Ga direct naar de content

Jrg. 6, editie 289

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 13 1921

13 JULi i91

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economiséh~Statistische.

Beri*cht’en

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

6
JAARCANG

WOENSDAG 13 JULI 1921

No. 289

INHOUD

SIz.
DE REKENING-COURANT
door
Prof.’ Mr. II.
R. Ribbi,,s .. 593
De Quintessens van de Woningbouwcirculaire van 1 Juni
1921 door
Dr.
H.
G.
van Beusekont c. i………….
594
Het Duitsche Aniline-Concern 1 door
Dr.
W.
Mautner
. . 595
Het Staatsbedrijf van de Posterijen, de Telegrafie en Tele-
fonie door
Mr. G.
E.
Dijkmans van Gunst ……….
598
Londensche Correspondentie……………………..
599
AANTEEKENINGEN:
Koersen van Indische waarden …………………801
De Gouddekking der Banque de France …………
601
Economische Toestand van Curaçao 1 …………..
601
MAANDCIJFERS:
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank…………..
603
Postchèque en Girodienst ……………………
603
Rijkspostspaarbank …………………………
603
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
603-610
Geidkoersen.

Effectenbeurren. Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

1

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algern.een Secretaris: Mr.
G.
W. J. Bruins.
A8aistent-Redaoteur voor
het weekblad:
D. J. Wan8ink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 1, Rotterdam.
Aangeteelcende stukken:
Bijkantoor
Ruige Plaaiweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postche qua en girorekening Rotterdam No.
8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.’
in.
Nederland f EO,—.
Buitenland en Koloniën f 25,-
per
jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gr4tis.

Advertentiën
f 0.50 per regel.
Plaatsing
bij abonne-
ment volgens
tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh. & van. Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhage.

11 JULI
1921.

In den loop dezer berichtsweek is ‘de stemming op

de .geldmarkt iets gemakkelijker ‘geworden. Particulier

disconto kon ten slotte voor ca. 4% pOt. plaatsing

vinden en call geld was aanmerkelijk ruimer aange-

boden. Ook de prolongatierente liep opnieuw terug en

daalde van 3% op 2% pOt.
*

*
*

Op de wisselmarkt trok een hernieuwde rijzin’g van

den dollar de aandacht. De koers liep dagelijks iets

op en vooral de laatste dagen werd de stijging steeds

grooter, ‘zoodat heden zelfs tot 3,13% betaald werd.

Daarentegen waren Marken steeds aangeboden en

heden k 3,97% verkrijgbaar.

LONDEN,
9
JULI
1921.

Alhoewel de geldmarkt haar schuld aan de Bank of

England door zware tsrugbetalingen gedurende de

laatste dagen geliquideerd heeft, toont de markt steeds

een opgewekt uit’zien, met genoeg geld om aan alle

vraag te voldoen. Er zijn zelfs ‘teekenen in de richting

van eene verdere verlaging van, de Bank Rate, die.

naar men hoopt, eventueel tot 5% pOt. zal dalen.

Hernieuwing van daggeld kostte tusschen 4% en

4% pOt.; nieuw geld was verkrijgbaar tegen 4 pOt.,

met zevendaags-geld 4% pOt.

In de disconto markt waren de koersen ietwat ge-

makkelijker, alhoewel de omzet slechts klein was.

Tweemaands-papier deed
43%
tot 5 procent, drie- en

viermaands 5% pOt., zesmaands-wissels 5
°
1i6 pOt.

DE REKENING-COURANT.

Evenals vorige jaren
zal
ik in dit blad, thans echter alleen het civielrechtelijke onderwerp bespreken, dat
de Nederlandsche J’uristenvereeniging in hare )aar-
vergadering behandeld heeft. Aan de orde was ge-
steld de vraag: ,,Welke bepalingen ton opzichte van de rechtsverhoudingen uit rekening-courant moeten
in de wet worden opgenomen”, waarover Mr. Dr. G.
J. Fabius en Mr. M. van Regteren Altena praeadvie-
zen hebben uitgebracht. En de praeadviezen en de
mondelinge gedachtenwisseling hebben een waar-
schijnlijk door de stellers van de vraag niet voorziene
conclusie gebracht, welke belangwekkend genoeg is
om daarop nog eens terug te komen. De rekening-courantovereenkomst heeft zich eerst
in de latere jaren oiitwikkeld, zoodat in onze wetge-
ving daarover nog niet gehandeld wordt. De ontwik-
keling echter heeft een zeer grooten omvang geno-
men. ,,Wat den omvang van ‘het gebruik der
reke-

ning-courant betreft, valt op te merken, dat het een
verschijnsel is van de eerste grootte in het maat-
schappelijk verkeer”, zegt Mr. – van Regteren Altena
in den aanvang van zijn praeadvies. Hij wijst op de
talloorze kleine en groote posten, hoe de saldi, voor-
komende op de balansen, slechts zeer onvoldoende de
uitgebreidheid van de werking der rekening-courant
aangeven, daar een saldopost het resultaat kan zijn
van een reusachtigen omzet. En dan vervolgt hij: ,,In-
dien men bedenkt dat al die boekingen het doen van
een eindelooze reeks van betalingen uitsparen en par-tijen in staat stellen, te allen tijde op eenvoudige wijze
hare financieele verhouding vast te stellen, welke het
résultaat is van een groot aantal rechtehandelingen,
dan kan men zich rekenschap geven van de gröote
economische beteekenis van het rekening-courautver-
keer, dat zich tot dusverre zonder inmenging van den
wetgever zoo voorspoedig ontwikkelde en wordt men
tot voorzichtigheid gestemd, waar het geldt de vraag
of – en zoo ja, in welken zin -, de wetgever zich
met de rekening-courant behoort te gaan bemoeien. Zijn conclusie is dan ,,dat het rekening-courantver..
keer het voorloopig nog zeer wel zoiider wettelijke
regeling kan stellen. Er is geen ,,periculum in mora”.
,

Hiermede is de gestelde vraag beantwoord, maar
daar de praeadvise’ur waarschijnlijk liever niet met

594

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Juli 1921

zoo leege handen wil komen, stelt hij zich een andere
vraag, n.l. of de rekening-courant zich voor een wet-telijke regeling leent. Het antwoord hierop is natuur-
lijk bevestigend; elke con.tractueele verhouding leent zich voor wettelijke regeling en de praeadviseur geeft
dan een keurig ontwerp, juist passend in het systeem
van ons wetboek, waarin de hoofdlijnen van deze
overeenkomst getrokken worden. Maar noodig is zulk
een regeling, ook naar het oordeel van haar ontwer-
per niet; zelfs de wenschelijkheid daarvan is moeielijk
uit bladzijde 21 van het praeadvies te lezen.
Komt Mr. van Regteren Altena met een geheele,
echter niet noodig geoordeelde regeling van het on-
derwerp, de andere praeadviseur Mr. Fabius stelt drie
bepalingen voor, die hij echter noodzakelijk acht,
noo&zakelijk vanuit het standpunt van de bank. In
de eerste plaatts dat afsluiting eener rekening-courant
gevolgd door goedkeuring van het saldobiljet schuld-
vernieuwing ten gevolge heeft; dan dat het voort-
zetten van een rekening gedurende twee maanden na
inzending van het saldobiljet een vermoeden van
goedkeuring daarvan schept en ten slotte dat het toe-
kenen van een saldobiljet de goedkeuring van vroe-
gele biljetten bewijst.
Heel belangrijk zijn de voorstellen niet en de ge-
geven beslissingen laten ruimte tot twijfel, vooral
waar daarbij de ‘lankbelangen, dks de belangen van
éôn partij den doorslag hebben gegeven. Zeker zal ook
zonder wettelijke regeling aan het teekenen van een saldbiljet rechtsgewolg worden gegeven in dien zin,
dat een bestrijding daarvan door hem, die het biljet
geteekend heeft, met bewijzen zal moeten worden ge-
staafd. Maar het komt mij voor, dat aan de rechten van den debiteur een niet noodzakelijke beperking
wordt gegeven, door aan de wisseling van het saldo-
biljet de verstrekkende beteekenis van schuldvernieu-
wing toe te kennen. Aan het zwijgen, waar spreken
plicht is, wordt odfr zonder uitdrukkelijke wetsbepaling
reeds rechtsgevolg verbonden; zoo zal het ook niet
onmogelijk •zijn, dat de jurisprudentie in deze rich-
ting gaat bij het niet terugzenden van een sa.ldobiljet.
Wat het laatste punt betreft, hierover •kan hetzelfde
als over het eerste en het tweede worden gezegd. Aan
het teekenen wordt natuurlijk een goedkeurin:g van de
posten, dus ook van de op vorige biljetten betrekking
hebbende posten vermoed, maar ook hier zie ik geen
reden om rechten aan de eene partij te ontnemen. Is
het mogelijkerwijze ook dozen praea&viseiJr evenzoo
gegaan, dat hij een ige regeling heeft willen aanbie-
den? Ook uit ‘de lezing van zijn advies verkrijgt men
de meaning, dat hij niet ontevreden is over de wijze,
waarop de praetijk zich met de algemeene begnselen
van het contractenrecht, aangevuld door de zich ge-
vormd hebbende algemeene voorwaarden voor de
credietverleening heeft weten te helpen.
De vergadering zelve heeft met 6vergroote meer-
derheid beslist, dat voor eenige wettelijke regeling
geen reden is.
Ziet hier dus het belangrijke, ‘dat binnen de alge-
meene regelen voor de ‘overeenkomsten zich een nieu-
we overeenkomst vrijelijk tot grooten omvang heeft
kunnen ontwikkelen, waarbij de practij’k zich heeft
weten te helpen, zonder dat een nadere speciale wet. tehjke regeling wordt noodig geacht.
Zeker, er zijn enkele dubia; twistvragn, welke door
den een zus en door den ander zoo beantwoord wor-
den, maar zou dit
bij
een nadere wettelijke regeling
niet het geval zijn? De wet lost enkele, nooit alle
verschilpunten op en de omstandigheid dat practijk
en jurisprudentie het onderwerp zoo bevredigend voor
de beide partijen hebben kuiinen regelen, doet ons
weer eens met een ander oog onno veel gesmade wet-
gezing aanzien. die zulk een resultaat heeft moge-
lijk gemaakt. Tevens mag met voldoening gewezen
worden op het besluit der juristen, waaruit blijkt, dat
ook ‘zij niet v66r alles wetgeving qua.nd même, wen-
schen, maar er open oog voor hebben, dat wettelijke
bepalingen slechts aanvullend, slechts als ‘het noodig
‘is. gegeven moeten worden, dat beperking van wet-

telijke bepalingen gewenscht is en dat, wanneer de
practij’k zich tot tevredenheid van dehetr.okken par-
tijen kan behelpen zonder speciale wettelijke tussehen-
komst, daaraan steeds de voorkeur moet worden ge-
hecht en de wetgever zich dan verre heeft te houden.
Bezwaren tegen dè wetgeving bestaan voorname-
lijk tegen een verouderde of belemmerende regeling,
meer dan tegen een niet-regeling. Veelal zou verbe-
tering kunnen worden aangebracht door verwijdering
van de wetsbepalingen, welke beletsel geven, zonder
dat het steeds noodig zou zijn daarvoor andére voor-
schriften in de plaats te geven. Door ons systeem van
algemeene regeling der overeenkomsten ‘kan de regeling
der speciale overeenkomsten voor een gr.00ter deel aan
de practijk worden overgelaten dan thans geschiedt en
men blijkens aanhangige ontwerpen voornemens i’s te
blijven doen. En de ontwerpen betreffende de vei-
n’ootschappen èn die over het zeerecht gaan naar
mijne meening te veel in bijzonderheden ‘en hébben
zich te weinig deze vraag gesteld, welke bij •het ont-
werpen van een wettelijke regeling van zulk een groot
belang is: wat
moet
geregeld worden; waarvan kan
ik mij onthouden, omdat partijen zonder iwettelijke
regeling een volkomen bevredigende regeling reeds
gevonden hebben.
Van vele bepalingen in het ontworpen zeerecht kan
hetzelfde gezegd worden, dat Mr. van Regteren Al.
tena van zijn eigen ontwerp zegt, dat wettelijke rege-
ling mogelijk maar niet noodig is en dan oloeten die
overbodige bepalingen worden afgewezen, zooals de
juristen op de vergadering de o’verbodige regeling
voor de rekening-courant hebben afgewezen. Negatief
is het resultaat van, deze vergadering geweest, maar
wanneer de daartoe geleid hebbende overwegingen ook
bij andere vragen van wettelijke regeling zul-
len gelden zal daarmede een positief ,’oordeel zijn
verkregeit. Ik meen hiermede te kunnen volstaan; het
heeft thans geen zin, nu in de regeling der rekening-
courantovereenkomst geen verandering is gebracht, in
dit blad nog eens de controversen ‘te bespreken, wel-
ke in de praeadviezen ‘behandeld ”orden. In het alge-
meen worden deze door de rechtspraak bevredigend
opgelost en uit de weinig lavendige gedachteniwisse-
lin’g op de vergadering blijkt ook, dat de practijk geen
aanleiding ‘heeft gegeven tot warm
partijkiezen
in
een felien ‘strijd. Een bewijs te meer hoe bevredigend
in het algemeen deze zaak loopt en al zou de verga-
dering aan belangrijkheid en levendigheid gewonnen
hêbhen, indien het anders ware, aan de practijk mag
men er geen
verwijt
van maken en men moet haar er
integendeel dankbaar voor ‘zijn.
RIBBIUS.

DE QUINTESSENS VAN DE WONINaBOUW-

CIRCULAIRE VAN 1 JUNI 1921.

De Minister ‘van Arbeid ‘heeft in izijn circulaire van
1 J’uni 1921, met betrekking tot ‘de overheidsbemoei-
ing met ‘het vraagstuk der Volkshuisvesting, een be-
langrijke beslissing genomen.
Ten einde een regel’matigen afbouw te verzekeren
van de woningen, waarvoor reeds steun is ‘toegezegd,
heeft de Minister gemeend voorshands geen steun voor
nieuwe plannen te moeten verleenen. Zooa]s te ver-
wachten was, ‘is ‘op deze ‘beslissing van vele zijden heftige critiek geoefend. Merkwaardig is echter, dat
deze critiek ‘de kern van de circulaire voorbijgaat of
hoogstens even aanstipt, en zich richt tegen ‘die ge-
deelten, die slechts secundaire beteekenis hebben. Im-
mers concentreert zich alle aandacht op de in de
circulaire aangegeven berekening van het werkelijke tekort aan woningen. En die vormt zeker niet het be-
langrjkste gedeelte.
In verschillende publicaties gedurende de laatste
jaren zijn becijferingen gegeven, die een steeds grooter
woningtekort aangaven, een tekort, dat ‘ten slotte eene
voorziening in tien jaar tijd van 450000 woningen zou
voreischen. Deze henauwende cijfers worden in de
circulaire tot meer bescheiden proporties terugge-
bracht, al is ‘het niet waarschijnlijk, dat het daarin

13 Juli
1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

595

genoemde tekort in den meest engen zin, n.l. 52516
woningen geheel juist kan zijn. Toch kan het tekort
niet veel grooter wezen. Volgens de gegevens der wo-
ningtelling, uitgewerkt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, zou in het najaar van 1919 het
tekort 57550 hebben bedragen niet uitecha’keling van
de samenwoningen in een aantal zeer kleine gemeen-
ten. Gelet op de ‘uitbetaling van de voorschotten van
einde 1919 tot 1 Januari 1921 moet, behoudens in de
groote steden, de aanbouw niet ver hebben achterge-
staan bij de gestegen behoefte, zoodat het tekort op
1 Januari 1921, zoo het cijfer 52516 al te laag moge
zijn; niet beduidend grooter kan wezen.

Nu valt over het tekort in het algemeeji ‘ook nog
wel een en ander te zeggen, daarbij onder het tekort
vers’taande het aantal woningen, dat aangebouwd zou
moeten worden om uit den woningnood te ‘geraken,
welk getal niet verward mag worden met dat, noodig
ter verbetering der Volkshuisvesting.

Gaat men ‘uit van het standpunt, dat ieder gezin,
hetwelk thans inwoont bij een ander, ‘de samenwo-
ning zou opheffen ‘voor het geval slechts een twoning
beschikbaar zou zijn, dan inderdaad zou het nijpende
tekort gelijk zijn aan het aantal snmen.woningen.

Het mag echter betwijfeld worden, hoe betreurens-
waardig het ook uit maatschappelijk oogpunt moge zijn, of al die hij anderen inwonende gezinnen over
de middelen beschikken om de huur te ‘betalen’ voor
de thans ‘te bouwen woningen en ‘deze te ineubileerexi.

Ongetwijfeld zou een groot ‘aantal samenvoningen voortduren, ook al waren de noo’di’ge woningen ‘be-
schikbaar en het is niet ‘denkbeeldig idat, terwijl tal
van gezinnen bleven samenwonen, er een groot aan-
tal woningen leeg zou staan.

Maar zelfs, al was het werkelijke tekort, ik bedoel
hiermede de vraag naar woningen, beduidend grooter,
dan nog ‘bleef de circulaire haar volle kracht ‘houden,
omdat daarin niet de ‘kern ligt, zooals men allerwegen
schijnt te denken. Of het cijfer 52516 juist is of niet,
doet eigenlijk niets ter zake.
Uit den aan.hef der circulaire citeer ik, ,,dat thans
reeds een productie van ten minste 90000 woningen
in gang is of weldra mag worden verwacht”, voorts
haal ik verkort aan: ,,dat er op 31 Januari 1921 in
ons land 28290 bouwvakar,’beiders
bij
den woningbouw
werkzaam waren en derhalve een ‘periode ‘van ver-
moedelijk 2 jaar noodig zal zijn om deze woningen te
iiuduceeren. Ging de Regeering nu nog door met
voer nieuwe ‘bouwplannen steun te ve’rleenen, dan zou
er een overproductie van bouwplannen ontstaan, die
hIj het b(ist:iande tekort aan arbeidskrachten enkel
vertragend en desorganiseerend op ‘de ‘woningproduc-
tja zou werken.”
Hier ligt de n’iet-aanveclvtba’re lcern van de cir-
vlaire.

De heer Bloemers acht ‘(‘op blz. 554 ‘van dit Tijd.
schrift) ‘den
termijn
van 2 jaar zlfs te klein, wijl het
niet waarchijnljk i’s, dat voorloopig meer dan f40000
arbeiders
bij
den woningbouw zullen kunnen worden
betrokken. Hij zegt: ,,En waar de productie van ‘wo-
ningen in de laatste tien jaren gemiddeld pl.m. 23000
per jaar heeft ‘bedragen, is in verband met de verkor-
ting ‘van den arbeidstijd (die speciaal in de bouwvak-ken grooten invloed heeft) moeilijk aan te nemen, dat
deze in de eerstvolgende twee jaren tot 35000 zal
kunnen worden opgevoerd.” Met ‘den ‘bouw van de
meer ‘genoemde 90000 woningen zal dus thans, vol-
gens den heer Bioemers nog wel minstens 2’A jaar zijn
gemoeid.
Terloops merk ik hierbij op, dat het getal 90000
moet ‘worden verminderd met een deel der 27704 in
Januari in aanbouw zijnde woningen, hetwelk in de
periode 1 Januari 1921-1 Juni 1921, den datum ‘der
circulaire, is voltooid, terwijl het overige deel toch ‘in
min of meer gevorderden, staat van voltooiing ver-
keert.

Doch laten we aannemen dat met den bouw ‘der wo-
ningen, waarvoor steun is toegezegd, 2Y2 jaar is ge-
m’oid, dan zou dus vaststaan, dat de Regeering thans
gelden heeft beschikbaar gesteld, tvoor den bouw van
een zoodanig aantal woningen, dat de houwnijv.erheid,
op volle kracht werkende, vermoedelijk minstens 24 jaar zal noodig hebben om al deze woningen te ‘bou-
wen. Wat wil men dan nog meer? Wat zou het nu
baten om bijdragen of premiën voor dn bouw van nog
meei woningen toe te staan, als vooruit vaststaat, dat toch niet vlugger ‘kan worden gebouwd.

Ging men door met den bouw van woningen te
su
b
s
,idië
eren
, dan zou de reeds bestaande overproduc-
tja van bouwplannen slechts worden vergroot, er zou
een chaos in het bouwbedrijf ontstaan, die than’s reeds
door tal ‘van ingewijden in het bouwbedrijf waarschijn-
lijk wordt ‘geacht, met de bekende gevolgen: afkoo-
ping van arbeider’s door aannemers en eigen’bouwers,
steeds voortgaande loonopdrijving, stijging van den
prijs der bouwmaterialen, verhooging dus van de
bouwkosten en vertraging van den bouw.

Van een regelmatigen en ‘snellen bouw en daarmede
van een vlugge opheffing van het woning tekort zou
dan geen sprake meer kunnen zijn; ‘de belangen der
Volkshuisvesting zouden daarmede zoker niet zijn
gediend.

De moeilijkheid van het wonin.gvraagstuk toch
schuilt in de hooge ‘bouwkosten.

De bonen der bou.’wvakarbeiders zijn buitensporig
hoog, vergeleken bij die van de arbeiders in andere
bedrijven; het le deel van het rapport der enquête-
commissie naar de toestanden in het iboufwbedTijfWijSt
zulks uit, terwijl ‘het 2ë deel, ‘hetwelk het resultaat van
het ‘onderzoek naar de prijzen der ‘bouwmaterialen zal
bevatten, waarlijk geen verrassingen zal baren, wan-
neer ‘dit uitwijst, dat ook de ‘prijzen d’er bouwmate-
rialen, ondanks de daling, nog a’bnormaal hoog zijn.
Het verleenen van verdere voorschotten en subsi-
dies op uitgebreide schaal, zou dus ‘beteekenen het
toestaan van gelden, gebaseerd op de exorbitante
bouwkosten ‘van het oogeublik, ,voor woningen die
grootendeels eerst in 1924 of later kunnen worden
voltooid. Onnoodig zal het zijn te betoogen, dat ‘geen enkele reden voor ‘prijsdaling aanwezig zal zijn, wan-
neer algemeen ‘bekend is, dat ook voor de woningen
in 1924 te bouwen, de hooge voorschotten en bijdragen
reeds zijn toegezegd. Deze zouden voor jaren reeds
worden verdisconteerd ‘in bonen en materiaalpri3’zen.
Naar mijn oordeel heeft ‘de Regee’ring, toen zij het
juiste inzicht verkreeg in het aant&l woningen, ‘waar-
voor reeds steun ‘was verleend, den eenigen maatregel
getroffen, ‘dien zij nemen kon, door een einde te
maken ‘aan het verdere ongebreideld verleenen van
voorschotten en subsidies, ‘zulks zeker niet in de
laatste ‘plaats in het ‘belang der Volkshuisvesting.

Dr. H. G. VAN BEUSEKOM C.
i.
Den Haag, 7 Juli 1921.

HET DUITSCHE ANILINE-CONCERN.

I. Algemeen. In het tijdperk véér den oorlog be-
zat Duitschland twee .mon’opolies, waarvan één na-
tuurlijk, iietwelk te danken was aan zijne geografische
ligging: ‘kali. Daarentegen kon Duitschland zich erop
beroemen, dat ‘het andere toegeschreven mocht wor-
den uitsluitend aan eigen weten en kunnen: het mo-
nopolie der
awline-7deurstoffert’.
De afloop van den
oorlog heeft D’uitschlan’d het eerste ‘van deze twee
ontnomen, doch het andere ‘kon in weerwil van de
heftigste ‘pogingen in het buitenland tot dusverre
voor ‘Duitschiand ‘behouden blijven.
De organisatie, welke de Duitsehe anilinekleur-
stoffen-industrie ‘zichzelve heeft gegeven, hare in-
wendige en vooral ook hare financieele ‘opbouw zijn
zoo eigenaardig, ‘de werkzaamheid van het concern is
van zoo groote ibeteekenis voor ‘het ‘Duitsche pn inter-
nationale economische leven, dat het wel dienstig
schijnt, na de uiteenzetting betreffende de machtige
,,Stinnes’groep” ) ‘ook aan ‘deze combinatie in dit

1)
Zie Ee. Stat.
Ber. No. 270 en 271,
‘pag.
191
en 218.

596

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN’

13 Juli
1921

blad eenige meer uitvoerige mededeelingen te wijden
en zulks des te meer, waar ook groote kringen in
Nederland voornamelijk door liet bezit ‘van obliga-
tiën ‘(doch eveneens van aandeelen) der meer bekende
tot het concern ‘behoorende ondernemingen een on-
middellijk belang hierbij hebben. Van den opbouw
van het ‘S tinnes-concern evenwel onderscheidt zich
deze groepeering •door een, men zou kunnen zeggen
,,meer democratischen” trek; het is niet zoozeer de
wil van een domineerenden autocraat, die bij de meest
mogelijke égards voor andere persoonlijkheden, zich
in dezen geheelen tak van industrie doet gelden, als

wel
de samenvoeging van gelijkberechtigde en gelijk-

waardige personen en middelen.
Overigens is, gelijk onmiddellijk naar voren dient
te worden gebracht, het woord ,,Anilixie-concern” niet
geheel juist meer, daar de groep zich sedèrt meer dan
zes jaren ook in het bijzonder op de productie van.
kunsiniatige
stof’heeft
toegelegd en wel geroepen
schijnt, in deze branche van de chemische industrie
een niet minder gewichtige rol te spelen dan op het
gebied der anilinekleurstoffen.
Dienovereenkomstig kan de groei van het concern
eigenlijk worden verdeeld in drie perioden: de eerste
daarvan vormde de aaneensluiting van de drie oudere,
hoofdzakelijk kleurstoffen produceerende onderne-
mingen: ActienGeseUsc1i4ft für Anlin-Fabrilcation,
Treptow-Berlin, Badische Anilin- & Soda_Fabrilc, Tjadwigshaf en, en Fa.rbenf abri ken vorm. Friedr.
Bayer & Co., Leverlcusen-Köliv.
De tweede periode
‘wordt gekenmerkt door de uitbreiding dezer oude be-
langen-gemeenschap tot een grootere door toetreding
van de Farbwerlce vorm.. Meister, Lucius c4 Brüwing,
Iiöchsi-Franlcfurt alM., Chemische Fabrilc Gricsh,eim-
li’leictron, Frcvnlcfurt alM., Chem,ische Fabrilcen vorm.
Weiler-ter Meer, Uerclingen,
en
Kalle & Go. A. 0.,

13iebrich;
deze vond in 1916 plaats. ‘De derde periode
omvat de principieele veranderingen in den finan-
cieelen opbouw, die noodzakelijk bleken, eenerzijds
ten gevolge van de verhoudingen nâ den oorlog en
daarnaast door de bewuste bevordering der stikstof-
belangen en het streven naar nauwere aan eensluiting

in het concern zelf.

1. De belangengemeenschap van. 1904.

a. De drie deelnemende maatschappijen.

Van het drietal in de oude belangengemeenschep
opgenomen ondernemingen is de
Badische An’ilmn.- c4

Sodafabrik te Ludwigshaf en
de oudste. Zij werd ‘op-
gericht op 15 Juni 1865 met een kapitaal van

f
1.400.000. Rare voornaamste fabrieken ‘bevinden
zich te L’udwig.shafen, Oppau en Mersebiirg, terwijl
zij aan ‘belangen in het buitenland een fabriek ‘bezat
te Butirki ‘bij Moskou en eene te Neuville bij Lyon. De Duitsche fabrieken telden in het begin van 1920 21.113 arbeiders en voorwerkers, 852 opzichters en
meesterknechts, 308 ohemici, 495 ingenieurs en
technici en 1680 commercieele employé’s. Zij vervaar-digden kunstmatige verf stoffen als Aniline, Alijzarine
enz., kleurstoffen en synthetische indigo, voorts ‘pro-
ducten van ‘de zuur-, soda- en chloorindustrie: zwavel-
en zoutzuur, soda, salpeterzuur, vloeibare chloor,
synthetische ammoniak enz. De fabrieken te Oppan
en Leuna-Mersebur’g zijn ‘bestemd voor de productie
van ‘gebonden stikstof volgens het procédé van Prof.

Haber.
Bij het afsluiten van de belangengemeenschaip e-droeg het kapitaal der onderneming M. 21.000.000,
bij de uitbreiding daarvan, dus in 1916, M. 54.000.000.
Aan obligatiën stonden toenmaais uit: een 4 pOt.
leening van 1901, groot M. 10.000.000 en een 4V2 pOt.
leening van 1908, groot M. 15 millioen.
De
Actien Gesellsch.af t für Aniilin-Fa.brikation te
Treptow-Bertin
werd opgericht op 26 Juli 1873 met
ecn kapitaal van M. 1.020.000 en. ontstond uit de
fusie van de Gesellschaft für Anilin-Fabrikation Dr.
0. A. Martius und Dr. Mendelssohn-Bartholdy te
Rummelsburg-Berlin met de Far’ben.fabrik Dr. Jor-
dan te Treptow. Rare Duitsche fabrieken bevinden

zich ‘te Treptow-Berlin,- Berlin-Iiichtenberg en Wol-
fen bij Bitterfeld. Filialen in het buitenland ‘beston-
den vô6r den oorlog te ‘Moskou, Liibau en St. Fons bij
Ly’on. De maatschappij vervaardigt hoofdzakelijk do
volgende artikelen: teerkleurstoffen, aniline- en azo-
verfstoff en, zwavelkleurstoffen, fotografische benoo-
digdheden (‘de bekende ,,Agfa”-arrtikelen) en wel cmt.
wikkelaars, chemicaliën, droge platen, films, ooTz voor
kinematografische opnamen, voorts pharmaceutischo
preparaten, enz.

Toen de belangeugemeenschap werd gesloten, be-droeg haar kapitaal M. 9.000.000 en in het jaar 1916
M. 1.9.800.000. Aan ebligatiën waren uitgegeven: in
1,888 een aanvankelijk 4Y2 pOt., later in 4 pOt. ge-
converteerde hypothecaire leening van M. 2.500.0,00
(nagenoeg afgelost), een leening van 1900, groot
M. 3.000.000, rentende 4V2 pOt., benevens nog een
van hetzelfde type van het jaar 1909 en groot
H. 5.000.000.

De derde deelgeno’ote, de
Farbenf abri ken. vorm.
lï’
r
i
e
d
r
. Bayer & Co. te Leverkusen
bij
Keulen.,
vroe-
ger te El’berfeld en Barmen, (vandaar ‘de meer be-
kende naam: ,,El’berfelder Farben.fabriken”), is de
jongste der drie maatschappijen, want zij werd op 1
Juli 1881 opgericht. Eigenlijk bestond zij echter reeds
sedert 1863 in den vorm van de firma Friedr. Bayer
& Co., waarvan ‘de bezittingen door haar waren over-
genomen. In 1891 werden ‘de Alizarinfabrieken der
firma ‘Dr. Oarl Leverkus & Söhne te Leverkusen aan
den Rijn daaraan toegevoegd; in 1900 werd vervol-
gens de allzarinefa’briek en in Mei 1912 de zetel van
Elberfeld naar Leiverkusen verplaatst. De maatschap-
pij bezit thans fabrieken te Elberfeld, Barmen, Le-vorkusen en Worringen. Filialen ‘in het buitenland
bestonden te Moskou (met een kapitaal van ‘Rbs. 3
mil i
joen). Flers
bij
Rouba en Schoonaerde in Bel-
gië. Ook werden reeds vroeger eenige andere chemi-
sche ondernemingen als dochter-maatschappijen op-
genomen. Haar kapitaal, oorspronkelijk M. 5.400.000,
bedroeg in 1904 M. 21.000.000 en in 1906
M. 54.000.000. Bovendien werd in 1909 een 4Y2 pOt.
obligatieleenin’g van M. 25.000.000 uitgegeven. Zij
veiwaardiigt verschillende anorganische producten,
zout-, zwavel- en salpeterzuur, superfosfaat, lithopon
enz., teer- en anilinekleurstoffen van elke soort en
een aantal ‘bekende pharmaceutische speciale preipa-
raten als Aspirine, Protargol, Somatose, Guajacose
enz., voorts fotografische artikelen (Edinol, papieren,
films).

b. De belan.gengenieenschap.
Deze drie maatschap-
pijen nu sloten in het najaar van 1904 voor den tijd
van 50 jaren een
belangengemeenschap,
die aanving
op den eersten Januari 1905. De aanleiding ‘daartoe
vormde de steeds scherper wordende concurrentie tus-
schen de ondernemingen op chemisch gebied en vooral
in de teerkleurstoffen-jndustrje. De ondernemingen
behielden hunne zelfstandige organisatie en tegen-
over derden zijn zij slechts af zonderljk aansprakelijk.
De verdeelin’g van de winsten evenwel is zoo geregeld,
dat de winsten der drie
maatschappijen,
vastgesteld
uit de volgens overeenkomstige beginselen opgemaakte
balansen,
‘bijeen
worden gevoegd. Dit provenu wordt
dan verdeeld in de volgende verhouding, ,,met macht-
neming van het verschil in vermogen der drie maat-
schappijen, dat een ‘gevolg is van den uiteenloopenden
maatstaf der afschrijvingen en reserveeringen, of in de toekomst daardoor nog zei ontstaan: Leverkusen
43 pOt., Ludwigshafen 43 pOt. en Berlijn 14 pOt.
Elke maatschappij is gerechtigd over de haar volgens
genoemde beginselen toegewezen winst in overeen-
stemming met hare eigen statuten naar verkiezing te beschikken.” Natuurlijk werd ook als naar gewoonte
overgegaan tot wederzijdsche afvaardiging van com-
missarissen, het uitwisselen van bedrijfs-procédé’s enz.

De combinatie had mede ten
doel zich de beschik-

king te verzekeren over de benoodigde
kolenaanvoe-

ren,
hetgeen overigens
reeds eerder was gedaan door
de Agfa, die verschillende bruinkolenvelden ‘verwierf,

13 Juli 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

597

en door de Badische Anilin, die steen- en bruinkolen-
velden aankocht en zich bij dergelijke ondernemingen
interesseerde, elk voor eigen rekening. loo verkreeg
de groep in 1.907 voor M. 18.000.000 de Kuxe van de
kolenmijn ,,Augusta Victoria”.

Toen in 1908 de wettelijke ‘bepalingen in Enge-land betreffende patenten de vestiging van een fa-
briek daar te lande noodzakelijk maakten, richtte de
combinatie de ,,The Mersey Chernical Works”, geves-
tigd te Londen op. Het kapitaal daarvan ‘werd be-
paald op £ 200.000, waarin de drie maatschappijen
deelnamen volgens bovengenoemde verhouding:
43 : 43 : 14 pOt.

Ir, 1.914 besloten deze tot verhooging van hun-
na aandeelen-kapitalen en wel Levorkusen van
M. 36.000.000 op M. 54.000.000, Luclwigshaien van
M. 36.000.000 met M. 18.000.000 eveneens op
M. 54.000.000 en Treptow van M. 14.000.000
0
1
)

M. 19.800.000. Het. doel van deze kapitaaisuitbrei-
ding, die, zooals men uit de gegeven cijfers ziet, bij
alle dezelfde verhouding had, was de beschikking te verkrijgen over de vereischte geldmiddelen voor het
verbouwen van de fabriek te Oppau van de Badischo
Anilin voor de vervaardiging van zwaveizure am-moniak. Het uitbreken van den oorlog had ton ge-
volge, dat toenmaals deze sommen niet voor het oor-
spronkelijk beoogde doel konden worden aangewend,
maar dienen moesten tot versterking van de positie
der drie maatschappijen.
In financieel opzicht had de belangengemeenschap in. de verloopen jaren ongetwijfeld reden tot voldoe-
ning gegeven, zooals ‘wel kan worden afgeleid uit het
gemiddelde dividend, dat belangrijk moer dan 20 pOt.
bedraagt.

2. De uitbreiding van. de belajrbgengemcenscha.p
j
7
1916.

a. De vijf nieuwe deelgenooten..

Ongeveer in hot midden van dan- oorlog traden
tot deze belangengenieenschap .toe de vijf firma’s,
die reeds in de inleiding werden vevmeld. Eenige
beknopte gegevens daaromtrent mogen hier volgen:
De Farbwerlce vorm.. Meister Lucius & Brün.ing,
Höclist by Fran./cfurt a.IM.,
met filiaal te Gersthofen
bij Augsburg, werd in 1879 met een kapitaal van
aanvankelijk M. 8.500.000 opgericht tot voortzetting
van de sinds 1863 bestaande Fanbenfaibrik von Meis-
ter, Lucins & Co., resp. Meister, Lucius &. Brüning
te Höchst. Tegenwoordig fabriceert de maatschappij
kunstmatige organische verf stoffen (als bo’venge..
noemd), producten der zuur- en chloorindustrie (zwa-
vel-, salpeter-, azijnzuur, aceton, .tznatron) enz.,
voorts geneesmiddelen als Salvarsaan en Tuberkulin,
evenals allerlei serums. De onderneming beschikte
over een personeel van circa 14.000 man. Haar kapi-
taal bedroeg in 1904 M. 25.500.000, in 1916
M. 54.000.000; bovendien werden uitgegeven in 1900
een 4 pOt. obligatieleoning van M. 10.000.000 en in
1919 een 434 pOt. leening van M. 30 millioen. Aan
belangen in het buitenland zijn te noemen dochter-
maatschappijen te Moskou (A. G. der Moskauer Ohe-
inischen Fabriken & Farbwerke M. L. & B.), Parijs
(Compagnie Parisienne •de Couleurs d’Aniline) en
Manchester (Meister, Lucius & Brtining Ltd.). Hare
zaken met Azië waren voornamelijk toevertrouwd aan
de firma China Export, Import & Bank Cie., te Ham-
burg, ‘van welker kapitaal (M. 1.800.000) zij de meer-
derheid der aandeelen in bezit had. In Februari 1921
nam Höchst voor do helft doel in dé met M. 75 nijl-
heen werkende Dr. Alexander Wacker Geselischaft
für Chemische Industrie (fabrieken te .Burghausen),
die met het Duitsche Rijk te zamen ook de water-
kracht (40.000 P.K.) van de Alz ,(Beieren) eiploiteert.
Reeds in het jaar 1904 was een
,,indigo-conventie”
met de Badische Anilin tot stand gekomen; in het.
zelfde jaar werd er nog een gesloten met de firma
Leopold Ca.ssella & Co., G. ‘vi. b. H. te
Fra.n.lcfurt
alM.,
waarbij een uitwisseling van M. 5.500.000 aan-.
deelen tegen een even groot bedrag aandeelen van de
laatstgenoemde plaats vond. Op dezelfde wijze als do belangengemeenschap der drie eerste ondernemingen
had ook deze een, doch nog nauwere, aaneeushuting
ten doel. Zij had betrekking op de veracha.ffing van
grondstoffen, -de vervaardiging en den verkoop der
fabrikaten, uibwisseling van patenten en licenties
Deze toenmaals juist opgerichte G. m. b. H. beschikte
over een kapitaal van M. 30 mulhi-oen eii produceerde
feitelijk dezelfde artikelen als de – Höchster Farb-
werko. Zij was tot 1904 een-particuliere onderneming
geweett en werd juist in verband met het afsluiten
vaii de belangengemeenschap omgezet in een G. n.
b. H. met genoemd

kapitaal en
lv[.
10 miljoen obliga-
tiën. Later (in 1908) werd ook een reeds ‘bestaande
relatie tot de
Kalle & Co. A. 0.
te
Biebrich,
door over-
name van aandeelen nog nauwer gemaakt. Laatst-
genoemde maatschappij werd in 1904 opgericht met
een kapitaal van M. 3.500.000 tot voortzetting der
zaken van de sedert 1863 bestaande firma Kalle & Co.
Zij -bezit filialen te Leipzig, M.-Gladbach, Reichen-
berg, Weenen, Barcelona en Milaan. De vermelde
aansluiting tot de ,,Höchster” en Oassella kwam tot
stand doordien eenige groot-aandeelhouders der Kalle
Ges. tegen M. 4.000.000. van hnnne aandeelen
M. 1.000.000 aandeelen Höchster Farbwerke verwier-
ven .V66r de toetreding tot de belangengemeenschap
met de Anilinegroep wdren nog M. 2.000.000 5 pCt.
obligatiën van 1905 en daarna ‘werden nog M. 2.000.000
5 pOt. oh]igatiën van 1914 uitgegeven; het kapitaal
was tot dan toe verhoogd tot M. 6.000.000.
Omtrent -de Chemische Fabrik Grieshein-i-Elelctron
te Fran&furt a.M.,
die filialen en fabrieken -bezit te
Griesheim, Küppersteg, Spandau, Bitterfeld (2 f a-
brieken), Rheinfelden in Baden, Offen’b ach
all.,
Gleiwitz, Bremen, Weiden-au, Stuttga-rt-Untertürk-helm, valt te vermelden, dat zij reeds (hoewel onder
anderen naam) sedert 1856 bestaat. Zij produceert
mineraalzuren, soda, bichromaten, anilineproducten,
chloorkaik, ïtzkali, potasch, kleurstoffén, lichtmeta.
len, zuurstof

uit -vloeibare lucht, waterstof enz. Be-
halve de bovenvermelde filialen en fabrieken bezit zij
ook bruinkolenbelangen eü is zij geïnteresseerd bij
de Duisburger Kupferhütte zoowel als bij electrosne-
tallurische ondernemingen. In 1898 had zij de Ohe-
misohe Fabrik ,,Elektron” A. G. overgenomen, terwijl
een jaar later een övereen

komst met -de Eiektro-
chemische Werke te Bitterfeld en ‘Badisch-Rhein-
felden werd getroffen, krachtens welke de bezittingen
daarvan aan de Fabrik Griesheim-Elektron werden
overgedaan. Ook sindsdien heeft de maatschappij deel
genomen in verschillende andere ondernemingen, zoo-
als in 1905 in de Anilin- und An-ilinfarbenF:abrjk
K. Oehier te Offenbach en later i-n de Chemi-kalien-
werke Griesheim G. m. b. H. en de Deutsche Oxhydric
A. G. enz. Het kapitaal der maatschappij bedroeg in
1889 M. 4.000.000, in 1904 M. 9.000.000 en in 1916
M. 15.000.000. Voorts bestond een 434 pOt. leening
van
M.
5.000.000 van 1900 en een 5 pOt. van
M. 6.000.000 van 1914.

De laatste deelgenoote hij cle overeenkomst van
1916, de Chemische Fabrilcer

i vorm,. Weiler-ter Meer
te Uerdirigen.,
bestaat sinds 1889 en werd opgericht
met een kapitaal van M. 2.000.000, dat in 1904
M. 4.000.000 en in 1916 M. 8.000.000 bedroeg. Zij
bezit fabrieken te Uerdingen en Krefeld, die voor-
namelijk aniine.verfstoffen, maar ook andere orga-
nische en anorganische producten vervaardigen; bij
de Dui-sburger Ku-pferhütte is zij eveneens, in geringe
mate overigens, geïnteresseerd.
Men zal opmerken, dat bij de later tot de belangen-
gemeenschap toegetreden maatschappijen ook weder
twee groepen kunnen worden onderscheiden:
Höchster Favbwerke-Oa.sseflaKalle & Co. en
Griesheim—Weiler..-ter Meer.
In het volgende artikel zal nog e.e.a. worden bericht
-omtrent de bepalingen der nieuwe overeenkomst en
de verdere uitbreiding van het concern tot dé Aniline-
stikstof-groep.

Dr. W. MAUTNER.-

598

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Juli 1921

HET STAATSBEDRIJF VAN DE POSTERIJEN,
DE TELEGRAPIE EN TELEFONIE.

De bedrijfsleidi’ag.

,,Het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie
omvat de leiding van die takken van dienst in hun
geheelen omvang, daaronder begrepen het onderhon-
den van briefwisseling met de vreemde Administra-
tiën en het sluiten, onder hoogere goedkeuring, van
verdragen en overeenkomsten, de Posterijen en Tele-
graf ie betreffende, tenzij tot het sluiten daarvan langs
den -diplomatieken weg aanleiding bestaat.

,,On.der de bevelen van Onzen Minister van Water.
staat, wordt het Hoofdbestuur gevoerd door den
Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie, die
belast is met de regeling en afdoening van alle zaken,
voor zoover -de beslissing daarvan niet bij de wet of
bij Koninklijk besluit aan Ons of aan Onzen Minister
van Waterstaat, of door dezen bij Ministerieele be-
schikking aan zich, is of wordt vooi4behouden.”

Aldus luidt artikel 1 van het Kon’inklijkBesluit
van 31 December 1919 No. 78, tot regeling van den
dienst van het personeel van -de Posterijen, de Tele-
grafie en Telefonie. Het eerste lid van dat artikel om-
schrijft do taak der bedrijfsleiding, ‘het tweede lid ver-
meldt de met do uitvoering van die taak ;blasteorga-
nen. Wat de omschrijving der taak betreft, deze kan
geacht worden alles te omvatten wat naar, den aard
tot die taak behoort. Meer in fhet bijzonder verdient
echter de aandacht de, opsomming van de organen, ‘aan
wie de leiding van het bedrijf toekomt.

Die organen
zijn, behalve de Directeur-Generaal, de Kroon en de
Minister van Waterstaat. Het Steatebedrjf der Pos-
terijen, Telegrafie en Telefonie heeft dus een drie-
hoofdige leiding. Dit.is van een bedrjfsstanclpun’t, ge-
zien niet zonder bedenking. Maar wellicht leidden
juist andere. clan bedrijfsoveriwegingen, overwegingen
van algemeen ‘belang, tot ‘het toekennen van bepaalde
bevoegd-heden aan Kroon en Minister. Het is denk-
baar, dat men de behandeling’ van zaken, bij welker
afdoening het algemeen belang vôôr het ibedrijfsbelang
zal moeten gaan, het beste toevertrouwd acht aan
een orgaan, dat buiten ifiet bedrijf staat. Dan- zeu de
bedrijfsleiding slechts in schijn driehobfdig zijn,- daar
alle
b
edrijfsaangelegenheden aan den Directeur-Gene-raaJi ter .behartiging zouden zijn overgolaten. Een blik
in de overige ‘bepalingen van het daarevengen’oemde
Koninklijke besluit, evenwel is voldoende om te zien,
dat de v.erdeeling der bevoegdheden niet op dien
grondslag is opgebouwd. In artikel 3
jO.
artikel 2 sub
8 bij voorbeeld, -behoudt de ‘Kroon aan zich voor de
benoeming van electrotechnische ‘ambtenaren; artikel
6 laatste lid bepaalt, dat tot goedmaking lvan dc ko-
ten der directeuren wegens ‘kantoorbehoeften, alsmede
van die wegens -de -verwarming, verlichting en het
schoonhouden der dienstlokalen, – door den JiJiinister
voçr eik kantoôr jaarlijks een abonnement -(af-koop-som) wordt vastgesteld; artikel 12 eerste’ lid bepaalt
,,Het vervoer van de post te ‘land en te water, ‘het ver-
voeren per -rijtuig van ambtenaren, ‘belast met het
lichten van brievenbussen, ‘het overbrengen van be-
stellers naar hunne bestel.wijken en soortgelijke ver-voeren, worden door Onzen Minisbor van Waterstaat
of openbaar of onderhands aanbesteed. . . .” Deze -be-
palingen behandelen alle drie zuivere bedrijfsaamgele-
genhoden. Ware de verdeeling der functies geregeld
zooais boven werd verondersteld ‘dan zou de ‘behande-
ling van deze -aan-gelegenheden -moeten toekomen aan
den Directeur-Generaal. De -leiding van -het Staats-
bedrijf is dus inderdaad ,driehoofdig. Metr er is weer. De Directeur-Generaal staat als leider van het Staats-
bedrijf blijkens het

tweede lid van artikel 1 van’hoven-
vermeld Koninklijk Besluit onder, de be’velên ‘van ‘den
Minister- van Waterstaat, ‘d.w’.z.’ hij is aan dezen hiërar-
chisch ondè-rgeschik’t De leiding ‘van het Staatsbe.
d’rijf is dus niet zelfstandig. De Minister kan langs
hiërarchieken weg, waar hij zulks wenscdit in positie-
ven of negatieven zin in den gang van zaken ingrijpen.

Noch de drie’hoofdigheid der leiding in
-haar ge-
heel, noch de onzeifstandigheid der onmiddellijke
leiding voldoet aan de eischen, die uit een ‘hedrijfsoog
punt moeten worden gesteld. Als bedrijf eischen do
Posterijen, de Telegrafie en Telefonie el-s elk ander be-
drijf een in hoogster instantie eeuhoofdi,ge en zelfstan
dige leiding. Daartoe zou ‘het bedrijfshoofd moeten worden losgemaakt uit het biërarchiek verband. De
opbouw der drie leiden-de instanties en van het bevels..
recht van den Minister, waaraan de gedachte ten
grondslag ligt – een gedachte die in de departemen-
tale (>rganisatiie volkomen op hare plaats is, – dat de
minder ‘belangrijke functies aan den lageren func-
tionarie wirden toegekend, zou moeten worden ver.
vangen ‘door het zelf stanrl’igé leiderschap van den
Directeur-Generaal. De kring zijner bevoegdheden, die
thans bestaat uit ‘wat, van oor-sprong aan hooger
-autoriteit toekomende, hem van hoogerhand ter uit-
oefening wordt overgndra,gen, zou uitsluitend moeten
worden bepaald door -de -eischen der meest juiste orga-
nisa-tie van het bedrijf. –

Die eisc-hen houden in, dat ‘aan den ‘Directeur-Ge-
neraal het beheer van h’et Staatsbedrijf In vellen
omvang wordt toevertrouwd. Hij zal -dat -beheer na-
tuurlijk hebben te voeren binnen de grenzen en ‘vol-
gens de regelen door Grondwet en wet gesteld-. (We

kunnen thans buiten -beschouwing laten de vraag,
welke de verhouding tussehen ‘bedrijf en wetgever zal
moeten
zijn).
Maar ibinnen die gienzen zou hij degene
moeten zijn, die, geleid door ‘zijn kennis van de maat-
schappelijke verkeersbehoeften – wa’arosntrent ‘hij
zich ook door de belanghebbenden zal kunnen doen
voorlichten
1)
-, beslist -welke ‘middelen ‘hij ter be-
vrediging zal aanwenden. Zoo zou zijn beheer in’hou-
den -het maken der noodige regelingen,

betreffende
exploitatie en personeel, -het vaststellen der tarie-
ven
2),
de beschikking over het in dienst zijn-de per-
soneel, de beschikking over en het beheer van jde door
den wetgever toegestane gelden, kortom het treffen
van alle noodige maatregelen. ‘Dit is ‘de lering van
bevoegdheden, de aan -den leider van het ‘Staatsbe-drijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie toevalt,
wanneer men zich bij de overweging van het vraag-
stek der bedrijfsleiding bepaalt tot bedrjfsoverwe.’
gingen. Echter eischt, evenals het tariefsvraagstuk,
ook dit vraagstuk overweging uit een oogpunt van
algemeen belang. – –

Vordeit wellicht d-it -belang een verdeeling der
leidende functies – al is dan de tegenwoordige ook
ui-t dat oogpunt niet de juiste – en ‘verder bovenal
het bevelsrec-ht van den Mini-ster? Het is toch zeer
wel denkbaar, dat liet ‘bedrijfshoofd bij zijn torg voor den bloei van het aan hem toevertrouwde bedrijf zi.jn
-maatregelen soms vooral zal richten op dien bloei en minder op de belangen der gebruikers. Wel staan ook
bij het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Tele-
fonie -beide in een betrekking tot elkaar, -maar
zijn monopolistis-ch karakter maakt verwaarloozing
der tweede ten koste van den eerste zeer wel moge-
lijk. Een bedrijf, en vooral een monopolistlisch bedrijf,
heeft als economische organisatie nu een.maal in
zekere naate een ‘bestaan in zichzelf.

Of loont het
eigenlijk
wei de moeite om bij ‘het vraag-
stuk der bedrijfsleiding de eischen van het bedrijf
tegenover het algemeen belang te -stellen? Is -de in
artikel 54 onzer Grondwet neergelegde ministerieele
verantwoordelijkheid niet het afdoende bezwaar tegen
eiken werisch van eenhoofdffgheid of zelfstandig’heid,
buiten hiërarchiek verband, van de leiding der P., T.
en T.? Inderdaad, bij alle gelegenheden, dat het
vraagstuk ter sprake kivam, zoo o.a. in de debatten

Een dergelijk orgaan van voorlichting bestaat reeds
in de Commissie van Advies betreffende aangelegenheden
va’n het Staatsbedrijf der P., T. en T., ingesteld bij K. 13.
van
28 September
1920
No.
42, opgenomen in
de Staats-courant van
4
October
1920
No.
192.
Natuurlijk zal de ‘wet ihier ma-x,ima. (en ook zniniisma)
‘kunnen stellen, waarover een volgende maal nader.

13 Juli 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN:

599

in de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het jaar 1907 bij de behandeling van het negende ‘hoofdstuk
der Staa’tsbegrooting voor het jaar 1908, heeft men
in het instituut der ministerieele verantwoordelijk-
heid het onoverkomelijke bezwaar gezien. Een onder.
toch
naar de juistheid van dat bezwaar is derhalve
van beslissende beteekenis.

Naar mijne meening gaat dit bezwaar niet op,
eischt de ministerieele verantwoordelijkheid du8
geenszins verd.eeling der leidende functies of een
hiërarehieken band tuaschen Minister en Directeur-
Generaal Het gronciprincipe van ons staatsrecht,
dat de Volksvertegenwoordiging voor elke Overheids.
daad in den betrokken Minister het verantwoorde.
lijk orgaan tegenover zich vindt, kan, ook binnen de
grenzen van ons thans geldende recht, op andere en
doeltreffende wijze tot zijn richt komen. Noch de
Provinciale noch de Gemeentebesturen staan tot het
Rijksbestuur in een hiëraTchisch verband en toch doet
hunne autonomie niets af aan de waarheid, dat voor
elke mct wet of algemeen belang strijdende daad een
minister verantwoordelijk is, noo deze niet de aan het
Rij’ksbestuur toekomende bevoegdheden (Koninklijk
goedkeurings- of vernietigingsrecht) heeft aangewend
om die daad te voorkomen of .ongedaan te maken..
Nu zij ter voorkoming van alle misverstand terstond
gezegd, dat het geenszins de bedoeling is voor het
Staatsbedrijf der P., T. en T. autonomie te eischen,
in den zin waarin die thans o.a. aan provincie en ge.
mednte is toegekend. Deze pu’bliekrechtelijke corpora-
ties werden alleen aangehaald om aan te toonen, dat
de ministerieele verantwoordelijkheid niet noodiwen-
d:ig een hiërarchieken band tiusschen den betrokken
Minister en het orgaan, dat bepaalde ‘bestuursdaden
verricht, eischt, m.a.w. dat zelfstandigheid zich zeer
wel met die verantwoordelijkheid verdraagt. Meer dan

zelfstandïgheid moet het Staatsbedrijf der P., T. en T.
niet worden toegekend. Autonomie beteekent in ons Staatsrecht de bevoegdheid tot verzorging, regelend
en besturend, der eigen huishoudelijke belangen, is
dus niet denkbaar zonder een ,,huishoud’ing”, d.w.z.
tonder een eenheidsband tusschen de dragers dier
belangen. Van een dergelj’ken band tusachen de be-langhebbenden, leiding, personeel èn gebruikers, bij
het Staatsbedrijf is natuurlijk hier geen sprake. De
P., T. en T. zijn een tak van Staats’dienst in ‘bedrjfs-

vorm en dat zullen ze moeten blijven. Derhalve staat dé mogelijkheid der geëischte zelfstandigheid geheel
cn al buiten tde bekende vraag ‘of onze (huidige Grond-
wet de instelling van andere, dan de daarin ‘uitdruk-

kelijk genoemde autonome corporaties toelaat en is tij ook geheel en al onafhankelijk van de opneming
in de Grondwet van een artikel 191bis, als thans door
de Regeering bij de kort geleden aanhangig gemaakte voorstellen tot Gondwetsherzienin’g voorgesteld. Ons
huidige Staatsrecht houdt tegen die zelfstandigheid
geen beletsel in.

Welke moet nu de band zijn tusschen het zelfstan.
dige Staatsbedrijf der P., T. en T. en den verant-
woordelijken Minister? Al zijn de P., T. en T., gelijk
daareven gezegd, niet een autonome corporatie als
provincie of gemeente, toch kan de regeling, waarin
voor deze lichamen zelfstandigheid en hooger toezicht
vereenigd zijn, in ons geval als ‘voorbeeld dienen.
Boven de zelfstandige bevoegdheid van ‘den Direc-
teur-Generaal om in den bovenbeschreven omvang
alle maatregelen te nemen, die hij in het belang van
het bedrijf noodzakelijk acht, zal aan Kroon of Mi-
nister moeten worden voorbehouden een goedkeu
ringsrecht of vernietigingsrecht; een goedke’urings. recht ten aanzien der allerbelangrijkste, een vrnieti-gingsrecht ten aanzien van alle andere maatregelen.
Algemeen belang en ‘bedrijfsbelang zullen tot hun
recht kunnen komen, wanneer niet, zooais thans, de
leiding over meerdere organen is verdeeld, of aan
een orgaan de bevoegdheid is gegeven de gestie der
bedrijfsleiding naar eigen inzichten te doorkruisen,
maar het bedrijfsbelang Zijne erkenning vin’d’t in het

recht tot zelfstandig
handelen
van: het bedrijfahoofd,
hef,. algemeen belang in het
toezicht
van een orgaan,
weiks grondwettige taak de behartiging van het al-
gemeene belang is. De organisatie van dit toezicht
moet een voortdurend contact verzekeren tusschen
den verantwoordelijken Minister en de bedrijfsleiding.
Dit zou het beste kunnen worden bereikt door in de
bedrijfsleiding een regeerings-conzmissaris• op te ne.
men. Het than’s bstaand’e verband tusschen minister
en ‘bedrijfsleiding zal zonder bezwaar in ‘dezeii zin
kunnen worden omgevormd.

Het ibehoeft geen betoog, dat de geheele, hier in
grondtrekken ontworpen regeling een wettelijke zal
moeten zijn. De vraag, of het gewenscht is in deze regeling aan Kroon of Minister naast de toeziclits-
functie, in enkele nauwkeurig omschreven uitzonde.
ringsgevallen, ten aanzien van de bedrijfsleiding een
actieve ‘bevoegdheid toe te kennen, meen ik hier onbe-
sproken te ‘kunnen laten.

Zoo zullen binnen de grenzen onzer huidige Staats.
organisatie ‘algemeen belang en bedrjfsbelaisg bij de
leiding van het Staatsbedrijf der P., T. en T. heide tot hun recht kunnen komen. De bedrijfsleiding is
echter niet alleen in een hiërarchiek verband gebon.
den. Ook de Volksvertegenwoordi’gjhg legt haar door
liet krachtens Grondwet en Bedrjvenwet ook voor de
Staatsbedrijven bestaande budgetrecht banden aan.
Het is gewenscht in een volgend opstel te onderzoe.
ken in hoeverre deze banden zich met de eischen van
het bedrijf verdragen, d.w.z.
het vraagstuk der bij de
wet vastgestelde bedrijfsbegrooting
onder de oogen te
zien.

Mr. G. H.
DIJKMANS VAN GUNST.

tON DENSCHE CORRESPONDENTIE.

Moeilijkheden in en tusscien vakver-
eeni gingen; de wijziging ‘in de land.
bouw politiek der regeering; het debat
over het spoorweg-wetsontwerp; sto pret-
ting van den premiebouw; nieuwe’ onge.
hmiteerde uitgifte van, 5-ja.rige schat-
kist wissels.

Onze Londensche correspondent sQhrijft ons d.d. 9 Juli 1921:
The ending of the coal strike is leading to a rather
painful process of washing dirty men in public. The
attaeks upon the Secretary of the Miners Federation
have at least led him to retort to the extremists in
kind, with the result that there has appeared in the
,,Western Morning News” a sharp attach on the at
titude of the South Wales leaders, especially Mr.
Noa’h Abblett, who is to most people an unknown
quantity, but who occupies a position of great emin-
ence in the ranks of the Oommunists and the intellec.
tuals. Mr. Hodges complains bitterly that it was the
fault of ‘the extremists that ,the ‘present settiement is
no better than it is, because it was they who persisted
in going en rwith the strike, when they could have
had a better wage settlement by dropping the demand
for. the pool for the time being, and concentrating
upon wages. It was they who forced the strike at a
time when all the economic and political factors were
unfavourable, and who now charge the leaders with
deserting their followers.

This speech is one among other indications of the
fact that the more moderate labour men are realising.
that they have ,been committing a serious tactical
mistaike in allowing the attacks upon them to go on
for so long without retorting. The pTocess was hagen
by
Mr. Thomas on his return from the United. States,
and there are sign.s that his action is li’kely to :be fol-
lowed in other quarters also. The fact is that the War
Period hardly provided any problems of leadership at
all: the economic situatiôn played into the hands ‘of
the men, and: the opinion of most of the men was so
strongly in favour of the war that on this side also
no problems arose. Now that the tide is ‘turning, when
wages are falling, and the standard of life ‘dedlining,

600

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Juli 1921

the leaders are again finding, that unlesa they can
reassert themseives, the problems of running the enor-
mous unions of to day will be almost insuperable.

The annual Oonference of the National Union of
Railwaymen is again revealing the hopeless confusiori
which resuits from an absence of a definite plan of
organisation universaliy applied. The Union is en-
gaged in a hitter conflict ,with the Amalgamateci En-
gineering Union over the position of the werkers in
the machine shops of the railrway companies, and
there seems to be no solution in sight at all.

The difficulties are obvious, for, owing to the
elunip in the engineering industry, it looks as, if the
now wage male of the engineers will be below the
new railway scale of wages. The men in the shops are
represented in part by the N. U. R., partly by the
A. E. U., and the question therefore is, ought the
shopmen to be governed by the railway scale or the
engineering scalel In spite of the ,,solidaTity of la-
bour”, this question does not look like being solved
witho’ut a great deal of bad blood being created over it

This week the Government was faced by the taak of
explaining to an indignant Heuse of Commons the
reasons whjch had led it to ask for the repeal of its A g r i ci’ 1 t u r a 1 A c t. The reasons were that at
the time the Act was passed, it was not contemplated
that there would be anything like the fail in prices
which had since taken place: the net amount whicb
would thus be required to meet the guarantee would
be very large, and the finaucial position of the coun-
try was such that any exteusion fof the financial
liability falling on the taxpayer was not to be con-
templated. Furtiher, the House of Lords had mutilated
the original Act, and had depri-ved the Government
of the power of interfering with the crops grown.
and so the Acf would not have acted as a safeguard.
Fina!Lly, the wage arrangements were too rigid, as
they forced a uniform rate of wages to ho paid all
over the country, and this was throwing land and
labouj- out of employment. There was no breach of
faith, for the faT-mers were to receive payment for
their crops this year, and in any casa the industry
was to ho assisted by a further gi-ant of £ 1 million for
agricultural research and education. This was a strong
case, and it was in fact difficult for the Opposition
to counter it, but it laid the Government open to
criticism for not having foreseen all this nt the time
vhen the first Act was forced through the House. Naturally, the Labour Party used strong language
over the betrayal of the agricultural labourer, but it
is really impossible to see how farmers are to be
expected to pay irneconomic wages, and yet make ends
meet. The present proposal is for Joint (Jonciiation
Boards to be set up in the industry, on the lines of the
Whitley Councils, the argument being that the posit-
ion of the agricultural labourer, is now very dif-
feTrent to what it was, since the labourers are noW
organised into Unions, and can perfectly well look
after themselves. All now depends on the negotiations
svhich niust take place between the Unions and the
Farmers Associations. It is significant that the two
Union.s mainly interested are drawing cldser together,
and a strike at harvest time is not altogether im-
probable, though the drought is making the position
more complicated, since a goed deal of the crops may
not be wei-th .saving.

There has been a further debate upon t h e R a ii-

w a y s B iii: owing to the slow progr.ess which is
being made, the Govern.rnent proposeci that Part 3

of the Bill, which deals with rates, shoulci be refer-red
to a now Oommittee, and that the Chairmen of the
two committees should be empowered to select the
amendments to be discussed: that is, the form of
closure whicb is known as the Kanigaroo closure
should be aspplied to the Bill in its Oommittee stages.

This proposal was hotly opposed, and led to an inter-
esting debate upon the decline in the estimation in
which Parliament was held. On the whole, the Govern-

mont got the best of the argument, the Premier point-
ing out that nothing did Parliament so much harm
in the popular mmd as the endless discussion of trivial
details, and the power of selection given to the
Ohairmen would prevent a great rwaste of time. How
these two gentiemen were to be in a position really
to know which were the most important amendments
was not disciosed, and as they must obviously bo
advised in this matter, it will probably mean that the
Ministry of Transport will select the amendments.
not a!ltogether a desirable prospect.

T h e G ov e r
11
m e n t further announces that it
proposes to bring to an end the policy
öf subsidising housing. As it is only quite
receutly that the period of assistance was prolonged,
we have here again the same position as with guaran-
teed prices of cereals. The reason given is the fail in
the pi-ices of building materials, and the increased
output of the werkers, so that the oost of housing is
falling very materially.

The Government has now made public the terms
of a Dispatch to the British Minister at Washington,
dated April ’21 last, and having reference to t h e
Oil Policy of the British Empire. The
J)ispatch protests against the assumption that the
British Empire is seeking to acquire en undue share
of the oil supplies of the world, and attempts to show,
by an actual analysis of the regulations of the
various parts of the Empii-e, that the policy of the
closed dooris not being practiced, though, states the
Dispatch, ,,it would surely not be difficult to find
arguments in its favour in view of the very serious
position of the British Empire as regards petroleum
supplies.” It is denied that the British Government put pressure on the Persian Government to force a
monopoly. As regards Mesopotamia, ,,wile there is no
intention of, diseriminating against non-British in-
terests, account must be taken of legitimate rights
acquired before the War, and this applied equally to Palestine, where American claims are understood to

The money market situation is likely to be affected
in the immediate future by the fact that the Govern-
ment has announced a n ew n n ii mi t e d i
S
s u e
of 5 year Treasury Bonds, bearing interest
at 54 pOt., and issued at a price of £ 97. The opening
date of subscription ‘is to be the 12th of this month,
and thereafter until further notice. The issue is to be
exempt from liability to Corporation Tax, which will appeal ‘to the Bankers, and holders of the new Bands will have the right to convert into 3Y2 per cent Con-
version Loan, at the rate of £ 146 of the latter for
£ 100 of the former. Holders of £ 5 per cent War
Bonds and £ 5 per cent Exchequer Bonds will have
the right of con-version into these New Bonds at par with a cash bonus which leaves some profit over.

It is not yet dear how the new issue will go: very
large amounts will be required by the Government,
but the experience of the last Oonversion Loan seemed
to indicate that the large hoiders of aceruing loans
were more anxious to get cash than take up fresh
issues, though the prospeets of cheaper money may have altered their views since th.t time.

The market has been expecting a further reduction
in the Bank rate, some optimists even going so far
as to talk of a 5 per cent rate this ‘week. Unfort-
unately they were disappointed, and as a matter of
fact, this Returns show a rise in nte issues
for the first time for a &ood many weeks, a rise to be
mainly associated with the commencenjent of the
holiday season.

An interesting controver-sy is being conducted by tho
,,Financial Times”, which published a proposal by Mr.
E. P. Davieg of the Banco Nacional Ultramarino for
stabilising the exehanges by cancelling
the iirterallied debts, and making it palatable to the
British public by reducing the debt in propo’rtion to
the purchases of British goods by the traders of the

13 Juli 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

za

debtor nations. The proposal, ‘one needs hardly say,
would do nothing to settie the exchanges, and it is
meeting with a rather cool reception, but it shows the
preoccupation witlh the debt problem.
Mr. Darling of
the
London Joint Oity and MidLland
Bank has put forward another proposal for the stabi-
lisation of Inter-Imperial Exchanges; this time the
basis of the scheme is the use of Treasury Buis as
the basis of a ,,paperexchange standard”, for Mt.
Darling thinka that this ‘has worked very well in the
case of the Egyptian currency.

AANTEEKENINGEN.

Koersen vn Indische waarden. – Op
welke wijze .de daling in den prijs van Indische produc-
ten de koersen der daarbij fbetrokken fondsen heeft
aangetast, blijkt uit het hieronder volgend staatje,
waarop zijn aangegeven de hoogste noteeringen, welke
nu ongeveer een jaar geleden tot stand kwamen en
de koersen van
11 Juli j.l.

Hoogste koers
Mei/Juni/Juli
11 Juli
1920
1921

Javasche Bank

…………
354
306 4)
Koloniale Bank

…………
399
132’/
Ned. md. Escoinpto Mij
136 120
Ned. md. Handelsbank
370
151
Ned. Handel

Mij …………
282
151
1
12
1
)
Unie Bank

…………….
121
80 4)
Insulinde Oliefabrieken
270
34

Maintz
&
Co .

…………..
215
80 4)
Handelsverg. Heisa
&
Co
165
64
1
12
Indische Handels Cie
213
70
Nierop
&
Co.

…………..
215’/
56
Tele
&
Co’s Handel Mij
165
52
Amst. Kantoor md. Zaken
162
96 4)
Bodjong Suiker

…………
515

.
130
Cult. Mij. der Vorstenlanden
450 149
H. V. Amsterdam

……….
1003
391
1
12
Int. Crediet-
&
Haudeisverg.
,,Rotterdam”

…………
375 176
Javasche Cult. Mij ………..
.825
266
Kalibagor Suiker

…….
890 248
Krian Suiker

…………..
570
139
Lindetaves

…………..
205
105 1/,
Maron Cult. Mij ………….
7493/4
153 4)
Pauggoongredjo Cultuur
.
705
170 4)
Sentanenlor Suiker……….
1140
200 1/, 1)
Suiker Cult. Mij ………….
568
141
Tjeweng Lestari Suiker
1075
225
Tjoekir Suiker…………..
875 250
Watoetoelis Poppoh Suiker
1470
405 4)
Amsterdam Rubber Cult. Mij
280
941/4
Deli-Bat. Rubber Mij
201
70
Ned. Rubber Mij……….
150
45
Oost-Java Rubber

……….
418 VI
140
Rott.-Tapanoeli Cult. Mij
159’12
43 ‘)
Serbadjadi Sumatra Rubber..
507
141 4)
Java China. Japan Lijn
375
140
Kon. Paketvaart…………
265
.

118
Ned. Scheepv. Unie……….
312 128
Rotterdamsche Lloyd
317
1481/,
Stoomvaart Mij. ,,Nederland”
390
174’/
Arendsburg …………….
670 112
400 4)
Deli-Batavia Mij…………
635 330
Deli-Maatschappij

……….
580 374
1
12
Medan Tabak Mij .

……….
348 300
Senembah Mij……………
587
420’1

3)
1)
ex: div.

2)
Noteering te Rotterdam.
a)

exc.
4) Vorige koers.

De gouddeicking der Banque de Fron-
c
e. –
Over de samenstelling van den post ,,O-oud in
het Buitenland” van den rweekstaat der Bank van
Frankrijk heeft het hoofd der economische afdeeling
aan de Franuche Commissie in
do
Vereenigde Staten
de heer Sanchez, een interessante med’edeeling ver-
strekt aan de redactie van ,,The Index”.

Zijn inlichtingen zijn gedateerd 4 Mei 1921; even-
wel bedraagt de grootte van den onderwerpelijken post
thans evenveel, na een kleine. schommeling, als

toen, weshalve zijn explicatie van het bedrag van
frs. 1.948.367.000 ook thans nçyg waarde heeft.
Het grootste deel van het goud is tijdelijk gecedeerd
aan de Bank of England en de Britsche Treasury,
als zekerheid voor aan Frankrijk door deze instituten
gedurende den oorlog geopende credieten. Naarmate
de Fransche regeering de voorschotten aflost, wordt
het goud weder aan de Bank van Frankrijk gezonden.
Het in Engeland berustende goud is verdeeld als
vâlgt:
Bank of England:
Krachtens overeenkomst van 25 April 1916 frs. 504.585.000
Daarbij gevoegd op 19 Jan. 1917

101.044.000
Britsohe Treasury:
Krachtens overeenkomst van 24 Augs. 1916

1.265.601.000
Daarbij gevoegd op 28 Maart 1917

84.000.000

fra. 1.955.230.000

Agelosl werd in Februari £ 2.334.000, op grond
waarvan Fvankrijk frs. 58.830.000 terug kreeg. Der-
halve is Engeland aan Frankrijk nog frs. 1.896.400.000
schuldig. De heer Sancherz gebruikt ,,schuldig” ‘hier
wel in een eigenaardige beteekenis.
Het verschil tusschen bovengenoemd bedrag en het
totaal bedrag goud buitenslands wordt verklaard door
de volgende posten:
frs. 51.948.000, rvôôr den oorlog gedeponeerd bij ‘de
Russische Staatsbank;

frs. 18.000, gedeponeerd ‘bij de Banque de Lausan-
ne, ter gelegenheid van de laatste Fransche leening
in Zwitserland.
Hoe of de directie der Banque de France een
‘voi–
dering op de Russische Staatsbank nog durft opvoe-ren, wordt in de medodeeliug niet vermeld.

Economische !oestan4d van Curaçao.
I. – Hdi volgende is ontleend aan het Koloniaal Ver-
slag 1920:

Het jaar 1919 was voor C u r a
ç
a o, evenals het voor de ge-
lieele wereld geweest as, een jaar van overgang, omdat ‘het internationaal zeeverkeer, dat voor de kolonie van zoo bui.
tengewoon belng is, nog niet in rustige banen was geleid.
in het begin van het jaar oefenden verschillende gevaren
ter zee en later vooral ernsti’ge arbeidsgeschiillsn in de
groote wereldha,vens invloed op dat verkeer uit. Toch valt
niet te ontkennen, dat, waar in Europa op velerlei gebied
nood en schaarsdhjte heersohten, de kolonie – als deel van
A.merika – uit den bloei en ontwikkeling van dit
wre
ld-
deel voordeel trok. De ontwikkeling vooral van Zuid-Ame-
rika en meer in het bijzonder die van Venezuela, werkten
ertoe mede dat Willemstad baar plaats als
overlaadhaven
kon handhaven.
Ook andere factoren bevorderden den bloei van de ‘hooi d-plaats. Twee nieuwe ‘stoomvaartljnen, cle West-Indian Cari-
baan . Steamship Coanpany en ‘de Compaflia Tmansatlantica
Italiana namen Willemstad in haren dienst op. De K. W.-I.
Maildienst opende met onderscheidene nieuwe booten hare
A.B.C.-ljnen, die een geregeiden dienst onderhouden tu.s-
schen het moederla.nd en verschillende havenplaatsen van
Venezuela, Columlyia en Guatemala, waarbij Willemstad als
hoofdatation is aangewezen. Behalve om lading in ‘te ‘nemen
kwamen verscheidene stoomschepen ook kolen en olie bun-
keren. De Curaçaosche Petroleum-Maatschappij breidde
voortdurend hare werkzaamheden uit.
De Mijnmaatadhappij ,,Curaçao” begon, na een staking van
haar uitvoer gedui-ende bijna 5 jaar, in November veder•
om haar phosphaat te verschepen en vond voor die ‘kostbare
dell stof afzetgebied in Europa.
Verscheidene sohoeners werden in het- verslagjaar ge-
bouwd, waarvan de grootste, de driemastschoener
Pioneer,
met een netto.inhoud van 1.590,67 M’., gebouwd werd op de
werf van de firma S. E. . L. Maduro & Sons. Dit schip, aan
weiks bouw geregeld 80 arbeiders gewerkt hebben, werd in
Mei 1918 op stapel gezet en in Mei 1919 te water gelaten.
De aanhoudende droogte was zeer nadeelig voor land-
bouw en veeteelt. Vele geiten en schapen en ook groot vee,
stiei-ven door gebrek aan voedsel en water.
In het verslagjaar vertrokken 1.405 werklieden ‘naar
Cuba en kwamen er 295 terug. Vele van deze arbeiders
verdienen aldaar een zeer ruim loon, maar bekoinmerden
zich over het algemeen weinig om ‘hun achtergelaten gezin-
nen. Voortdurend worden pogingen in het werk gesteld om
de kostwiin.ners er toe te brengen beter voor ‘hunne gezinnen
te zorgen. De loonstandaard ‘bleef ten gevolge van dien uit-
tocht stijgen.

II
602

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Juli 1921
1

Voor de naaste toekomst mag men niet onverdeeld opti. mist zijn. Alleen door krachtigen steun aan den landbouw, in het bijzonder door bevordering van de teelt van voeder-
gewassen voor den veestapel bij verbetering der irrigatie en door het treffen van andere maatregelen om het weg-
trekken van arbeiders zooveel mogelijk tegen te gaan, kan Curaçao op den duur een goed bewoond eiland blijven en
Willemstad haar plaats als wereidhaven handhaven en wel-
licht verhoogen.
De economische toestand van A r uh a was ook in 1919
over het algemeen niet gunstig.
Ten gevolge van de groote droogte was er ge?n malsoogat
en de opbrengst van de aanpla.ntingen van aloë middelma-
tig. De verkoop van mest bleef echter goede verdiensten
opleveren.
De goud- en phosp’haatmijnen werden ‘niet bewerlçt.
Hèt wegtrekken van arbeiders naar Cuba bleef aaahou
den, zooda.t men voor ‘het oogsten van aloë handen te kort
kwam.
Deze werkzame arbeiders, die op Caba een ruim dagloon
• verdieiden, maakten belangrijke bedragen ten behoeve van
hunne achtergebleven gezinnen over, waardbor de algemeene
toestand eenigszi’ns verbeterde. In het geheel vertiokken
755 personen en keerden 474 terug.
‘Naar Venezuela ‘vertrokken ook nog 347 werklieden en
239 zijn vandaar teruggekeerd.
De landbouw van B o n al r e verkeerde ten gevolge van
de droogte ongeveer in een even slechten toestand als op het
hooïdeila.nd. Hoofdzakelijk door de hoedennijverheid, onder
leiding van pastoor Lamers, hield de arme bevolking eenigs-
zins het hoofd boven water.
Voor den ‘handel en ‘de reederijen was de toestand echter
even gunstig als het vorig jaar.
Gedurende het .vers’laigjaar vertrokken 212 arbeiders naar
Venezuela en Cuba en keerden 128 terug.
De economische toestand van S ‘t. Ma r t i n was verrd
van gunstig.
De oorzaak hiervan moet In hoofdzaak worden toege
schreven aan gebrek van afzetgebied van het zout; vroeger
een van de lioofdbestaansniiddelen van de bevolking.
De ‘landbouw verkeerde echter, in tegenstelling met de
benedenwindsche eilanden, ten gevolge van den grooteren
regenval, in een beivredigenden toestand.
De trek van arbeiders vooral naar St. Domingo bleef aan-
houden. Gedurende het verslagjaar verlieten 93 personen
het eiland.
Het bestuur moest om ongemoitiveerde prijsopdrijving van
de noodzakelijkate ‘levensbehoeften tegen te gaan, maxi-
mumprijzen vaststellen.
De toestand van S t. E u e t a til u s was Inzonderheid ten
gevolge ‘van deweeragestekliheid ongunstig.
De landbouw had gedurende het eerste halfjaar veel te
lijden van de droogte, doch de zware regens in September-
December brachten hierin eene gunstige verandering.
Op het einde van het jaar kondigde zich eene hooge en
vaste katoenmarkt aan, zoo,dat de katoenoogst de beste ver-
wachtingen ‘gaf. De kleine landbouw breidde zich dienten-
gevolge uit. Toch verlieten nog eenilge arbeiders ‘het eiland,
aangetrokken door de hoege bonen i’n Amerika. In het ge-
heel vertrokken 38 peraoinen.
De Cultuur Maatschappij Nederlandsche Antillen, die een
prachtigen sisalaanplant heeft, verschafte aan vele handen
werk.
De economische toestand van de bevolking rvan S a b a
onderging geen verandering.
De vervaardiging van kantwerk nam in het ageboopen
jaar aanmerkelijk toe, terwijl de voornaamste bron van in-
komsten, al. het geregeld binnenkomen ‘van geld, afkomstig
van de ‘voornamelijk ‘als zeevaarders in den vreemde wer-
kende Sabanen, in voldoende mate bleef vloeien.
Voor den Ii a nid e 1 van Curaçao in het algemeen was
het veslagjaar 1919 gunstig. Bij- de herleving van de
stoomvaart en het vervallen van de beperkende bepalingen,
zoomede door de intrekking van de tijdens den oorlog in
het leven geroepen verbodsbepalingen op den in- en uit-
voer, kon ‘de ‘handel zich Vrij bewegen. Het gevolg was dan
ook, dat de ‘voorraden, die gedurende de oorlogsjaren ge-heel of gedeeltelijk waren uitgeput, geleidelijk aangevuld
werden.
De handel op de Vereenigde Staten van Noord-Amerika
nam bijzonder toe; vergeleken ‘met 1913, ‘het jaar vÔ6r den
oorlog, was de handel met het möederland echter nog ge.
ring. Dé waarde van den invoer ‘bedroeg
f
7.036.835 tegen

f
5.877.894 in 1918, dus
f
1.158.941 meer dan in het jaar
te voren. Deze vermeerdering wordt eensdeels verklaard
door de verhooging van de inkoiopsprjzen ter plaatse van’
afzendi’ng en aaderdeels door den beduidend ruimeren aan-

voer. Tevens zijn ‘ook van invloed geweest de als gevolg van
de oogstmislukkingen in de laatste jaren ingevoerde voor-
raden levensmiddelen.
De waarde van de uitgevoerde goederen bedroeg
f4.194.654 tegen
f
1.896.970 in 1918 of
f
2.297.684 meer.
Groote hoeveelheden uitvoerartikelen, die in 1918 ter ver-
scheping gereed lagen, doch krachtens de beperkende bepa-lingen niet vervoerd mochten ‘worden, zijn uitgevoerd. Aan
oranjeschullen en phosphorzure kalk werd uitgevoerd onder-
echeidenljk
f
52.476 en
f
176.016, terwijl in 1918 daarvan niets werd uitgevoerd. De Eerste Sisal Cultuur Maatschappij
voerde voor het eerst sedert haar bestaan sisalvezel uit en
wel voor een bedrag van
f
6500 naar Nederland. Verder
is ook van invloed geweest de meerdere uitvoer van geite-
vellen, stroohoeden, ruwe olie en steenkolen, onderscheiden-
lijk voor een hoogere waarde van
f
91.099,
f
234.064,

f
521.109 en
f
926.394 dan in 1918.
De waarde van de uitgevoerde goederen naar het moeder-
land bedroeg in het verslaigjaar f341.348; in 1918 heeft
geen uitvoer daarheen plaats gdhad.
De doorvoer overtrof dien van 1918 met 21.135 ton. De
groote partijen goederen, die in voorafgaande jaren, in af-
wachting van scheepsgelegenheid tot verder vervoer naar
de Noord-Amerikaansehe of Europeesche havens, op het
eiland waren opgeslagen, konden dit jaar naar de plaatsen
van ‘bestemming worden vervoerd. Ook hadden ruimere aan-
voeren, zoowel’ afkomstig van, als bestemd voor de voren-
genoemde markten, in het afgeloopen jaar plaats.

De haven van Curaçao werd bezocht door 384 stoom-
schepen ol wel door
136
meer ‘dan in 1918. De ton-
nenm’aat dier schepen bedroeg ongeveer het dubbele
van die van het jaar t’e voren. Het aantal zeilsahe-
pen bedroeg echter 1294 tegen 1497 in 1918, doch het ver-
schil in tonnenmaat is niet groot. In de
Publicetiebladen
nos. 46 en 64 zijn ondersoheidenijk opgenomen de verorde-
ning van 24 Juni 1919; tot wijziging van de verordening
van 7 Maart 1905
(P.B.
no. 7), houdeade herziening van
de bepalingen voor de oprichting van Kamers van Koop-
handel en Nijverheid in de kolonie Curaçao, en de verorde-
ning van 6 Juni 1919 tot wijziging van de Looidsd’ienst-
verordening 1917.
Het aantal te Willemstad aangebrachte en vandaar ver-
trokken passagiers, bedroeg onderscheidenljk 7578 en 8680
tegen 4594 en 4960 in 1918. De ‘volgende cijfers mogen een overzicht geven van den
invoer en den uitvoer naar het ‘buitenland yan elk der
eilanden van de kolonie afzonderlijk.

Invoer.

‘uitvoer.

Curaçao ………………
f
7.036.835

f
4.194.654
Aruba ………………..620977

391.657
Bonaire ………………561.303

193.543
St. Martin …………….245.211

191.045
Sf. Eustatius …………..

143566

89.578
Saba

………………..

83.475

10.633

‘f 8.891.367

f
5.071.110

Âil de eilanden der kolonie werden door 3168 schepen,
met een netto-inhoud van 1.671.478 M
3
.
lezooht.
Het aantal schepen, dat de verschillende havens bezocht,
bedroeg 177 minder, doch de inihoudsmaat daarvan was
674.378 M
3
. netto meer dan in 1918.
De waarde van den in- en uitvoer was
f
1.383.544 en
/ 2.385.282
,
meer dan die in het voorgaand jaar.
De doorvoer overtrof 1918 met 27.111 ton.
De werkza’ainiheden van de
Cureçaosche Bank
bleven in het verslagjaar bepaald tot den in- en verkoop van wissels,
aflossing van enkele oude acceptatiën en het disconteeren
van eenige wissels op korten termijn, welke transactiën alle
op den weg lagen van eene circulatiebank.
De wisselihandel op New-York was zeer levendig, terwijl
de vraag naar flollandsche wissels gering was, een en ander
als gevolg van de toeneming van ‘den ‘handel met de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika en van den betrekkelijk
gerinen invoer uit het moederiland. De koers van den dol-
lar, d’ie in Januari nog
f
2,37e bedroeg, steeg ‘geleidelijk tot
/ 2,60 in December. De koers rvan den gulden schommelde
tu.sschen 1 pOt. agio en 3 pOt. disconto en was op einde
December pan.
Aan wissels werden verkocht:

op Nederland ………………………./

64.169,11e
op New York ………………………..$ 250.554,61

Bij verordening van 30′ Septeniber 1919
(P.B.
no. 66)
werd ‘het bankbiljetten-kapitaal uitgebreid met
f
500.000
en bepaald op
f
1.500.000.
Op 31 December staren er bankbiljetten in omloop tot
een bedrag van fl.20l.4l9, verdeeld als volgt:

13 Juli 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

603

63.684 stuks van
f

1,- ………………
f

63.684
21.450

2,50 ………………53.625
32.234

5,- ………………161.170
18.190

10,- ………………181.990
9.784

,,

25,- ………………244.600
5.927

,,

50,- ………………296.350
1.000

,,

100,- ………………100.000
400

,,

250,.- ……………….100.000

f
1.201.419

Aan het Gouvernement werden leeningen verstrekt tot
een bedrag van
f
1.155.000. Bovendien werd door tus-
schenkomst van de agentsehappen van de bank in New-
York, voor leveringen aan het koloniaal bestuur, een be.
drag van $ 19.686,52 betaald.

Van het Gouvernement werd voor een bedrag van

f
860.000 aan wissels op het Ministerie van Koloniën over-
genomen. De vordering op het Gouvernement op 31 Decem-
ber bedroeg
f
40&0S2,51°.

Gedurende 1919 is bij de bank op wissels op korten
termijn opgenomen voor een bedrag van
f
57.800 en een
bedrag van
f
219.100 afbetaald.
Op acceptatiën is een bedrag van
f
22.725 verstrekt en
een bedrag van
f
18.553,56 afgelost.
Op hypotheek çwerden geen gelden uitgezet, noch kredie-
ten verleend voor landbouw of nijverheidsdoeleinden, ter-
wijl hierop onidersoheidenljk
f
1879,50,
f
625 en
f
5000
werden afbetaald.
Het ‘boekjaar sloot met een tegoed bij Nederlanclsche en
Arnerikaansehe ‘banken ad onderseheidenlijk f.326.234,24
en f 311.821,50 en een kasvoorraad van
f
598.699,145.
Onder het kassaldo is begrepen het bedrag, dat aan
specie aaniwezig moet zijn voor de dekking ad 115 van de
in omloop gebrachte fbnkhiljetten.
Genoemd kassaldo bestond uIt:

Nederlandsohe tienguldenstukken ———-
f
50.220,-
Neclerlandsche zilveren munten …………

258.246,-
Getarifeer’de gouden munten … . ……….

152.215,05
Bankbiljetten

………………………91.017,-
Pasmunt

…………………………47.001,09°

f
598.699,145

Van de zuivere winst ad
f
12.590,11 zal een bedrag van
f
10.000 in de koloniale ka;s rworden gestort en de rest ad

f
2590,11 overgebracht worden op den post Reserve-af-
schrijving Dubieuse Debiteuren.
Onderstaande staat geeft een overzicht van den stand
van Maduro’s Bank op 31 December 1919:

Debet.
‘Aan effectenrekening ……………….
f
966.183,46
gewaarhorgde •leeninigen ………….1.109.300,30
rekeningen-courant ……………..579.954.41
, tegoed hij ‘bankinstellingen ……….

1.796.177,48
kasrekeniing.

…………………..

298.634,15

Per kapitaal ……………………….
f 1.000.000,-
reservefonds ……….. . …………

200;000,-
,, reserve voor koersverschil …………

50.000,-
depos.ito’s

……………………..1.602.302,28
spaiarrekeningen

………………..433.353,95
rekeningen-courant ………………1.464.593,57

f
4.750.249,80
De Hollancische Bank voor West-Indië
werd in 1918 opgericht door de Nederlandsche Handel
Maatschappij te Amsterdam, de Rotterdamsche Baukver-
eeniging te Rotterdam, den Koninkljken West.Indlschen Maildienst en de Koninklijke Nederlaadsehe Stoomboot
Maatschappij belde laatste •te Amsterdam. Het kapitaal werd bepaald op
f
5.000.000, was,rva
f
1.000.000 werd
geplaatst en volgestort.
Behalve leden van de direct.iën dezer instellingen traden
als ocymmissarissen op de heeren H Colijn, ‘directeur van
de Bataafsuhe Petroleum Maatschappij, en mr. dr. C. F.
Schoch, hoofddirecteur van de Surinaamsehe Bank.
Doel der vennootschap is bevordering van het bank- en handeisverkeer tusschen de West-Indische koloniën en de
1asden om de Caraïbische Zee eenerzijds en ‘Nederland en andere Europeesche landen anderzijds.
In Augustus opende de bank haar eerste bijkantoor te
Willemstad, Curaçao.
De bank besloot
uich
ook in Venezuela te vestigen; in
het begin van 1920 is het kantoor te Caracas geopend.

MAANDCIJFERS.

GIRO

OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.

Juni 1921

Juni 1920

Posten

Bedrag

Posten

Bedrag

Voor reke-
ninghouders 42.252 f2.117.496.000 34.129
f
1.674.392.000
waarvan door
de H.-bank
plaatselijk… 20.607 ,,1.802.220.000 13.429 ,, 1.279.797.000

Ter voldoe-
ning van
Rijkabelast.

2.021

8.059.000 1.568 ,,

12.102.000

POSTOHEQUE EN GIRODIENST.

Mei 1920′
11

Mei 1921

Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag

Aantal rekening.
houders op u°
25.357

38.291

Aantal rekenin-

39.276

Stortingen ……
131.895
69.063.254
232.598 85.401.811
Overschrijvingen:
81.390
142.360.355

gen op u
0
……26.101

bijgeschreven


117.401
184.361.066
afgeschreven


129 484
182.087.558
Afschrijvingen
67.046 39.481.222
wegens cheques


93.784
79.179.910
Totaal tegoed reke-
ninghoudersopu•.

181.459.441

99.972.359

RIJKSPOSTSPAARBANK.

MEI
1

1919
J

1920
1921

f

11.943.898f
10.259.944
f

9.855.480
Terugbetalingen

..
,,

10.569.721
11.589.977
,,

10.539.049
Tegoed der inleggers
,
253.615.062
,, 264.560.432
274.036.061
Nom. bedr. der uitst.
staataschuidboekjes

Inlagen

………..

op ultimo ……….
34.874.900
39.607.550
,,

43.510.100
Spaarbankboékjes:

op ultimo ……….

gegeven
12.732
9.603
8.508

Aantal nieuw uit-

Aantal

geheel

af-
betaald
8.807 9.674
9.318
Aantal in omloop
op
ultimo
1.854.0401
1.898.084
1.911.135

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
5f
S
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N
d (Disc.Wissels. 4
1 Juli ’15
Zweeds. R,ksbk
& 6 Juli ’21
Bk Bel.Binn.Eff.
5 19Oct. ’20
Bk.v.Noorw.. 6
6Juli ’21
lVrsch. inR.C. 6
19Oct. ’20
Zwits. Nat. Bk. 4
11Apr.’21 Bk. van Engeland 6
23Juni’21
Belg.Nat.Bk. 5-54
19Mei
1
21
Duitsche Rijksbk. . 5
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 6
12Apr.’21
F.Res. Bk. N.Y. 6
16 Juni’21
Nat. Bk. v. Denem. 6
5Mei ’21
Javasche Bank 34
1Aug.’09

OPEN MARKT.
Data
Amsterdam Lonoen
Port.
1
1

Berlijn Part.
P
Part.
York
1

Call-
Part.
Prolon.
d1,cônto
gatte
disconto
disconto
disc.
moncu

9 Juli

’21
4’/-°/a
214
9
518
4-°Is
5’1-6
1)
4-9

,,

’21
41/3/
28/-3/,
51/81

5-6
27J.-2J1.’21
4°18-
1
12
2/i3
5’14-
3
I8
4-
1
1s

4
1
12-6
20-25J0.’21
4
8
18
2
1
1-3
1
1
5°I’Io
4.,11
411_5

5-10 Juli’20
31/t
5’/4

V2
6
5
1s
4-
5
18

6-10
6-11Juli’19
314-4
3/-41
3118_818
4…lf

5-15
20-24Juli’14
3
°
Is-°Ii
2’/g-/g
2’1-
1
1
2
1
15-‘Is
2/4
5
1
12-7
1
12
1)
Noteering vn 8 Juli 1921.

.7

Credit.

604

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Juli 1921

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Pouden waren de afgeloopen week vast en liepen lang-
zaam op. Daarentegen waren franos eerder aangeboden,
vooral Belgische. Over het algemeen is de stemming voor
francs de laatste weken meestal flauw, zoodM ‘voo’rloopdg
het hoogste runt schijnt te zijn bereikt. Dollars waren
weder zeer vast. Vooral de graanhandel is nog steeds aterk
kooper. Marken flauw hoofdzakelijk op aanbod vn Duitsch-
land. Ook Weenen blijft aangeboden. Zwtitseriaud en Spanje
vast, ‘zonder veel verandering in koers. Skandiinavië weder flauw voor Kopenhagen en Christiania en rvast voor Stock-
holm. Buenos Aires nog steeds flauw. Indië onveranderd.

KOERSEN IN NËDERLAND.

Data
Londen

Parijs
Berlijn
S
)
Weenen
Brussel
New
York)

4 Juli 1Ö21..
11.36 24.45
4.174
0.481
24.22
3.04
8
/

5

1921..
11.364
24.40
4.10
0.494
24.174
3.04

6

1921..
11.34
24.274 4.05 0.50
24.09
3.04
1
I,
7

,

1921..
11.35
24.274 4.05 0.48 23.95
3.05’1,

8

1921..
11.361,
24.374
4.06 0.474
23.96
3.06
1
14

9

1921..


– –


Laagsted.w. ‘)
11.38 24.10
3.98
0.45
23.90
3.03
1
12
Hoogste
,,

,,
‘)
11.384 24.474
4.20
0.524 24.25
3.0811,

1 Juli 1921..
11.35+
24.374 4.07 0.48 24.18
3.04
1
/4
25Juni1921..
11.334 24.274 4.17
0.59
124.114

3.034′
Muntpariteit.
12.104
48.-
1
59.26
50.41
48.-
2.48’I

) Noteering te Amsterdam.

) Noteering te tçotterdam.
t)
Particuliere opgave. 1)Noteering van 24Juni1921.

D
° t°
Stoel-
holm)
Kopen.
hagen)
Chris-

1
tianio

)
1

Zwitzer.
1
land)
1
Spanje
1)
Batavia
1)
telegrafisch

4 Juli
1921
66.40
51.25
43.20
51.25 39.25
97

S

,,

1921
66.50
51.25
43.20
51.274
89.35
97

6

.,

1921
68.55
51.30
43.20
51.224
39.20
97
7

,,

1921
66.65 51.15 48.074
51.30
89.-
97

8

1921
66.70 51.05
43.10
51.324 39.10
.97

9

,,

1921




39.25
97
L’ste d. w.’)
66.20 50.70
42.50 51.15
38.90
97
fl’ste

,.

,,

‘)
66.80
51.40
43.50 51.50
39.50
97
1 Juli
1921
67.20 51.25
43.40 51.20
39.10′
97
25 Juni
1921 67.75
51.30
44.40
51.10
39.90.
97
Muntpariteit
68.67 66.67
66.87
48.-
48.-
197
S)
Noteering te
Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.
1)
Noteering
van 2 Juli
1921.

Termijnnoteeringen der Valuta-Kas.

Ecarts tussehen termijnnoteering en contanten koers.

(week van 4-8
Juli
1921.)

Londen.
Ult.Juli
Ult.Augustus
Ult. Sept.

Hoogste B Koers
) gelijk met
gelijk met gelijk met
aags e
Hoogste L
contant
contant
contant
Laagste L

,,
1

cable
cable cable

New-York.

Hoogste B Koers
disagio

‘/ ct.
disagio 111
4
ct.
disagio 1
‘/2
et.
Laagste
13

,,
114

,
,,

l/

,,
,,

1
Hoogste I

,, ,,

‘/

,, ,,

1

,,
,,

1114

Laagste L

,,
_

«

lJ
g

,, ,,

514

,
,,

1

Parijs.

Hoogste B Koers
agio

2 ‘/2 ct.
agio

5

ct.
agio

5

ct.
Laagste B

,, ,,

5

,,
,,

7
If,

,,
,

71/5

Hoogste L

,, ,,

2’1

,, ,,

5

,,
,,.

6
Laagste L .
;,

5

,,
,,

7112

,, ,,

7
1
1

België.

Hoogste 8 Koers
agio..

5

ct.
agio

5

ct.
agio

10

ct.
Laagste B

,,
,,

2
11
2

,,
2
112

,,

,,

6
Hoogste L

,,
,,

5

,, ,,

5

,,
,,

10
Laagste L

,,
,,

2
1
12

,, ,,

.

2
1
1

,,
,,

5

13 er lijn.
Hoogste B Koers
agio

1

ct. agio

2

et.
agio

3

ct.
Laagste B

,,
1

,, ,,

2

,,
,,

3
Hoogste L

,,
1

,,
,,

2

,,
,,

3
Laagste L

,,
1

11
,,

2

,,
,,

3

KOERSEN TE NEW YORK.,

1
Calls L
on
d.
1
ZichtParljs
1
Zicht Berlijn
Zicht
Amsterd.
Dato

1
(In / per) I(in ets.
p.frs.)I(in
ct. p. Mrk.)l(in cts. P. gid.)

9 Juli ..
1921
3.67.-
7.83
1.30
32.82
Laagste d. week
3.67.-
7.83 1.30
32.42
Hoogste,,

,,
3.73.37
8.-
1.34
32.86
2 Juli ..
1921
3.73.75
8.01
1.341)
32.821)

25 Juni..
1921
3.74.37
7.99
1.34
32.92
Muntpariteit
4.86.67
5.18
1
/i
95’1-
40
3
!,,
1) Noteering van
1

Juli

1921.

KOERSEN VAN
DE VOLGENDE PLAATSKN OP LONDEN

Plaatsen en
Londen
Noteerings.
eenheden
24Juni
1921
lJuli
1921 218
Juli
21
Laagste Hoogste
8Juli
1921

Alexandrië..
Piast.
p.

97″132
97′
8
1,2
97″1,2
97
11
1,2
97″,,,
B. Aires’). .
d. p $
4418
43
7
18
43’18
44
1
18
431/
4

Calcutta . . . .
£ p. rup.
113
1
12
113
15
1,2
1/3
1
1,2
113
1
12
113
7
181
Hongkong ..
id. p. $
2/7
1
18
21718
217
218
2
14
217
5
1t
Lissabon .. . .
d. per Mii.
8
8
18
8118
7814
8’14
8
1
1
Madrid

.. ..
Peset. p. £
28.43
28.85 28.80
29.15
28.97
•Montevideo
1

d. per $
41
1
1
41
1
14
40’1
41
31
41
Montreal ….
$ per £
4.26
4.25
4.20
4.26
4.22
•R.d.Janeiro.
d. per Mii.
7
8
/1,
7
3
11,
611s
7
1
/8
6
11
19
Lires p. £
78
51
76

.
75
1
12
78.00 77.38
p. tael
315151,,
316
1
1
8

315
1
1
318
1
14
317*18
Rome

…….
Shanghai……£
Singapore

..
id. p:$.
2/3
1
132
213
28
18
213518
213
18
f,,
2,3
58
/.,
*Valparaiso..
peso p. £
35.90
35.60
34.60 35.60 34.80
Yokohama ..
£per yen
21615/,,

218
1
14
216
1
12
217′!,,
217
5
11,
IÇ.oersen der vooralgaande dagen.
t)
1 elegrahsch transrert.

NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te Londen
te New York
9 Juli
1921

……..
37
1
12
81
2

,,
1921

…..

..
351/4
58112 1)

25 Juni
1921

……..
35
1
/4
58
1
18
18

,,
1921

……..
35
1
/4
59
10 Juli
1920

……..
52’/s
92’1
12 Juli
1919

……..
53
1
14
106’18
20 Juli
1914

………
24″!,.
54’/.
1) Noteering van 1 Juli 1921.

NEDERLANDSÇHE BANK.

Verkorte Balans op 11 Juli 1921.
Activa.
Binneni. Wis-

H.-bk. f198.768.331,44 ‘/i
sels, Prom., B.-bk. ,, 23.367.940,90’1
i.,1,..I Ana,1,

75 7fl*649Q1’/
”!
297.872.815,26
1
1,
Papier o. h. Buiteul. in disconto ……..

Idem eigen portef..
f
48.836.258,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.


,.

48.836.258,-
Beleeningen
[]]..bk.

f
31.018.100,80
mcl. vrsch.
B.bk.

14.042.945,30
in

rek..crt.
L
Ag.sch.

87.741.696,07
1
12
op onderp.
f132.802.642,17 ‘/2

Op Effecten

……f131.861.442,17′!,
Op Goederen en Spec. ,,

941.200,-
,,

132.802.642,17’12
Voorschotten a. h. Rijk …………….
..

12.734.406,97
Munt enMuntinateriaal
Munt, Goud ……( 56.237.620,-
Muntmat,, Goud .. ,,549.730.929,59

f805.968.549,59
Munt, Zilver, enz..

,, 11.421.948,80
Muntmat. Zilver .. ,,

Effecten
617.390.498,39

Bel.v.h. Res.fonds.. t

5.159.108,75
id. van’!, v.h.kapit. ,, . 3.899.754,87.’12
9.058.863,1211,
Geb.enMeub. der Bank ……………..
,,

3.747.500,-
Diverse rekeningen … . …………..

.,

19.148.568,08

f1.141.591.540,00
1
1,,

Passiva. Kapitaal

………………………
(

20.000.000,-
Reservefoads

……………….. …
,,

5.886.728,62
1
12
Bankbiljettwn in omloop …………
,, 1.027.764.085,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..
1.690.311,76
Rek.

Çour.

Het Rijk
f


sald’s:

J Anderen ,,

79.589.639,01
79.589.639,01
Diverse rekeningen ………………
,,

7.160.775,62

f
1.
141.591.64
0,00 1/i

13 Juli 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

NED. BANK 11 Juli 1921 (vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo …………..
7′
394.841.065,15
Op de Zasis van
1
15 metaaldekking ……
173.032.258,00
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is.
.
,, 1.974.205.325,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
,i4eer
Minder
Disconto’s
5.316.532,02
Buitenlandsche wissels
58.403,-
Beleeningen
29.784.132,37
Goud

…………….


Zilver
249.195,48’/
Bankbiljetten
4.534.070,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s ..
31.970.979,60’/
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Data
Goud
Zilver
b
lliet
ten
Andere
opetschbare
schulden

605.969
11.422 1.027.764 81.280
605.969
11.671
1.032.298 113.409
605.969
12.331
991.929
52.202 605.965
12.503
994.262
60.446

11

Juli

1921 …….
4

,,

1921 …….

605.965
12.533
1.012.988
60.100

27

Juni

1921 …….
20

1921 …….

12

Juli

1920 ……
636.311
14.416
1.026.554
151.474

13

1921 …….

652.622
6.982
1.015.918 66.429
12

Juli

1919 …….

25

Juli

1914 …….
162.114
8.228
310.437
6.198

Data
Totaal
bedrag
disconto’s promcs,en
rechtstreeks

Belee-
ningen
1


b;;;
Metaal.

percen-
tage
_________________

11
Juli

1921
297.873
128.700 132.803
394.841
56
4

,,

1921
303.189
125.700
162.587
387.758
54
27 Juni
1921 220.118
75.000
154.853
408.732
59
20

1921
229.137
75.000 151.037
406.789
69
13

,,

1921
237.604 78.700 157.698
403.144
58

12 Juli

1920
106.950
13.000
351.093
414.329
65
12 Juli

1919
117.136
59.000
210.762
442.197
61

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686
43.5211)
75
1)
Op de basis
van
51

metaaldekking.

DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten- in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulatie
Andere
opetschb.
schulden
Disconto’s Div. reke-
ningen’)

23 April 1921

. .
1.129
2.126
928
2.081
392
16

1921

. –
1.127
2.235
885
2.059
399
9

,,

1921

..
1.126 2.268
708
2.049
388
2

1921

..
1.120
2.246
863
2.059
425

24 April 1920

..
1.061 1.708
944
1.740
655
26 April 1919 ..
997
1.315 848
1.341 205

25 Juli

1914 •.
645
1.100
560 735
396
‘) Sluitpoet der aetiva

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency NoteH,
in duizenden pond sterling.

Data

1 Metaal 1 Circulatte

6 Juli 1921 128.369 129.108
29 Juni 1921 128.367 129006
22

1921 128.357 127.478
15 ,,

1921 128.375 127.491

7 Juli 1920 120.738 122.744
.9 Juli 1919 88.670 79.595

22 Juli 19141 40.164 1 29.317

Dato
Cor,.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depo.,.
Other
Depos.
Re-
serL
,
e
feb.

6Juli ’21
63.798 85.102
19.721
129.041
17.711
11,90
29Juni’21
61.203
85.828 15.297
131.740
17.810 12,10
22

,,

’21
58.495
78.905
16.937
121.992 19.329
13,90
15

,,

’21.
68.430
77:058
15.900
131.130
19.334
13,10

7Juli ’20
52.425
83.895
17.886 117.035
16.444
12,25
9Juli ’19
136.946
83.336 24.795
205.216
27.516
12,-

22 Juli ‘141
11.005
33.633
13.735
42.185
29.2971
521a

Currency Notes.

Bedrag
1
Goua’d.
1
Goi,. Sec

325.407 28.500 288.892
323.8 84 28.500 287.750
324.949 28.500 288.397
327.680 28.500 291.503
360.122 28.500 331.847 342.983 28.500 327.328

Uit de bekendmaking van den M i xi i te r v &
xi
F i
xi
a

1)
Verhouding tusschen l(eserve en Deposite.

ci 8 n bljkt dat uitstonden op:

4Juli 1921

1

ii Juli 1921

Aan schatkistpromessen
7′
476.500.000,-
f 487.370.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst

125.700.000,-

128.700.000,-
Aan schatkistbiljetten

161.953.000,- ,, 166.814M00,-
Aan zilverbong …………40.999.423,- ,, 40.156.330,25

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.

Andere
Data

Goud

Zilver

biljetten

ois,cijb

2 Juli
1921
307.500

schulden

118.500
238.750
25 Juni
1921
243.250 310.500
122.000
18

,,
1921
……..

241.000
317.500
133.500

28 Mei 1921
…….
‘225.302

14.421
309.339
134.123
21

,,
1921
223.752

14.794
308.329
132.295
14

,,
225.077

14.434
316.033
126.882
7

,,
1921
……224.870
13.942
307.376
138.682
8 Juli

1921
…….

1920..
204.194

6.786
332.643
179.471
28 Juni
1919 ……132.360
6.553
240.173
97.961
25 Juli
1914
22.057

31.907 110.172
12.634
Wissels.

t
,..

Beschik-
1 Dd
D

Dis-

buiten

Belee-

baar

ktngs-
oM

conto’s

N..Ind.

ningen

Je e. ,

metaal- percen-
betaalbaar

n ngen

saldo

lage


2Juli 1921

182.000

000
153.550

56
26Juni1921

185.600

156.750

54
18 ,, 1921

193.500

150.800

53

28Mei 1921 38.604 20.900 103.300 33.031 151.358

54 21

1921 37.123 23.484 112.980 28.247 150.747

54

14 ,, 1921 37.469 22.674 109.645 32.307 151.238

51
7

1921 36.471 22.483 106.245 36.069 149.909

51

3Juli1920 27.153 16.906 171.792 38.546 107.744

41
28Juni1919 8.711 15.356 75.536 16.067

71.478

41

26 Juli 19141 7.2591 6.395 47.934

2.228

4.842

44
1
) Sluitpost der activa.
5)
Op
de basis van
11
metaaldekking.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Dato
Metaal
1
Daarvan Goud
Kussen-
scheine
Circu-
latte Dek
kings-
pete’)

30
Juni ’21
1.102.768
1.091.663
8.311.208 75.321.095
13
23

’21
1.102.163 1.091.564
10.477.006
71.986.713
16
15

,,

’21
1.101.4761.091.566
11.357.383 71.883.643
17
7

,,

’21
1.100.830 1.091.573
13.331.379 72.145.349
20

30 Juni ’20
1.094.984
1.091.717
17.251.609
53.975.118
34
30 Juni ’19
1.136,346 1.116.403 9.058.465
29.968.388
34

23 Juli

’14
1.691.398
1.356.857
65.479 1.890.895
93
t)
Dekking der circulatie door metaal en Ksssenscheine.

Data
Wissel,
Reb. C,t.
Darlehenskassenschetne
Totaal
In kas bij dt
uitgegeven
Reichsbank

30 Juni 1921
1.565.406
20.392.708
17.068.000 8.240.900
23

,,

1921
1.662.354
11.112.483
19.179.900 10.403.100
15

,,

1921
1.706.930 14.690.767 20.174.200 11.287.800
7

1921
1.765.969 9.666.909 22.380.300
13.264.200

30 Juni 1920
50.954.107 23.528.955
30.947,100
17.193.700
30 Juni
1919
33.292.876
13.729.631 21.185.000
9.037:600

23 Juli

1914
750.892 943.964
1


OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden Kronen.

Data
1 Metaal-en
buitenl.
Igoudwissels
1

Disc, en
1
beleenin gen
i

t Bljz. schuld
Oostenrijk
1
en Hongarije
1

Bank-
t

biljetten
i

1
Rek. Cr1.
1

saldi

15Nov.’20
1)325.730

37.782.521
32.954.000 74.121.378 9.497.833
31Oct.’20
321.121
36.474.610 32.954.000
72.902.605 9.930.245
7Feb.’20
290.428
19.251.400
32.954.000 56.294.022
6.057.646
31 Jan.’20
291.083 19.162.543
32.954.000
56.772.802
6.220.536
15Nov.’19
325.097 14.742.052
32.954.000
50.582.595
7.235.850

23Juli’14
1.589.267
954.356

2.159.759
291.270
waarvan 222.669 goud, 46.598
buitenlandsche
goudwissels en 56.463
munt en muntmateriaal Zilver.

606

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Juli 1921

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden Iranca.

Data
Goud
Waarvan
In het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland

Buit.gew.
voor,ch.
ald. Staat

7 Juli’21
5.520.505
1.948.367
274.565 668.412 25.000.000
30Juni’21
5.520.318 1.948.367
274.326 690.906
25.000.000
23

’21
5.020.046
1.448.369
274.087
688.262
25.000.000
16

,,

’21
5.519.764
1.948.367
273.814
686.909
25.600.000

8 Juli ’20
5.588.511 1.978.278 247.447
687.846
26.000.000
10 Juli ’19
5.556.052
1.978.278
301.999 858.358
23.600.000

23
Juli
’14
4.104.390

639.620

Wissels
Uii
g
e.
stelde
Wi,sel,
Belce-

1
ning
Bankbil.
Jetten
Rek. Crt.
Parti.
culieren
Rek.
Cri.
Siaai

2.746.690
87.08M
2.274.401
37.667.0802.689.395
22.932
2.902.469
96.558
2.195.232
37.422.087 2.770.586
89.981
2.486.394
100.053
2.211.343 37.494.062 2.630.486
12.415
2.443.963
100.911
2.205.217 37.972.173
2.732.285
25.922
1.822.834
515.263
1.957.605
38.012.119 3.408.105
52.285
874938
786.440 1.262.387 35.007.823
3.185.997
73.680

1.541.080

769.400 5.911.910 942.570 400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden franca.

Metaal
1
Bdeen.
1
Bdeen.
t
Rek.
Data
mcl.
l’uitenl.
1

van
t buiten!,
1

van
prom. d.
wissels
en
1

Circu.
1

latie
Crt.
saldi
1

vorder.
1
provtnc.
heleen.

partic.

7 Juli’21
327.262
***
1
757.39v
6.119.845
406.686
30 Juni’21
328.258
84.6521480.000
787.112
6.110.162 409.051
23

,,

’21
332.200
84.6531480.000
776.227
6.062.341
411.532
16

,,

’21
335.870
84.6531480.000 750.934
6.100.798
332.633
1 Juli’20
356.333
84.653j480.000
735.675
5.341.535
1.506.372

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goudvoorraad
_______________

Zilver
eic.

F.R.
Notes in
circu.
Totaal
Dekking
In het
bedrag
F. R. N.
buitenl.
latie

15 Juni ’21
2.445.568 1.678.340

170.056 2.674.435
8

,,

’21
2.430.672
1.611.657

161.874
2.700.723
1

,,

’21
2.408.653 1.622.809

160.172
2.751.299
25 Mei

’21
2.392.947
1.638.734

165.285 2.734.804

18 Juni’20
1.962.321
1.287.079
111.531
138.579
3.104.810
20 Juni ’19
2.165.725
1.251.811

68.737 2.488.253

Data
Wissels
Totaal
Deposiio
‘s

1
Gestort
Kapitaal

1
1

t

Dek.
king.-
perc.’)

Percent.
Goud.
dekking
ctreul.
)

15 Juni ’21
1.760.879 1.929.227 102.156
56,8
72,6
8

,,

’21
1.965 860
1.735.057
102.066
58,3
73,2
1

,,

’21
2.003.305
1.720.390 102.216
57,4 71,5
25 Mei

’21
1:9
57.394
1.705.956 102.173
57,6
71,7

18 Juni ’20
2.694.728
2.567.580
94.462
44,5 49,4
20 Juni ‘191
2.112.176
2.619.486
82.756
50,3 64,9
1)
Verhouding tusschen:
den
totalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opeischbare achulden: F. R.
Notes en netto deposito’s.
2)
Na aftrek
van 35 oCt, der totale
dekkjngsmjddelen
als
dekking voor de
netto deposit&s.

PARTICULIERE BANKEN
AANGESLOTEN BIJ HET

FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollas.

Totaal
Data

Aantal

uitgezette

Reserve

Waarvan
Totaal

time
banken

gelden en

hu dedeposito’

depostts
beleggingen

8Juni’21

818

11.877.693

1.281.294 13.169.425

2.931.310
1

,,

’21

818

11.985.131

1.257.617 13.286.289

2.935.578
25Mei ’21

820

12.028.770

1.251.817 13.346.122

3.053.345
18

,,

’21

821

12.097.329

1.254.432 13.448.381

3.044.910

11 Juni’20

812

17.047.868

1.428.040 14.316.597

2.670.523
13 Juni’19

770

14.927.429

.1.257.213 13.247.0631 1.729.562

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet weke lijks opgenomen bankataten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 1.1 Juli 1921.

Een lichte verbetering is in de houding der fondsenbeur-zen edurende de laatste week wel te constateeren geweest,
hoewel ook hier eenige uitzonderingen zijn voorgekomen.
Dadelijk moet dan ook ‘hier voorop worden gesteld, dat
slechts in een enkel bizonder geval de verbeterIng toe te
schrijven is geweest aan factoren van innerlijken aard,
zooals in Engeland; in verreweg de meeste gevallen zijn
het 61 valuta- ’51 politieke overwegingen geweest, die een
betere tendens te voorschijn hebben geroepen. Te L o n de n ‘was .de beurs ‘vast op werkelijk intrinsieke
factoren. Nu de mijnwerkers-staking tot het verleden be-
hoort, kunnen de ‘van .de steenkolen-productie afhankelijke
bedrijven het dén na het andere weder hunne, poorten
openen, zoodat de werkloosheid afneemt en de mogelijk-
heid tot export grooter wordt. De beurs houdt weliswaar
in de meeste gevallen rekening met dë toekomst en zoo
was ‘liet te verwachten geweest, dat de gunstige uitwer-
kiog van het einde van ‘het mijnwerkers-conflict reeds in
de koersen verdisconteerd ware geweest, doch (het is geble-
ken, dat dit toch niet in zeer sterke mate het geval was.
Nu de goede resultaten van een regelmatig industrie-leven
weder zoo tastbaar naar voren komen, heeft de beurs de
toch reeds betere houding van de laatste weken nog eens
extra gereleveerd. Ook heeft hiertoe bijgedragen het feit,
dat een strijd in de machine-branche en in de katoen-
nijverheid ‘vermeden is geworden. Een en ander (heeft reeds volkomen de on’gunstige gevolgen ‘van de jongste matindèn
geëlimineerd, hoewel die toch van zeer erilstigen aard zijn
geweest. Gedurende het eerste kwartaal van het loopende
boekjaar hebben ide uitgaven de i’nkomsten overtroffen niet
£ 67.251.905, terwijl in de o’vereenkoimstige periode “van het
vorig jaar een surplus van circa £ 30 millioen ‘was aan ite
wijzen. De vlottende schuld is gedurende het genoemde tijd-
vak .gestegen met niet minder ‘dan ruim £ 98 millioen. Nu
echter het vooruitzicht ‘bestaat, dat men ‘binnen afzieuba-
ren tijd ‘geen ernstige ongeregeldheden op de arbeidsmarkt
zal ontmoeten, beschouwt de beurs deze cijfers met een optimistisohen blik en ‘heeft zij ‘zich hierdoor niet laten
deprimeeren. Hierbij kwam, dat de plaatsing van schatkist-
papier op eenigszins ruimere schaal heeft kunnen plaats
vinden. – –
Te P a r ij s is men daarentegen nog steeds niet zeer op-
gewekt van ‘toon geworden. De debatten in de financieele
wereld betreffende ‘de dehâcle van de hier reeds vaker ge-
noemde banken, doch meer in ‘het bizonder ‘van de Banque
Industrielle de Ohine hebben een zeer ongunstigen invloed
op de geheele beurs uitgeoefend. Speciaal bank-aandeelen
werden hierclooi- geaffecteerd, doch ‘ook de overige fondsen
waren alle in meerdere of mindere mate Justeloos. De
zwaarstwegende factor hier ‘is niet cle kwestie of het ten
slotte zal gelukken een jonge, energieke, doch te ‘zwaar ge-
enga’geerde bank-instelling staande te houden, doch ‘veeleer
het feit, of ondanks den eventueelen ‘val van de bank in
kwestie het Fransche kapitaal zich toch ‘geldend aal kunnen
maken in China en in de overige landen, waar de Banque
Industrielle filialen had gevestigd.
Van ‘exotische waarden bleven aan,deelen Koninklijke
Petroleum Maatschappij doorgaans op ddn hoogte, behalve
tegen ‘het einde der herichtsperiode, toen er ‘vrij omvang-
rijke vraag ibegon ‘te ontstaan, meer als gevolg “van de da-
ling van dn Franschen Franc op de internationale markt,
dan in verband met intrinsieke factoren, die waar.de-vegelend
zouden ‘kunnen optreden. Het is inmiddels een feit, dat
niet uit (het oog mag ‘worden verloren, dat in de jongste
weken de Fransche Franc meer en meer van zijn relatieve
waarde gaat inboeten, vooral, indien men ‘vergelijkingen
treft met het Belgische .rui.lmiddel. Vermoedelijk is de oor
zaak hiervan te zoeken in de ‘vrees, dat Frankrijk op inter-
nationaal financieel gebied iets van zijn autoriteit zal moe-
ten afstaan ten gunste ‘van den over,wonnen vijand. In dit
verband wordt reeds gewezen op de werkz.aamheid van de
verschillende Duitsche over,zeesohe bankinstellingen.
Te N e w Y o r k is de tendens zeer wisselend gebleven.
On,’eveer tegen het midden der berichtsperiode ontst&nd
er ‘eenige’ leven.diigheid, voornamelijk ‘voor spoorweg-aan-
deden,
wkjitoen
bekend werd gemaakt, dat verdere voor-
schotten van ‘de ‘Regeeri.ng te wachten zouden zijn. Lang’
heeft deze opleving niet geduurd en zij is ook stellig tegen.
gewerkt door de omstandigheid, dat de dollar in ‘het buiten-
een steeds hoogsre waardeering ‘bereikte, waardoor het
winstgevend werd het buitenlandsc,h ,bezit aan Amerikaan-
sche fondsen te New York te ‘verkoopen. Hoewel uit den
aard der zaak dit bezit niet meer zoo heel groot is, ‘ver-
oorzaakten de verkooporders ‘toch een zekeren druk, waar-
tegen ‘de markt niet steeds bestand is gebleken. Toch is
als geheel een vaste ondertoon te onderscheiden.

13 Juli 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

607

Te W e e n e n is groote ongerustheid ontstaan ten aan-
zien van de iiiwisseling der Hongaarsdhe bankbiljetten.
Naar men weet, moeten alle Eongaarsdhe biljetten, die van
een stempel zijn voorzien, bij de niieiwe Hongaarsch-e cir-,
culatieiiistelling ‘worden aangeboden, om in nieuwe biljet ten te worden om.geruild. Thans is gebleken, dat zeer vele
van de aangeboden biljetten een vaisch stempel diagen, ten
gevolge waarvan zij niet worden geaccepteerd en waarde-
loos zijn verklaard. Waar de Hongaarsche Kroon op het
oogeablik ongeveer gelijk is aan 234 Oostenrijksdhe Kro
nen, zijn de hieruit voortvloeiende verliezen zeer aanzien-
lijk. Men merkt dit reeds op de effectenbeurs, waar velen
hun bezit aan fondsen liquide moeten maken, om hun
positie te kunnen handhaven.
Te B e r lij n is de markt doorgaans opgewekt geweest,
voornamelijk als ge
olg -van den dalenden M’arkenkoers.
Hierdoor wordt de ,,export-premie”, verscholen in den lagen
stand Wan de Duiitsehe valuta, nog grooter. Een handicap
is echter het feit, dat binnen afzienbaren tijd zeer om-
vangrjke belastingen geheven zullen worden, die de Duit
selio Regeering in staat zullen moeten stellen te voldoen
aan de bepalingen van het vredesverdrag en aan de voor-
schnif ten betreffende de 26 pCt. enpo.rtbelasting. Doch de.
afzonderlijke ondernemingen hebben individueel met de
uitvoerbelasting als zoodaniig geen rekening te ‘houden en
het publiek oordeelt derhalve voorloopig nog naar de
winsten, die door de verschillende bedrijven worden ge-
maakt. Zoo Stonden in de laatste dagen op den ‘voorgrond
montaan-waarden, daar in deze industrie nog steeds -grooto
plannen aanhangig zijn betreffende z.g. ,,verticale” tru.ti-
ficatie. Doch ook in de overige bedrijven voltrekt dit proces
zich, zij het iets ian,gzaiiier. Diente1gevo4ge strekt de vraag
naar industrie-papieren zich zoo ongeveer gelijkmatig over
de geheele lijst ‘uit. Men zoekt ter beunze van Berlijn ijverig
naar fondsen, die bij de algemeene rjzing achter zijn ge-
bleven en met bijzondere voorliefde worden diie papieren
genoemd, die nog z.g. ,,vredes-tkapitaal” ‘vertegenwoordigen
en waarvan anen ‘verwacht, dat de betrokken directies ‘bin-
nen korteren of langeren tijd tot uitbreiding van kapitaal
zullen overgaan met de daarbij behoorende claims, bonus-
uitkeeringen, enz. •
Te o n z e n t is de stemming voor staatsfondsen vast ge-
weest. Hiertoe heeft de ruime toestand van de gelcimarkt
bijgedragen, waar, ondanks het feit, dat -de omzetten ter
beurze zijn toegenomen, de aangevraagde bedragen -gemak-
kelijk verkregen konden worden. Vermoedelijk moet dit
worden toegeschreven aan de dividendbetalingen van den
laatsten tijd, die langs verschillende kanalen weder naa:
de geidmarkt zijn toegestroomd. – –

5 Juli 8 Juli 11Juli
Rijzing of
daling.

5

0
/0
Ned. W. Sch.

1918
91
8
1i6
91
1
12
91
2
18
+
81
41/
2
0/

1916
89Is
8918
891/16

15
/16
0
/0

,,

,,

1916
83 82
8
14
83
3
1
1:
0
/

,,

,,

,…….
72′!: 721
72
1
18
..f.
l/

3

O/
6118
82h1i
621
_. 114
211
:
0/

Cert. N.
W. S.

……
511/
4

51
18
/,o
51/j

+
Iio
5

0/

Oost-Indië 1915
. . . .
90’h
902
1
4

9018
+
1/8

6

0
/o

,,

1919

. . . .
94
2
/8
93’I10
931116

0116

4

o/o Oostenr. Kronenrente
3
St/s
3110
-4-
‘Is
5

°/o Rusland 1906
818
8
1
/,
8′!,

1
/0

4

°Io
Rusl. bij Hope
&
Co
8
1
1,
814
80I

1/
4

4 ‘li
0/
China Goud 1898

.
62’Is
62
1
14
62
1
1:
+

18

4

0/

Japan 1899 ……..
578/4 578/4
57
– –
4

0/
Argentinië Buitenl
537/
s

52
3
1e
52
11
!,.
5

0/

Brazilië 1895

……
51
8
/8
50118
50
1
/8
111
e

7

0/,
Staatsspoor

……..
104’14
1041,0
104/4
‘7

OL.

S

+,1…
10

1
0281
.
1
fl011.

11
2

De
aandeelenmarkt is
over het algemeen zeer vast ge-
stemd geweest. De leiding hierin hebben tot ongeveer het
midden der achter ons liggende week aandeelen Koninklijke
Petroleum Maatschappij -genomen. Op Woensdag 6 Juli was
het slot-dividend ad 25 pCt. betaalbaar en ter beurze ver-
discon’teerde -men dit reeds te voren, door den koers van het fonds op den laatsten dag vSSr de dividend-dStachee-r.ing met ongeveer 20 pCt. op ‘te voeren. Hierop is echter
een terugslag gevolgd, hoofdzakelijk doordat het buitenland
de opgaande tendens niet geheel volgde en doordat de pe-
troleamimarkt als geheel ‘wat -zwaar lag. Aandeelen Ge-
onsolideerde Hollandsche Petroleum Mij.’ bijvoorbeeld
reageerden eerder in verband met den ongunstigen ‘be-
drijfstoeatand in Roemenië, ‘welke thans wel weder tot -het
verleden behoort, diie in ieder geval groote stagnatie in de
productie -heeft veroorzaak-t. Ten slotte echter kon de Pé-
troleunimarkt zich op een eenigszins verlaagd niveau goed
handhaven.
De
suikerrna,rkt
daarentegen is tot liet einde’ toe buiten-
gewoon opgewekt gebleven. Hand aan ‘hand met hoogere

noteeringen voor Cuba-suiker kwamen de berichten omtrent
afdoeningen van de V. J. S. P. weliswaar tot prijzen, die
op zich zelve geen groote winstmarge laten, doch die, in
verhouding tot de reeds verkochte partijen, een mooien
middenprijs kunnen geven. Ter -beurze huldigt men ook
deze overtuiging, met het gevolg, dat suikeraan-deelen over
de geheele lijst een onweerstaanbare verbetering hebben
aangetoond. Aandeelen Handelsvereeniiging ,,Amsterdam” en
Koloniale Bank hebben de geknspte dividenden al weder zeer spoedig -ingehaald en ook de overige aandeelen van
de betrokken afdeeling verlaten de week op het hoogste -peil.
Een opmerkelijke verbetering heeft ook plaats gevonden
op de
Rnbbermarkt,
als gevolg van het bericht, dat de
Engeisch-Indische en de Nederlandsch-Indische planters
thans met Regeerings-steun zullen komen tot een valorisa-
tie-politiek -van liet artikel met steun aan noodlijdende
ondernemingen. -Het aanbod in rubberwaarden hield plotse-
lieg op en de betrokken aandeelen konden over het alge-
-meen flink in koers monteeren.
De overige markten wabin veel stiller.
Tabakswaarden
over het algemeen iets luier, met uitzondering van aan-
cleelen Senembah, die zich ex-claim goed konden handhaven.
IndustreeZc fondsen
lager.


5 Juli
8 Juli
11
Juli
Rijzingol
daiing-
Arosterdamsche Bank


15910 159
1
12
159
1
13
Koloniale Bank
……….
124′!.
125
132114
+
71/8
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand.
165
161
7
18
1541121)
– 10
1
1,
Rotterd. Bankvereeniging..
111
111
111
Aznst. Superfosfaatfabriek
.
108
1
1
112
1
/,
110
2
/4
+
2
1
1,
Van Berkel’s Patent
……
94
95 1/4
94
Insulinde Oliefabriek……
35
31
7
1
33
—2
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
8914
90
90’1
4

+
018
Hollandia Melkprod,ucten
..
203 203 203
Philips’
Gloeilampenfabriek
285
270
276

9
R.
S.
Stokvis
&
Zonen
….
578 578
578

Vereenigde Blikfabrieken..
90 93
93
+
3
CompaniaMercantil Argent.
124
1
12
115
1
14
120

4
1
18
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
137
138
1
12
149
±
12
Handelsver. Amsterdam
– ..
364
11%

368
1
!,
391
1
/2.
+
27
Roll.
Transati. Handelsver
45
3212
34

9
Linde Teves
&
Stokvis
….
106
105
105’1,

’18
VanNierop&Oo’sHandel-Mij.
56/4
4911t
56

1/
4

Tels
& Co.’s
Handel-Mij….
52
48
52
Gecons.
Roll.
Petroleum-Mij.
17201
4

163
1661

6
Kon. Petroleum-Mij.
……
515’/
4872)

480112

35$)
Orion Petroleum-Mij.

Afgest. Aand.
44
43
43
– 1
Steaua Romana Petroleum


Mij.
..

Afgest. Aand.
53
1
12
54
1
14
53114

11
4

Amsterdam-Rubber-Mij.

..
91
1
1
90
94’1
+
3
Nederl.-Rubber-Mij….. …
41/
40
45
+
3114

Oost-Java-Rubber-Mij.

. . ..
131
130’/,
140
+
9
Deli’Batavia…………..

346
346


330

16
Deli-Maatschappij

……..
398
373’I2
374
1/8

23’1,
Medan-Tabak-Maatschappij
.
312
300
‘1:
300

12
Senembah-Maatschappij….
634
420′!,
—213
4
.)
1)

Ex. div.

‘)
Ex.

2)

Ex. div.
25
Olo.

4) Ex. claim.

De
scheepvaart-a.fdeeling
was iets levendiger
van aard,
doch de koersen toonden slechts geringe
verschillen aan.

5Juli
8 Juli
11
Juli
Riizieeof

Holland-Amerika-Lijn

….

204
203 200

4
,,

,,

,,geon.eig.

195
193
193

2
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij…

90
90
90

Hollandsche Stoomboot-Mij.

65
72
1
1,
72
1
1,
+
Via
Java-China-Japan-Lijn
….

132 134
140
+
8

Kon. Hollandsche Lloyd.
..

69e1s
68
68’14
– 11/,
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..

116
112 115
—1
Koninkl.-Paketvaart Mij.
..

11412
11411/,.

118
+
3′!,
Maatschappij Zeevaart
.. ..

90
90
90
Nederl. Scheepvaart-Unie..

128
1
1,
12614
128
– 11

Nievelt Goudriaan ……..225
225
225
Rotterdamsche Lloyd……145
143
148/2
+
3
0
/1
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”

94
1
/8
90
90

492
,,Nederland”
. .

167
81
169’/g
174
+
6’14
,,Noordzee”
. ..

351
8

33I1
3618
+ 1′
,,Oostzee”…..94
1
/s

83
90’1
—4

De A’merikaansche markt
stil, doch doorgaans hooger in
aansluiting aan de betere dollar-noteering.

5 Juli 8 Juli 11 Juli
Rijziag of
daling.

American Car & Foundry

150

150

150
Anaconda Copper ……..89″!,. 91

93
1
1,. +
319
Un. States Steel Corp…..90′!,

92

92
11
!,. + 21,6
Atchison Topeka ………. 94
1
1′

99

99

+
02

II
608

ECONOMISCH-STA+ISTISCHE BERICHTEN

13 Juli 1921
t

5 Juli 8 Juli
Rijzing of
11
Juli

daling.

Southern Pacific ……….
90
91
92′!,

+
2’/
Union

Pacific …………
142
142
1
I
149

+
7
Int. Merc. Marine orig. Corn;
13
15
h
14
1
!,
14
3
!,,

+
‘/
prefs.
6011,
5911,
5992

De
geldmerkt bleef ruim; prolongatie ten slotte
2

.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
11 JULI 1921.
Nog steeds blijft in West-Europa de droogte voortduren die vooral op de in het voorjaar uitgezaaide gewassen haar
nadeeligen invloed doet gelden. De ‘wintertarwe houdt zich
nog goed, ook in Engeland en Frankrijk, in welke landen
Dverigens de droogte zich het sterkst doet gevoelen. Zomer-
tarwe, haver en gerst, evenals verschillende andere voeder-
gewassen &tan er vooral in Engeland in vele gevallen
slecht voor. In Duitschland klaagt slechts het Noorden over
droogte, doch zoo ernstig als in Engeland zijn de klachten
niet. Zelfs wordt uit Duitschland bericht, dat het koude
vedcr van eenige weken geleden de ontwikkeling van het
graan heeft vertraagd en men dus op een vroegen oogst
niet kan rekenen, waarop langen tijd gehoopt was. Wel
blijven (le Duitsche berichten over de te verwachten op
brengst aan broocigraan gunstig, doch het blijkt, dat de
beschikbare voorraden niet voldoende zijn om cle behoefte
te dQkken tot de nieuwe tarwe en logge tot aflevering ho
men. Juist gedurende de laatste dagen treedt l)uitsohland
weder als kooper op voor spoed,ige tarwe. Gedurende vrij’
wel dit geheele seizoen heeft ‘DuiitschlancI zich bepaald tot
inkoopen van tarwe en rogge op a lading en het is daarbij
steeds zeer wel gevaren, omdat (het ontkwam aan de beta-ling van de premie, die steeds voor spoedige partijen werd
betaald. Nu echter, bij het einde van’ het seizoen moet het
er nog aan geiooven. Gedurende de laatste dagen zijn door
Duitsehland verschillende partijen Noord’Amerikaansche tarwe, beschikbaar in Duitsc,he en vooral Neder’landsche havens en daarheen onderweg, uit de markt genomen. De
prijzen van spoediige tarw.e, die wegens gebrek aan Euro-peeeohe vraag belangrijk beneden de prijzen in de’ export-
landen waren gevallen, hebben zich daardoor eenigazins
kunnen herstellen. Ook aankoopen van België, de Noordsche
landen en ten slotte van Nederland werken in die richting,
ofschoon niet te ontkennen valt, dat ook in de afgeloopen week de wcreldverschepingen van tarwe weder zeer ruim
waren en daarbij veel Noord-Amerikaansd.he tarwe is, die
slechts korten tijd noodig heeft om Europa te bereiken.
Voor La Plata.tarwe bestaat nog steeds weinig vraag. Zij
is te duur tegenover de Noord-kmerikaansche soorten, om’
dat in Argentinië de prijs wordt opgehouden wegens locale
oorzaken, vooral het uitblijven, van regen, die voor den
nieuwen uitzasi zeer noodig is. Ook is de laatste maanden
veel Argentijnsche tarwe in Europa aangekomen, die sterk

Noteeringen.

bezet was met vreemde bestanddeelen, vooral haver, waar
door de ‘koopers worden afgeschrikt.
Het ligt voor de hand, ilat de tarwe iuiporteerende lan-
den voor de tegenover latere verseheping Isooge prijzen aoo
weinig mogelijk spoedige tarwe koopen. De eigen oogsten
staan voor de deur en beloven eene veel ‘betere opbrengst
dan in het vorige jaar, terwijl Juli-aflading van den nieu-
wen Noord-Amerikaanschen oogst goedkoop en ruim wordt
aangeboden. Wel betreft het daarbij slechts verlading van
G’olfhavens, en duurt de reis dus 3 8.
4
weken, doch het
prjsverschul is clan ook wel -belangrijk. In de afgeloopen
week werden zaken gedaan op Juli-aflading van Noord’
Amerika voor prijzen van
f
16,45 tot
f 17,75,
terwijl -voor
stoomende Noord-Arnerlkaansche tarwe van
f
19,- tot

f
20,- naar positie is betaald. ‘Uit deze groote fluctuaties
voor Juli-afladin’g blijkt, dat het aan de Noord-Ameiiikaaii-sche tarwemark’t weder eene bewogen week •is geweest. l)e oorzaak van de ‘groote prjsschonim-eingen lag in de oogst –
berichten. Op zeer goed nieuws met scherpe prijsdaling iii
het begin der week volgden klachten over droge hitte in -het
gebied der voorjaarstarwe. i)e prijsdaling werd weder voor
een groot gedeelte ingehaald, ook door goede Europeesche
vraag, ‘doch regen veroorzaakte Zaterdag weder eene nieuwe
daling, tezamen suet het maandr’aipport van •ht Amen-
kaansche Ministerie van Landbouw. Dit toonde weliswaar
eenigen achteruitgang in de geschatte opbrengst der win-
tertarwe, waarvan de dorschresultaten hier en daar tegen-
vallen, doch men had blijkbaar een grooteren achteruitgang,
ook voor zomertar.we, verwacht en beschouwde dus ‘het
rapport als gunstig. In Canada blijven de vooruitzichten
uitstekend. Regen, waarnaar niet verlangen werd uitge-
zien, is op tijd gevallen.

De maïsoogst staat er in Noord-Amerika uitstekend voor.
De pnijsbeweging was eene eenigsains verflauwde afspiege-
ling van die der tarwe en de week sloot flauw, ondanks de
zeer vaste ,stemming in Europa. Daar brengt de ‘voortdu-
rende droogte. een sterke vraag naar voedergraan met zich. Gerst komt reeds langen tijd slechts in kleine hoeveelheden
naar Europa en de belangstelling concentreert zich dus
voornamelijk op ,naïs. In de meeste landen koopt men
vooral La Plata.maïs, die de laatste weken in zeer groote
‘hoeveelheden is afgeladen. Vandaar eene vaste stemming
met geleidelijke prijsstijging in Argeimfiin’ië. Ondanks die
groote verschepingen echter bcdingen gestoomde partijen
voortdurend eene premie boven ladende. Het laatst deelde
de vastere stenini’ng zich mede aan de Engelsche markt,
doch de laatste dagen worden ook daar weder meer zaken
.gedaan. België, Nederland en de Noordsche landen kochten
reeds eeuigen tijd gretig spoedige mais. Duitsehland be-
paalde zich vooral tot aanikoopen op Juli/Augustus aflading, doch de laatste dagen koopt men daar ook tot hooge premies
stoomende partijen. Voor Noord-Amerikaansche mais geldt
hetzelfde voor Nederland en het Noorden en indien de
droogte nog mocht voortduren, ziet het er naar uit, dat
West-Europa in staat zal zijn, nog heel wat mais op te

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.,

Chicago

1

Bueno3 Arci

Data
Tarwe
MaTa
Haver
Tarwa
Ma
LlJnzaad
Juli

,
Juli
Juli
Juli
Juli
Juli

9Juli’21
118
3
1,
60
1
1
35%
17,40
3
) 8,508)

19,35 ‘)
1

,,

’21
122
2
12
62.-
62’/,
17,30
8,15
19,10
9Juli’20
226
156′!a
94′!,
25,-
9,555)
25,703)
9 Juli 19
226
196/4
7
P/d 15,-
3
)
8,90′)
39,50′)
9Juli ’18
226
153’15
74
8
1.
12,308)
5,758)

24,65 8)
20Juli’14
82 ‘)
561I8
1)

36
1
!0)
9,40
1
)
5.38 ‘)
13.70
1
)

‘)
per Dec.
‘)
oer
Sept.
‘)
noteering
op
24
Juni
1921.
4)
Augustus.
‘)
Noteering
op 1 Juli 1921.

AANVOEREN
in t

Soorten

1

Ii Juli

1

4 Juli

1

Ii Juli
1

1921

1

1921

1920

Tarwe.

………….. ‘)
20,-
19,75
37,50
Rogge (No. 2 Western) ‘)
21,50
21,25 32,50
Maïs (La Plata)

……’)
254,-
252,-
368,-
Gerst
(48
lb. malting) ..’)
290,-
285.-
460,-
Haver (38 ib. white cl.).
.1)
13,25
13,50
23,25
Lijukoeken (Noord’Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
185,-
170,-
216,-
Lijnzaad (La Plata) …. ‘)
450,-
422,-
746,-

1
)
P.
100
K.G.

‘) p.
2000
K.G.

‘)
p. 1900 K.G.
‘)

per 1960 K.G.

*) Hard/Red Winter Wheat.

ons van 1000
K.G.

Artikelen.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

4-9Jdi
Sedert
Overeenk.
4-9 Juli
Sedert
Overcenk.
1921
1920
1921
1Jan. 1921
tijdvak 1920
1921
1 Jan. 1921
tijdvak 1920

37.157
619.093
262.774

10.922
89.146
630.015 351.920
560
76.167

22.817

325
135
76.482
22.952
..
3.600 2.825

500

4.000 2.825

Tarwe ……………..
Roggé ……………….

6.168
458.167
139.880
3.799
41.80
27.688
499.847
167.568
Boekweit

………….-

5.781
123.792
14.452
-.
6.878
918
130.170 15.370
795
38.717
19.349

430

39.147 19.349

Mais

……………..


68.381
21.426

50.198
8.798
118.679
30.224

Gerst

……………..
Haver ……………….

400
64.338
23061

13.417
1.406
77.755 24.467
Lijnzaad …………….
Lijnkoek ……………..
2.382
20.636
9.979

1.070

21.705
9.979
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten

19.507
4.324
, –
1.247
100
20.754
4.424

13 Juli 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHÉ BERICHTEN

609

nemen om te voorzien in het tekort aan ander veevoeder,
dat anders in dezen tijd van het jaar in overvloed aanwezig
pleegt te zijn.
Voederkoeken worden, evenals mais, in verschillende lan-
den tot stijgende prijzen met graagte gekocht ten gevolge
van de droogte. Hierin ligt een der oorzaken voor de vaste
maakt voor ljnzaad, waarin naar Engeland, Nederland en België geregeld in de afgeloopen week groote zaken zijn
gedaan. Ondanks de zeer groote Argentijnsche versohepin-gen blijft men naar verschillende havens voor spoedtigepo-sities groote premies betalen. Droogte in Argentinië, welke
een ongunstigen invloed dreigt te hebben op den nieiiwen
uitzazi en eene Vrij zekere gevoelige vermindering in de
bezaatide oppervlakte in Canada en de Vereenigde Staten
werkten waarschijnlijk de vaste stemming in de hand. De
markt in Argentinië is de laatste dagen vrij stabiel, na
eene prijsverhooging in het begin der week. De aanvoeren
zijn daar ruim en ondanks de zeer groote verschepinigen
toont de voorraad in de havens nog eenige vermeerdering.
N ede r 1 a ii d. Aan tarwe werd in Nederland in de
afgeloopen week weinig gekocht. Door verkoop naar ver-
schillencie andere landen verminderde echter de vrij be-
langrijke voorraad in onze havens sterk en van de meest
gangbare soorten is nu nog slechts weinig over. Ook van
de stoomende partijen werd het een en ander door het bui-
tenland opgenomen, doch met het oog op de zooveel lagere
prijzen, waarvoor de eerste afladiugen van den nieujwen
Noor.d-Amerikaanschen oogst te koop zijn, toonen de Ne-
dcrlandscthe molenaars nog steeds weinig belangstelling-
voor spoeclige tarwe. De laatste dagen werden echter
eenige partijen gekocht. De gewone zaken in tarwe naar
Duitsohiand zijn aan onze markt den laatsten tijd nog
n
i
e
t weer van groeten oa:avang. De Duitsehe regeering doet haar best zooveel mogelijk hare inkoopen te doen op crediet
en zulke zaken zijn niet mogelijk op de wijze, waaraan men
hier tot voor eenige weken gewend was. Zij geschieden ge-
woonlijk direct met de verschepers, waarvan velen in het
buitenland gevestigd zijn en voor den gewonen Nederland-
schen koopman, die gewoonlijk slechts als tusschenhande-
laar optrad, is daarbij geen plaats.
Een groote omzet werd in de afgelopen week bereikt
in mais. De vraag voor Nederlandsehe consumptie is bij
voortduring zeer groot en zoowal Noord-Amenikaansche
als La Plata-m’aïs en nu en dan Donau-mais werden gr.etig
gekocht. De in de laatste dagen opgetreden Duit.sche be-
langstelling werkte mede tot het onwikkolen ener steeds
vastere stemming voor spoedige posities, waarvoor, on-
danks het ruime aanbod, hooge premies worden betaald.
In lijnzaad kwamen eveneens groote zaken tot stand en
eenige dagen der week was ook voor dit artikel Nedei-
land de beste markt. Ook hierin bedingen spoedlige posi-
ties eene belangrijke premie, waartoe do vraag voor voe-
derkoeken medewerkt.

KATOEN.
Marktbericht van de heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 29 Juni 1921.
Prijzen van .Amerikaausahe katoen zijn de laatste dagen
weer wat vester, zoowel door inkoopen van de industrie,
alsook door speculatieve a.ankoopen op het bericht, lat
cle tlngelsdhe kolenstaking was afgeloopen. Het bureau-
rapport zal op 1 Juli worden gepubliceerd, doch inmiid-clels is de katoenstaking ook tot een oplossing gekomen en liet bankdiisconto op 6 pCt. verminderd, welke beide
feiten wel een opleving in den handel ten gevolge zullen
hdbben. Egyptische katoen is onveranderd.
Aimerikaansche garens zijn ‘duurder, maar de vraag be-
perkt zich tot kleine hoeveelheden voor spoedige levering.
Men hoort slechts zelden van contracten voor lange leve-
ring en vele spinnerjen kunnen het werk nog niet hervat-
ten, daar zij nog zonder steenkolen zijn. Inmiddels ‘zijn
er nog ‘wel wat stocklots gekocht en voorraden over liet
algemeen verminderd, terwijl men voorloopig ook zal door-
gaan met korten tijd te werken. De berichten uit gndië en
China zijn beter en er zijn nog wel orders geplaatst in
40er Amerikaansch en 701100 Egyptisch; verder ook nog
in 50er Egypt. twist en 70er weft voor Bombay. In ‘Madras
zijn nog groote voorraden, dure garens, zoodat men daar
nog niet koopt. De vraag van het Continent beperkt zich
hoofdzakelijk tot kleine hoeveelheden voor Duitschland,
terwijl voor de Jevaat bijna niets omgaat. De stemming in de doeksnarkt is bepaald opgewekt. Er
zijn meer aanvragen aan de markt en er zijn nogal zaken
gedaan in de koop, dat de verbetering in de ‘industrie
voorl’oopig aal aanhouden. Men kan nog iniet zeggen, .welken
invloed de opheffing van de kolenstaking op de markt
zal hebben, doch voorloopig is de stemming wel fbeter en
over liet algemeen is men dan ook optimistisch gestemd.

22Juni 29 Juni Oost. koersen.

22Juni 29Juni

Liverpoolnoteeringen.

T.T.opIndi …. 113

113
F.G.F.Sakellaridis 15,50 15,50 T.T.opflongkong 2j7V4 217
G.F. No. 1 Oomra 4,00 4,00 T.T.opShanghai. 3/5/ 315

SUIKER.
De stemming op de verschillende suikei’markten is aan-
merkelijk verbeterd.
Vooral op J a v -a werd groote kooplust getoond en heb-
ben de Vereenigde Producenten in de afgelooperi week
pl.’m. 3.000.000,— pnTcols Superieur uit den nieaweu oogst
tot
f 11,—
e.k. verkocht. Koopers warenhoofdzakelijk spe-
culanten, terwijl ook het een en ander rdoor Britsch-Indië
opgenomen werd. De Trust heeft thaui hare liniite voor
Superieur met
f 1,—
verhoogd tot f 12,—,
waartoe reeds transacties plaats hadden.
Op de New Yorksehe markt werden circa 15.000 tons
Porto Rico suiker gekocht tot prijzen oploopend van 4 tot
4V
4
cents en stegen de noteeringen voor spot centrifugals
in evenredigheid tot 4,25 en op de termijnmarkt tot 3,04
voor Sept., 2,94 voor October, 2,77 December. De Porto
‘Rico oogst is thans vrijwel verkocht en moeten raffina
deurs hunne behoef te elders ‘dekken, waanvoor dan voor-
namelijk C ub -a in aanmerking zal komen. Er rwordt reeds
eene afdoening gemeld van Cabasuiker tot 3 cents clii.
New York.
De laatste Cubastatistiek luidt:
1921

1920

1919

Weekontvangst t. 2 Juli

38.000

36.235

45.589 tong
Tot. ontv .1 Dec.’20-2 Juli 2.925.000 3.213.763 3.317.845
Werkende fabrieken

11

13

25
Weekexport tot
2
Juli.. 27.000 86.222 68.765
Tot; exp. 1 Jan.-2 Juli .. 1.508.000 2.643.162 2.182.172
Tctale voorraad 2 Juli.. 1.415.000 540.320 1.135.231
In Engel a n d bestond er levendige vraag voor geraf-
fineerde suiker en veiihoogdeu fverkoopers hunne prijzen
met Sh. ‘/.
Ook h i er te 1 an de heeischte naar aanleiding van tie vastere berichten uit de productielanden meer animo cii
waren aan ‘het einde der week cle noteeriugen weer op-
loopende..
N OTEER1NGEN.

Amster.
dam per

Londen

New Yorh
96pCI.
‘-
Whtte Java
Amer. Gra.
Data
!oocnde
T
atci f.01′. per
1
nulated
cdi.

Cent,!-
Cube,
No.!
.
Juli/Aug.
Juli
maand
fuga!,

Sh. Sh.


5h.
$ctB.
6Juli ’21
f

601-
191—
2616
4,00
29Juni’21

5916

171-
2616
4,00
6 Juli ’20

1161-
1001-

18,31
8 Juli ’19

6419
501-

7,28
11Juli
’14
,,11
1
1a,



3,26

HUIDEN.

Bericht, van de firma Grisar & Co.
Ex o t i – c h e hij i den: De prijzen en de markt blijven
vitst, ofschoon deze week de zaken iniet zoo ‘talrijk geweest
zijn. Van ‘de aan de La Plata plaats gevonden verkoopen,
willen wij den nadruk leggen op:
10.000 Campanas & Las Palmes ossenhuiden, Juni slaeh-
ring, dus langharige huiden, á. 47 $ or, Arg.; naar de Ver.
Staten van Noord-Amerika; –
3.500 Armour Frigorifico ossen,
it
47 Arg. Gouclpesos
naar Europa.
In Liverpool verkocht men ca. 6000 Frigorifico ossen,
stoomend, ‘van 9 —1O pence, c.i.f. Ver. Staten. Nu de sta-
king van de Britsrihe mijnwerkers geëindigd is, ‘zal de
Engelsche looierij twel weder spoedig aankoopen doen.

Ant-
werpen bericht een goeden gang van fzaken, vooral voor
tweede soort huiden. Hetzelfde wordt ‘uit }.Tavre bericht, waar biedingen op gezouten Rio de Janeiro Ihuiden onder
120 Frs. niet ‘in overweging worden genomen. In Rotter-
dam hebben de onderhandelingen over de Columba tot resul-
taat geleid. – Verschillende andere soorten werden tegen den
vollen rvraagprijs van ‘de eigenaar-‘verkoopers verkocht. Er
zijn nog een paar honderd Columbia’s over, waarvoor, men
veel belangstelling ‘toont. Ook voor andere droge hujiden
is levendlige ibelangstelling.
De Colon Liebig Saladero oesen, die in de inschrijving
van 28 Juni 1921 onverkocht bleven, zijn nu bijna alle
‘verkocht. Te Rotterdam zal op 22 Juli a.s. een veiling van
exotische luiden ‘plaats vinden, -waarover wij nog nader
zullen berichten.
Inlandsche luiden en. vellen: Geen ver-
andering.

610

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Juli 1921

L o o i s t o f f en: Belangrijke transacties in Quebraehp
en Ohopped Mimosa; voor Mimosa worden dc prijzen iet
•hooger. Enkele kleine zaken in Myna.bolanen, Dividivi en
Smyrna Valonea.

Rotterdam, 9 Juli 1921.

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Santo,
Wisselkoers
Voorraad
1

JÇ’
Voo,,aad

9 Juli

1921
1.218.000 12.400
2.986.000
15.000
7/1,
2

,,

1921
1.078.000 12.125
3.001.000
1)
7’/,
25 Juni 1921
1.008.000 12.125
2.917.000
14.300
71/8

9 Juli

1920
337.000
10.275
1.409.000 12.200
14
17
132

Ontvangsten.

Rio
Santo.
Date,
b
Afgeloo pen
Sedert
A.fgeloopen
Sedert
week
1 Juli
week
1
Juli

9 Juli

1921….
1
88.000
126000
167.000 215.000

1
9 Juli

1920….
53.000
72.000 164.000
10.017
1)
Feestdag.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 Juli 1921, in duizenden balen.

1921 1920 1919 1918 1914

Voorraad in Europa.. 2.011 2:172 1.975 1.680 3.315

(Brazilië ..

519

337 1.082

338

404

Stoomend Oost-Indië.

32

67

7

7

n. Europa IVer. Staten

2.562 2.509
3.124
2.018
3.719
Voorraad Ver. Staten
1.765
1.724
879
2.027 2.580

Stoomend (Brazilië ..
335
569
629
934
348
naar

IOost-Indië.
7 7 7
Ver.Staten
,

4.662 4.802 4.632
4.979
6.645
Voorraad in Rio ….
1.048
312
56
855
135
Santos..
2.953
1.614
5.144
5.781
965
Bahia ..
37
22
24
87
33

Totaal……
8.700
6.750
10.336 11.702
7.778
Op

1

Juni ……….
8.575
6.988 11.020
11.829 8.136

1920 1919 1918 1917

1913

Op 1 Juli ……….6.750 10.336 11.702

7.778 10.275

COPRA.

De markt was deze week zeer vast gestemd en consu-‘
menten namen zeer groote posten ut de markt, op vrijwel
alle afladingen.
De markt sluit vast.
Java f.m.s. stoomend naar iollaud/Hamburg!Bremen
f
341/8
Juli/Sept.

,, 34,-
Aug./October

,,

34.._
Ceylon

Juli/Augustus naar ilolland ………. £31.5.0
Ned. Ind./Straits f.m.s. naar Holland/ilamburg/Bremen
f
0,25
lager.

11 Juli1921.

RUBBER.

De vastere stemming welke de vorige week heerschte,
kon zich ook gedurende
deze week handhaven, ofschoon
een prijsverbetering van
eenige beteekenis nog niet plaats
vond. Aan het slot was de markt wederom iets flauwer.

De noteeringen zijn:
einde voorafgaande week;

Prima Crpe loco

……….
42

c………..40

c.
Aug./Sept …….
42’f,

,,

Juli/Sept

41
1
1
Oct./Dec.

……
45

,.

……….

44
1
/2
Smoked Sheets loco

……..
37
‘/

,.

………..

371/3
Aug./Sept
..

39

Juli/Sept

39
Oct./Dec.
….

41

I,

,………..

41
11 Juli 1921.

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.
GRAAN.

Dato
Petto

Lo
0
j
n/

Rdom

0,/esso Rotte,-
Jam

All. Kust
Ver. Sloten
San Lorenzo

Rotte,-
Bristol
Rotte,-
Enge-
dam
«anaal
dom
land

4-9 Juli

1921

1
– –

4219 4219
27 Juni-2 Juli’21




4319
4319
5-10 Juli

1920

1


101-

7216
7-12 Juli

1919

1

f
90,-
8161)

2601- 2501-
Juli

1914
11 d.
713
1/11’/
1/11’/a
121-
121-

KOLEN.

Cardif

Oosik. Engeland

Data

Rotte,- 1 Gothe
1

La
n
Bot-

Genua

Plato
deaux

.

Riie,

dam

hurg

4-9 Juli 19211
813
1

1719 1716
17/7+
71-
10/6
27 J.-2 Juli ’21

1719
17/6
1719
71-
10/-
5-10 Juli 1920
25/-
3716
4216

f
17,60

7-12 Juli 1919
2516
4716
4716
451-
f
10,-
Kr.35-
Juli

1914
tr. 7,-
71-
713
1416
312
41-

DIVERSEN.

Bombag
Bi,ma
Vladioo-
Chili
D to
West
1

West
stock West
Europa
Eu,opa
West
Europa (d. w.)
(rijst)
Europa (salpeter)

4-9 Juli

1921….
2716
3716
501- 351-
27 Juni-2 Juli 1921….
2716

501- 351-
5-10 Juli

1920….
851-
1251-


7-12 Juli

1919….
1421-
751-
3
)

Juli

1914.. ..
1418 1613
251-
2213

‘) Voor tiritscne scbepen.

RIJN VAART.

Week van 4 tot 11 Juli 1921.
In de afgeloopen week was er meer aanbod van dan
vraag naar scheepsruimte. De vraoh.ten bewogen zich der-
halve op een laag peil en werd voor erts 50160 cents per
last inclusief sleeploon van Rotterdam naar de Huhr-
ha.tvens betaald. Het sleeploon bedroeg 50160 cents per la&t.
Te Rotterdam werd voor exportkoleu 17 cents per ton
met vrij sleepen betaald, terwijl de vracht van het Rhein-
11erueKa.naa1 naar Rotterdam met 35 cents per ton werd
genoteerd. Ook in de
Rllllrhaveus
was meer dan voldoende
sc.heepsruimte aanwezig. De vracht naal Mannheini werd
genoteerd met Mk. 8,- per ton, terwijl het sleeploon
Mk. 25,- per ton bedroeg.
Sedert eenige dagen is er op de Duitsche sleepbooten
wederom een staking uitgebroken, hetgeen wel weder van
invloed zal zijn op de verladingen.
De waterstand 2vas gunstig, doch is vallende. Cauber
Regel wees einde der iweek Mtr. 1,67 eau.

INKLARINGEN.

VLISSINGEN.

Juni 1921
Juni 1920
Landen van

herkomst
Aantal

BrutoM’.
schepen
Aantal

BrutoM’.
schepen

Binnenl. havens
1
7.569
1
8.160
Groot-Brittannië
27
186.273
28
153.121
België
4
32.178
2
757
12
10.279
6
6.109
Italië ‘) ……….
Rusland-Zwarte
Zee’)
8
4.510
2
878

Totaal
.. . .
52
240.809
39
169.025

Nationaliteit.

Nederlandsche
33
190.459
29
160.280
Britsche
6
3.512
4
2.180
Duitsche
3
1.265


Noorsche
1
3.349
1
678
Belgische
6
3.012
3
5.750

Deensche


2
142
Vereen. Staten
3
39.212

Totaal ….
52
240.809
39
169.025
1)
Bijleggers. ‘) Sleepbooten.

(B. Stofkoper.)

13 Juli 1921

al

1

DE TWENT

SCHE, BANK

AMSTERDAM – ROTTERDAM – ‘s-GRAVENHAGE – DORDRECHT i
,
UTRECHT – ZAANDAM

Maandstaat op 30
Juni 1921

DEBET

Aandeelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeelenB, waar-
voor

effecten

gedeponeerd
…………. . ……………
f

1.784.700,-
Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen;
B. W. BLIJDENSTEIN Jr., te Enschede;
LEDEBOER
&
Co., te Almelo, f7.503.125,—, waarvoor in
geld

gestort

…..

. …………………………….

.
..
5.953.125,-
waarvoor

effecten gedeponeerd
…. ………………..
f

1.550.000,-
Deelneming i.n bévriende Bankinstellingen .

.

f
7.117.665,24,
waarvoor

in

geld

gestort

……….. …..
…………..
5.413.965,24
waarvoor

effecten

gedeponeerd
………………
………
1.7Q3.700,-
Effecten van Aandeelhouders
gedepoueerd

bij bevriende instellingen

…………….
ten

eigen

gebruike

………….. . ……………….
,,

3.000.000,—
.,
36.296.850,-
42.550.550,—
Kassa,

Wissels

en

Coupons

…………………………

52.724.042,0634
Nederlandsche Schatkistbiljetten en Schatkistpromessen

….
29.671.342,68
Saldo’s bij

Bankiers:
beschikbaar

voor

eigen

gebruik ……………………
f

3.148.693,6534
voor

rekening

van

derden

……………………….
,,
23.879.771,95
• 27.028.465,6034
Prolongatiën gegeven ………………………..

12.339.830,-
Eigen Effecten en Syndicaten ………………………..

.

6.967.190,2134
Credietvereeniging

……….. . ……………………..
f
72.868.999,8834
Af: loopende Promessen …………………………….,, 17.513.500,-

55.355.499,8834
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldi Rek. Ort.
f
69.545.383,18
Af: loopende Promessen ………. ……………
……… …5.030.000,-

64.515.383,18
Voorschotten op Consignatiën . ……..
……………….

2.583.214,29 Gebouwen

………………………………………..
..395394371

Totaal . …… t 310.841.251,87

CREDIT

Kapitaal ………………………………………….
1

f
35.500.000,-
Reservefonds …………………. ……………..
……. ..7.922.057,06
Buitengewone Reserve ……
…………………………. ..1.000.000,-
Waarborgfonds Credietvereeniging ………………………6.397.605,—
Reserve Oredietvereeniging
…………………………
..
‘3.870.929,28

f
54:690.591,34
Aandeelhouders voor gedeponeerde effecten


als waarborg voor 90 pOt. storting op aandeelen B

f
1.784.700,-
in Leen-Depôt ………………….. ……………. ..40.765.850,-

42.550.550,—
Zieken- en Pensioenfonds ….. . ……………………..

.

1.306.438,93
Deposito’s

……………………………………….

45.866.734,0634
Prolongatie-Deposito’s ……………………………….

te ontvangen en té leveren fondsen ………………

1.271.658,6334
Saldi Rekeningen Courant …. . …………. …………..
f
94.373.184,6234
voor gelden in het Buitenland

23.879.771,95

Oredietvereeniging . . ‘ ………

5.527.411,2034

123.780.367,78
Beleeningen en Daggeld genomen………………………

2.600.000,—.
De Nederlandsche Bank ……………………………..

2.620.009,0754
Te betalen Wissels

…………………………………

.

32.290.478,84
Diverse Rekeningen ………………………………..
S

1.480.823,2034

Totaal ……
f
310.841.251.87

612

13 Juli 1921

Holiandsohe

Stoomboot Maatschappij.

Amsterilam—Rotterdam.

Londen en Huli;

Leith (Glasgow, Edinburgh),

Aberdeen en Dundee.

Liverpool, Manchest., Belfast,

Cork en Dublin.

Southampton, Plymouth, Fo-
wey, Bristol en Swansea.

ftGoudkustliJn).

West-Afrika(KameroenliJn).

(CongoliJn).

Zuid-en Oost-Afrika Walfisch-

baai tot Beira (mcl.)

Ruime loodsen. Spoorwegaansluiting.
Billijke vraçhten. Afvaartkaarten worden
desverlangd geregeld toegezonden. De
stoomschepen vervoeren een beperkt aan-
tal passagiers.

ONTVANG

EN
BETAALKAS

NIEUWE DOELENSTRAAT 20

22 AMSTERDAM

DEP0sIT0’s VOOR
i
JAAR FIXE l.
4’/2
PCT.

GELDEN, OP DEZEN TERMIJN GESTORT, ZIJN NA AFLOOP

VAN HET JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STIL-

ZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.

DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER

HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

VEREENIGDE CHEMISCHE FABRIEKEN

Telefoon: 3461 en 3508

Hoofdkantoor: Maliebaan No. 81

Telegram-Adres: ,,RODUMA”

UTRECHT

KUNSTMESTSTOFFEN

Fabrieken te: KRALINGSCHEVEER, ZWIJNDRECHT en GRONINGEN

1

w i

AFD. KETELBO UW

ONDERWIND-

INSTALLATIES

UITSTEKENDE RESUIjTATEN

bij het stoken
van
minderwaard!ge brandatoffen

WILTON-VU URHAARDEN

ADVERTEERDERS!

Raadpleegt bij het maken vanUwe plannen

NIJOH
&
VAN DITMAR’S

Algem. Advertentiebureau

Gevestigd sedert 1837

Dit adviseert U bij het ontwerpen van Uwe

reclames voor alle landen der wereld

Rotterdam

Wijnhaven 111-113

BIJ KANTOREN

AMSTERDAM, N.Z. VOORBUROWAL 157
‘..ORAVENHAGE, BUITENHOF 48
HAARLEM, SPAARNE 3

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

LLOYD

AMSTERDAM

PASSAGIERS-, VRACHT- EN

POSTDIENSTEN

NAAR

ZUIDAMERIKA

CUBA
EN
MEXICO 1

EN

NOORD-AMERIKA

UNIE BANK

voor

Nederland en Koloniën

AMSTERDAM en ROTTERDAM

Aentechappen
in Nederland en IndiS

‘s-GRAVEN HAGE,
TILBURG, LEEUWARDEN,
ÖISTERWIJK, LJDENHÖUT,
LOCHEM, BORCULO,

BATAVIA, S0ERABAY

SEIVIARANG, BANDOENG,

MEDAN
EN
WELTEVREDEN

Accountantskantoor

James Po
*lak

(Lid Ned. Inst. v. Accountants)

Mauritsweg 13B Rotterdam

Brinkstraat 9 Hengelo (0.)

Een polis der

NILLMIJ

van 1859

‘s-Gravenhage, Veenestraat 1

(tlooldinTspecteur)

geeft volledige

zekerheid en rust

PRACTISCH EFFECTENBOEK

Prijs
f
1,50

Verkrijgbaar bij
den Boekhandel en bij
NIJGH&VAN DITMAR’SUITG.-MIJ,R’DAM

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATAVIA

‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-
GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.

Kapitaal
/
55.000.000,-

Reserven / 43.000.000,-

Auteur