Ga direct naar de content

Migratie, de ontbrekende schakel

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 14 2005

Migratie, de ontbrekende schakel
Aute ur(s ):
Henk-Jan Brinkman (auteur)
De auteur is senior econoom in het Bureau van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. De meningen in deze kolom kunnen slechts
toegerekend worden aan de auteur en niet aan de Secretaris-Generaal of aan de Verenigde Naties. b rinkman@un.org
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4450, pagina 3, 14 januari 2005 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

Nederland is een land met immigranten. Dat is al zo sinds de middeleeuwen. In de zeventiende en achttiende eeuw was gemiddeld 28
procent van de bruiden en bruidegommen in Amsterdam in het buitenland geboren. Ook in Nederland in zijn geheel is het percentage in
het buitenland geboren inwoners nu nog steeds lager dan in 1620.
Globalisering heeft het karakter en effect van migratie veranderd. Omstandigheden steeds verder van Nederland brengen migranten naar
Nederland. Tijdens de middeleeuwen waren het Europeanen. Nu zijn het mensen uit de hele wereld. Voor de eerste wereldoorlog waren
de migrantenstromen procentueel groter en minder belemmerd dan nu. Enkele indicatoren, bijvoorbeeld ten aanzien van arbeids- en
kapitaalstromen, waren voor 1914 hoger dan nu. Maar de totale omvang van migratie is nu groter dan ooit tevoren met wereldwijd 175
miljoen migranten in 2000.
Globalisering heeft niet alleen de herkomst van migranten veranderd, maar ook het karakter. Een eeuw geleden zagen migranten hun
familie en vrienden nooit weer terug (zie Thomas Rosenbooms Publieke Werken). Nu is er sprake van circulaire migratie, herhaaldelijke
bezoeken en continu contact met het land van herkomst via telefoon of e-mail.
Migratie is een belangrijk economisch fenomeen, maar wel een fenomeen dat erg ondergewaardeerd is door economen. Van de vier,
enigszins gedateerde, leerboeken over internationale economie die ik in mijn boekenkast heb staan, is er maar ŽŽn die migratie in de index
heeft staan. Internationale migratie wordt alleen in de twee uitersten van totale arbeidsmobiliteit of totale immobiliteit in de context van
theoretische modellen beschreven.
Formele overmakingen door migranten, die sinds 1996 groter zijn dan officile ontwikkelingshulp, hebben positieve macro- en microeconomische effecten op de consumptie, investeringen en betalingsbalans. Ontvangende huishoudens investeren met name in huizen,
bedrijven, gezondheidszorg en onderwijs. Macro- economisch gezien leveren vreemde valuta een belangrijke bijdrage aan groei. Een
tekort aan vreemde valuta is voor veel ontwikkelingslanden een groeibeperkende factor, omdat het de import van kapitaalgoederen
belemmert.
Globalisering heeft ook tot gevolg dat het voor migranten makkelijker is handel te drijven met en te investeren in het land van herkomst.
Migranten spelen ook een rol in het overbrengen van vakkennis en technologie naar ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld als ze na
ervaring te hebben opgedaan in ontwikkelde landen, terugkeren naar hun eigen land. Het meest voor de hand liggende voorbeeld
hiervan is de rol van Indirs die in de vs hebben gewerkt (of nog werken) en die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de opkomst van
de informatietechnologie in India.
De keerzijde hiervan is het verlies van geschoolde arbeidskrachten (brain drain) uit het land van herkomst, hetgeen met name een
probleem is indien de migranten in het land van herkomst zijn geschoold of niet terugkeren.
De vermeende negatieve economische effecten op het gastland zijn vaak overdreven: effecten op lonen en werkgelegenheid zijn over het
algemeen klein, deels doordat immigranten niet alleen het aanbod van arbeid vergroten, maar ook de vraag naar goedern en diensten. De
netto-effecten op belastingopbrengsten zijn vaak positief.
Migratie is een onderdeel van globalisering, maar er bestaat een asymmetrie tussen de elementen van globalisering, doordat de globale
arbeidsstromen relatief achter lopen bij de globalisering van handel en kapitaal en kleiner zijn dan een eeuw geleden. Deepak Nayyar
(2002) noemt drie, met elkaar samenhangende, factoren voor deze asymmetrische ontwikkeling van globalisering. Ten eerste, ideologie.
Neoliberale economen nemen aan dat de liberalisering van handel en kapitaal een volwaardig substituut is voor arbeidsstromen. Ten
tweede, belangen. Het idee dat migranten banen wegnemen van anderen of lagere lonen met zich meebrengen, is een krachtig argument
of het nu waar is of niet. Ten derde, instituties. Wetten en regelgeving werpen allerlei belemmeringen op voor immigranten.
Economen, vooral van de neoklassieke school, staan voor vrije markten en houden gepassioneerde betogen over de voordelen van vrije
handel in goederen, diensten en kapitaal. Soortgelijke argumenten voor vrije migratie hoor je veel minder, ondanks het feit dat die
argumenten op economische gronden makkelijker te geven zijn dan voor kapitaalstromen. In een neoklassiek raamwerk zal de totale
welvaart toenemen als migranten van een land met een arbeidsoverschot en lage lonen naar een land met een arbeidstekort en hoge
lonen gaan.

Er is wel wat onderzoek gedaan naar bijvoorbeeld de oorzaken van emigratie en naar de effecten van immigratie (op arbeidsmarkten,
overheidsinkomsten en uitgaven) maar over het algemeen hebben economen zich ver gehouden van het onderwerp. Zeker in vergelijking
tot de andere twee componenten van globalisering, handel en kapitaalstromen.
Hoe kunnen migranten het beste bijdragen aan ontwikkeling in het land van herkomst? Welke beleidsmaatregelen kunnen deze bijdragen
vergroten? Wat is de grootte van financile overmakingen? En wat zijn de oorzaken en gevolgen? Hoe kan de vraag naar immigranten
worden voorspeld? Wat zijn de kosten en baten van de regelgeving ten aanzien van immigratie? Dit zijn vragen waar economen
antwoord op moeten geven. Ik hoop dat economen in de toekomst meer licht zullen werpen op hoe de positieve kanten van migratie
vergroot kunnen worden en de negatieve kanten verkleind. In een tijdperk van globalisering kan dat niet alleen voor Nederland worden
bekeken, maar moeten de belangen van landen van herkomst daar nauw bij worden betrokken. Hopelijk leidt dat tot beter ge»nformeerde
discussies over migratie, die niet door ideologie of belangen gedomineerd worden.
Literatuur
Nayyar, D. (2002) Governing Globalization. Oxford, University Press.

Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur