Ga direct naar de content

Column: We willen weten wat werkt

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 12 2019

De naam zegt het allemaal al. Dat zullen de naamgevers hebben gedacht, toen begin deze eeuw de oude Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) werd vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De WAO lag onder vuur vanwege de onbeheersbare groei van het aantal arbeidsongeschikten. Dertien procent van de beroepsbevolking ontving een arbeidsongeschiktheidsuitkering, en daarmee voerde Nederland de internationale ranglijstjes aan. Van de arbeidsongeschikten was slechts één op de vijf gedeeltelijk aan het werk. Er werd spottend gesproken van de Dutch disease. Een nieuwe wet moest soelaas bieden. De toegang tot de arbeidsongeschiktheidsregelingen moest strenger worden, de prikkels om te werken sterker. Dat zie je allemaal terug in de nieuwe naam.

Inmiddels zijn we ruim dertien jaar verder en is de situatie verbeterd. Jan-Maarten van Sonsbeek, Tunga Kantarcı en Yi Zhang tonen in dit ESB-themanummer aan dat de WIA is geslaagd in haar doelstelling om arbeidsongeschikten te activeren en hun arbeidsparticipatie te verhogen (Van Sonsbeek et al., 2019). Ook de recent verschenen UWV-monitor arbeidsparticipatie laat zien dat steeds meer mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering werken (UWV, 2019).

Dat het beter is dan het was, betekent echter niet dat het nu goed genoeg is. Slechts één op de drie mensen die bij aanvang van de de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA), onderdeel van de WIA, niet werkten, vindt in de tien jaar opvolgend een baan. Meer dan de helft verliest die baan weer binnen een jaar. Zowel het aan het werk komen, als het behoud van werk moet beter kunnen. Bovendien: als mensen vanuit de Ziektewet vaker het werk zouden hervatten, zou de instroom in de WGA aanmerkelijk lager zijn.

In de dienstverlening van UWV aan gedeeltelijk arbeidsgeschikten valt nog veel winst te behalen. Idealiter maken UWV-professionals, zowel door een heldere analyse van de situatie van de persoon als door kennis van de effectiviteit van re-integratiediensten, een weloverwogen inschatting van de in te zetten dienstverlening. Evidence-based werken dus, waarbij professionals in de uitvoering ondersteund worden met de nodige informatie.

De WW-dienstverlening dient hier als voorbeeld. Daarbij is UWV inmiddels behoorlijk ver gevorderd met evidence-based werken. Voordat mensen een WW-uitkering krijgen, vullen ze de Werkverkenner in (Guiaux et al., 2018). Iedereen die op grond daarvan een grote kans op langdurige werkloosheid lijkt te hebben, wordt uitgenodigd voor een gesprek met een adviseur. Een keuzehulp helpt deze adviseur vervolgens om te bepalen welke dienstverlening hij het beste aan kan bieden (Wijnhoven en Guiaux, 2019). De training Succesvol naar Werk rolt bijvoorbeeld wel uit de keuzehulp als geadviseerde dienstverlening voor middelbaar- en hoogopgeleide vijftigplussers maar niet voor laagopgeleide leeftijdgenoten. Uit De Groot en Van der Klaauw (2017) en Van Hooft en Van den Hee (2017) blijkt immers dat deze training alleen positieve effecten heeft voor middelbaar- en hoogopgeleide vijftigplussers.

Helaas is er nog weinig kennis over effectief re-integratie­beleid voor mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Daarom zijn UWV en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestart met een kennisprogramma dat tot doel heeft de re-integratiedienstverlening aan mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering te verbeteren. Ik ben blij en vereerd om deel uit te maken van het team dat hiermee aan de slag gaat. De eerste onderzoeken lopen inmiddels. Ons onderzoek zal kennis opleveren over hoe het gedeeltelijk arbeidsgeschikten vergaat op de arbeidsmarkt, welke hulp ze daarbij krijgen, en hoe die dienstverlening bijdraagt aan het vinden en behouden van werk. We gaan instrumenten ontwikkelen die UWV-professionals in de toekomst zullen ondersteunen bij het evidence-based werken, om zo mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering de meest kansrijke dienstverlening aan te kunnen bieden. Dus net als in de WW-dienstverlening. Een hoop werk, maar met een mooi doel – om naar vermogen meer gedeeltelijk arbeidsgeschikten aan het werk te krijgen.

Literatuur

Groot, N. de, en B. van der Klaauw (2017) De resultaten van de effectmeting Succesvol naar Werk, 28 september. Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam.

Guiaux, M., M. Wijnhoven en H. Havinga (2018) Werkverkenner 2.0: de wetenschappelijke doorontwikkeling van een model waarmee UWV de kansen op werk voorspelt van werkzoekenden met een WW-uitkering. UWV Kennisverslag 2018-8.

Hooft, E.A.J. van, en S. van den Hee (2017) Inhoudelijke effectevaluatie trainingen 50plus WW: eindrapportage, resultaten, voormeting, nameting 1 en nameting 2. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

Sonsbeek, J.-M. van, T. Kantarcı en Y. Zhang (2019) WIA stimuleert arbeidsdeelname en inkomen meer dan WAO. ESB, 104(4772), pg-pg.

UWV (2019) UWV Monitor Arbeidsparticipatie 2018: aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een arbeidsbeperking. Amsterdam: Kenniscentrum UWV.

Wijnhoven, M. en M. Guiaux (2019) Evidence-based werken met de keuzehulp. UWV Kennisverslag. Te verschijnen.

Auteur

Categorieën