Ga direct naar de content

In memoriam: Dick Schouten (1923-2018)

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 20 2018

Op 95-jarige leeftijd overleed 3 februari jongstleden prof. dr. D.B.J. Schouten. Het was een zeer origineel denker, een vurig pleitbezorger van economische analyses met behulp van modelbouw en bovendien een ware meester daarin.

Na zijn cum-laudeproefschrift De overheidsfinanciën in de volkshuishouding (Schouten, 1950) werd hij benoemd tot lector aan de toen­malige KEH, nu Tilburg University. Hij volgde in 1954 prof. dr. M. Cobbenhagen op als hoogleraar Algemene Leer en Geschiedenis van de Economie. Er bestonden toen nog bedenkingen tegen zijn wiskundige aanpak. In het unieke werk Exacte economie vatte hij evenwel de denkbeelden van belangrijke economen uit de geschiedenis kernachtig in modellen samen (Schouten, 1957). Van toen af aan kon niemand noch zijn ­analytisch vermogen en creativiteit noch de grote potenties van zijn modelmatige benadering meer in twijfel trekken.

Er verschenen vele publicaties. Behalve die modelmatige aanpak hebben ze de macro-economische benadering gemeen, maar ze bestrijken veel terreinen uit de economie. Eerst en vooral betreft dat na de oude statische aanpak de groei­theorie (De Roos en Schouten, 1960). Later verschijnt ­Dynamische macro-economie met een synthese van de Structuur- en de Conjunctuurtheorie (Schouten en Kolnaar, 1967). Zijn ­ideaal om de verschillende deelgebieden uit het vakgebied te integreren in één totaalvisie krijgt hier handen en voeten. In latere geschriften worden bijvoorbeeld de heterogene kapitaal­theorie, monetaire aspecten en de portefeuillebenadering van Tobin opgenomen in dat totaalbeeld. Ook bestaande en denkbare economische ordes krijgen de aandacht.

Twee thema’s staan centraal. Het eerste is de vraag naar de optimale economische politiek. Tinbergen volgend, is de ­economische politiek het terrein van de te kiezen ­instrumenten, gegeven de doelstellingen. Waar er meerdere doelstellingen zijn, zijn er evenzovele instrumenten nodig om ze te realiseren. Schouten legt een overtuigende nadruk op de noodzaak de juiste combinatie tussen die instrumenten te kiezen. In de macro-economie gaat het dan met name om de budgetpolitiek, de monetaire politiek en de loonpolitiek. (Schouten, 1986) Het welbekende Plan Schouten was een verwoording hiervan. Het oogstte naast bijval tamelijk onnozele, van onkunde ­getuigende reacties als ‘zelfrijzend bakmeel’. (Hoewel: ook dat bakmeel bestaat en doet wat het belooft.)

Bij onvoldoende coördinatie, bij eenzijdige inzet van maar één instrument, of meer dan dat bij eenzijdige machtsuitoefening, worden suboptimale, zo niet slechte resultaten bereikt. Het tweede centrale thema in ­Schoutens werk is in het logische verlengde hiervan Macht en Markt (Schouten, 1980; 1986).

De Sociaal-Economische Raad (SER) is het aangewezen lichaam om de noodzakelijke coördinatie tot stand te brengen. Schoutens meer dan dertig­jarig lidmaatschap ervan bracht een win-winsituatie. Voor de partijen in de SER betekende het een voort­durende uitdaging om geldige argumenten voor hun standpunten te leveren. Voor hem was het een stimulans om te blijven zoeken naar oorzaak en gevolg, naar diagnose en behandeling in de economische theorie en praktijk.

Schoutens wetenschappelijk werk vond op vele ­plaatsen erkenning. Het bracht hem een eredoctoraat in Gent en in 1987 de Piersonpenning. Hij verwierf het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en bovendien het erelidmaatschap van de Koninklijke ­Vereniging voor de Staathuishoudkunde. Hij werd benoemd tot Comman­deur in de Orde van Oranje-Nassau.

Als docent was hij al even opvallend. Hij verfoeide handboeken en zijn studenten waren tijdens de colleges getuige van een denkproces, een inspirerende worsteling van de wetenschapper met zijn vak. Het resulteerde onder meer in vele promoties. Zijn bijnaam DéBéJé getuigt van de waardering en bewondering die hij ook als persoon afdwong bij vakgenoten, promovendi, studenten en vrienden in den lande.

Ad Kolnaar Emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg

Literatuur

Roos, F. de, en D.B.J. Schouten (1960) Groeitheorie. Haarlem: Bohn.

Schouten, D.B.J. (1950) De overheidsfinanciën in de volkshuishouding. ­Proefschrift.

Schouten, D.B.J. (1957) Exacte economie: een samenvatting van de economische theorie in de vorm van tien algemeen-economische modellen. Leiden: Stenfert Kroese.

Schouten, D.B.J. (1980) Macht en wanorde: een vergelijking van economische stelsels. Leiden: Stenfert Kroese.

Schouten, D.B.J. (1986) Het wankele evenwicht in de economie. Leiden: ­Stenfert Kroese.

Schouten, D.B.J., en A.H.J. Kolnaar (1967) Dynamische macro-economie, twee delen. Leiden: Stenfert Kroese.

Auteur

Categorieën