
Nederlandse pensioenfondsen werken al geruime tijd aan het verduurzamen van hun beleggingsportefeuilles. Dit doen ze onder meer om de risico’s die gepaard gaan met de energietransitie te beperken.
Een veelgebruikte maatstaf voor deze transitierisico’s is de zogenoemde Weighted Average Carbon Intensity (WACI). Deze indicator meet de relatieve CO₂-uitstoot per miljoen euro omzet, gewogen naar het aandeel van bedrijven in de beleggingsportefeuille. De beleggingen omvatten aandelen en schuldpapier uitgegeven door niet-financiële ondernemingen.
Voorlopige cijfers laten zien dat de WACI van pensioenfondsen tussen 2018 en 2024 met meer dan de helft is gedaald. De ontwikkeling van de WACI wordt bepaald door drie factoren: de samenstelling van de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds, de CO₂-uitstoot en de omzet van de bedrijven waarin zij investeren. In de herstelperiode na de coronapandemie daalde de WACI vooral door een stijging van de bedrijfsomzetten, waardoor de relatieve uitstoot per miljoen euro daalde. In de jaren hierna was vooral de verschuiving van beleggingen naar bedrijven met een lagere CO₂-intensiteit bepalend voor de verdere daling. Deze verschuivingen deden zich voornamelijk voor binnen dezelfde sectoren.
Een decompositieanalyse suggereert dat over de gehele periode ongeveer drie procent van de afname in de WACI toe te schrijven is aan daadwerkelijke emissiereducties, terwijl meer dan de helft het gevolg is van kapitaalallocatie-effecten.
Beleggingen van Nederlandse pensioenfondsen in bedrijven met een hoofdkantoor in de Verenigde Staten waren eind 2024 verantwoordelijk voor meer dan de helft (bijna 52 procent) van de totale WACI. In 2018 was dit aandeel nog 48 procent. Het Europese aandeel daalde in dezelfde periode van ruim 31 naar 30 procent. Dit hangt samen met het grote aandeel beleggingen van Nederlandse pensioenfondsen in Amerikaanse bedrijven, dat meer dan 55 procent van de totale waarde van hun beleggingen in niet-financiële bedrijven beslaat.
Auteur
Categorieën