
Werken wordt als de beste remedie tegen armoede gezien. Dit is terug te zien in de armoededynamiek, waarbij werkende armen de armoede veel sneller verlaten dan uitkeringsgerechtigden.
De figuur laat zien dat de uitstroom uit armoede voor werkenden, die in 2011 arm zijn geworden, hoger is dan voor uitkeringsgerechtigden. Vooral de uitstroom in het eerste jaar is aanzienlijk: 44 procent van de werkenden en 19 procent van de uitkeringsgerechtigden, verlaat de armoede. Dit verschil zet zich door naarmate de tijd vordert. Aan het eind van de periode (2023) is nog slechts één procent van de werknemers en zelfstandigen arm. Uitkeringsgerechtigden vormen de meest persistente groep, waarvan 13 procent zich in 2023 nog in de armoede bevindt.
De hogere uitstroom onder werkende armen kan aan verschillende factoren toegeschreven worden. Het hebben van een baan geeft de kans om meer te gaan werken en verdienen. Daarnaast helpt arbeidsmarktparticipatie met het verwerven en onderhouden van kennis, vaardigheden en een professionele contactenkring, wat het langdurig verdienvermogen bevordert en helpt om uit armoede te blijven.
De trend verschilt echter per aanvangsjaar. Onder personen die in 2016 arm zijn geworden, daalt het percentage persistent armen sneller dan voor het 2011-cohort. Zeven jaar na het aanvangsjaar is het percentage van werkenden en uitkeringsgerechtigden die nog in armoede leven een paar procentpunten hoger voor het 2011-cohort. Een mogelijke verklaring van het verschil in daling is dat de gemiddelde inkomensgroei tussen 2011 en 2016 verwaarloosbaar was. Deze periode werd ook gekenmerkt door bezuinigingen en decentralisatie van armoedebeleid. In de periode vanaf 2016 was er meer specifiek armoedebeleid, zoals het geld dat in 2016 beschikbaar werd gesteld voor kinderarmoede.
Het stimuleren van arbeidsparticipatie is een belangrijk beleidsinstrument om mensen uit de armoede te helpen. Het is echter belangrijk om daarbij te op te merken dat niet alle werkende armen snel de armoede verlaten en niet alle uitkeringsgerechtigden kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt, waardoor een bredere aanpak nodig blijft.
Auteur
Categorieën
1 reactie
Dit lijkt me kort door de bocht. Deze personen werken blijkbaar al die jaren, maar ze zijn arm omdat hun huishouden dat is. Het is goed mogelijk dat hun arbeid en persoonlijk inkomen niet veranderen maar hun huishouden welwaardoor ze niet langer arm zijn. Iemand kan voltijds werken tegen een behoorlijk loon maar door grootte en samenstelling van het huishouden eerst arm zijn maar vervolgens niet langer vanwege scheiding, kinderen die het huis uitgaan of andere inkomens die het huishouden verwerft. De arbeidsontwikkeling is analytisch dus maar de helft van het verhaal in de ontwikkeling van werkende armoede, en zonder de huishoudhelft hangt de focus op arbeidsparticipatie in de lucht. Wiemer Salverda