Ga direct naar de content

‘Niet-spectaculaire resultaten kunnen ook interessant zijn’

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 19 2019

Utrechtse masterstudenten lanceerden onlangs een wetenschappelijk tijdschrift, de ‘Journal of Trial and Error’, voor artikelen die vanwege ‘oninteressante resultaten’ elders geen plek konden veroveren. De initiatiefnemers willen hiermee de kloof dichten tussen wat er onderzocht wordt en wat er gepubliceerd wordt. Wij spraken Oscar Gelderblom, hoogleraar financiële geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, over het initiatief.

Oscar Gelderblom, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht

Wat vindt u van het initiatief?

“Ik zag de oprichting van het tijdschrift langskomen via de facultaire nieuwsbrief. Ik ben het meteen gaan lezen, want ik vond het een goed idee. Ik zie om mij heen dat er op wetenschappers heel veel druk staat om met resultaten te komen die ongelofelijk aansprekend zijn. De realiteit is dat ze dat niet altijd zijn.”

Heeft u hier zelf ook ervaring mee?

“Wij hebben ooit met een team twee jaar aan een enorm grote dataverzameling van krediettransacties uit de vroegmoderne tijd gewerkt. We probeerden te onderzoeken of bevindingen van Franse onderzoekers ook in Nederland gelden. Niet dus. Dit was dus niet echt een spectaculair resultaat, hoewel de bevindingen voor ons wel nuttig waren.”

Hebben jullie die resultaten kunnen publiceren?

“Zoals een collega van mij zei: we hebben het een nette begrafenis gegeven. We hebben het gepubliceerd in een bundel, wat in ons vakgebied meestal wat minder hoog staat aangeschreven dan publicaties in wetenschappelijke tijdschriften. Ook hebben wij de data online gezet. Wij konden het gelukkig in deze respectabele bundel van een goede uitgever kwijt, en we zouden zulk onderzoek zo weer doen, als we de kans kregen.”

Is de publicatiekloof in de economische wetenschap groter dan in andere wetenschappen?

“Er zit vooral een verschil tussen jonge en ­senior onderzoekers. Voor senior onderzoekers is het veel makkelijker om even niet te publiceren, of om zich te wagen aan een onderzoek waarvan de uitkomst onzeker is. Voor jonge onderzoekers, vooral voor promovendi, is het heel belangrijk dat ze hun artikel al vroeg in een van de top vijf-tijdschriften kwijt kunnen. Bij beginnende economen ligt deze druk volgens mij een stuk hoger dan bij historici.”

Zetten jonge onderzoekers hun onderzoek wel voort zodra ze in de beginfase merken dat de resultaten niet spectaculair zullen zijn?

“Ik vind het de verantwoordelijkheid van begeleiders van promovendi om ze de tanden in iets te laten zetten waar nuttige resultaten uit zullen komen. Je kunt promovendi dus niet zomaar het bos insturen. Maar ook negatieve resultaten kunnen de moeite van het weten waard zijn. Bij het schrijven van een proefschrift is het proces minstens zo belangrijk als de resultaten.”

Maar onderzoekers moeten hun werk ook gepubliceerd kunnen krijgen.

“We zitten elkaar vreselijk in de weg omdat ieder­een zo veel mogelijk wil publiceren. Zo is er ook een enorme druk op tijdschriften ontstaan, waardoor ze artikelen makkelijk kunnen afwijzen. Ik vind het triest dat we zo veel schrijven dat we geen tijd meer hebben om elkaars werk te lezen. Als iedereen zou besluiten om de helft te publiceren van wat ze tot nu toe gedaan hebben, dan zou er meer ruimte komen in wetenschappelijke tijdschriften, en dan zou er wellicht ook ruimte zijn voor uitstekend onderzochte maar misschien minder spectaculaire resultaten.”

Is één tijdschrift voor ‘oninteressante’ resultaten wel genoeg?

“Ik hoop dat dit tijdschrift andere vaktijdschriften bewust maakt dat ze moeten kijken naar de kwaliteit van onderzoek, en niet naar hoe spectaculair de resultaten zijn. In mijn vakgebied zijn er gelukkig een aantal voorbeelden van tijdschriften die de moeite hebben genomen om minder spectaculaire resultaten te publiceren. Ik hoop dat dit tijdschrift iedereen wakker schudt: weten we zeker dat we altijd in de volle breedte kijken naar de grenzen van het weten?”

Moeten universiteiten ook een rol spelen in het verkleinen van de publicatiekloof?

“Ik denk dat het een slecht idee is als universiteiten ook voor uitgever gaan spelen. Uitgeven is een vak apart. Wat universiteiten wel kunnen doen is het publiceren van data, zodat het werk van onderzoekers in elk geval gecontroleerd en gebruikt kan worden. Daar ligt naar mijn idee wel een heel belangrijke taak.”

Auteur

1 reactie

  1. P.K. Kamminga
    4 jaar geleden

    Typisch weer een van de rechts-conservatieve geneugten. Niet-spectaculair levert te weinig dollars op.