
Lessen voor het Nederlandse klimaatbeleid
Een samenvatting van de belangrijkste beleidslessen van de preadviezen.
Een samenvatting van de belangrijkste beleidslessen van de preadviezen.
Vergeet de klimaattafels en voer nu samen met buurlanden een oplopende belasting in op CO2-emissies, beginnend met veertig à tachtig euro per ton CO2. Gebruik de inkomsten om lage inkomens, en niet de CO2-intensieve sectoren, te compenseren.
Grootschalige en tot nu toe onbeproefde manieren om de temperatuur op aarde te verlagen, komen wellicht snel en goedkoop beschikbaar. Is het waarschijnlijk dat deze technieken ergens in de wereld zullen worden toegepast om daarmee het klimaatbeleid overbodig te maken?
Ondanks de unieke effectiviteit van de koolstofbeprijzing is de steun ervoor fragmentarisch. Eenieder die klimaatverandering wenst te stoppen, zou dit instrument echter moeten omarmen.
Klimaatbeleid is vaak gericht op het verlagen van de vraag naar fossiele brandstoffen. Maar hoe reageren eigenaren van de immense fossiele reserves in Rusland, het Midden-Oosten en Noord-Amerika op de aangekondigde, wereldwijde emissiereducties? Zullen zij spoedig met grote, onverkoopbare voorraden blijven zitten, of gaan deze op korte termijn gedumpt worden op de wereldmarkt?
Nederland heeft nog steeds geen echte belasting op CO2-uitstoot ingevoerd. De reden is de vrees dat bedrijven minder concurrerend zullen worden ten opzichte van het buitenland, marktaandeel zullen verliezen, of zelfs werkgelegenheid naar het buitenland zullen verplaatsen. Is deze vrees gegrond, en zo ja, wat kan eraan gedaan worden?
Hoe kan slim beleid ervoor zorgen dat de stugge vastgoedmarkt effectief gaat bijdragen aan de realisatie van het milieuakkoord? De wetenschappelijke vastgoedliteratuur biedt een aantal nuttige inzichten in het licht van de grote energie-uitdagingen waar Nederland voor staat.
De aandacht voor het terugdringen van het primaire grondstoffengebruik is nauw gerelateerd aan de inzet van fossiele-energiedragers die worden ingezet als grondstof of bij de verwerking van grondstoffen tot materialen en eindproducten. Welke kansen voor het klimaatbeleid biedt hierbij een beleid gericht op de circulaire economie?
In lijn met het klimaatakkoord van Parijs heeft de Nederlandse overheid gekozen voor een ambitieuze emissiereductiedoelstelling. Hoe kan de emissiereductiedoelstelling voor 2030 tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten behaald worden?
Voor het slagen van energietransitie zijn er diverse randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan. We gaan hier in op de vereiste aanpassingen van de arbeids- en scholingsmarkt, op de ontwikkeling en adoptie van nieuwe technologie, en op de beschikbaarheid van financiering voor het bedrijfsleven.
Groene groei is een optimistisch perspectief. De vraag is of het ook realistisch is.
Zowel migratie als klimaatverandering is op dit moment een hype. De wetenschappelijke literatuur is echter veel genuanceerder over de gevolgen van klimaatverandering.
De adaptatie van klimaatrisico’s vraagt om langetermijninvesteringen in waterbeheer. Hoe kan men financiële prikkels inzetten om schade te verminderen en om te bevorderen dat overstromingsschade gedekt is?
Klimaatverandering heeft een groot en meetbaar effect op de natuur, landbouw en de ecosystemen in de binnenlandse wateren en de oceanen. Deze veranderingen zullen economische kosten met zich meebrengen, maar bieden ook kansen. Het economische effect dat de klimaatverandering op ecosystemen heeft, zal daarom vooral afhangen van hoe de mens op deze uitdagingen reageert.
De ‘vertaling’ van het Akkoord van Parijs naar de ambitie van het Nederlands klimaatbeleid vereist verschillende maatschappelijke en politieke keuzes. Ondanks deze keuzes, lijkt het redelijk te veronderstellen dat voor het Akkoord van Parijs, in het midden van de eeuw het energiesysteem in Nederland zo goed als ‘CO2-emissie-vrij’ zal moeten zijn.
De bijdragen in deze bundel geven inzicht in de opgave waar we ons als Nederland voor gesteld zien. Ze zijn geschreven door een keur van auteurs met zeer diverse achtergronden (economen, maar ook geografen en milieukundigen) en met een gedegen kennis van zowel wetenschap als beleid.
Redactie door Daan van Soest, Sjak Smulders en Reyer Gerlagh