provide cm-
ployment for a large body for many years to come.
The refusal of the Government to
âpply the’Exports Credit Schemo to
R u s s i a again raises the question of the future of
the Trade Agreement. There is no doubt that a very
strong opposition has again developed. The failure
of the Chairman of the Siborian Mining Corporation
to come to an agreement with the Sovjet Government
en his recent visit to Moscow, coupled with the con-
stant fear of Boishevik propaganda in this and other
portions of the Empire have had considerable effect.
The total volume of tmade with Russia has so far been
very small, though it shows signs of increasing more
rapidly. The Government has dispo’sed of some
01
the mumours ‘flying about by stating that it has no
intention of withdrawing the Mission at Moscow, but
the situation is certainly not quito comfortable.
In the Labour world, t h e d a xi g e r
0
f a st r i k e
in the engineering ind,ustr ies h as been
ov e r c o m e by the result of the recent ballet on the
question of the Ternoval of the war honus of 1234
per cent. Only a very small percentage of the mew-
bers voted, and only a very small majority ‘was gained
in favour of removal, nevertheless, it is a great deal
to have had the matter settled. The IV[ining In-
dustry is stili in the depths of depression. . We have
had a revival of the scheme to limit the price of coal
to 30/- a ton by means of a Government subsidy. It is
dear that the only thing to be done in the industry
is to close ‘down completely some of the worst paid
nines and to divert some of the labour in the in-
‘dustry to other channéls. As’s mattor of fact, a goed
many of the unemployed men only came unto the
pits during the war, and they ought now to be forced
to seek some other trade. The troisble is the depres-
sion which makes it difficult to say where the men
bould be employed.
The last event of the week which deserves mention is the publication by the Manchester Guardian Corn-
mercial of the Second Memorandum of
P r of e s so r C as s e 1. This report comes oppor-
tunely, in that it. strengthens the hands of the in-
flationists, ‘er, rather, the anti-deflationists. It is
rather surprising to find that Dr. Walter Leaf, of
the County and Westminster Bank, rathor approvos
the suggestion that e little more infiation will
not dø much harm. Nevertheless, with the central
plea of the memorandum, that the monetary arra’n-
gements of the world canûot be settled witheut inter-
hational consultation, there can bo no dispute, and
it is useful that the Professor should t,hrow the
weight of the influence of his authority in the direc-
tion »of moderation in the Reparations Issue.
The extreme inonetary ease is again
raising the quostion, whether the high bank mate
ought to be maintained. The margin between bank
and market rates is now very great, and the ‘bank’s
are in some cases forced to lend money at rates which
cannot cover the cost. Not toe much importance
ought to be attached to the excess of maturities over new sales of Treasury Bills and a consequent rise in
the Ways and Means Advances last week. The Govern-
ment probably only desiros to’ regulato the flow more
evenly. As it is paying the Bank 5 per cent en Ways
and Means, and eau get rnoney from the market at
considerably less, it is dear that there is no pres-
sure to use Ways and Means owing to au absence of
958
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 November 1921
fun.ds, for otherwise the Treasury Bill rate would
rise. What will happen when the Reparat.ions Money,
which it is un’derstood is stil loaned to the ma.rket,
is withdrawn, is not yet dear. The Bank Directrate
is said to contemplate that this witlidrawal cannot
be long delayed now. The explanation of the main-
tenance of the rate at the present level is no douht
duo to the feeling that market rates will rise sharply
whenever these funds are lifted out.
DE .RIJKSMIDDELEN.
In dit nummer treft man aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der Rijksmid’delen over
do maand September 1921, vergeleken met de over-
eenkomstige cijfers van September 1920.
De oorlogswinst- en verdod’igi’ngsbelastingen brach-
ten tot dusver in totaal op
f
995.013.446,—, waarvan
f
738.082.724,— op rekening komt van eerstgenoemde heffing.
Met inbegrip van de .opcenten ten behoeve van het
leeningsfonds – behalve •die op dein suikeraccijns,
welke geen verzwaring van belastingdruk medebrach-
ten – is in totaal eene som van
f
1.213.148.877,-
ontvangen uit belastingheffing, die haren grond
vindt in (fe buitengewone omstandigheden.
De gewone middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
39.805.858,— op, tegen
f
38.747.990,— in
Sepiember 1920 en vertocenen •mitsdien een vooruit-
gang van
f
1.057.868,-:-. De totale opbrengst in de
afgeloopen maand overtrof de Taming met een be-
drag ‘van
f
6.271.608,—.
.Daar de opbrengst der middelen over, de eerste acht
maanden van ‘dit jaar de r.aming met
f
18.926.049,-
overtrof, overtreft de opbrengst over de eerste negen maanden van dit jaar de raiming met
‘f
25.197.657,—.
Tot de hoogere opbrengst ‘in de maand September
1921, in vergelijking met die in September 1920, droe-
gen vooral bij do grondbelasting, de personeele be-
lasting, de inkomstenbelasting, de ‘dividend- en tan-
tièmebelasting, de suiker-, gedistilleerd- en bier-
accijns en de loodsgeld’en.
Daarentegen brachten minder op de zout- en ge-
slachtsaccijns, de zegel- en registrabierechten, de
rechten op den invoer, het statistiekrecht ien het recht
op de mijnen.
Ook deze maand was de opbrengst der grondbelas-
ting hooger dan in de overeenkomstige maand van
1920 – een bedrag van
‘f
923.400,—, (do vorige,
maand was dit bedrag
f
1.318.851,—), in tegenstel-
ling met vorige maanden, ivaarin de opbrengst van
deze belasting minder was dam in dé overeenkomstige
maan’den van het jaar 1920. De hoogere opbrengst is
een gevolg van het inhalen van achterstand in het
opmaken der kdhieren. De hoogere opbrengst van de’ personeele belasting is waarschijnlijk het gevolg van eene vluggere aanslagregeling. Ten vorigen jare on-
dergingen de aanslagen vertraging door •de met in-
gang ,vn 1 Januari 1920 in werking getreden wet
van 19 September 1919, (Sta’atsblad No. 580).
De hoogere opbrengst van de inkomstenbelasting is
het gevolg van het inhalen ‘van achters,tend. Voor de
meerdere opbrengst der dividepd- en tantièmebelas-
ting is mdeuljk een bepaalde reden aan te wijzen. Do
meerdere opbrengst van de vermogensbelasting is
slechts gering.
De belangrijke d’aling’in den suikerprijs is vermoe-
delijk oorzaak geweest, dat
de
kooplieden zich van
voorraden hebben voorzien, in de verwachting, dat
die daling niet zal stand houden. Ditverklaart de
hoogere opbrengst van den suikeraccijns. De invoer
van wijn wordt, begunstigd door ‘den lagen stand der
buitenlandsche valuta’s. De hoogere opbrengst van
den bieraccijns is het gevolg van ide toename van
het bierverbrui:k; de brouwerij leeft op, nu de drank-
accijns het gebruik van gedistilleerd zoo•’ kostbaar
heeft gemaakt. De invoer van vreemd ‘geraffineerd zout gaat steeds
door. Hiervan wordt geen accijns betaald, hetgeen de
vermindering van den zoutaccijns verklaart. Ten ge-
volge van de daling van ‘de veeprijzen, loopt ook vie
opbrengst van den geslach’tsaccijns ‘achteruit.
De oorzaak vôor het lagere cijfer der zegelrechten
is te zoeken in de malaise in den geld- en ‘fondsen-
handel in het ‘algemeen. De afneming van het regis-
tratierecht hangt samen met het ontbreken van uit-
gif’ten van nieuwe aandeelen en het, geringer ‘aantal
overdrachten van vast goed.
Een sterke ‘afneming van invoer- en statistiekrech-
ten is ‘nog te constateeren, als gevolg van de alge-meene malaise en prijsdaling. D’at daarentegen de
loodsgelden toenamen, is waarschijnlijk het gevolg
va’n den toenemend’en aanvoer van vrije goederen en
den afnemenden’ aanvoer van goederen, waarvoor in-
voorrecht naar waarde of naar gewicht wordt geheven.
De vermindering van de opbrengst van het recht
op de mijnen is ten deole een gevolg van ‘de ‘gewij-
zigde wetgeving, ten deele van verminderde produc-
lie, samenhangende met den oveiwloed van kolen.
Over het geheel genomen is de opbrengst der mid-
delen over de maand September 1921 niet ongunstig
te noemen, in’ vergelijking met de opbrengst over •do
vorige maanden van dit jaar.
1-let stijgend percentage van ‘de directe belastingen
en ‘het afnemend percentage van de overige midde-
len in de totale opbrengst der middelen over de eerste
negen maanden, blijkt duidelijk uit het volgende
staatje:
1920
1921
Totale opbrengst
f
322.542.034,63
f 327.005.907,39
Opbrngst D. B…..
112.882.543,47 ,, 143.408.793,34
Opbrengst ivan de
overige middelen . . . ,,
209.659.491,16 ,, 1S3.507.114,05
ONTVANGEN:
Zweedsch-Hotla’ndsch Export adresboek.’
Rotterdam,
Nijgh & van Ditmar, 1921.
Vooral gedurende den oorlog, aldus het voorbericht,
waren de ‘aanvragen uit Nederland en Koloniën ‘naar
Zweedsche artikelen hizoadei talrijk en is het handel’sver-
keer ‘tusschen de,, beide landen sterk ‘toegenomen. Ten ein-
de deze verbindingen te onderhouden wordt het hierboven-
genoemde’ adresboek uitgegeven door ‘de Zweedsdhe Alge-
meene Enportvereenigdag In samenwerking met bovenge-
– noemde uitgeversmaatschappij. –
Do inrichting komt overeen met die welke dergelijke
publicaties gewoonlijk hebben. Vooraf gaat een kort over-
zicht van doel en ‘werking der Zweedsche Algemeene
Exportvereeniging ‘te Stockholm.
Tien ja.ren geschiedenis van het Nederlcrrvdsche Bank-
wezen en de Nederlandsche Conjun-ctu’ur, 1866-
1876,
-door
–
Dr. Max de ,Vries, Martinus Nijhff,
‘s-Gravenhage, 1921. –
AANTEEKENINC.
Koersstijgingen aan dc Weensche
B e -u r s. –
De ,,Frkf. Ztg.” bevatte dezer dagen een
interessante correspondentie hit’ Weenen, waarin een
tabel voorkomt, ‘die een overzicht geeft vak de koers-
stijgingen van een aantal fondsen sinds het begin van
dit jaar, vooral onder den invloed van de vlucht
voor de kroon. Het aantal der koersen van zes cijfers
neemt voortdurend toe in de prijscourant. Welk een,
invl’oed bij de ontwrichting ‘der wisselkoersen ver-
goedingen in buitenlandsch geld kunnen hebben,,
blijk
–
t uit het koersverloop van aandeelen Donau
Dampfsch’iffahrt, die van 17-21 October van 49000
op 70000 stegen ‘op het gerucht, dat de schadeloos-
stelling voor de ingevolge het vredesverdrag aan
Tsjecho-Sl.owakije’afgestane schepen op 6 millioen
Zwitsersche francs vastgesteld zou zijn, welke tegen
dein kronenkoe’rs van 22 October 6Y2 milliard ‘kroneii’
represen-teeren.
Hieronder ‘volgt bovengenoemde tabel:
2 November 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
959
l3
J
eSIn
Be8in
1
Sept.11OOct.117
Oct.21
Oct.
1455 1570 1698
3490
2670
3190
1140
1710
2230
4920
4900
5300
1815
2480
3028
1000
6070
8400
llöhmische Unionbank
…
3280
3800
5550
13100 11800 14000
3340
3765 5360
13005
11000 13500
Donaudampfschiff………..
15050
15.50
18470
5Ua 0
49000
70000
L5nderbank………………
Nor
,
lb.hn……………….
22700
19100
27480
49500
48550
60000
Zivnostenskabanka
……….
5480
5000
6018
12750
11000
17700
2910 2340
3318
5850
4750
5500
1800
.3220
3455
5650
4610
5510
Kreclitaktien
…………….
Unionbau.Geeilschaft
1180
240(1
2650
30z0
2800
3230
Anglobank
………………
4660
5980
6270
10400
9400
11100
Ausziger Chemische ……..
11950
10630
14850
27800
24000
30100
Klotilde ………………..
7250
5025
5750
119011
10025
1000
17200
26400 42200
45100
41800
–
Staatsbahn
………………
3 pCt.
Südbshn …………..
Perlm000er Zement ……….
Jungbnnslauer Spiritus …
15600
17500
20850 42000
42000
45000
Lombarden ………………
2358
.
..
2005
2100
3700
3200
3915
Dynamit Nobel ………….
6170
6130
$320
12250
12370
17000
Oesterr. Berg- tind Hütten
14500
11590
13106
3998
34000
55101
7300
6550
8825
13960
12750 17500
Siemens.Schückrrt
……….
Alpine Montan …………..
1868 1685
2219
8300
1500
9150
14210 12950
15700
44000 35000
44500
11199
8760
10600
25000
18300
31050
10030
9290
11400
28600
23500
28600
Wolfsegg. Traunthaler
2610
1799 1960
2920
23
1
0
2000
Brünner Maschinen ……..
4555
4170
5470
13450 10350 14810
1490
925
1002
1620
1330 1590
Skodawerke …………….
4352
6710
114611
14520
18120
FeIten
&
Guilleaume ……..
Krupp Metaliwerke …………
Rofherr Schrantz ……….
..3559
1349
1130
1243
3920 3000
3990
Pracer
Eisen …………….
Brüxer
K,hlen …………..
18000
21200
23000
36000
3(1800
50100
Salgo
Tarjaner …………..
31600
28300
33000 69000 65000
23000
Daimler Motoren ………….
..
5050
6750
15000
1 000
17000
Schöller Zucker. .. .. .. .. .. .
.
23(10
…
10130
16150
38400 39000
1
6000
NetsiedIer
………………
Fanto
………………….
Oesterr. Eisenbahnverkthr
7600
5860 7500
1590
15000
20000
Kosranos
………………6225
Oesterr. Gummi…… ……
.
290
3380
5300
4600
6010
.3745
.
510
6150
15800
13450
17790
Holehandel ……………..5500
Inwald Glas …………….
.1000
10200
15490
36000 33003
3s200
) Stukken van Frs. 400 in 4 S Frs. 100 verdre1d.
Ook in Duitsehland geldt thans sterker dan ooit op
do effectenmarkt: gebrek aan goederen – overvloed
van geld. De fondsen krijgen bij .de heerschende geld-
ruimte een zeidzaamheidswaarde en ongelimiteerde
kooporders zijn regel. De snelheid van het Umwer-tungsproces blijkt uit onderstaand overzicht, aan de
,,Frkf.
Ztg.”
ontleend, dat de koersstijging van een
klein aantal der aandeelen, welke aan. de Frankforter
Beurs verhandeld worden, illustreert.
131 AugusRtsl
21 October
1
28 October
Chemische Nijverheid.
Ludwlgsha4en
………….
720
.
fl00
Höchst
………………
419
750 1050
.
445
798
1000
Eloizverkohiung
……….
699 1010
1300
857 1500
1900
.420
710
1000
Electro-techn. nijverheid.
Elberfeld
……………
Siemens & Halske
…..517
…..
462
725
1150
403
–
1120
Scheideanstalt
…………..
Griesheim
……………..
.383
633
960
Feiten & Guilleaume
.
.
560
….510
1010 1130
Bergmann
…………….
A.E.G
……………….
400 680 1100
Schuckert
…………….
Mijnbouw.
Deutsch-Luxemburger
….
865
1300
..
519
890
1200 740 1100 1500
777
1099
1500
Gelsenkirchen
…………
Harpen
……………..
465
630
1425
Phöuix
……………..
Laura
……………….
Diversen.
Kieyer
……………….
378
605 1050
Waidhof
……………..
536 000 1090
Deutsche Bank
….. .
…
515
720
Deutsche Vereinsbank
.
.346
167 198
450
Dat ondanks deze koersstijgingen het aangeboden materiaal zoo onbeteekenend is, wordt verklaard uit
het feit, dat aanhouden tot nu toe nog steeds winst
heeft opgeleverd en uit de moeilijkheid voor de win-
sten een veilige belegging te vinden.
Ten slotte volgen hier nog de laatste indexcijfers
van het koersverloop van effecten, samengesteld door
de ,,Frkf. Ztg.”
1920
1
1
1921
2/1 j2811013j112j1 811
1
513
1
214
1
715 12917 121/10l28/l0
Aandeelen …….7696 (2692 15013 15385 11897 12805 12535 14997 28199 36105
Binnenl. Aand. 836 867 874 812 829 930 826 826 816 822
Buitenl. Asnd. 6071 893 902 917 767 757 803 810 1554 1583
Totaal . … 1I)141I14452116789I1l7174113493114492114164116633130569138510
Stelt, men den koers van 1 Jan. 1920 gelijk. 100,
dan krijgt men het volgende beeld:
11
1
001
157
1
184
11
188
1
148
1
159
1
155
1
182
1
334
j
421
R e c t i f i c a t i e. – Het Bureau voor Zeeoorlog-
schade vestigt er onze aandacht op, dat in de in ons
vorig nummer gereproduceer.de
statistiek van .ingeko
men vorderingen een.igo drukf•outen voorkomen.
Onder ,,Personenschade” bedraagt het totaal aantal
sterfgevallen 744, in plaats van 714, terwijl het aan-
tal ,,Vernietigde ladingen” niet 525, doch 325 moet
zijn. Het algemeen totaal der schade bedraagt
f
78.007.6.67,74 in plaats van
f
75.007.667,74, terwijl
onder hetzelfde hoofd voor Portugal en de Vereen.
Staten van Noord-Amerika resp. 35 en 4 ct. te weinig
is opgegeven.
MAANDCIJFERS.
QVERZIOHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens).
1921
SePtm l,er
Sede,t
1
Januari
1921
Oerecn.
komalige
periode
1920
Directe
belastin
gen.
1.660.860
12.588.814
13.288.984
Personeele belasting
2.792.877
13.206.061
8.584.406
Inkomstenbelasting
9.626.4(1
85.798.027 67.883.581
3.979.767 20.744.358 13.864.568
Vermogensbelasting
542.869 11.071.533
9.281.005
Accijnzen.
Grondbelasting
……..
3.025.821
27.947.414
27.056.202
386.014
1.451.660 1.256.674
belasting
…………
6.267.694
43.258.398 35.225.076
117.787
1.087.045
1.490.820
Wijn
………………
465.296
3053.931
2.066.740
Gedistilleerd
……….
917.784
8.700.187
10.767.451
Dividend- en tantième-
Suiker
…………….
Zout
………………
Belast, op speelkaarten
2.039
48.962
92.751
indirecte
bela8tin
gen.
‘1.434.476
1
14.809.527
3
18.263.187
Regietratierechten
;
1.740.773
24.636.272
42.664.032
Bier
………………
2.725.587
23.17 7.473
24.765.065
Geslacht
…………..
3.202.959
27.482.171
35.875.070
Gouden enzitveren werlçen
62.875
.602.891
667.590
Zegelrechten
……….
.
85
705 750
Successierechten
……..
Invoerrechten
………….
Belasting
……………
Essaailoon
………….
348.223
2.877.032 3.889.645
1.039
389.997
809.585 257.042
1.601.542
2.815.346
Statistiekrecht
……….
17.139
456.129
456.149
Mijnen
………………
Domeinen
……………
Jacht
en
vissoherj
..
20.469
276.785
266.203
Btaatsloterj
…………
210.272
1.738.993 1.231.155
.39.805.858
327.005.907 322.542.035
Loo,dsgelden
………….
Totaal
……….
OPOENTEN VOOR HET LEENINOFONDS 1914.
Seie
Set
Sederi
I Januari
1921
Overeen
.
komalige
periode
1920
Directe
belastingen.
–
Grondbelasting
333.667
2.524.334
2.057.717
Personeele belasting
..
541.232
2.617.875 1.603.116
Inkomstenbelasting
..
2.760.473
25.1 86.449
20.175.306
Vermogensbelasting
..
88.213 2.697.967
2.325.772
Dividend- en tantième-
6.845.638
.
4.575.307
Accijnzen.
.
605.164
–
belasting
…………1.313.323
Suiker
…………..
5589.483
5.411.240
77.203
290.33.2
251.335
Gedist. (binn.-enbuitl.)
626.769
4.325.840
3.522.508
Wijn
………………
Indirecte
belastingen.
..
Zegelrecht van buitl. eff.
6.282
160.845
348.510
Registratierechten
….
–
–
6
Totaal
,,..
6.352.326
__
50.238.863
40.870.817
1)
Hieronder begrepen
f
264.258
wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting). -‘) idem
(2.585368.
‘) Idem
f
5.358.113.
960
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 November 1921
BELASTINGEN
IN
VERBAND MET DE BUITEN-
GIRO-OMZET BIJ DE. NEDERLANDSOHE BANK.
September 1921
September 1920
Posten
1
Bedrag
II
Posten i
Bedrag
Voor reke-
ninghouders 45.071 f2.060.760.000 36.983
f
2.189.601.000,
waarvan door
de H.-bank
plaatselijk… 22.484 ,,1.711.019.000 15.116 ,, 1.731.846.000
Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.
1.986 ,,
15.895.000 1.356 ,,
19.725.000
POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
Augustus 1920
-J
Augustus 1921
Aantal
Bedrag
Aantal [ Bedrag
Aantal rekening-
houders op ut 27.945
41.970
–
Aantal rekenin-
gen op u°…….28.722
–
43.031
.
–
Stortingen …….44.195
64.602 58 249.713
84.626.193
Overschrijvingen:
78.490 155.077.287
bijgoschreven
–
–
132.127 316.461.051
afgeschreven
–
–
142.482 212.461.781
Afschrijvingen
68.639 70.723.324
wegens cheques
–
.
.–
99.361 58.427.536
Totaal tegoed reke-
ninghoudersop iit.
–
68.772.799
–
127.878.474
GTRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM
Augustus 1921
Augustus 1920
Posten
Bedrag
Posten
Bedrag
Ontvangen en
betaald:
in contanten.
25941
f
3.916.200
87333
f
9.860.954 doorover-
schriiving
t).
58636 ,,205.493.219
49074 ,, 131.064 943
Particuliere
–
reloeninghoud.
11602
2
) .,
25.420.245
8883
1
) ,
20.226.485
Saldo te goed
part, rek. u°.
–
,, 7.628.159
–
,,
6.150.078
Dep”sito’s voor
een jaar vast..
456
.,
704.000
–
–
InrI,,’irve verrekeningen tusachen eempentedien’r
,
n. zijnde
pim.
1
141.514
697,30 per maand, in de maand Aug. 1921 en pl.m.
f
82.457.389,12 in de maand Aug. 1920. ‘) Aantal.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
AUGUSTUS
j
1919
1
1920
1921
PRODUCTIE DER KOLENMIJNEN. 1)
(In tonnen van 1000 K.G.)
(Gegevens verstrekt door het ,,Centr. Bur. voor de Statistiek”)
Naam van de
. Juli
Augustus
Mijn
1921
1
1920
1
1921
1
1920
• Btaat8mijnen.
Wilhelmina ……
..41.090
48.501
45.189
48.920
Emma …………66.628
71.956
. 75.193
68.027
Hendrik ……….42.101
36.004
43.605
38.164
Totaal …. 149.819
156.461
163.987
155.111
Particul. mijnen.
Domaniale mijn..
36.384
. 47.476
431e
50.021
Mijn Laura en Ver-
eeniging ……..40.406
48.099
.40.141
48.123
Oranje-Nassau
mijnen ……….80.536
75.982
82.397
72.784
Mijn Willem So
phie …………23.230
20.610
24.440
20.745
Totaal …. 180.556
192.167
147.409
191.673
Totaalgeneraal 330.378
348.628
311.396
346.784
Kolenslik
niet
inbegrepen (in 1920 voor alle mijnen te zamen
175 043 ton en in de maanden Januari
tim.
Augustus 1921: 151.674 ton.)
Staking.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
The geographical Journal. – Lond.eu,
Augustus 1921.
Mrs. R. Tôrbes,
Across
the
Libyan deselrt to Kufara;
P. S’ykes,
South Persiia and the great
war; J. H.
Drib erg,
The Laiige district, Uganda protectorate;
.1?. E. G. George,
The ,,Oourier de 1’Orient” of the
ahbé Carré; Mount Kvea-eat expedition.
1
d em. – Londen, Septetnber 1921.
Mrs. R. Forbes,
Across the Ltibyan desert to Kufara (continued);
L. V. S. Blacicer, Travels n
Tu.rkistan
1918-’20;
S. Burrard,
On the origin
of
mountain
ranges;
J. M. Wordie,
The Ross Sea drift
of
the
,,Aiirora” in 1915-1916; The Mount Everest expe-
dition; Memorial to Sir Clements Markham.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N
d f
Disc.Wissels.
44
1Juli ’15
Zweeds. R.ksbk 54
19Oct. ’21
BeI.Binn.Eff.54
19Oct. ’20
Bk.v.Noorw.. 64
6Juli ’21
Vrsch.inR.C. 64
19Oct. ’20
Zwits. Nat.Bk.4
13Aug.’21
8k. van Engeland 5
22Juli ’21
Belg.Nat.Bk.5-54 19Mei
’21
Duitsche Rijksbk.. 5
23 Deo. ’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 54
28 Juli ’21
Bank v. Italië. 6
20 llei
1
20
Ooetenr. Hong. Bk, 5
25Juli ’21
F. Res. Bk. N.Y. 5
223pt. ’21
Nat. Bk. v. Denem. 6
5 Mei ’21
Javasche Bank 34
1Aug.’09
OPEN MARKT.
1
Amsie,dam
Londen Berlijn
lParijal N. York
Data
1
Part.
1 Polon.
1
Part.
1
Part.
1
Part.
1
CaO-
disconto
1
gatie
1
disconto
disconto
disc.
monet,
GEWONE OMSTANDIGHEDEN.
Sepiember
1921
S.derl
1
Januari
1921
Verdedigingsbelasting la
….
125.233•
•
3.225632
Verdedigingsbelasting Ib
….
605.538 11.693.861
Verdedigingsbelasting II
….
2 737363
25.0i1.I81
3.468.114 39.98u.614
Inlagen
.
…
…
11.318.100f
11.337.934
Terugbetalingen
.. ,,
9.807.121
,,
9.317723
Tegoed der inleggers
260.432.007
,, 267.785.489
Nom. bedr. der uitst.
staatsscbuldboekjes
op ultimo ……….,
36.212.650
,,
40.489.200
….
f
Spaarbankboekjes:
op ultirno ………..
Aantal nieuw uit-
.
10.338
Aantal
geheel af-
gegeven …………11.776
betaald
6.775
7.828
Aantal in omloop
op ultimo .-
1.871.876
1.905.655
f
11.211.918
29 Oct.
’21
4°/s
31/4
3114
–
I4_11
l”-
‘)
9.761.179
24-29
21
411
s
3_l1
13114-114
411
1
–
–
4
t/_
17-22
‘2114
‘l.-/s
3
13′
1
4-4
I4-°/
t
–
I3′-5
277.317.894
10-15
0.
’21
14
1
/4_
1
/s
1
3
1
/4
_1/
2
4.1/4
I4_51
–
15-6
25-30
0.
‘2114
/r/8
41/,_t!,
l6/s
14_
5
18
1
–
19_10
43.704.350
.
27 O.-1N.’19I4.’/5
1
141/
4
-51/,
I
14
1
I4-/8
1
t
.
1
–
5-18
20-24Ju1i’14
13
1
/s
1
/it
12
11_/
12 114_$14
2
1/_t/
1
21
5
1/_7
1/
t
)
Noteeringvoo 28 October
1921.
9.537
WISSELKOERSEN.
7.697
‘
.
–
WISSELMARKT.
1.915.515
Aanvankelijk was de markt iets vaster gestemd. In het
midden der week werd de stemming echter
flauwer
en
2 November 1921
. ECONOMISCH-STATISTISCHEBERICHTEN
961
liepen de koersen alle iets terug. Londen steeg aanvanke-
lijk tot 11,58, maar liep daarna terug. en sloot op 11,53%. Parijs kon tot 21,55 opkomen, en sloot op 11,357V2. Bel-
gië was eigenlijk de geheele week flauw, zonder dat een be-
langrijke daling plaats vond; 20,90 5 21 geopend, was het
slot op 20,80. Marken waren zeer onzeker en fluctueerden
bijna dagelijks verschillende keeren. Het hoogste punt was
op 1,82, het laagste op 1,55. Weenen liep regelmatig iets
terug bij zeer geringe omzetten. Dollars waren eerder iets
vaster. Skandinavië flauw. Alleen kon Christiania in het
laatst der week iets opkomen. Zwitserland in het begin
der week sterk aangeboden, later weder vaster. Spanje on-
veranderd. Ook Buenos Aires bleef tamelijk stationnair.
Indië iets flauwer, 98%
ft
99,-.•
KOERSEN IN NEDERLAND
D
ata
Londen
S)
Pa rtij
S)
Be rlijn
S)
Weenen
S)
Bruisel
$5)
New
Yo,k*$J
24 Oct. 1921..
11.54
21.30
1.74
0.16
20.87+
2.94
25
,,
1921..
11.55+
21.42k
1.81
0.15
20.9
i
292
1
/4
26
,,
1921..
11.5fl
21.45
1.74k
0.15
20.95
?.92
7
1;
27
,,
1921..
11.55
21.32+
1.56
0.14
20.87+
2.93’/,
28
,,
1921..
11.54
21.35
1 6
0.14 20.84
2.9l’I
29
,,
1921..
11.54
21.37+
1.66
0.14
–
–
Laagsted.w. ‘)
11.53 21.20
1.57
0.12 20.80
2.91′!,
Hoogste
,,
,, ‘)
11.58
21.55
1.80
0.17
21.05
2.95’I
22 Oct. 1921..
11.53+
21.25
1.78
0.17
21.07+’294»
15
,,
1921..
11.50+
21.60
2.02+
0.16+
21.42+
2.99
Muntpariteit..
12.10
48.-
59.28
50.41
48.
2.48
8
14
5)
Noteering te Amsterdam.
55)
Noteering te Rotterdam.
1
Particuliere
nnanve. 2)
Noteering van 21 October
8)
Idem vat, 14 October.
D
0
a
Stock.
holm
5)
Kopen.
bogen’)
Chris-
ilania
)
Zwlizer.
land
5)
Spanje
1
BaiaoIa
fl
telegrafisch
24 Oct. 1921
68.10
56.50
38.40′
54.50
39 15
98
1
1,-99
25
,,
1921
68.10
56.50
38.95 53.65
3910
98’12-99
28
1921
68.05
56.50
38.40 53.15
39.-
98
1
/,99
27
,,
1921
67.70
56.40
38.90
5360
39.10
98
1
1,
99 28
1921
67.50
5615
38.70
54.25
39.-..
9812-99
29
,,
1921
67.50
56.20 38.75 54.05
39.-
90/,-99
L’ste
d. sv.
2
)
67.25
55.80.
37.90
53.15 38.90
98
1
1,
H’ste
,,
,,
‘)
68.20 56.70
39.-
54.60.
3935
99
22 Oct.
1921
68.25 56.15
38.-
54.50 38.85
99
15
,,
1921
69.40 56.75 36.25 56.60
39.95 99
Muntpariteit
66.67 66.67 66.67
48.-
48.-
100
)
Noteeflng te Amsterdam.
1
.9
rarucullere opgave.
Termijnnoteeringen der Valuta-Kas.
Ecarts tusschen termijnnoteering en contanten koers.
(week van 24-28 October 1921.)
Londen.
Uit. Nov.
Uit. Dec.
Hoogste B Koers
agio
1
1 ct. agio
1
12 ct.
Laagste B
,,
Pan
1/4
Hoogste L
,,
agio
514
,,
1
Laagste L
,, i/
,, ,,
•i/5
New-York.
Hoogste B Koers
disagio
1
14 ct.
disagio
1/,
ct.
Laagste B
,,
,,
115
Hoogste L
,,
agio
21
,,
114
Laagste L
,
disagio
11
,,
514
Parijs.
Hoogste B Koers
Pan
Pan
Laagste B
,,
disagio5
ct.
disagioö
ct.
Hoogste L
,,
agio
5
agio
2
1
12
Laagste L
,,
disagio2l/s
disagios
Brussel
Hoogste B Koers
agio
‘2
1
I,ct.
agio
10
ct
Laagste B
,,
Pari
2
1
13
Hoogste L
,,
agio
5
,,
7112
Laagste L
,,
,,
2
1
f,
,, ,,
5
B er 1 ij n.
Hoogste B Eqers
Pan
.
agio
1
ct.
Laagste B
,,
Pan
–
Pan
Hoogste L
,,
agio
1
ct.
agio
2
Laagste L
.
,,
.
Pan
ItOERSEN TE NEW YORK.
Data
Cobie
Lond.
Zicht Parijs Zicht Berlijn
Zicht Am,ie,d.
(in “per £)
(in
ci..
p.frs.)
(in
ci.
p. Mr/t
(in
CI.. P.
gid.)
29 Oct. .. 1921
3 93.50
7.111
0.56
34.06
Laagste d. week
393
7.26
.
0.55
3398
Hoogste
,,.
,,
3.i15.62
7.34
0.60 14.16
22 Oct. …
1921
3.93.62
7.27
0.59 34 06
15
,,
..
11421
389.62
7.32
0.65
33.74
)tluntpaniteit.
4.S6.67
5.18
2
/
4
951/4
401!1,
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaat3enen
Landen
Noteerings. eenheden
14
Oct.
192;
21 Oct.
92;
2328
Laagtie
97111t
Oct.
2l
Hoogste
28 Oct.
Alexandnië .
.
Piast.
p £
9751s
97
11
i6
971/
977/te
B
Airest)..
cl. p
V,
$
44′,4;”,
441,,
443/
4
443/
s
Calcutta
. . . .
Sh..p. rup.
1
58
ei
114
/,,
114
1/
114
1
1,
114
8
14
Hongkong
..
id.
p. $
3
0’/,
2i1
„5
/s
218
1
1
21011,
219′!,
Lissabon
.. . .
d
per
lil.
.513!,,
5
5
14
5
8’1
5’14’
Madrid
.. .
Peset.
p.
2890
29.76
29.45
29 75
29.67
•Morjtevideo
d.
per
$
4
1
8
1
<
&
41
40
1
1,
42
1
12
41
1
18
Montreal….
$
per
£
4.22
4.31119
4.25
4.33
4.26
‘R.d.Janeiro.
d. per
Mi).
8’/,,
715/t,
7″I,e
S’/is
8
Lires
p. £
95.87,
99.75
99 i/4
10081
99$1
Shanghai….
Sh.
p.
taei
41
5
1
4/0″,
39
411
1
1
4
1
18
Rome
. … ….
Singapore
..
id.
p. $.
214
•’/3″/ie
213′!4
24
•Va1paraiso.
peso P. £
33.10
34150
34.20 34.90 34.20
Yokohama
..
Sh.
p.
yen
21511
2.5
215
1
110
25114
121ô51,,
Koereen der voorafgaande
dagen.
8)
Telegrafisch transfert.
2)
Noteering
van 29 September.
NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te Londen
te
New
York
29 Oct.
11.921
……
41
1
/8
71
22
,,
1921
…….
40
1
1
70/a
15
1921
……
49
1
/t
73
8
,,
1921
……
.
42
8
18
71
8
1s
30 Oct.
1920
…….
52’/i
80
1 Nov.
1919
……
65′!,
.
121118
20
Juli
1914
……
24″/j,
54
1
19
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 31 October 1921.
Activa.
Binneni.
Wis-
(
H.-hk.
f192.357.029,58
1
12
se1s,Prom.,
B.-bk.
,,
54.111.549,38
1
12
enz. indisc.( Ag.sch.
,,
71.515.813,92113
f
317.984.392,8711,
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto
……
.
–
Idem eigen portef
f
39.706.652,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgei.
39.706.552,-
Beleeningen1′ H.-bk.
f
33.855.039,67
mcl.
vrsch.
B.-bk.
»
14.930.330.58
in rek..crt.Ag.sCh._»
80.479.030,31’12
op
onderp.
f
129.264.400,56’/,
Op
Effecten …….f120.825.096.20
OpGoederenenSpec.
,,
8.439.304,361,1,
»
129.264.400,56
11
Voorschotten a.h.Rijk
…………….
,,
13,509.161,37
1
1,
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
. …..
f
58.238.000,-
Muntmat., Goud
.’.e5
19.730.929,59
fd05.968.929.59
Munt. Zilver, enz.
•
,,
8.921.409,88’12
Muntinat., Zilver
..
–
Effecten
614 890.339,47
1
/,
Bel.v.
h.
Res.fonds..
f
5.342.515,25
id.
van
‘/,
v.h.kapit
.3.940.406,87′!,
9.282.922,12’1′,
Geb.enMeub. des Bank
…………………..
3.747.500,
–
Diverse rekeningen
……………………..
»
17.735.267,83V
f1.146.120.536,25
Passiva.
Kapitaal
……………………..
f
20.000.000.-
Reservefonds
………….. . ……..
»
5.386.728,62%
Bankbiljetten in omloop
………
1.056 405.125
–
Bankassignatiën in omloop ……….
2.171.430,72′!,
Rek.-Cour.
Het Rijk
f
–
saldo’s:
5 Anderen
•
46.683.909,34
46 683.909,34
Diverse rekeningen ………….,….»
15.473.342.56
f .146 .1 20 530 25
962
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 November 1921
NED. BANK 31 October 1921(rvolg).
DE SURINAAMSCHE BANK.
.
Beschikbaar metaalsaldo •
f
393.097.620,3713
Voornaamste posten in duizenden gu1den
op
de
basi8 van
,netaaldekking
. . . . ,,
172.045.527,361I
Andere
1
Minder bedragaanbankbiljetten in omloop
.
Data
1
Metaal
Ckcu!alic
0pe13Ch6.
1
Dl3conto8
Dlv. reke-
ningcn
1)
dan waartoe de Bank gerechtigd is. . ,, 1.965488.10,-
1
chu1den
t
20Aug. 1921
. .
1.132
2.065
1.211
1.989
260
Verschillen met den vorigen weekstaat:
.
.
Mee,
Mmdc,
•
13
,,
1921
. .
1.128
2.046
1.240
2.009
191
Disconto’s
•……..•.
18.62.748,75h/2
6
,,
.1921
. .
1.125
2.124
1.129
2.004
165
Buitenlandsche wissels.
1.225.833,-
30 Juli
1921
. .
1.125
2.058
1.377
2.041
160
Beleeningen
.
13.081.700,-
23
1921
. .
1.124
1.969
1.160
2.034
162
Goud
•………
–
–
…..
16
,,
1921
. .
1.124
2.Ö57
• 1.198
2.045
198
Zilver
….•.••….,•.•
227.371,37112
21 Aug. 1920
.
1.081
2.053
1.005
1.800
709
Bankbiljetten …..•…
35.777.510,-
23 Aug. 1919 . .
949
1.418
1.151
1.524
416
Part. Rek.-Crt. saldo’s . .
•
6.902.468,18’1
•
25 Juli
1914 . .
645
1.100
560
735
398
Voornaamste posten in duizenden guldens.
1)
SIUiIPoOt
der activa.
Data
Goud’
Ziloc,
biljetten
opciachbarc
Andere
schuidcn
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
605.969
8.921
1.056.405
48855
605.969
9.149
1.020.628
54.765 BANK VAN ENGELAND.
31
Oet.
1921 …….
21
1921 …….
605.969
9.195
1.028.634
41.362
Voornaamsté posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
605.969
9.252
1.030.513 40.692
in duizenden pond sterling.
________________________
____________ ________ _______
605.969
9.558
1.040.476
41.114
Data
Metaal
Circulatte Currenci, Notes.
17
1921 …….
10
1921 …….
1 Nov. 1920 ……
636.141 19.229
1.108 201
‘82.739
Bedrag
Goudd.
Gov. Sec.
3
,,
1921 ……..
1
Nov.
1919 ……
632.167
4.955
1.068.074 76.052
26 Oct.
1921
19
,,
1921
128.414
128.417
123.916
123.684
311.575 312.604
28.500 28.500
274.67e
275.530
25 Juli
1914 …… ..
162.114
1
8.228
1
310.437
6.198
Totaal
Hiervan
1
Beschik-
5i
Data
bedrag
Schatkist.
t
Belee-
t
t
baar
1
Metaal-
kings.
12
,,
1921
128.422
124.614
313.593
28.500 276.473
disconto,
promessen
rec.*s
ningen
1
1
30ld0
percen-
5
•,
1921
28 Sept. 1921
128.414 128.414
125.607
124.973
313.317
314.382
28.500
28.500
278.182 278.119
31
Oct.
1921 317.984
128500
129.264
393.098
56 21
,,
1921
128417
124.406
315.912
28.500
278.968
24
1921 299.360
119.500
116.180
399.298
57
,,
17
1921 281.992
114.500
128.060
400.424
57
27 Oct.
1920
123.199
127.589 355.872
28.500
324.798
,,
10
1921 273.516
118.500
138.238
400.239
67
29 Oct.
1919
88.064
84.455
336.578
28.500
319.379
3
,,
1921 262.544
192.500
156.791
398.468
59
.
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
1 Nov. 1920 137.729
9.000
322.939
415,971
55
1
Dek-
‘1
Nov. 1919 149.956
86.000
277.271
407.544
66
Data
Gov
1
Other
1
Public
Other
Re.
kings-
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686,
43.521′)
75
‘ ‘
Sec.
t
Sec.
1
Depos
t
_______ _______
Depos.
1
1
serve
perc.l)
26, Oct. ’21
87.576
82.203
13.533
161.509
22.948
13,11
‘)
Op
de basis
van
21
s
metaaldekking.
19
,,
’21
79.715
86.416
14.794
156.809
23.183
13,51
Uit de bekendmaking van den Mi ni ster v a
fl
F i n a n
12
’21
64.851
80.372
15.016
134.790
22.258
14.86
ci ë n blijkt, dat uitstonden op:
5
’21
58.541
84.949
19.266
127.772
21.197
14,40
28Sept.’21
33.360
80.494
‘12.231
105.421
21.892
18,60
24
October 1921
31 October 1921
21
,,
’21
39.670
85.120
13.960
115.204
22.461
17,39
27 Oct. ’20
64.518
76.061
16.421
120.557
14.061
10,26
Aan schatkistpromessen
f
477.000.000
9
–
f
476.000.000,-‘
waarvan rechtstreeksbij
29 Oct. ’19
53.908
80.715
22.753
116.182
22.058
15,88
de Ned. Bank geplaatst
,, 119.500.000,- ,, 126.500.000,-
2Juli ’14
13.735
Aan schatkistbiljetten
,, 256.851.000,- ,, 258.371.000,-
11.005
33.633
42.185
29.297
52
3
1
Aan zilverbons
………,,
35.991.668,60 ,,
35.241.720,-
t)
Verhouding tu8schen Reserve
en Deposite.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.De samengetrokken
DUITSCHE RIJKSBANK.
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlelieus- kassenscheine, in duizenden Mark. Bank
1
Andere
Data
Goud
Zilver
biljetten
opeischb.
1
Dek-
t
schulden
Data
1
1
__________
Metaal
1
Daarvan
1
Goud
1
i
Kassen-
scheine
1
Circu.
lalie
kings.
lPerc.’)
___________
22 Oct. -1921
19750
296.000
103.500
J
23 Oct.
‘1
1.063.464 1.023.632
3.310196
88.144.195
5
15
,,
1921…,.
‘
195.250 302.500
104.500′
,
195.000 303.000
122,500
-. ’21
1.038.565 1.023.633
3.193609
87.728.207
4 8
,,
1921..
……
2265
20.751
306.174 140.110
7
,,’
’21
1.039.765 1.023.699 2.850.678
87.461.651
4
207.008
20.428 301.726
154.433
,
30 Sept. ’21
1.039.768
1.023.704
3.128.791
86.384.286
5
10
Sept. 1921 …….
27 Aug.
1921 ……’
206.982
20.123 ‘
‘303.470
157.657
23
,,
’21
1.040.920 1.023.705 3.626.159 82.178.940
5
207.000
19.868 304.207
146.857 1
15
,,
’21
1.040.356 1.023.707 2.505.166 81.469.690
4
3
,,
1921 …….
226.959
7.974
371.763
248.047
23 Oct.
’20
1.098.575 1.091.652
20.243.817
62.066.107
34
20
,,
1921 …….
16 Oct.
1920 …….
25 Oct.
1919
166.965
3.005
300.940
108.512
23 Oct.
’19
1.114.157 1.094.481
9.158.26
30.323.285
34
25 Juli
1914
22.057
31.907 110.172
12.634
23 Juli
’14
t)
Dekking
der
1.691.398 1.356:857
circulatie door
metaal
65.479
en
Kas8enecheine.
1.890.895
93
Dis.
1
Wissels.
1
buiten
t
Be.ce.
Dive rse
–
Ee, tik,.
‘baar
l
t
king,.
Data
conto’s
1
N.-Ind.
1
ningen
rake
ningen
,
metaal-
1)
t percen.
betaalbaar
1
saldo
1
lage
Data
Wissels
t t
Rek. Cii.
t
Darlehenskassenscheine
1
Totaal
In
kas bij de
22 Oct. 1921
215.500
‘
110.850
49
‘
1
uitgegeven
Reichsbank
15
,,
1921
221500
***
113.850
48
8
,,
1921
237 000
109.900
46
23 Oct.1921
1.416.646 13.387.247
10.664.000
3.221.100
10 Spt. 1921
20.156
134.218
49
15
1921
1.047.408 16.886.905
10.655.900 3.107 900
35.1861
19.215t 115.748
3
1921
35334) 22.0481 121.494
22.461
136.651
49
,,
1921
1.092.490
11.266.875
10.438.200
2.765.400
,,
27Aug.1921
35.172) 23.081 109.944
38.347
13.5.309
49
30 Sept. 1921
1.142.218
, 19.980.295
10.773.500 – 3.043.900
20
1921
37.3021 ‘24.5541 103.165
33.063
137.114
49
23,,
1921
982.001
10.563.153
11.264.300
3.542.800
,,
15
1921
1.035.592
14.314.155′
10.262.400
2.420.200
16Oct. 1920
29:5841
32.2071 148.961
36985
115.108
38
’25 Oct.1919
,2.6861
14.272) 187.526
35.564 88.554
42′
,
23 Oct.
1920
47.817.833
12.347.175
33.267.100 20.196.000
25Juli1914
7.2591
6.3951
47.934 2.228
4.842′
44
23 Oct.
1919
30.289.185
8.586.524
20.776.200 9.130.700
‘)
Sluitpost
der a’ctiva.
2)
Op
de
basis
van
git,
tnetaaldekking.
23 Juli
1914
1
750.892
943.864
—
–
2 November 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
963
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden france.
Data
Goud Waarvan
in liet
Buitenland
Zilver
Te goed
in liet
Buitenland
Bui&geu,.
voor.,ch.
old. Slaat
27 Oct. ’21
5.523.866
1.948.367 278.421
614.479 25.100.000
20
,,
1
21
5.523:686
1.948.367
278.075 618.023
25.300.000
13
’21 5.523.481
1.948.367
277.810
619.724
25.400.000
6
,,
’21
5.523.304 1.948.367
277.619 621.576
25.400.000
28 Oct. ’20
5.405.729
1.948.367
264.090
591.151
26.600.000
30 Oct. ’19
5.575.485 1.978.278 287.618
838.841
25.450.000
23
Juli
1
14
4.104.390
–
639.620
–
Wtssds Uitge-
stelde
Wissels
Belee.
‘”
Rek. Crt.
1
Bankbi!-
Pont.
1
jdutei
culieren
Re k.
Crt.
Staat
2.472.963
66.268
2.217.303
37.154.4592.521.133
42.272 2.401.299
67.055
2.232.644
37.406.813
2.544.363
29.995
2.325.373
67.376 2.246.180
37.611.632
2.386.188
46.141 2.273.709
68.345
2.276.863 37.792.329 2.326.329
35.037
2.739.950 457.453
2.046.665 39.084.416 3.316.258
157.474
1.145.650
667.907
1.295.162
36.973.7913.106.906
63.398
1.541.080
–
769.400
5.911.9101
942.5701400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden francs.
Dala
Metaal
mcl.
l,uitenl. saldi
1 Bdeen.
1
van
1
buiten!.
1
vorder.
Beleen.
van
prom. d.
provinc.
t
Binn.
1
wissels
1
en
1
keleen.
Ctrcu.
latte
Rek.
Cr1.
pa,ttc.
27 Oct. ’21
327.714
84.653
480.000
592.080
6.110.722 250.893
20
,,
’21
328.872 84.653
480.000
572.245 6.109.935 237.251
13
’21
328.653
84.653
480.000
552.186
6.’84.058
264.960
6
,,
’21
127.041
84.653
480.000
580.781
6.232.898
411.386
28 Oct. ’20
351.381
84.653 480.000
729.707
5.792.826
1.168.049
29 Oct. ‘191843.3081
87.355
480.0001378.246
4.680.065
!.097.654
VEREENIGDE STATEN• VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Goudvoorraad
Zilver
dc.
F.R.
Notes in
circu-
_______________
Totaal
Dekking
In het
bedrag
F. R. Notes
1
buiten!.
latie
5 Oct.
1
21
2.732.599
1.868.952
–
150.343
2.482.313
28 Sept. ’21
2.725.966
1.867.494
–
152.719
2.457.196
21
,,
’21
2.711.128
1.871.892
–
151.968 2.474.676
14
,,
’21 2.684.501 1.796.750
–
150.001
2.491.651
8 0ct.
’20
1.996.324
1.297.178
90.409
161.944
3.322.123
10 Oct.
19
2.131.328
1.280.816
108.123
70
.
772
1
2
.
741
.
684
Data
Wissels
Totaal
Depositds
Gestort
Kapitaal
Algem.
Dek.
t
kings-
J
perc.’)I
Percent.
Goud.
dekking
circul.
‘)
5 Oct.
’21
1.440.191
1.695.332 103.046
69,0 92,2
28 Sept. ’21
1.441.792 1.717.405
103.049 69,0
92,7
21
,,
’21 1.420.751
1.691.610
103.017
68,7
91,8
14
’21
1.468.874 1.705.831
102.982 67,5 89,8
8 Oct.
’20
3.101.361
2.506.899 97.519
42,9 46,9
10 Oct.
’19
2.400.707 2.613.863
85.391
47,0 49,1
1)
Verhouding tuaschen: den totalels goudvoorroad.
zilver
etc.,
en
de
opeischbare schulden: F. R. Notes en netto deposito’s. 2)
Na aftrek
van 35 pCt, der totale dekkingsmiddekn als dekking voor de netto
deposit&s.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ lIET
FED. flES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
t Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
bij de
Totaal
Waarvan
time
I
banken
gelden en
F. R. bank,
b
e
leggingen
depositds
deposits
28Sept.’21
809 11.572.893 1.241.664
13.337.960
2.925.188
21
’21
810
11.544.165
1.189.256
13.297.986
2.915.659
14
,,
’21
810
11.562.776 1.228.693
14.178.200 2.916.826
7
,,
’21
810
11.485.023 1.236.283
13.036.121
2.914.007
1 Oct. ’20
820
17.144.662
1.343151
14.298.972
2.793.861
3Oct. ‘191
775
13.192.6881
1.363.400
13.62 5.8 2 71
2.002.305
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
EFFECTENBEURZEN.
.
Amsterdam, 31 October 1921.
Ook deze week hebben wederom de Duitsche beurzen de
meeste aandacht getrokken door de stormachtige koers-
bewegingen, die hier te constateeren zijn geweest. De tegen-
woordige toestand aan ‘deze markten kan het best geken»
schetst worden door de uitspraak: gebrek aan materiaal
en overvloed aan geld. Een nooi’t gekende onafzienbare
stroom van koop-orders stornsde in de laatste d.gen op
de effectenbearzen af, waarvan het gevolg was een zon-
danige koers-ontwikkeling, dat men als vanzelf ‘aan de
gebeurtenissen op de Weensehe beurs moet denken. Gaat
men tot ‘de oorzaken van deze koortsachtige beweging
terg, tdan komt men tot de ntdekkiing, dat men zich in
alle kringen d •tout prix van zijn markenbezit will ontdoen
en hiervoor fondsen wil terugnemen. Het gevolg hiervan
is, ‘dat vele waarden door de geweldige vraag een bijna
antiquarisch voorkomen verkrijgen; niet geen mogelijk-
heid is aan alle aanvragen voor enkele bijzonder gefavori
seerde fondsen te voldoen. Men neigt er dan ook meer en
meer ‘toe slechts ,,bestens”-or’dcrs op te geven en het enkele
aandeel, dat op deze wijze bemachtigd kan worden wordt
betaald met een fancy-prijs, een prijs, die vaak in geen
enkele verhouding tot i’ntrinsieke waarde of rendement
staat. Op deze wijze zijn ‘de ‘koersen niet moer het gevolg
van een nauwkeurige berekening van alle factoren; zij
worden ‘alleen bepaald ‘door den ‘uitgesproken afkeer tegen
haar geld. Het typische is dan ‘ook, dat vrijwel ‘iedere over-weging, die vroeger, zelfs z’eer korten ‘tijd geleden, nog in-
vloed op het koersniveau zou hebben gehad, volkomen
wordt uitgeschakeld. Woar enkele weken geleden ‘b. v. nog
een zekere samenhang ‘tusschen ‘wisselkoersen en beurs-prijzen op te merken is geweest, daar is thans iedere wis-.
selwerki ng volkomen uitgeschakeld. Ook gebeurtenissen
als de Regeeri’ngs-er’is’is bleven voor de beurs van buiten-
gewoon ondergeschikte beteek’eniis. Zelfs de Opper-Silezische
kwestie is slechts zeer voorbijgaand een onderwerp van
bespreking geweest en in sommige gevallen. is de verdee-
ling van dit zeer belangrijke industrie-gebied aanleiding
geworden tot een nieuwe hausse, vooral voor ‘die ‘waarden,
die than’s geheel van Duiitschl’an.d afgéschei’den zullen wor-
den en waaromtrent men vernieuwde belangstelling uit
het ‘buitenland vet-wacht.
Het bekende index-cijfer van de ,,Frankf. Zeitu’ng” geeft
dan ook een nieuw record te aanschouwen; . het bedraagt
thans 421 tegen 334 een week geleden en 100 op 2 Januari 1920. De afzonderlijke koersbewegingen echter stellen het
plotselinge en buiten iedere verhouding oploopen ‘der koer-
sen in een nog feller licht. Ter illustratie laten wij hier-
onder enkele van ‘deze fluctuatiies volgen:
21 Sept.
28 Sept.
Lud’wigshafen ……………720
1100
Grieshei.m ………………710
1000
Siemens & Haiske ……….725
1150
A.E.G.
………………..
6S0
1100
Laurahütte …………….630
1425
Deutsche Bank …………515
720
Men ‘zoekt dan ook allerwegen naar fondsen, diie onder
d’e 1000 pOl. genoteerd staan; indien zich een dergelijk ge-
val voordoet is het meeatentij’ds vo1’doende om den koers
tt boven dit iniveau op te voeren. Vaak ‘komt op de prijs-
cGuranten ‘der Dn’itsche’beu.rzen geen enkele noteeri’ng niet
het teeken P. (‘papier, laten) tot stand.
Ook te W e en e n is het in de ‘afgeloopen week weer ‘wild
toegegaan. Aanvânkelijk zag het er naar ‘uit, .dat ‘er een
zekere rust .was ingetr’eden; in het vorig overzicht te dezer
plaatse ‘werd hiervan ‘d4n ‘ook melding gemaakt. Hoofd-
zakelijk was dit ‘wel het gevolg van he’t optreden van den
niieuwen Minister van Financiën en van cie verwachting
dat Dr. Rosenberg, in wien men buitengewoon groot ver-
trouwen heel t mede het financieel beheer zou voeren. Deze
verwachting is echter niet verwezenlijkt en ook zijn ‘tegen
het ‘nieuwe financieel program al spoedig bedenkingen ge-
rezen. Hoe men de v’erhoudingn dan ook eenigszins in nor-
maal spoor, ‘moet brengen zonder diep ingrijpende sociale en economische veranderingen, is niet duidelijk. Reeds nu
moeten bonen en salarissen wegens ‘de moor’d’ende duurte
in steeds sneller tempo opgevoerd worden. De brocsdprijs
is juist verhoogd van 17 tot 34 kronen en men is van plan
.clezen verder op te voeren ‘tot het niveau van den .werke-
lijken kostprijs, di. op het oogenblik 250 kronen. Een ge-
zin van 5 personen zou dan per jaar alleen aan brood circa
65000 Kr. moeten uitgeven; een inkomen van ben minste
1 millioen per jaar is ‘dan noodig. Het wekt dan ook
geenerlei verwondering, dat met ‘de kroon als betaal-
middel in Duitsch-Oostenrjk ‘bijna geen rekening meer
964 –
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 November 1921
wcyrdt gehouden en dat het er niet veel toe doet, of men
ter beurze voor een bepaald fonds 1000 kronen meer of
minder betaalt. Als gevolg hiervan zijn de fluctuaties op-
nieuw geweldig geworden; weder ter illustratie volgen
hier eenige voorbeelden:
10 Oct. 17 Oct. 21 Oct.
Donau Dampfschiffahr:t ….
50000
49000
70000
Schöller Zucker …………38400
35000
46000
Oost. Eisenbahnverkehr
15990
15000 20000
Als teekenend voorbeeld h,e liet aan de Weensche beurs
toegaat, zij hier nog vernield, dat de aandeelen Veitscher
Magnesitwerke, waarvan bijna geen materiaal ter markt
komt (omdat de groote meerderheid in bezit is van een
syndicaat onder leiding van de Unionbank, Schneider-
Creuzot en de firma Karl Spitter, te Koblenz) biinnen cii-
kele de.gen van 70.000 tot 200.000 kronen zijn gestegen. De
Mij. keert een deel van haar dividend in vreemde valuta uit.
De beurs-centra in de West-Europeesche landen hebbeil opnieuw een zeer groote tegenstelling met de hier .gerele-
veerde gebeurtenissen aan den dag gelegd. Te L oud en
was de handel zeer beperkt, hoewel de grondtoon geens-
zins ongeanimeerd is geweest. De gunstiger stemming is
zeer zeker ook gestimuleerd door de ruime gel.dm.arkt. Hoe-
wel de Bank of England nog steeds vasthoudt aan haar
disconto van 5y
2
pCt., is geld in de open markt veel goed-‘
kooper verkrijgbaar en heeft de Regeering zelfs geld *ete te verkrijgen tegen een disconto voor schatkistw’issels van’
£ 3.13.8,38. Men gelooft dan ook algemeen, dat de centrale
crediet-instelling wel spoedig deze aanwijlingen van de’
open markt zal moeten volgen, omdat anders haar invloed’ op de gelcimarkt vrijwel illusoir zou worden en haar poli-
tiek alleen tot gevolg zou kunnen hebben een remmen van.
den legitiemen handel. Hoewel de statistieken nog geen
blijk geven van een groote opleving van den buitenland-‘
schen handel, is men toch ook hieromtrent optimistisch ge-‘
stemd, omdat de Regeering in principe reeds bereid is gc-
vonden in de richting van stimuleering van dozen handel haar steun te verleenen.
Te P a r ij s is de beurs uitermate stil geveet, in het
1
vooruitzicht van de reeks van vacantiedagen in verband
met de feesten van. Allerheiligen en Allerzielen. Alleeii
petroleumwaarden
bleven buitengewoon vast, voor aandee
len Royal Dutch zelfs boven de .pariteits-koersen, aange-
geven door Amsterdam.
N e
w
Y o r k heeft een betere tendens te aanschouwen
gegeven, als gevolg van de ietwat gunstiger berichten, dié.
uit verschillende takken van bedrijf worden vernomen. Zoo’
heeft de ijzer- en staalproductie zich, volgens de ,,Iron-
Trade Review”, van 25 op 40 pCt. der totale capaciteid
kunnen verheffen. Eenige soorten ruw-ijzer zijn van 2 tot
3 dollar ‘in prijs gestegen; ook de prijs van cokes is ge-
monteerd. De vraag voor koper is iets sterker igeworden
De positie van petroleum schijnt ook veel kraohtiger, spei
ciaal wat dan export betreft, die in September 37 millioeri
gallons bedroeg tegen 32 millioen gallons in de vooraP
gaande maand. Al deze mededeelingen hebben tot gevolg
gehad, dat men ter beurze algemeen optimistisch is ge-
worden en een ommekeer in de conjunctuur voor zeer
waarschijnlijk acht, hoewel er toch geen overdreven waarde
aan wordt gehecht.
T e o n z e n t is de markt voor staatsfondsen als geheel
zeer vast geweest. Speciaal hebben de Indische kolonial4 waarden den goeden invloed ondervonden van het minis
terieele besluit om de jongste emissie van 634 ObI. ad
. 100
millioen gulden terug te brengen tot 56 millioen, het bri
drag, dat werkelijk geplaatst ‘is. Het gevolg hiervan is ge
weest, dat er geen materiaal meer zwevend is en dat d
uitgifte ook inderdaad een suco’es is gewor.den. Eenige
vraag bestond er voorts voor Russische waarden, ‘in ver
band met de mededeeling van de Russische Regeering, dat
zij ‘in principe bereid is, de schulden van vÖÔr den oorlog te erkennen. De zeer geringe koersverbetering, diie hierop
ter beurze is gevolgd, toont echter wel duidelijk aan, dat
het publiek te onzent zeer sceptisch gestemd i, zoowel texï
aanzien van de waarde ‘dezer principieele erkenning als
ten opzichte van ‘de practische uitvoerbaarheid.
24
Oct. 27Oct. 31 Oct.
Rijz.gof
5
0/
Ned. W. Sch
1918 90
90118
9011 + ?/,
4112
0/
1916
881 s
88
1
1
88
0
18
._f.
1/10
4
0/
191681
8O14
80’1 –
3813
0
10
,,
,…….
74
‘Is
74
8
1
7488/10
-f-
8/10
3
0
,,
,,
,…….
621s
62
8
/s
62’1
+
118
2112
0/
Cert N. W. S…….53
52
1
18
63
5
– 0/
Oost-Indië 1915 .. . . 92
9I19
92
6
01
,,
1919 . . . .
94’1
95
94
1
1i0 + ‘
ho
4
Olo
Oosteur -Kronenrente
31311e
31/1e
31311e
24 Oct. 27 Oct. 31 Oct.
Rnaof
5 o/o Rusland 1906
5%
511
6
+ I/
4
°/o
RusI. bij Hope & Co
5
1
1
8
5
6’I,
+ 1e18
411
0/
China Goud 1898 .
65
65
62
– 3
4
O/ç
Japan 1899 …….. 63
8
14
64
631/10 –
4
0/t,
Argentinië Buitenl.. 56
1
14
55’14
55’18 – l’/s
5
0/
Brazilië 1895 ……51
8
/8
51
,
18 . 51
,
18
7
0
/o Staatsspoor …….. 103
7
18 103
7
18 104
+ 18
7
. 0/
Amsterdam …. …. l03’/
103’/4
1030/
o
De
aandeelenmnrkt
heeft een grillig verloop gehad. In
den aanvang der berichtsperiode was er over het algemeen
materiaal aangeboden, doch plotseliug keerde de tendens
en ontstou.d vraag op bijna alle marktgebieden. De stoot
hiertoe .is uitgegaan van de
rubbermarkt,
die buitenge-
woon vast gestemd was in verband met de berichten om-
trent productie-beperking, teruggang van zihtbare voor-
raden en prjsverbetering van het product. Plotseling bleek,
dat aan de groote vraag ibijna niet kon worden voldaan,
tenzij tegen aanmerkelijk verhoogde prijzen. Liquidaties
van contramine-posi.ties droegen het hunne er toe bij, on
de koersverbeter.i.ng
krachtigen voortgang te doen hebben.
Intrinsiek is de positie der aandeelen verbeterd; ‘het slot
kwam dan ook op het. hoogste punt.
Tabaksaandeelen
sloten zich slechts aarzelend bij deze
richting aan. De fondsen uit deze rubriek waren wel hoc-
ger in koers, doch slechts in onbeteekenende mate. De con-
centratie-beweging in de ‘tabakscultuur heeft weder ver-
deren voortgang gemaakt door de overname van de Am-
sterdam Serdang Tabak Mij. door de Senembah.
Zeer sterk konden
pet roleumaandeelen
verbeteren. Fei-
telijk is hiervoor geen bijzondere aanleicliing geweest. Alleen
de zeer vaste houding van het buitenland (hierboven werd
l’arjs reeds gereleveerd) gevoegd bij de krachtige reactie
van de voorgaande week, heeft een herstel doen ontstaan, .dat tot ‘het einde toe zich heeft kunnen handhaven. Naast
het hoofdfonds waren aandeelen Geconsolideerde gezocht.
De
suikermarkt
was sterk bewogen en gaf geen ibepaalde
richting te aanschouwen. ‘De ‘betrokken aandeelen varieer-
den naarmate van de suikerberichten uit Indië en ‘uit
New York; per saldo valt echter ook ‘hier een verbetering
te cou.stateeren.
Sterk gevraagd waren aandeelen Philips Gloeilampen-
fabrieken in verband niet berichten omtrent nieuwe orders,
wijl •de Duitsche fabrieken niet op tijd kunnen ‘leveren.
De betrekkelijk lage koers, gevolg van heftige vroegere
aanvallen, heeft een vlug herstel gemakkelijk gemaakt.
Toch blijft het niveau niet op het •hoogst bereikte punt.
Aandeelen in
handelsondernemin gen
bleven aan den vas-
ten kant.
Zeer flauw daarentegen waren aandeelen Rotterdamsche
Bankvereeniging, in ‘tegenstelling met de houding van de
overige fondsen uit deze rubriek, die integendeel iets kon-
den mouteeren of ten minste onveranderd bleven. Het
schijnt, dat het publiek de jongste publicatie van d.e half-.
jaarlijksche balans niet zSS opneemt, als de cijfers het be-
doelen te zeggen; anders toch is een koersval onder den
pariprjs niet te verklaren. De toekomst zal hier moeten
]eeren, of deze pessimistisehe houdIng inderdaad te moti-
veeren is.
24
Oct.
27 Oct.
31 Oct.
Rij:ingof
Amsterdamoche Bank
….
149’/’
150
‘
160
+
‘/
Koloniale Bank ……….
103’/4″1O4/,
10581
4
+2’/,
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand.
129
132
13314 +
4
1
1′
Rotterd. Bankvereeniging..
110
8
1
2
105
.
E95
–
15’/81
Amst. Superfosfaatfabriek
.
54
’48
59
+
s
Van Berkel’s Potent ……
55
56
51
–
4
Insulinde Oliefabriek ……
7
18
/
7
1
/B
lO’h
+
2
1
/
Jurgeno’ Ver. Fabr. pr. aand.
86
87
86
Hollandia Melkproducten ..
156
–
156
150
—6 Philips’ Gloeilampnfabriek
I84
11
230 240
+
öö’/,
R. S. Stokvis
&
Zonen ….
578
578
578
Vereenigde Blikfahrieken..
79 79
77
–
2
CompaniaMercantil Argent.
50
1
12
55718
61
8
12
+
11
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
126
128
1
14
130
+
4
Flandelsver. Amsterdam
.
..
319’/,
320
1
!9
330
+ 101,
Holl. Transatl. Handelover.
25
25’/
25’/
+
‘/
Linde Teves
&
Stokvio ….
76
78
1
19
81
+
5
Van Nierop&Co’sHandel-Mij.
9
10
ii
+
2
Tels
&
Co.’s Handel-Mij….
47
49
47I1
+
1
12
Gecons. Hoil. Petroleum-Mij.
126
1
12
133
.
138
+
11
8
12
Kon. Petroleum-Mij . ……
369
3941/t
42014
+
5j1/4
Orion Petroleum-Mij.
Afgest. Aand.
341/t
37
37’/s
+
3
1
18
Steaua Romans Petroleum Mij. .. Afgeot. Aand.
38
38
38
2 November 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
965
g-,
24
C.
ç
C.
Riizing of
31 Oet.
daling.
Amsterdam-Rubber-Mij.
..
89
95
51
103
+
14
Nederl.-Rubber-Mij……..
40
47’1
55
+
15
Oost-Java-Rubber-Mij.
….
142′!,
149112
160
+
17112
Deli-Batavia…………..
300
309’12
311
+
11
Deli-Maatschappij
……..
260
1
12
272
267
1
1,
+
7
Medan-Tabak-Maatschappij
.
297 297
290
–
7
Senembah-Maatschappij…
380
391
385
1
1
+
5
1
12
&heepvaartwaarden
bleven veronachtzaamd,
doch
met
eén iets v’astereii grondtoon.
•
24 Oct.
27 Oct.
31 Oct.
Rij:ing of
Holland-Amerika-Lijn
….
13712
140
142
1
12
+
5
,,gem.eig
128
1
!,
135 136
+
7
1
12
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij
95 95 95
Hollandsche Stoomboot-Mij
49
47
50
1
12
+
1
1
12
Java-China-Japan-Lijn
95
102
106
+
11
Kon. Hollandsche Lloyd.
.
25
1
14
25
1
12
27’19
+
2/4
Kon. Ned. Stoomb.-Islij…..
85′!,
84
85’/
–
Koninkl.-Paketvaart Mij.
955I8
97
1
12
99
2
/t
+
01
Maatschappij Zeevaart ….
70
61
64
–
6
Nederl. Scheepvaart-Unie
100
1
14
103
1
14
104
8
1
+
4’/2
Nievelt Goudriaan ……..
117
120
135
+
18
Rotterdamsche Lloyd ……
126’/4
135
1
1,
135
+
8I4
Stoomv.-Mij.,,liullegersberg”
54
1
1!
54
1
12
62
+
7’1
,,Nederland”
.
lSO’/j
157
1
1,
160
–
J
–
9’/
,,Noordzee”
. .
28
204
26’14
–
1’14
,,Oostzee”……
55
58 60
1
!,
+
5’1′
De
Amerikaansche markt
was vast, in aansluiting aan
Wallstree’t.
24 Oct. 27 Oct. 31 Oct.
Rijzingof
American Car
&
Foundry
154
1
14
154’/4
154’/4
Anaconda Copper
……..
92
93
97″118
+
5″!».
Un. States Steel Corp…..
91′!,
91′!,
93’/i,
+
2′!,,
Atchison Topeka ………
.
97
9
18
97
2
18
100
+
2
8
18
Southern Pacific ……….
90.
90
93
+
3
Union
Pacific …………
139’/,
139’11,
141 ‘/
+
1’1
Int. Merc. Marine orig. Corn
11
2
18
Ii’!,
12
9
1,2
+
“1,,
prefs
50
8
1
55′!,
55
‘/
+
4’1
De
geidmarkt’
bleef onbewogen;
op vele
dagen kwam er
geen aioteeri’ng voor geld op
prolongatie tot
stand; de door-
sneeprijs was 3 pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
31 October 1921.
Oogstberiohten zijn vrijwel algemeen gunstig. Wel wordt
er geklaagd over het droge weder in Europa en de Ver-
eenigde Staten van Amerika, dat den uitzaa.i van het win-
tergraan bemoeilijkt, doch de laatste dagen is zoowel in
Noteeringen.
alcago
Buenos Agre.,
Data
Tanoe
MaTs
Haver
Tarwe
Mais
Lijnzaad
Dec. Dec.
Dec.
Nov. Nov. Nov.
29 Oct.’21
108’1
48
1
1,
33’18
12,35 7,45
16,30
22
,,
’21
106
46’1
32
3
1
12,-
7,-
16,05
29 Oct.’2Ö
21381
8
83
7
18
54
1
1a
19,45′)
9,05 23,60
29 Oct.’19
223
127
1
18
71
1
18
14,-
.
7,25 25,30
29Oct. ’18
223
1
1
118
1
/
69
11,35
5,50
21,-
20 Juli’14
82
56
8
18
36
1
1,
9,40 5,38
13,70
Amerika als in verschillende Europeesche landen regen
gevallen. Ook Britsch-Indië heeft nu voldoenden regenval,
gehad, zo.odat daar een goede tarweoogst wordt verwacht.
De vooruitzichten voor de vooralening van Europa met
tarwe in het loopende seizoen blijven dus gunstig en de nu
•
en dan verschijnende schattingen der wereidvoorraden wij-
ze» telkens weder op een grooter overschot dan de import-
landen nood.ig zullen hebben. Sommigen der statistici heb-
ben echter naar
ouze
meening nog een te grooten dunk van’
de Europeesche behoefte van dit jaar. Zij nemen als basis
de groote hoeveelheid tarwe, die in het eerste kwartaal
van het loopen.de oogstjaar door Europa is opgenomen, ver-
menigvuldigen die hoeveelheid met vier en komen daar-
dor tot hunne schatting der jaarbehoefte. Wij meenen
echter, dat Europa minder zal blijken noodig te hebben
dan viermaal de hoeveelheid van Juli-September. De
verschepingen van die maanden toch waren voor een groot
gedeelte het gevolg van inkoopen, gedaan in de droge
zomermaanden, toen gevreesd werd voor kleine Europeesche
oogsten van broodgraan. Intussehen zijn die oogsten zeer
meegevallen, zoodat Europa (zonder Rusland) alleen reeds
aan tarwe 5Y
4
millioen ton meer blijkt geoogst. te hebben
clan in het vorige jaar. Het zijn vooral Frankrijk en Italië,
die groote vermeerderingen aanwijzen tègenover 1920. Ook. Engeland en Duitschland .toonen gunstige cijfers en boven-
dien was in de midden-Europeesche landen de opbrengst
aan rogge veel grooter dan in het vorige seizoen. Reeds
geruimen tijd zijn dan ook de Europeesche inkoopen van
overzeesch .broodgraan veel geringer dan gedurende den
zomer. Ook de zoo sterk gedaalde valuta der midden-Euro-
peesche landen werkt Ja deze richting. Intusschen waren in de afgeloopen week de verschepin-
gen van tarwe weder zeer groot. Zij bedroegen 450.000 ton,
een cijfer, dat gedurende vele weken iniet. bereikt ‘was en
zeer zeker ruim voldoende is voor de wekelijksche behoefte
der importlanden, zelfs indien men in aanmerking neemt,
dat Britsch-Indië daartoe tegenwoordig behoort en zelfs
flinke hoeveelheden opneemt, zoowel uit Austr-alië als uit
de westelijke Noord-Amerikaansche havens. Noord-Amerika
leverde ook ditmaal weder het leeuwendeel, namelijk 360.000
ton. Argentinië verscheepte weder bijna niets.
De graanmarkten in de uitvoerlanden waren in de afge-
loopen week weifelend. Tarwe in Noord-Amerika was eerst iets vester, ‘daalde mede ten gevolge van de waarschijnlijk-
heid der spoorwegstaking, doch steeg Vrijdag weder, toen
deze .werd afgelast. Zaterdag sloot de markt echter weder iets Isger en traag. Ook Argentinië was aanvankelijk hoo-
ger wegens dekkingsvraag, doch sloot kalmer op 35 centa-
vos per 100 Kgr. hooger dan een week te voren.
Maïs is zoowel in Noord- als in Zuid-Amerika gestegen,
ondanks de kleine verladingen van de afgeloopen week en
de voortdurend zeer groote aanvoeren aan de Noord-Amen-
kaansche markten. De bin.aeulwndsche vraag in de Ver-
eenigde Staten is echter zeer goed. Na langen tijd om
Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
31
Oct
i’i
24
Oct.
1921
1
Nov.
120
Tarwe’
…………..’)
13’12
13′!,
31,75
Rogge (No. 2 Western)
‘)
11,50
12,- 29,-
Mais (La Plata)
……’)
174,-
171,-
336,-
Gerst (48 lb. malting)
..’)
218,-
217,-
410,..-.
Haver (38 ib. white
cl.). .1),
10,75
11,75
20,-
Lijukoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
16,-
•
14,25
217,50
Lijnzaad (La Plata) ….
4)
344,
340,-
670,-
1) per Februari. ‘
.
1)
p. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G. 8) p. 1000 K.G. ‘) per
1960 KG. ‘) n.o. •) Nr. 2 Hard/Red Winter Wheat.
AANVOEREN in ton, van 1000 K.G.
Artikelen.
Rotterdam
1
Amsterdam
Totaal
24.29
Oct.
Sedert
‘
Overeenk.
24-29
Oct.
Sedert
Overeenk.
•
1921
IJan.
1921
tijdvak
1920
1921
1
Jan.
1921
tijdvak
1920
1921 192 0
Tarwe ……………..
28.652
1.311.630
483.953
–
37.502
117.521 1.349.132
901.474
.
131.537
127.032
–
325
752
131.862
127.784
Rogge ……………..3.930
Boekweit
………….
—
–
6.801
2.825
–
576
–
7.377
2.825
20.212
833.545
337.823
7.680
81.528
56.511
915.073
394.334
1.564
205.549
44.360
80
8528
3.323
213.953
47.683
320
67.941 24.272
–
3.345
–
‘
71.286
24.272
Maf,
……………..
Gerst
………………
9.869
130.935
47.382
1.057
103.651
34.723
•
234.586
82.105
Haver
……………….
Lijnzaad
……………
2.815
93.115
33.108
• –
26351
2.606
119.466
35.714
Lijnkoek
……………
1.156
49.097
25.208
•
13
2.442
–
•
51.539
25.208
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
30
36.447
•
28.870
‘ ,
59
1.668
100
•
38.110
28.970
966
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 November 1921
120.000 ton per week te ‘hebben gesehomineld, bedroegen dit-
maal cle totale verschepingen van mais slechts 78.000 ton.
Te Chicago sloot de December-termijn na een rustige week
1% dollaroent per 56 lbs. hooger clan een week te voren,
terwijl in Argentinië de stijging 35 t 45 centavos per
100 Kgr. bedraagt
In Europa beginnen •de graanprjzen eenige neiging te
vertoonen om zich te herstellen op het niveau der uitvoer-
landen. Voor tarwe hebben zij
zich
geruimen tijd ver daar-onder bewogen en aangekomen en stoomende partijen zijn
in Engel’ahd en verschillende vastelandsohe havens gere-
geld voor zeer ongunstige prijzen opgeruimd. Speciaal in
Engeland is daarin de laatste ‘dagen verbetering merkbaar,
in Nederland is een flink gedeelte der loco partijen opge-
ruimd en ook Duitschianci toont voor lage prijzen cenige
belangstelling. Krachtig lijkt de beweging echter nog niet
wegens de in den aanvang van dit bericht beschreven
gronden.
Duidelijker teekent zij zich af voor male. Na den enormen
prijsval van de laatste weken met groote aanvoeren,, ge-
ringe oonsumptie in Engeland, en den steeds dalenden
markenkoers, welke Duitschlaux[ als kooper uitschakelde,
hebben verschillende Europeesche markten zich reeds eenigs-
zins hersteld. Kouder weder en daardoor betere vraag in
Engeland, kleinere verschepingen, herlevende midden
Europeesche vraag ea
.
staaslhoacien’de rnarlçten in Noord-
en Zuid-Amerika werken daartoe mede, vooral wat Argen-
tijnsche maïs betreft. Ook voor maïs beteekent de prijs-
verhooging tot nog toe echter slechts eene reactie op den
al te grooten val en slechts voor Noord-Amerikaansche maïs
houdt de prijs vol’dpèude verband lpet de waarde in het
uitvoerlantt. Nog iteeds blijven Donau- en Zuid-Afrikaan-
sche maïszeer slecht gevraagd.
Lijnzaad was in het begin dei week vast met dekkiugs-vraag’ in Engeland en vaste markten in Argentinië. Toen echter bekend werd, dat •de Argentijnsche regeering den uitzaai van ljnzaa,d schat op 11 pCt. meer dan liet vorige
jaar en ook de verschepingen ‘weder zeer ruim bleken te
zijn, veranderde de stemming en daalden de prijzen, zoo-
wdl
in Europa als in Argentinië.
N ed e r 1 a ii
cl.
Eenige ‘disponibele partijen tarwe von-den deze week koopers en zoowel van Noold-Amerikaan-
sche als van Argentijusche ‘tanwe is van den voorraad in
onze havens vrij veel opgenomen. Voor ‘uitvoer naar Scan-
dinavië vond weder eene enkele zaak plaats. Ook ter spoe-
‘dige verscheping uit Noord-Amerika werd nu en dan ge
kocht. Voor inlandsehe soorten bestaat echter zeer weinig
belangstelling en de prijzen blijven daarvoor steeds dalen;
Maïs is vaster, nu de groote aanvoeren der laatste wekeij
zijn opgeruimd en de vraag zeer bevredigend blijft. Wel i
de markt de laatste dagen niet ‘levendig te noemen, dood
door ‘het minder •dringeu’ue aanbod konden de prijzen zich weder herstellen •tot eene meer redelijke verhouding tegen-, over de prijzen ‘in de uitvoerlauden.
De .lijuzaadprijs scheen zich .in het begin der week wat ‘te
zillen herstellen, doch ruim aanbod, vooral via Antwes–
pen, hield prijsverhooging van beteekenis tegen.
KATOEN.
Marktbericht van de Reeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 26 October 1921.
Er Was een bepaalde verbetering in den pl-ijs van Ame-
rikaa’nsche katoen gedurende het begin van de week, maar
Maandag was de markt opnieuw lager ten gevolge van den’
staatsgreep iin Hongarije. Toen ‘deze beroering voorbij was,
gingen prijzen opnieuw de hoogte in, vooral na publica-
tie van het Bureaubenicht, dat ‘de tot den lSen geginde
hoeveelheid katoen aangaf als ‘sleohts 5.477.397 balen,
waarop prijzen in Liverpool zestig
‘lunten
‘stegen. Egyp-
tische katoen ‘is ook hooger en in sympathie met Amen-
kaansche. De handel is echter nog verre van opgewekt, ook
al in verband met den slechten toestand over de geheele
wereld, de politieke moeilijkheden in Engeland en de
depreciatie van de mark. In Amerika is bovendien nog
kans op een spoorwegstaking, hoewel deze ‘nog niet tzeker
schijnt te ‘zijn. Al deze ongunstige omstandigheden wel’-
ken ten ‘slotte ook deprimeeren’d op de markt.
In garens is ‘niet heel ‘veel gedaan, maar de markt ‘blijft
toch vast. De binnenlandsche weverijen koopen slechts
kleine hoeveelheden, doch er blijft geregeld behoefte be-
staan, zoodat prijzen ten slotte slechts ongeveer 1 d. ge-
daald ‘zijn. De exportvraag is ook verminderd, daar China
voorloopig genoeg gekocht heeft en ook Indië in de meeste
nummers orders heeft loopen tot het einde van dit jaar.
Voor Holland gaat pog wel iets om, doch overigens is de
vraag van het Vasteland ‘slechts zeer beperkt.
De doekmarkt blijft zeer ‘lusteloos. Er is gebrek aan ver-
trouwen en hoewel er verschillende aanvragen aan de
markt aijn en ‘daaruit blijkt, dat voorraden op overzeesche
markten niet groot zijn, komen er toch slechts .winig zaken
tot stand. Dit vindt ‘voornamelijk zijn oorzaak in de
flauwere zilvermarkt en ide groote fluctuatie.s in de ‘koer-
sen en men ‘voelt algemeen, dat ‘het zeer nooctig is, dat
prijzen, zoowel van zilver als ook van ruwe katoen, meer stabiel zullen moeten worden ‘alvorens men een opleving
in zaken kan verwachten.
19 Oct. 26Oct. ‘ Oost. koersen
‘ 18Oct.
25
Oct.
Liverpoolnoteeringen.
T.T.op1ncli…. 115
1
18 114
1
54
F.G.F. Sakellaridis 22,50 24,50 T.T.opflongkong 2/10+
218
5
14
G.F. No. 1 Oomra
8,25 8,50 T.T.opShanghai.
4/0’i
3/10+
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
l
Nos.
’21 24Oct.
‘211
17Oct.’21
290c1.’2Ô
31 0c1.’19
New York voor
Middling . – 18,75e 19,— c 18,75e, 22,20e 38,40 c
New Orleans
voor Middling 18,50e 18,25e 18,50e 21,— c 39,— c
Liverpool voor
Fy Middling 12,72d1)
12,94dt,
113,020)l 18,05
cl
25,05
cl
‘) 29 Oct. ’21.
1)
22 Oct. ’21. 15 Oct. ’21.
Ontvangsten ju- en uitvoeren van Atnerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1
Aug.’21
Overeenkomsilge periodcn
lot
‘
29
Oct.
1
21
1920
1919
Ontvangsten Gulf-Havens.. 1507
1200
796
Atlant.Havens 577
312
734
Uitvoer naar Gr. Brittannië 395
387
506
,
‘t Vasteland, l233
558
Japan ete..
J
Voorraden
in
dujzendtajko
29,0ct. ’21
29
Oct. ’20
31
Oct.
’19
Amerik. havens ……….
1553
1121
1404
Binnenland …………..
.
.1368
1134
–
1006
New York
……………
134
23
99
New Orleana ………….
446
282
‘
390
Liverpool
……………
763
1
810
665
SUIKER.
De bietsuikercampague in E is r o p a neemt verder een
glad verloop en es- bestaat volgens F. 0. Licht geen ‘aan-
leiding ‘de laatste ‘ramingen te veranderen. Eene uijtzonde-
ring hierop maakt echter Zweden, waar de oogstvoor-
uitrichten bijzonder gunstig zijn. Verwacht wordt eene
opbs:engst van ca. 228.000 tom’s tegen 164.000 resp. 145.000
tons in 1920 resp. 1919, waarmede de binnenlandsche be-
hoeften ruimschoots gedekt zullen zijn.
De suikes-markten toonden in de afgeloopen week wat
meer ‘activiteit en hoofdzakelijk op de N e w Y
0
‘r k cc ‘h e
markt kwamen belangrijke transacties tot ‘stand. De
voorraden in de Amenikaansche raffinaderijen zijn aan-
merkelijk ‘kleinei”dan in andere jaren en aangezien de
vraag voor geraffineerde suiker toenemende is, zijn raf-
finadeurs thans weer op ruimere schaal in de markt voor
ruwe suiker. Ongeveer 100.000 tons Cubasuiker en eenige
partijen Philippijnsche suikes’ werden tot onveran’derde prijzen voor prompte verseheping naar Amesdkaa’nsche
havens verkocht, terwijl ook Engeland een flink kwantum
Cubasuiker kocht. De aoteering voor Spot Centrifugals bleef onveranderd 4,11 c., de markt ‘sloot aan het einde
‘der week in vaste ‘houding met ‘iets hoogere noteeringen
op termijn, n.l.: 2,57 c. voor December, 2,45 c. voor
Januari, 2,40 c. voo’r Maart en 2,50 e. voor Mei. ])e laatste 0 u ,b a-statistiek luidt:
1921
”
1920
‘ 1919
Weekontvangat t. 22 Oct
5.000
1.672
19.682 tons
Tot. ontv. 1 Dec.’20-22 ,, 3.247.860 3.533.820 3.857.697
Werkende fabrieken
1
–
1
Weekezport tot 22 Oct. 11000 4.394 102.591
Tot. exp. 1 Jan.’20-22 Oct. 2084.740 3.518.132 3.483.851
Totale voorraad 22 Oct. 1.165.000 306.666 818.546
Ten gevolge van de slechte fi’nancieele ‘resultaten der af-
geloopen campagne verwacht men, dat de nieuwe Cuba-
oogst aanmerkelijk kleiner ‘zal uitvallen. Betrouwbare
ramingen van de vermoedelijke opbrengst aijn thans na-
tuurlijk nog onmogelijk; de bekende statistici Wi’llet
2 November 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
967
Gray taxeeren den nieuwen oegst voorloopig op 3 millioen
tons, hetgeen 900.000 tons minder is dan de laatste op-
brengst. De Amerikarvnsche bietoogst wordt door hun met
ca. 70.000 •tons minder (900.000 tegen 969.000 in 1920/21)
aangenomen.
Op J a v a hebben cle prijzen zich voor suiker uit den
ouden oogst thans meer aan de wereidpariteit aangepast. Ready Superieur is thans t6t
f
12,- per picol fob te koop en
ook cle prijzen voor kanaalsuiker zijn aanmerkelijk terug-
geloopen, n.l. tot ca.
f
9,- fob,. waartoe alcioeningen
plaats hadden.
Op de Hollandsche markt had in het begin éenige
vraag de overhand en werd voor December leverin.g
f
21
betaald. Koopers bleken echter niet genegen te zijn hoo-
gere prijzen te betalen en bleven de afdoeningen verder
beperkt.
NOTEERINGEN.
Dato
Amster
lam per
loopende
Londen
New York
96pCi.
cent,i.
Tates
Cukes
White Java
Job. per
Amer. C m-
nulatedc.
i.f.
maand
No. /
Nov/Dec.
Nov./Dec.
fuigals
Sh.
5h.
$.
28Oct. ’21
t
22
1
14
5516
18:3
2016
t,l 114,00 19
,,
’21
21 ‘/
6616
1913
2016
4,114,00
26 Oct. ’20
1161-
471-
–
8,52
27 Oct. ’19,,
–
6419
591-
–
7,28
4 Juli ’14
,,1l’/i,
181-
–
–
3,26
KOFFIE.
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkanip en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.
Dato
Rio
.
Santo,
Wi,selkoer,
oorraa
Prijs
No. 7
oorraa
Prijd
No.
29 Oct.
1921
1.753.000
12.450
2994.000
15.400
8
1
/,,
22
,,
1921
1.711.000
12.400
2.948.000
15:200
7
11
/,,
15
,,
1921
1.651.000
12.325
3.045.000
15.200
8
1
/
29 Oct.
1920
438.000
7.700
2.324.000
9.750
12
1
/,
Ontvangsten.
Rio
1
Santos
Afgeloopen
Sedert
Afgeloo pen
Sedert
week
1 Juli
week
S
1
Juli
29 Oct. 1921….
88.000 1.585.000
183.000 3.020.000
29 Oct. 1920.. ..
81.00Ô
999.000
280.000 4.018.000
COPRA.
De markt was deze week wat beter gestemd. liet aan-
bod is veel minder dringend, doch de vraag is ook nog
niet groot te noemen.
De noteeringen zijn:
Java f.m.s. stoomend ……………….
f
33,75
September/November
33,75
October/December
,,
.
33,75
November/Januari
33,75
December/Februari
…….., 33,75
31 October 1921.
RUBBER.
Gedurende de afgeloopen week was de markt Vrij kalm
en bleven de prijzen tamelijk onveranderd. Van de zijde
van Amerika blijft nog wel eenige vraag bestaan, maar tot
prijzen welke iets onder de hier gêldende zijn. De slotnoteeringen op de termijnmarkt zijn:
•
einde voorafgaande week:
Prima Crêpe loco ……….52’/, c
………. 51
1
/s c.
Nov./Dec ……. 531/t ,……….. 52’/
Jan./Maart …. 55
,………..54
Smoked Sheets loco ……..52
,………..52
Nov./Dec ……. 53
,……. …. 531.
Jan./Maart …. 55
,………..54
31 October
,
1921
HUIDEN.
Bericht van de firma Grisar & Co
–
E x o t is c h e h
t,
id en: La Piata kalm, maar vast voor
gezouten huiden. Voor droge huiden wat gemakkelijker.
Dui-tschland koopt zeer. weinig wegens den onzekeren toe-
stand van den koers. Verkocht werden o.a. circa 3700 droog-
gezouten Maranham huiden. Aangevoerd ‘werden 1200 ge-
zouten Columbia-hujden. Offerten droge Buenos Aires
Americajnos 9%
–
lO d. Montevideo Americanos 12% d.
1 ni a n ds c he h ci ide n: Duischiand steeds hooger. De
Rotterdamsche Huideuclub bracht een daling van circa
40 •pCt., daarentegen was de veiling te Parijs. voor koe-huiden en stierhuiden vast, voor ossehuiden enkele pro-
centen lager.
K a 1f s vel 1 e n: werden In Duitschland van 50/60
mark per pond verhandeld. Hier te lande daarentegen wor-
den de laatste prijzen niet gehandhaafd. Bij de Rotterdam-
sche Etuidenclub bleven de vellen onverkocht
L o o i s to f f e n: Veel vraag voor loco Quebracho, maar
weinig voorraad. Op verscheping luiden de noteeringen
£ 24% c.i.f., verschepingsgewicht. Chopped Miniosa: stoo-.
mend £ 10,- c.i.f., uitgeleverd gewicht.
Rotterdam, 29 October 1921.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
1
N0
o.
e 3
.
Koper
Standard
Tin
J
Lood
J
Zi01
31
Oct. 1921..
flora.
66.216
156.1 2/6
24.-/-
28.-/-
24
1921..
flora.
66.216
15R.2/tl
24.28
26.5/-
17
..
1921..
flora.
66.1(V!-
157.1216
23.17/6
26.216
1 Nov. 1920..
nom.
91.216
266.15/-
35.1716
39.-‘-
20 Juli 1914..
5114
81.-i-
145.151-
19.-1-
21.101-
–
VERKÈERS WEZEN.
GRAAN.
Petra
Ode.,sa
1
Ati. Kust
Ver. Staten
San Lôrenzo
Data
grad Londen’I
Rotte,-
1
R’dom
dom
1
Rotte,-
Bruto!
Rotter-
Enge-
1
dam
Kanaal
dam
land
24-29 Oct. 1921
–
i
–
411
411
1919
1819
17-22 Oct.
1921
–
J
–
413
413
19-
19/-
25-30 Oct.
1920
–
t
–
1316
1316
95/-
951-
27 O.-i
N.
1919
–
1
f75,-
1
)
8162)
1751-
651-
2)
Juli
1914
lid.
713
1111’/4
1111’/
121- 121-
KOLEN.
Cardt,
Oost4. Engdand
Data
Bar.
t
1 Genua
‘
‘°
t
La
1
Plat,,
Rotte,.
ICothen.
deaux
t
RICI.
dom
lurg
24-29 Oct. 1921
719
131- 151- 22
1
–
612
819
.17-22 Oct. 1921
716
1219 1316
201-
61-
818
2-30Oct.1920
–
.-
–
–
– –
27
O.-1
N.
1919 541-
.
851- 751-
so/-
f
10,-
Kr. 40
.
Juli
1914
Ir.
7,-
71-
713
1416
312
41-
2)
Per ton stukgöed.
1)
Voor
Britsche schepen.
INKLARINGEN.
VLISSTNGEN
Landen van
September 1921
September 1920
______ _______
herkomst
Aantal
BrutoM’.
Aantal
BrutoM’.
schepen
schepen
Binneni. havens
1
1.057
1
5.660
Groot-Brittannië
28
197.064
29
192.235
Duitschland
..
–
–
1
1.374
België
1
167
1
579
Pdrtugal
‘)
..
6
1.651
4
1.400
Levant 2)
9
3.703
8
3.103
Véreen. Staten-
‘Dantzig-Vlis-
singen als om-
loop
haven
8)
1
28.526
–
–
Totaal
….
46 232.068
44
204.351
Nationaliteit.
Nederlandsche
30
197.325
31
–
198.887
Britsche
4
1.162
4
1.648
Duitsche
3
1.962
4
1.929
Belgische
7
2.443
1
566
Fransche
1
650
1
650
weedsche
–
–
–
2
633 Deensche
–
–
1
40
Vereen Staten
1
28.526
–
Totaal
. . ..
46
232.068
44
1
204.351
‘1 Bijleggers. 2) Sleepbooten.
(B. Stofkoper.)
(8 Ontseheepte passagiers, mail en lading op de reede.
968
2 November 1921
G
van der
–
Poll & Co
Electrotechnische Fabriek
Telefoon
Telegramadres
AMSTERDAM
N 2078 N 9078
,,GROENPOL”
de Ruyterkade 41-42
N 9482
Complete Instalatiën voor
Electrische verlichting en K
ALLEENVERTEGENWOORDIGERS DER
A
IT
ALLMANNA SVENSKA ELEKTRISKA Akt. BoL
te VÂSTERÂS (Zweden)
Generatôren, Dynamo’s en Motoren voor gelijk-,wlssel- en draaistroom
Transtormatoren en toestellen
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
AMSTERDAM
BATAVIA
‘s-GRAVENHAGE
AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY,
I
CALCUTTA, CI-JERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON
–
GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.
Kapitaal /55.000.000,
—
Reserven /47.750.000,-
Nederlandsch-Indische Escompto Maatschappij.
Opgericht in 1857.
Kapitaal
f50.000.000—,
waarvan geplaatst en volgestort
f47.000.000,—.
Reservefonds
f11.000.000,—.
–
HOOFDKANTÖOR: BATAVIA.
AGENTSCHAPPEN te: Soerabaja, Soerabaia-Simpang, Semarang,
Weltevreden, Padang, Bandoeng, Cheribon, Macassar, Djökdja,
AMSTERDAM,
Medan, Tegal, Palembang.
‘S..GRAVENFIAGE,
Keizersgracht 573/5.
Lange Vijverberg 13.
BANKZAKEN IN HET ALGEMEEN. – SAFE DEPOSIT.
ONTVANG-
EN
BETAALKAS
NIEUWE DOELENSTRAAT
20
–
22
AMSTERDAM
DEPOsIT0’s VOOR
1
JAAR FIXE
1
472 PCT.
GELDEN, OP DEZEN TERMIJN GESTORT, ZIJN NA AFLOOP
VAN HET IAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STIL-
ZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER
HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.
DE SPAARNE-BANIt
HAARLEM
Gestort Kapitaal en Reserves f 2.400.000,-
Rekening-Courant, Credieten, Incasseeringen, Assurantiën,
Wissels, Effecten,. Coupons, Prolongatiën, Deposito’s, enz.