Zorggebruikers ervaren de eigen bijdrage als hoog, concludeert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, ook in de langdurige zorg. Plaatsen we de eigen bijdrage echter in zijn context, dan zien we dat deze slechts een klein deel van de kosten van langdurige zorg dekt.
Ouderenzorg wordt in belangrijke mate vanuit de Wet langdurige zorg gefinancierd. De figuur toont de hoogte van de tarieven voor een cliënt met intensieve dementiezorg (profiel VV5), het meest voorkomende zorgzwaartepakket. We tonen een uitsplitsing van de kosten in de situaties dat een alleenstaande cliënt in een instelling woont (intramuraal), zorg zonder verblijf ontvangt bij één aanbieder (volledig pakket thuis) of zorg zonder verblijf vanuit meerdere aanbieders via een modulair pakket thuis en/of persoonsgebonden budget (mpt/pgb). De verschillende tarieven komen grotendeels voort uit de inhoud van het pakket. Zo maakt huisvesting onderdeel uit van het intramurale pakket, maar niet van de andere leveringsvormen.
Voor langdurige zorg betalen cliënten een gemaximeerde eigen bijdrage die vooral afhankelijk is van het inkomen en belastbaar vermogen in box 3. Voor zorg zonder verblijf is de bijdrage grofweg tien procent van de som van het verzamelinkomen en vier procent van het belastbaar vermogen in box 3, tot een maximum van 913,20 euro per maand bij een volledig pakket thuis en 764 euro bij mpt/pgb. Omdat de cliënt bij intramurale zorg niet zelf de woonlasten draagt, kan de bijdrage voor zorg in een verpleeghuis hoger oplopen, namelijk tot een maximum van 2.506 euro per maand.
In de praktijk betalen zorggebruikers een stuk minder dan de maximale eigen bijdrage. Daarmee bedraagt de gemiddelde eigen bijdrage maar een klein deel van de totale kosten: voor een cliënt met intensieve dementiezorg tien procent bij intramurale zorg, vier procent bij een volledig pakket thuis en twee procent bij mpt/pgb. Ook internationaal gezien is in Nederland het percentage eigen betalingen ten opzichte van de totale kosten in de langdurige zorg lager dan in andere westerse landen (OESO).
Auteurs
Categorieën