
Toppers met Tieben: Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834)
Een nieuw deel in de serie over Nederlandse grootheden uit het verleden. In dit deel een man die het economische beleid begin 19e eeuw moderniseerde.
Een nieuw deel in de serie over Nederlandse grootheden uit het verleden. In dit deel een man die het economische beleid begin 19e eeuw moderniseerde.
Een nieuw deel in de serie over Nederlandse grootheden uit het verleden. Met in dit deel de heraut van de koophandelskunde.
Onno Zwier van Haren was een van de beste dichters van de 18e eeuw. Met zijn gedichten over de koophandel was hij ook van belang voor de ontwikkeling van het economische denken. Ze laten zien dat handel niet alleen economisch voordeel brengt, maar ook beschaving en verbroedering tussen volken.
Pieter de la Court was de eerste Nederlandse econoom met een internationale reputatie. Zijn hoofdwerk Interest van Holland ofte Gronden van Hollands-Welvaren (1662) werd over de grens aandachtig gelezen als een verklaring van het economische succes van de Republiek.
Het eerste deel van een serie over Nederlandse grootheden uit het verleden. Met in dit deel de vergeten vader van de prijsvorming.
Dit jaar is het 50 jaar geleden dat de eerste Nobelprijs economie werd uitgereikt aan Jan Tinbergen. Daarom heb ik een aantal prominente Nederlandse economen gevraagd om een artikel te schrijven over de Nobelprijswinnaars binnen hun vakgebied. Het eindresultaat kun u gratis kunt lezen via tpedigitaal.nl.
Interview met David Laibson, grondlegger van de moderne gedragseconomie.
Heeft de recente economische crisis geleid tot een grote verandering in het economisch denken?
Op 8 oktober 2018 kondigde de Zweedse Academie van Wetenschappen aan dat de prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie ter nagedachtenis aan Alfred Nobel gedeeld zou worden tussen William D. Nordhaus ‘for integrating climate change into long-run macroeconomic analysis’ en Paul M. Romer ‘for integrating technological innovations into long-run macroeconomic analysis’.
De afgelopen vijftig jaar hebben veel ziekenhuisfusies plaatsgevonden. Naast actief overheidsbeleid lagen hieraan bij ziekenhuizen ook strategische overwegingen ten grondslag.
De kritiek op mainstream-economie is de laatste decennia toegenomen, omdat er een intellectueel monopolie zou zijn. Aan de andere kant lijkt er meer ruimte te zijn voor nieuwe ideeën. Komt er in economisch onderzoek ruimte voor andere denkwijzen?
De uitkomsten van het onderzoek van gedragseconomen zijn al grotendeels te vinden in The theory of moral sentiments van Adam Smith. De gedragseconomie kan daardoor, met evenveel recht als de traditionele micro-economie, Adam Smith als haar inspirator beschouwen.
De constructie van een indicator voor brede welvaart laat zien dat de ontwikkeling van brede welvaart anders verloopt dan die van het bbp per capita.
Er wordt wel gedacht dat de verdeling van inkomen over kapitaal en arbeid een soort natuurlijk niveau kent en zich om dit evenwicht heen beweegt. De daling van het arbeidsaandeel past echter in een langetermijnpatroon en kan moeilijk worden omgekeerd.
Het Calvinisme is een geraffineerd staaltje mechanism design.
De deugdethiek is terug van weggeweest en heeft zich bescheiden neergevlijd in de eigentijdse salon van economen en beleidsmakers. Maar is ze wel ‘salonfähig’?
Gedragseconomisch onderzoek levert een bijdrage aan zowel veranderingen binnen de economische discipline als aan de nuancering van de drie centrale elementen in het neoklassieke denken.
Theorieën van rationeel keuzegedrag zouden er goed aan doen keuzes niet alleen in termen van cognitie te benaderen.