Docenten in het basis- en voortgezet onderwijs ervaren gemiddeld een veel hogere werkdruk dan werknemers in andere sectoren (Van den Heuvel en De Vroome, 2024). Dat is al jaren zo en is door de coronapandemie nog eens tijdelijk toegenomen (Inspectie van het Onderwijs, 2021). Door de hoge werkdruk komen burn-outs er relatief veel voor, staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk en kunnen scholen problemen ondervinden bij het aantrekken en vasthouden van docenten.
Het is een probleem dat zich niet eenvoudig vanzelf oplost. De hoge werkdruk dwingt de aandacht naar het onderwijs zelf, in plaats van naar werkdrukvermindering. En als er mensen door de werkdruk uitvallen, neemt de druk voor anderen verder toe.
Al in 2018 sloten de Rijksoverheid, vakbonden en werkgeversorganisaties daarom een Werkdrukakkoord, waarbij de overheid geld vrijmaakte om de sectorplannen voor werkdrukvermindering te verwezenlijken. Anno 2024 ligt de ervaren werkdruk in het onderwijs echter nog altijd fors hoger dan in andere sectoren (Van den Heuvel en De Vroome, 2024).
Genoeg leraren
Hoewel het probleem dus duidelijk is, zijn de oorzaken dat minder. Vaak wordt de werkdruk in verband gebracht met tekorten aan leraren. Sjors van Wickeren, Toep van Dijk en Menno Schellekens laten in deze ESB echter zien dat het gemiddelde aantal leerlingen per leraar al jaren relatief stabiel is en dat het totale onderwijspersoneel (dus inclusief ondersteuners) per leerling zelfs is toegenomen. Voor zover er sprake is van een lerarentekort, lijkt dat een kwestie van een verdelingsprobleem tussen scholen: binnen een en dezelfde gemeente heeft de ene school vaak relatief veel leraren, terwijl de andere met tekorten kampt. Het lerarentekort lijkt daarmee hoogstens een gedeeltelijke verklaring van de ervaren werkdruk in de sector.
Zorgelijk is wel dat het aantal leerlingen per leraar is toegenomen op scholen met relatief veel achterstandskinderen, vullen Arnold Jonk en Inge de Wolf aan. Deze scholen hebben bewust relatief weinig leerlingen per leraar, maar dat aantal neemt het laatste decennium toe, mogelijk omdat deze scholen meer moeite hebben om leraren aan te trekken. Toch is ook hier het verband met de werkdruk niet heel duidelijk: de werkdruk op achterstandsscholen is nauwelijks significant hoger dan elders (Van den Heuvel en De Vroome, 2024).
Geld lijkt het probleem ook niet
Een gebrek aan middelen lijkt evenmin een oorzaak van de ervaren werkdruk. Leraren in het basisonderwijs zelf hebben een relatief goede arbeidspositie, tonen Daniel Pritsch en Albert Rutten. Ze hebben een relatief hoog salaris en verkrijgen sneller een vast contract dan andere afgestudeerden aan het hbo.
En ook de scholen lijken voldoende middelen te hebben. Raymond Gradus en Elsbeth Prins laten zien dat de gemiddelde basisschool over voldoende eigen vermogen beschikt, en dat de extra coronamiddelen zelfs tijdelijk leidden tot overmatige buffers (volgens de criteria van de Inspectie van het Onderwijs).
Organisatie van werk
Als mensen noch geld duidelijk het probleem zijn, moet de werkdruk voortkomen uit de aard van het werk zelf. Daar zijn inderdaad aanwijzingen voor. Zo laten Van den Heuvel en De Vroome (2024) zien dat leraren relatief vaak hoge taakeisen ervaren en weinig autonomie – het recept voor een burn-out. Misha van Denderen betoogt dat de Inspectie van het Onderwijs hier mede debet aan is: hij maakt aannemelijk dat het toezicht flink is toegenomen. Mogelijk uit dit zich voor leraren in een toename van de administratieve en organisatorische last.
Maar ook de begeleiding van leraren kan een rol spelen. Richard van den Berg pleit voor meer bij- en nascholing om de druk in het onderwijs te verlagen. Hoewel leerlingen om de haverklap vrij hebben vanwege een studiedag van de docenten, lijkt er in de sector, paradoxaal genoeg, nauwelijks sprake van een beroepsbrede leercultuur, zoals bijvoorbeeld de zorg die wel kent (WRR, 2013).
De Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren, die vorig jaar door het ministerie is gestart, moet de hier verandering in brengen. Dat lijkt geen overbodige luxe: er wordt van leraren veel gevraagd en continue training helpt om het vak steeds beter te beheersen, zo stelt Van den Berg. En met wat geluk verlaagt de scholing van leraren niet alleen de werkdruk, maar zorgen de lerende leraren straks ook weer voor beter lerende kinderen (De Wolf, 2023; Spit, 2025).

Literatuur
Heuvel, S. van den, en E. de Vroome (2024) Werkdruk in het onderwijs. TNO Rapport, R12504. Te vinden op www.voion.nl.
Inspectie van het Onderwijs (2022) Bovensectoraal themaonderzoek 16 maanden coronacrisis. Technisch rapport voortgezet onderwijs, september.
Spit, S. (2025) Dalende leerprestaties aanleiding tot aanpassing onderwijscurriculum. ESB, 110(4848), 342–344.
Wolf, I. de (2023) Kwaliteit basisonderwijs staat onder druk. ESB, 108(4819), 104–107.
WRR (2013) Naar een lerende economie: Investeren in het verdienvermogen van Nederland. WRR-rapport 90.
Auteur
Categorieën