Ga direct naar de content

Perspectieven voor Nederland als distributieland

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 8 1995

Steeds meer toegevoegde
waarde

Perspectieven voor
Nederland als distributieland
Nederland is als distributieland goed gepositioneerd in de nieuwe
dynamische wereldmarkt.
De wereld wordt steeds kleiner. Informatie is overal ter wereld beschikbaar
of opvraagbaar, grenzen vervagen,
handelsbarrieres nemen af en de Internationale kapitaalmarkten raken
steeds verder verweven. Dit leidt tot
een mondiale herstructurering van het
produktie- en distributieproces volgens bedrijfseconomische principes.
De mate waarin een land (delen van)
het produktie- en distributieproces
verwerft, bepaalt in sterke mate de
welvaartsgroei.
Naarmate produktieprocessen
steeds gemakkelijker grenzen overschrijden, wordt het voor een land
steeds moeilijker om het concurrentievoordeel te behalen door louter goederen te produceren. De concurrentiepositie wordt steeds meer een
samenspel van factoren als ontwerp,
marketing en distributie. Dergelijke
diensten nemen een groot deel van
de toegevoegde waarde voor hun rekening. Zelfs bij een complex produkt
als een auto zijn de produktiekosten
maar zestig procent van de dealerprijs. Het bezit van ontwerp, marketing en distributie zijn van groot belang.

Nederland goed

gepositioneerd
Nederland is goed gepositioneerd in
deze ‘global world’. Uit label 1 blijkt,

dat in de periode 1991-1994 22% van
de 686 buitenlandse bedrijven die
zich in Noordwest-Europa (Duitsland,
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, lerland en Benelux) hebben gevestigd,
voor Nederland kozen. Dit leverde bijna 6.000 directe arbeidsplaatsen op.
De uitstraling van een goed transport- en distributienetwerk is bij het
aantrekken van bedrijven een niet te
onderschatten factor omdat steeds
meer bedrijven op zoek zijn naar een
locatie vanwaar de gehele Europese
markt binnen 24 tot 48 uur efficient te
bedienen is en die tegelijkertijd beschikt over uitstekende verbindingen
door de lucht en over zee met andere
continenten. Nederland voldoet aan
deze eisen en biedt met name een vestigingsplaatsvoordeel voor bedrijven
die relatief hoge transportkosten hebben. De voordelen van een goed
transport- en distributiesysteem wegen hierbij op tegen onze relatief
hoge loonkosten. Veel producenten
die de Europese markt bedienen hebben hun voorraden in Nederland gecentraliseerd waardoor Nederland
marktleider is op het gebied van Europese distributiecentra (EDC’s) van grote multinationale bedrijven. Zo huisvest Nederland respectievelijk 49% en
42% van de EDC’s van grote Amerikaanse en Japanse multinationals die
centraal Europees distribueren (figuur
1).

Tabel 1. Investeringen in werkgelegenbeid van Amerikaanse, Japanse en Scandinaviscbe bedrijven in zeven Noordwest-Europese landen, 1991-1994

-‘:’
-“>;

‘ ‘
Totaal 7 NW^Europese landen:>’. AandedJNederland
– :U,
vestigingen werkgel.
vestigingen werkgel.

Europese hoofdkantoren
PwduktfawsBplga* !’?i

h

R&BMOfattra*;-” “:J .:., ” “
, i – – . ‘ ; . ‘ : j K 4 * ‘:yri»;i.”f”V’-

•• -173 .^ r 3;M5
‘357 : 41265
46:
: :

; 1.375 ; ‘:

‘-i- ‘ -8g^ i 0*a ‘••:-,
•>.. 22;.-“-; ” -:;-7^0,,v. – .’.686 ^ ;49<355 ‘

Tiotaai^, ; :;;,;:>^^;

Bron: Buck Consultants International.

30%
11%
11%
48%
41%
22%

27%
8%
5%

50%
50%
12%

Het bereik van een centrale voorraad
wordt echter beperkt door regionale
markten en produktiespecifieke klanteneisen binnen Europa. Het verdwijnen van de binnengrenzen tussen de
lidstaten van de Europese Unie heeft
weliswaar geleid tot gedeeltelijke harmonisatie van produkttechnische eisen, maar er bestaan nog vele verschillen tussen de Europese landen en
regie’s in taal, smaak, cultuur en wetgeving. ‘Value Added Logistics’ (VAL)
is het antwoord daarop. Door het produkt in het centrale voorraadpunt,
vlak voor uitlevering, aan te passen
aan de land/regio/klant-specifieke eisen, kan de voorraad goederen in de
keten verder worden verlaagd en kan
tegelijkertijd beter op de markteisen
worden ingespeeld. VAL omvat lichtindustriele werkzaamheden zoals kwaliteitscontroles, assemblage, etikettering/labelling, verpakkingsactiviteiten
en andere handelingen die nodig zijn
voor de ordergestuurde produkt-afwerking, daarnaast verdergaande vormen van logistieke dienstverlening inclusief commerciele en financieeladministratieve diensten – en after-sales-werkzaamheden zoals reparatie,
behandeling van retourstromen en
hergebruik.
Nederland is als ‘Gateway to Europe’ vaak de schakel tussen de globale
(vaak intercontinentale) aanvoerstromen en de continentale distributiestromen en derhalve bij uitstek geschikt
voor VAL-activiteiten. Primaire produkten (generieke produkten, halffabrikaten, componenten) komen in centrale
Europese voorraden samen om verder
gedistribueerd te worden naar de lokale markten. Er liggen dus volop kansen voor Nederland om extra waarde
aan produkten toe te voegen, vooral
bij produkten die sterk moeten worden aangepast aan lokale markteisen,
die erg duur of bederfelijk zijn of veel
varieteiten kennen. In eerste instantie
zijn dat high-tech produkten, farmaceutische produkten, machines, vervoermiddelen, kleding en vers fruit.
In de fabriek van de Nederlandse
computerfabrikant Tulip en de Europese distributiecentra van buitenlandse computergiganten als IBM, HewlettPackard en Apple worden computers
ordergestuurd geassembleerd. De
componenten komen veelal uit Azie
en de VS, maar in Nederland wordt
het eindprodukt samengesteld en de

Figuur 1. Aandeel van Nedertand als EDC-locatie voor Amerikaanse (links)

enjapanse (recbts) multinationals

Nederland (42%)
Groot-Brittaniuc (18%)

Daarnaast moeten de mogelijkheden

Nederland (49%)

voor ondergronds transport verder

Edge (19%)

worden bestudeerd. Momenteel
Didtsbxd (31%)

Duitsiand (11%)

juiste verpakking en handleiding toegevoegd, waarna just-in-time aflevering plaatsvindt binnen geheel Europa
en soms zelfs daarbuiten. Ook Amerikaanse farmaceutische bedrijven voeren pilletjes in bulk aan, waarna ze in
distributiecentra in de consumentenverpakking worden gedaan en van de
juiste bijsluiter worden voorzien. De
dienstverlening van de transportsector

richt zich naast het op voorraad houden en vervoeren van dergelijke produkten in toenemende mate op de bewerking van deze produkten. Maar
ook voor bulkgoederen als kolen, koffle, cacao en ertsen liggen er kansen
voor VAL. Het havenbedrijf Eggerding
& Co in Amsterdam is bijvoorbeeld
gespecialiseerd in waardetoevoeging
aan allerlei bulkprodukten uit de mijnbouw. Grote hoeveelheden ertsen,
zanden en mineralen worden vermalen, gemengd en tot nieuwe produkten samengesteld en vervolgens over
de hele wereld afgezet bij afnemers in
de glas-, keramische-, staal-, verf-, papier-, en kunststofindustrie. De know
how voor het verwerken van deze minerale grondstoffen geven Nederland
en Duitsland een voorsprong op de
lage-lonenlanden waar wel steeds
meer produktiefaciliteiten komen.
EDC’s worden vaak ten onrechte
gezien als ruimte-intensieve loodsen
waar weinig werkgelegenheid wordt
gecreeerd. De werkgelegenheid in
combinatie met toegevoegde-waardeactiviteiten neemt in de loop der jaren
sterk toe. Bij de opening van het Europese distributiecentrum van HewlettPackard in Amersfoort in 1992 waren
een twintigtal mensen werkzaam te-

gen enkele honderden nu. Bovendien
zijn de EDC’s een goede basis voor
het aantrekken van meer toegevoegde
waarde, nieuwe produktie-activiteiten, Europese hoofdkantoren en centrale kantoren van waaruit een bedrijf
telefonische service of verkoop- en
boekingsdiensten levert (call centers).

ESB 29-11-1995

weg worden gerekend. De elektronische snelweg, de integratie van computertechnologie, telecommunicatie
en consumentenelektronica, werpt
zich namelijk steeds sterker op als
zesde vervoersmodaliteit naast weg,
spoor, lucht, water en pijpleiding.

Infrastructuur

wordt bijvoorbeeld gekeken naar de
haalbaarheid van ondergronds transport tussen de bloemenveiling Aalsmeer en de luchthaven Schiphol. Voor
een dichtbevolkt land als Nederland
kan ondergronds transport uitkomst

bieden en daarom moeten we nu al

Globalisering leidt tot een onmiskenbare groei van het internationale goederenvervoer. Voor de komende twintig jaar moeten we in Nederland
rekening houden met maar liefst een
verdubbeling van de containeroverslag in de Rotterdamse haven, een verviervoudiging van de luchtvracht via
Schiphol en het spoorvervoer en een
verdubbeling van het internationale
wegvervoer en de binnenvaart (figuur
2). Nederland moet daarom blijven investeren in infrastructuur voor alle vervoersmodaliteiten, sterke mainports
en goede intermodale voorzieningen
waarbij Nederland optimaal moet aansluiten op het Trans-Europese Netwerk. Hiervoor is een snellere besluit-

nadenken over de wenselijkheid om
bijvoorbeeld buisleidingen aan te leggen om in 2025 containers te kunnen
transporteren van Rotterdam naar het
Europese achterland. De kennis die
hierbij wordt opgedaan kan ook een
uitstekend exportprodukt vormen.
Naast infrastructuur moet Nederland beschikken over voldoende aantrekkelijke en goed ontsloten bedrijfsterreinen voor onder meer de
transport- en distributiesector. Het Ministerie van Economische Zaken heeft
in maart 1994 het rapport Ruimte voor
economische actiwteit gepresenteerd
waarin gesteld wordt dat er de komende jaren een fors tekort aan ruimte

vorming vereist. De internationale

dreigt voor uitbreiding, verplaatsing

aan- en afvoer van de goederen waar
waarde aan toegevoegd wordt, moet
immers snel en vooral betrouwbaar
kunnen geschieden. Ten aanzien van
de fysieke infrastructuur valt in Nederland nog het een en ander te verbeteren zoals blijkt uit de Toets op het concurrentievermogen van het Ministerie
van Economische Zaken, waarin Nederland relatief slecht scoort ten opzichte van Duitsland, Belgie, Denemarken, de VS en Japan. “De
congestieproblematiek in de Randstad
zorgt voor steeds grotere mobiltiteitsproblemen, ook met het oog op de
ontwikkeling van de mainports en
niet alle achterlandverbindingen zijn

en vestiging van bedrijvigheid in Nederland. Het totale tekort is 1600 hectare, waarvan 50% in het westen, 20%
in het noorden en oosten en 30% in

voldoende berekend op hun taak. De
meeste knelpunten bevinden zich in
de Randstad maar ook buiten de Randstad in met name Noord-Brabant
doen zich problemen voor. Wat be-

het zuiden. Specifiek voor de distributie- en transportsector is in 19 van de
33 onderzochte regie’s in Nederland
helemaal geen ruimte, terwijl in zeven
andere agglomerates ook een nijpend
tekort aan bedrijfsterreinen dreigt te
ontstaan.

Diensteneconomie
Om de toegevoegde-waarde-activiteiten in Nederland te kunnen maximaliseren is ons aanpassingsvermogen en
met name ons innoverend vermogen
ten aanzien van nieuwe logistieke
trends, marktontwikkelingen en nieuwe technologic essentieel. Het zwaar-

tepunt van de bedrijvigheid verschuift

treft het spoor blijft Nederland nog

van traditionele produktie zoals in de

achter met de aansluiting op de Europese spoornetwerken voor goederenen personenvervoer”, aldus het EZrapport.
Tot ‘alle vervoersmodaliteiten’ moet
overigens ook de elektronische snel-

landbouw en industrie, steeds verder
naar dienstverlening zoals logistiek,
onderzoek en ontwikkeling, informatica, advisering, marketing, enz. In
1990 waren diensten goed voor ruim
36 procent van de wereldhandel en

a. Spoorvervoer; b. luchtvracht; c. containers; d. wegvervoer, f. binnenvaart.

len en toepassen die aansluiten op de
‘sterkten’ van Nederland. Een van die
sterkten is zeer zeker de transport- en
distributiesector.
Een goed voorbeeld is distributiebedrijf Dentex, dat gespecialiseerd is in
nachtdistributie door bijvoorbeeld het
ophalen en afleveren van fotorolletjes
in distributiekluisjes bij winkels en het
‘s nachts deponeren van onderdelen
voor servicemonteurs in hun voor het

voor de bezettingsgraden en omsteltijden van verpakkingsmachines en assemblagelijnen. Uitzendbureaus als
Content, Tempo-Team en Randstad
spelen goed in op de vraag naar flexibele arbeid. Ze richten zich specifiek
op de logistieke sector door gespecialiseerde VAL-afdelingen op te richten
en het werven, selecteren en instrueren van personeel voor call centers.

huis geparkeerde service-auto’s. Den-

Figuur 2. Groei van bet Internationale goederenvervoer van, naar en
via Nederland (1980 = 1OO)

Conclusie

tex beschouwt communicatie als een
van de pijlers waar het bedrijf op rust.
Bij Dentex wordt intensief gecommuniceerd met opdrachtgevers over haalen brengtijden, over gewenste koppelingen tussen transportketens in

In bijna 85 procent van de Europese
distributiecentra wordt meer waarde
aan produkten toegevoegd dan alleen
transport en logistiek, meestal worden

andere Europese landen en er wordt

de VS genereren nu al 72 procent van
hun bbp uit diensten. Een goed voorbeeld zijn de ‘call centers’, een relatief
nieuwe bedrijfstak die is komen overwaaien uit de Verenigde Staten. Nederland is daarvoor als vestigingsplaats
bij uitstek geschikt, omdat Nederlanders taalvaardig zijn en er bovendien
veel hoogopgeleide buitenlanders wonen die meertalig zijn. Onder meer de
grote computerbedrijven zien deze
voordelen en hebben storingsdiensten
opgericht, zoals Hewlett-Packard in
Amsterdam, die heel Europa bedienen. Maar ook het Europese reserverings- bureau van de hotelketen Holiday Inn is in Amsterdam gevestigd.
Een duidelijke kans voor Nederlandse ondernemingen ligt in het steeds
verder ontkoppelen van goederen- en
informatiestromen. Transportbedrijven kunnen hun logistieke expertise

voortdurend overlegd met de chauffeurs over de optimale route. Ook de
succesvolle Italiaanse franchise-keten
Bennetton maakt binnen haar produktie-logistieke keten optimaal gebruik
van informatietechnologie. Op basis
van actuele informatie over de smaak
van het publiek, die via de elektronische kasregisters van de winkels bij
de fabrikant binnenkomt, wordt het
kledingassortiment dat bijvoorbeeld in

van generieke produkten specifieke

varianten gemaakt door ompakken,
labelen en assemblage. ‘Nederland
distributieland’ mag dan ook niet
slechts geassocieerd worden met de
traditionele haven- en doorvoeractiviteiten. Dit betekent overigens niet dat
Nederland de doorvoeractiviteiten
maar moet afstoten. Enerzijds wordt
er een goede boterham mee verdiend
en anderzijds maken vooral de gecontaineriseerde transitostromen die via

de mainports worden verwerkt het

de lage-lonenlanden volledig in de

mogelijk om snelle, frequente treins-

kleur grijs is geproduceerd in een
tweede bewerkingsfase, dicht bij de
markt, in de gewenste kleuren geverfd.
Naast informatietechnologie vereist
de toepassing van (nieuwe) hoogwaardige activiteiten kwaliteit, kennis
en flexibiliteit. Vooral kennisontwikkeling en opleidingen zijn nodig. De
kwaliteit van het arbeidspotentieel is

hutdes en lijndiensten per binnenvaart
en kustvaart aan te bieden naar het
Europese achterland. Deze verbindingen maken Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats voor het internationale bedrijfsleven waarvoor
transport en distributie belangrijk zijn
en bieden bovendien een basis voor
de ontwikkeling van kennis en nieuwe diensten op gebieden als logistiek,

aanwenden om de regie te gaan voe-

uiteraard een zaak waar bedrijfsleven

infrastructuur, verkeers- en vervoers-

ren over logistieke netwerken binnen
Europa of zelfs over de gehele we-

en onderwijs beide bij betrokken zijn.
Enerzijds gaat het om banen voor hoger opgeleid personeel in de logistiek,
bedrijfskunde, informatietechnologie
en financieel/administratieve dienstverlening, maar ook voor hoogwaardi-

technieken en ruimtelijke ordening.
Het is een en-en verhaal, zonder
transito geen toegevoegde-waarde-activiteiten. Nederland moet de groeiende fysieke goederenstromen optimaal
afhandelen en de toegevoegde-waarde-activiteiten die hieraan gekoppeld

reld, dus ook over goederenstromen
die niet via Nederland lopen. Hiervoor is een hoog kennisniveau nodig,
maar ook een mentaliteitsverandering.
Het accent moet op de regie komen
te liggen en niet uitsluitend op het fysieke transport van A naar B. Informatietechnologie is daarvoor natuurlijk
onontbeerlijk. Nederland moet optimaal worden aangesloten op de open afritten van de elektronische snelweg zodat we naast de distributie van
goederen de distributie van bits en bites gaan beheersen. Aansluiting op de
elektronische snelweg is echter niet

voldoende, in de nabije toekomst zal
namelijk bijna iedere regio ter wereld
zijn aangesloten op de elektronische

ger licht-industriele activiteiten, zoals
het modificeren en repareren van
high-tech produkten. Anderzijds betreft het hier afwisselende werkgelegenheid voor laag- en ongeschoold
personeel. Daarnaast vertaalt het in
toenemende mate ordergestuurde karakter van toegevoegde-waarde-activiteiten zich in een bijzonder flexibel
beroep op materieel en personeel. De
aard van de te verrichten werkzaamheden en de inzet van mensen en middelen varieert sterk. Piekbelastingen,
overwerk en wisselingen van een-

snelweg. Nederland moet daarom

naar meerploegen systemen zijn aan

nieuwe informatiesystemen ontwikke-

de orde van de dag. Hetzelfde geldt

kunnen worden maximaliseren. Het

gaat hierbij naast industriele activiteiten in toenemende mate om diensten
als logistiek, marketing en informatica. Nederland is als distributieland uitstekend gepositioneerd om dergelijke
activiteiten verder uit te bouwen en
hiermee een bijdrage te leveren aan
de kabinetsdoelstelling ‘werk, werk,
werk’!

J.E. Andriessen
De auteur is voorzitter van Nederland

Distributieland.

Auteurs