Ga direct naar de content

Ceteris paribus: “We zijn allemaal potentieel patiënt”

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 2 2019

Recent gaf de gezondheidsinspectie aan dat eigen medicijnbereiding door ziekenhuizen is toegestaan. Ook werd bekend dat de prijs van reumamedicijn Humira, waar in Nederland het meeste geld aan wordt uitgegeven, met tachtig procent wordt verlaagd. Reden voor een gesprek met Carin Uyl-de Groot, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, die al enige tijd strijdt tegen de hoge medicijnprijzen.

HH / Lex van Lieshout

Was het feest in huize Uyl-de Groot?

“Nou ja, het is op zich goed dat ­ziekenhuizen medicijnen op kleine schaal zelf mogen bereiden, maar dit was eigenlijk al jaren toegestaan. Tegelijkertijd is het natuurlijk niet ideaal: de fabrikant is er om geneesmiddelen te maken en als ziekenhuis wil je ze eigenlijk gewoon van hem kunnen afnemen. De prijsverlaging van Humira is daarnaast niet meer dan terecht. We hebben daar altijd veel te veel voor betaald. Nu het patent verlopen is, gaan we eindelijk naar een normale prijs.”

Farmaceuten geven aan dat een hoge prijs nodig is om de ontwikkeling van medicijnen mogelijk te maken.

“Farmaceuten mogen hun kosten natuurlijk terugverdienen, maar op dit moment is de farmaceutische industrie de meest winstgevende ­sector en dat lijkt me niet ethisch. Wanneer je een patent hebt, mag je voor maximale winst gaan, en dat doet men ook. De prijs heeft eigenlijk geen verband met de klinische waarde van het medicijn en met de R&D-kosten. Je ziet ook dat sommige middelen, net voordat het patent afloopt, worden verbeterd waarna er weer een nieuw patent wordt aangevraagd. Dat soort praktijken moeten we niet willen. Er komen nog heel veel nieuwe medicijnen aan, en het is belangrijk dat deze toegankelijk zijn: bij lagere prijzen kunnen meer patiënten behandeld worden. Dit is in ieders belang: we zijn allemaal potentieel patiënt.”

Zijn alle medicijnen te duur?

“De discussie gaat vooral over de nieuwe medicijnen voor specifieke aandoeningen. We geven in Nederland echter juist relatief weinig uit aan generieke geneesmiddelen. Een te lage prijs kan ook nadelen hebben. Zo is de pil, die vanwege een tekort aan grondstoffen beperkt beschikbaar was, in Nederland relatief laat weer op de markt gebracht. Dat kan komen omdat fabrikanten er hier weinig aan verdienen. In dat geval zijn patiënten de dupe van een te lage prijs.”

Hoe bepaal je wat een redelijke prijs is?

“Wij hebben gekeken naar wat een redelijke prijs voor medicijnen zou moeten zijn, en hebben een algoritme ontwikkeld om de prijs op een transparante manier vast te stellen [Uyl-de Groot en Löwenberg, 2018]. De prijs hangt onder andere af van het aantal patiënten. Bij een zeldzame ziekte is er minder markt om de kosten terug te verdienen, en daar wil je best in tegemoet komen. Er mag ook best een winstmarge op zitten, want je wil innovatie stimuleren. Over wat precies een redelijke prijs is, kan nog meer onderzoek gedaan worden, maar duidelijk is dat het op dit moment niet in verhouding is, zeker niet als je bedenkt dat veel onderzoek met publiek geld is gefinancierd.”

Wat kan de overheid doen?

“We moeten als Europa gezamenlijk een vuist maken. Hiervoor moet de Europese wet aangepast worden. Verder onderhandelen we als Nederland al met aantal landen. Hoe groter de groep landen, hoe beter de uitkomsten van de onderhandelingen zullen zijn. Ook ­moeten de middelen na registratie sneller bij de patiënt komen. Dit is in het belang van patiënten en van fabrikanten. Het goede nieuws is dat er in het Europees Parlement vorig jaar een resolutie is aangenomen over het recht op goede zorg. Er gaat echter veel tijd overheen, zeker nu er weer verkiezingen zijn.”

Literatuur

Uyl-de Groot, C.A. en B. Löwenberg (2018) Sustainability and affordability of cancer drugs: a novel pricing model. Nature Reviews Clinical Oncology, 15(7), 405–406.

Auteur

Categorieën