
Huizenprijzen voeden inflatieverwachtingen van huishoudens
Niet alleen energieprijzen maar ook huizenprijzen zijn het afgelopen jaar sterk gestegen in Europa. Zijn de inflatieverwachtingen van consumenten hier gevoelig voor?
Niet alleen energieprijzen maar ook huizenprijzen zijn het afgelopen jaar sterk gestegen in Europa. Zijn de inflatieverwachtingen van consumenten hier gevoelig voor?
Jeroen Hinloopen van het Centraal Planbureau nam gisteren journalisten de maat die stellen dat monopolisten kostenstijgingen voor een groter deel doorberekenen aan de consument dan bedrijven in volledige concurrentie. Maar hebben de journalisten niet gewoon gelijk?
In Keerpunt 1971 beschrijft Edin Mujagic de aaneenschakeling van gebeurtenissen die in de jaren zeventig de basis hebben gelegd voor het economisch model van de laatste decennia – de aanbodgeoriënteerde economie. Een feest van herkenning, maar de theoretische duiding rammelt.
De hoge inflatie van de laatste maanden ondermijnt de koopkracht van consumenten, en doet de roep om een renteverhoging toenemen. We moeten er echter voor waken dat het medicijn niet erger wordt dan de kwaal. Een gerichtere aanpak van de hoge inflatie is beter en helpt bovendien bij de oplossing van andere maatschappelijke problemen.
De inflatie is momenteel het hoogste in veertig jaar tijd, vooral als gevolg van de hoge grondstoffenprijzen. Zal deze inflatie zich ook vertalen in hogere looneisen en een loon-prijsspiraal?
De Europese Centrale Bank (ECB) gaat naar aanleiding van de recente strategieherziening voortaan de klimaatrisico’s meenemen in haar monetaire beleid en in de implementatie daarvan. Wat zijn de beweegredenen van de ECB om deze stappen te zetten, wat gaat ze concreet doen, en wat is het beoogde effect?
De balansomvang van Nederlandse banken steeg in de eerste helft van 2020 sterk, mede als gevolg van het coronabeleid van centrale banken. De nettowinst van banken was met 1,3 miljard euro juist laag.
Mede door de grote rol van de dollar is Europa gevoelig voor politieke en economische ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Tegen die achtergrond klinkt een roep om het internationale gebruik van de euro te stimuleren. Ligt hier een taak voor de centrale bank?
In maart legde de coronacrisis het economische verkeer lam. Hoe greep de Europese Centrale Bank (ECB) sindsdien in, en was dat succesvol? Een tussenstand.
Al voor de coronacrisis was het lastig om de lage inflatie van de laatste jaren te duiden. De coronacrisis zorgt voor nog eens extra onzekerheid: de toenemende werkloosheid drukt de inflatie, maar de verstoring van de productieketens kan voor hogere prijzen zorgen. Wat weten we over de ontwikkeling van de Nederlandse inflatie en de relatie ervan met de economie?
Het geldverruimingsbeleid van de Europese Centrale Bank heeft niet tot een brede opleving van de bestedingen geleid in de eurozone. Dit is een gevolg van de keuze om het begrotingsbeleid los te koppelen van het monetaire beleid. Een alternatieve monetaire theorie concludeert dat het anders moet.
Nederland en Duitsland kunnen fors bijlenen om bedrijven over de coronarecessie heen te tillen. Italië kan dat niet, terwijl zonder extra middelen vitale productiecapaciteit zal worden afgebroken en schuldhoudbaarheid verder in het geding komt. Monetaire financiering voor Italië vormt een uitweg.
De resultaten van een enquête door de Europese Commissie laten zien dat het met het vertrouwen van het publiek in de Europese Centrale Bank (ECB) nog steeds slechter gesteld is dan in 2003.
In ‘Economen in tijden van corona’ gaat de redactie in samenwerking met Esther van Rijswijk in gesprek met collega's over de grote vragen die hen bezig houden, en de inzichten die ze te bieden hebben. Bekijk hier de tweede aflevering met Lex Hoogduin.
Na een decennium van negatieve rentes en kwantitatieve verruiming is er nog altijd geen spoor van de gewenste inflatie, en wordt het monetaire beleid steeds vaker ter discussie gesteld. Het uitkeren van geldscheppingswinst zou een oplossing kunnen bieden. In het huidige beleid wordt deze winst, die de centrale bank maakt wanneer ze geld schept, op de balans aangehouden.
Nieuwe microdata laten zien dat banken in het eurogebied in de afgelopen tien jaar minder gebruik zijn gaan maken van obligatiefinanciering. Deze is gesubstitueerd door traditionele deposito’s en langlopende centralebankleningen, zoals de TLTRO’s. Langdurige afhankelijkheid van de centrale bank ligt hierdoor op de loer.
Banken in het eurogebied en ook daarbuiten hebben momenteel veel liquide middelen en houden deze steeds meer aan bij centrale banken. Ook is een duidelijk seizoenspatroon zichtbaar.
Met de recente renteverlagingen verruimt de Amerikaanse centrale bank haar monetaire beleid, terwijl de huidige niveaus van werkloosheid, inflatie en groei daar niet direct om lijken te vragen. Hoe valt dit monetaire beleid te verklaren?
Sinds de uitbraak van de financiële crisis in 2008 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) alles uit de kast gehaald om de instorting van de muntunie te voorkomen. Was haar onconventionele beleid wel een goed idee?
Sinds 2009 heeft de Europese Centrale Bank via diverse programma’s leningen aan banken verstrekt om de kredietverlening te stimuleren. Een deel van die leningen kent een lagere rente als banken meer krediet verstrekken aan niet-financiële bedrijven en huishoudens (TLTRO-II). Werkt deze prikkel?
Het ruime monetaire beleid heeft niet kunnen voorkomen dat de kredietverlening in het eurogebied maar langzaam van de crisis herstelt. Zijn kredietverlening en monetaire transmissie na een crisis afhankelijk van de herkapitalisatie van de bankensector?
Wat betekent de opkomst van cryptovaluta’s voor de inflatie?
Het aangehouden spaargeld van Nederlandse huishoudens bij Nederlandse banken nam in 2018 toe met zo’n zeven miljard euro. Dit is de grootste toename in de afgelopen zes jaar, waardoor er eind 2018 voor bijna 355 miljard euro aan spaargeld op rekeningen bij Nederlandse banken stond.
De financiële crisis is ruimschoots voorbij. Wanneer de economische omgeving het toelaat, normaliseert de Europese Centrale Bank haar monetaire beleid. Daarbij zal ze moeten kiezen: moet ze de grotere balans aanhouden, of terug naar de kleine intermediërende rol van voor de crisis?
De sinds medio 2018 geobserveerde depreciatie van valuta’s van opkomende economieën is gemiddeld genomen groter dan tijdens de kapitaalstroom van 2013. Het verschil is dat financiële markten nu een onderscheid maken tussen verschillende landen.
Het aantal banken met een moederinstelling buiten de EU is sinds de crisis bijna gehalveerd. Het aantal branches, met een moederbank in een ander EU-land, is juist toegenomen van 27 naar 40 vestigingen.
Vooral de leningen en deposito’s bij banken zijn in de periode 2011–2013 sterk afgenomen.
Centrale bankiers zijn doorgaans geen revolutionairen. Zij zijn er juist voor de stabiliteit, die van de prijzen en van het financiële systeem. Toch zullen centrale bankiers de komende jaren niet aan een revolutie ontkomen.
Dat de politiek zich met de beloning van Ralph Hamers wil bemoeien, geeft aan dat de financiële markten slecht geordend zijn. Publieke en private elementen lopen door elkaar heen. Tijd om deze te scheiden.
Digitale technologieën bieden de mogelijkheid om de inrichting van het financieel-monetaire systeem te verbeteren. Dit artikel bespreekt de fundamentele problemen van bankieren en formuleert een eerste aanzet tot een transitie-agenda.