Na een jarenlange daling neemt sinds 2019 het aandeel beleggende huishoudens weer toe. Vooral tijdens de coronapandemie nam het aandeel sterk toe. Ondanks de stijging beleggen de meeste huishoudens niet.
De stijging is het sterkst bij mensen tot 35 jaar (figuur): bij hen groeit het aandeel dat belegt harder dan gemiddeld. Zo ligt het aandeel beleggende jongeren in 2023 bijna 2,5 keer hoger dan vóór corona.
Huishoudens zijn mogelijk meer gaan beleggen vanwege de lage spaarrentes en omdat ze geld en tijd overhielden tijdens de coronacrisis. Daarnaast is beleggen de afgelopen jaren laagdrempeliger. Terwijl begin deze eeuw particulieren nog vaak via hun bank of tussenpersoon belegden, gaat dit nu vaker via digitale beleggingsplatformen, online brokers en beleggingsapps.
Dat jongeren vaker beleggen, biedt kansen, maar kent ook risico’s. Aan de ene kant is de noodzaak om te beleggen voor jongeren relatief groot. Deze groep heeft minder vaak ander vermogen, kent een minder stabiele arbeidsmarktpositie en pensioenopbouw, maar beschikt wel over een lange horizon om vermogen op te bouwen. Aan de andere kant zijn jongeren relatief kwetsbaar: zij hebben weinig middelen en hebben het geld ook vaker direct op kortere termijn nodig, bijvoorbeeld bij de aankoop van een woning en het beginnen van een gezin. Verder kunnen zij vatbaar zijn voor online beïnvloeding om risicovolle beleggingen te doen door bijvoorbeeld finfluencers. Het is daarom belangrijk dat jongeren alleen beleggen met geld dat ze voor langere termijn kunnen missen en dat zij zich bewust zijn van de risico’s van beleggingen voor snel gewin.
Auteurs
Categorieën