Ga direct naar de content

Economie van de glazen bol

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 2 2004

Economie van de glazen bol
Aute ur(s ):
Lecq, F. van der (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4430, pagina 147, 2 april 2004 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):

Economen kunnen moeilijk voorspellen hoe de toekomst eruit ziet. Voorzover ze zich er aan wagen, gaat het om ramingen van
economische kengetallen. Volgende week presenteert het Centraal Planbureau weer de nieuwste ramingen, in het Centraal Economisch
Plan. Het cep verschijnt ieder jaar en kan daardoor de kleinere verwachte bewegingen van variabelen beschrijven. De grote
ontwikkelingen komen duidelijker in beeld bij de langetermijnstudies van het planbureau, die al in 1955 en 1985 verschenen. In 1992
volgde de internationale studie Scanning the Future voor de periode 1990-2015. Daarna werden de scenario’s uit deze studies vertaald
naar hun implicaties voor Nederland (cpb, 1992).
Scenario’s beschrijven toekomstbeelden, waarin ontwikkelingen van kritieke onzekere variabelen variëren. Omdat alle scenario’s plausibel
zijn, kunnen ze kort na hun ontwikkeling nog geen van alle werkelijkheid worden. Daarmee zouden de andere scenario’s immers bij
voorbaat al niet plausibel zijn. Met behulp van de toekomstbeelden kan een denkproces worden gestart waardoor een organisatie beter is
voorbereid op nieuwe risico’s en kansen in de eigen (markt)omgeving1. De methode van scenario’s maken is bekend geworden dankzij de
Long Range Planning Group van Shell (Schwartz, 1991). Meestal wordt hierbij een kwadrant ontwikkeld, waarbij de assen worden
gevormd door twee groepen van cruciale en onzekere variabelen (‘driving forces’). Afhankelijk van de ontwikkeling van beide variabelen,
ontstaat één van de vier mogelijke toekomstbeelden.
Het cpb heeft voor Nederland in Drievoud ook deze methode gevolgd, maar de scenario’s Global Shift en Global Crisis uit Scanning the
Future zijn samengevoegd omdat zij in hun implicaties voor Nederland niet veel uiteenlopen. De drie scenario’s dragen de namen Global
Shift, Balanced Growth en European Renaissance. Nu de helft van deze scenarioperiode al voorbij is, kunnen we de scenario’s vergelijken
met de voorlopige realisatie.
In het scenario Global Shift is Azië heel dominant geworden en staat snelle technologische ontwikkeling centraal. Dit is tot nu toe het
minste van de drie zichtbaar geworden. Van het scenario Balanced Growth is in Nederland de heroriëntatie op de rol van de overheid en
de ontwikkeling naar een vrije markteconomie herkenbaar. Het scenario European Renaissance lijkt het sterkste tot ontwikkeling te zijn
gekomen. De toenemende rol van de Europese Commissie, de invoering van de euro voor de eeuwwisseling en de uitbreiding van de
Unie, de hervorming van de verzorgingsstaat en de individualisering van het belastingstelsel staan allemaal beschreven alsof 1992 al
2004 was.
In de nieuwe langetermijnstudie staat Europa wederom centraal (De Mooij & Tang, 2003). De focus van deze studie betreft de vraag hoe
kan worden gereageerd op de vergrijzing en de toenemende druk op de publieke sector. In deze studie wordt het assenstelsel niet
gevormd door exogene onzekere variabelen. De assen zijn ditmaal ingevuld naar de manieren waarop deze reacties vorm kunnen krijgen:
meer of minder internationale samenwerking en een spectrum van publieke naar private verantwoordelijkheden. Daarmee zijn de acties
van beleidsmakers niet alleen een uitwerking binnen de vier scenario’s, maar determineren ze ook welk scenario actueel wordt. Met deze
endogeniteit hebben de rekenmeesters het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. De aangekondigde vervolgstudies zullen eens te meer met
belangstelling worden gelezen.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in 2001 ook een scenariostudie gedaan met als tijdhorizon het jaar 2010. De
mate van economische groei en de ontwikkeling in het arbeidsaanbod waren de cruciale onzekerheden en de vier scenario’s dragen de
namen Europa werkt, Smeltkroes oververhit, Groene omwenteling en Digitale keuzevrijheid. De eerste twee scenario’s worden gekenmerkt
door een toenemende arbeidsparticipatie maar verschillen in de mate van economische groei, zodat er meer of minder druk op de sociale
cohesie van de samenleving ontstaat. Daarmee zijn ze tot op heden herkenbaarder dan de andere twee scenario’s, die ook verschillen in
economische groei maar een afnemende arbeidsparticipatie kennen. Of Europa werkt en de smeltkroes het houdt, zal tussen nu en 2010
blijken.
In de scenario’s van de Rabobank staat het vertrouwen in het Europese groeipotentieel centraal (Rabobank Nederland, 2003). In feite
betreft dit een inschatting van de omvang van het potentieel, waarbij een hogere inschatting duidt op meer optimisme. Dit ‘vertrouwen’
vormt de ene cruciale variabele en de ontwikkeling in de reële economische groei de andere. Van de vier rentescenario’s die aldus
ontstaan, worden er drie uitgewerkt: Consolidatie in het oude Europa, Globale volatiliteit en Dynamiek van het nieuwe Europa. Deze
plausibele scenario’s zijn nog te nieuw om te kunnen vergelijken met de realisatie.
In alle scenariostudies zijn de Europese ontwikkelingen essentieel en onzeker. Dit geldt ook voor het Centraal Economisch Plan, dat
weliswaar korter vooruitkijkt maar wel concreter kan zijn. Het eerste hoofdstuk van het plan is onlangs al gepresenteerd (cpb, 2004).
Hierin staan beperkte economische groei, een slechte exportpositie en een behoudend uitgavenpatroon van gezinnen en bedrijven

centraal. De hand op de knip zorgt voor solide posities maar verzwakt de vraag. De internationale ontwikkelingen zijn gunstig, vooral in
de vs en China, maar door de dure euro profiteert Nederland daar amper van. Zoals de scenario-studies al aangeven, is essentieel of de
lidstaten van de Europese Unie gaan samenwerken om zich collectief uit deze benarde positie te bevrijden. De oplossing van dit
gevangenendilemma vereist geen glazen bol, maar politiek vakwerk. Er staat veel op dit spel.
Fieke van der Lecq
Literatuur
Centraal Planbureau (1992) Nederland in drievoud. Sdu uitgevers, Den Haag.
Centraal Planbureau (2004) persbericht 2004/15 d.d. 22 maart 2004, via www.cpb.nl
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2001) De Toekomst Nu, Sociaal economische scenario’s. Den Haag.
Mooij, R.A.D.M. de, en P.J.G. Tang (2003) Four Futures of Europe. Centraal Planbureau/Koninklijke De Swart, Den Haag. Zie van
dezelfde auteurs: Vier toekomstbeelden voor Europa, ESB, 28 november 2003, blz. 574-575.
Rabobank Nederland (2003) Rentescenario’s: de prijs van geld tot 2010. Utrecht.
Schwartz, P. (1991) The Art of the Long View. Century Business, London.

1 Zie voor scenariostudies het Digital Thinking Network: www.dtn.net

Copyright © 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur