Ga direct naar de content

Redactioneel: Zorgen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 18 2006

Redactioneel

Albert Jolink
Hoofdredacteur ESB
a.jolink@sdu.nl

Zorgen

A

ls je gezond bent, ben je rijk, zei oma altijd,
en zij kon het weten met haar 94 levensjaren. De meeste mensen hebben elk jaar
weer ‘een goede gezondheid’ bovenaan hun
wensenlijstje staan en ook dat is te begrijpen: een
slechte gezondheid geeft een heel andere invulling
aan het begrip kwaliteit van leven. Volgens de ruim afgegraven piramide van Maslow behoort gezondheid tot
de fundamenten van de individuele behoeften: eerst
gezond zijn en daarna zien we wel weer verder. Maar
ook voor de samenleving als geheel is gezondheid
een thema, zoals het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport laat weten: ‘De overheid streeft een
gezonde samenleving na.’ Hoewel we in toenemende
mate de genetische verklaringen achter gezondheid
kunnen plaatsen, blijft voor de meeste mensen de
eigen gezondheid toch een onvoorspelbaar verschijnsel waar je maar in zeer beperkte mate in kunt sturen.
Ook voor de samenleving is individuele gezondheid
een wisselvallige variabele, die tot sociale ontvlechting, efficiëntieverval, of hoe je het ook wilt bekijken,
kan leiden. Om de risico’s van verval te verminderen
is preventie het sleutelwoord, waarbij het niet gaat om
het voorkomen van ziekten maar om het voorkomen
dat het erger wordt. Uiteindelijk zullen we allen, en
dat is dan wel een zekerheid, een keer de gang naar
de medicijnman of -vrouw moeten maken, in de hoop
dat er nog iets te repareren valt. De onvoorspelbaarheid van gezondheid vertaalt zich in de praktijk naar
de kansberekening van zorgverzekeraars, die de
scherpe financiële kantjes van medische opknapbeurten willen vergoeden. In een niet al te ver verleden
vond de Nederlandse samenleving dat deze financiële
schaduwzijde van de medische via dolorosa een collectieve verantwoordelijkheid was, met name waar het
de minderbedeelden betrof, omdat ook het collectief
profiteert van een gezonde samenleving. Sinds ruim
een jaar vindt de Nederlandse samenleving dat niet
meer en moet ieder individu zelf maar bepalen of de
eigen gezondheid een prijs heeft. Inmiddels is duidelijk dat op 1 november 2006 naar schatting ruim

241 duizend mensen onverzekerd tegen ziektekosten
rondliepen en al dan niet bewust hebben besloten
dat het herstellen van de gezondheid een kwestie van
geld is. De minister van VWS laat weten blij te zijn,
niet dat dit aantal veel hoger is dan verwacht, maar
dat er nu meer zicht op is. In een adem voegt de
minister hier aan toe dat dit niet komt door de nieuwe
Zorgverzekeringswet, want het aantal onverzekerden
nu is lager dan voor de invoering van de nieuwe wet.
Maar dat is nog maar de vraag. Het simpele antwoord
op de vraag is dat het eenvoudigweg niet mogelijk
is het aantal van 241 duizend onverzekerden met
voorgaande jaren te vergelijken omdat dit nieuwe
getal met een andere methode is berekend dan de
aantallen in de voorgaande jaren. Maar dat is misschien te simpel. Als we wel vergelijkbare cijfers van
het CBS bekijken dan is te zien dat het aantal onverzekerden in de afgelopen tien jaar is gestegen van
95 duizend in 1996 naar 242 duizend in 2005, een
stijging van ruim 150 procent of gemiddeld vijftien
procent per jaar. Projecteer hier voor 2006 nog eens
vijftien procent bij en de confrontatie tussen de 241
duizend en de geprojecteerde 278 duizend levert een
batig saldo (lees: minder onverzekerden) op van zo’n
37 duizend minder onverzekerden. Dat is een mooie
meevaller voor de nieuwe Zorgverzekeringswet, zullen
we maar zeggen. Volgens het ministerie van VWS
blijkt dat ‘inspanningen van VWS en gemeenten, die
gericht waren op het terugdringen van onverzekerden
onder sociaal-economisch zwakkere groepen, succesvol zijn.’ Maar ook dat is iets te simpel. De moeilijkheid zit in het feit dat het aantal onverzekerden
tegen ziektekosten in 2006 niet 241 duizend maar
293 duizend is, en dat men heeft gekeken wie er van
de 293 duizend na zes maanden nog leefde, of op
een andere manier is vertrokken. Dit maakt de claim
van de zalvende werking van de Zorgverzekeringswet
weer net iets anders: tenzij men wil uitgaan van de
241 duizend, en dat de nieuwe wet dus heeft geleid
tot meer overledenen en meer emigratie, moet men
concluderen dat de nieuwe zorgverzekering heeft
geleid tot een grotere aanwas van onverzekerden dan
men op basis van onveranderd beleid zou kunnen
verwachten. Dit is geen prettige conclusie maar wel
te verwachten. Het zijn met name Randstedelijke,
eerstegeneratie allochtone mannen en vrouwen tussen de twintig en 45 die onverzekerd zijn en daarmee
hun gratis te verzekeren kinderen meeslepen in de
risicovolle wereld van oplopende medische kosten. Dit
roept niet alleen om meer zorg maar baart ook zorgen. Het schrikbeeld van Amerikaanse ziekenhuizen
als spiegel van de verdeelde samenleving, waarin rijk
en arm zich onderscheiden door een zorgverzekering
is geen beeld waaraan de Nederlandse economie zich
zou moeten spiegelen. Gezondheid is niet alleen een
individuele zorg maar een verdienste voor de gehele
economie. Als je gezond bent, ben je rijk.

ESB

18 mei 2007

291

Auteur