Ga direct naar de content

Levenshoop

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 26 2004

Levenshoop
Aute ur(s ):
Veen, M.T. van der (auteur)
De auteur is senior projectleider b ij NetPanel. martijn@netpanel.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4427, pagina D12, 26 februari 2004 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Jongeren
Tre fw oord(e n):

In opdracht van fnv heeft NetPanel een kwantitatief online onderzoek uitgevoerd naar het thema ‘levensloop’ onder jongeren van 18
tot 35 jaar.
Aanleiding voor het onderzoek waren de plannen van de overheid om een levensloopregeling te introduceren. Fnv wil optimaal
aansluiting vinden bij de doelgroep van de jongeren en vindt het daarom van belang te weten hoe jongeren over het thema levensloop
denken. De centrale vraag van dit onderzoek was: “In hoeverre houden jongeren zich bezig met onderwerpen die betrekking hebben op
het thema levensloop?”. In totaal hebben 1394 jongeren de vragenlijst ingevuld.
Bewust plannen
Een ruime meerderheid van de jongeren (67%) geeft aan bewust bezig te zijn met het plannen van zijn of haar toekomst. Slechts 8% van
de jongeren geeft aan nauwelijks bezig te zijn met het plannen van zijn of haar toekomst.
Er is nauwelijks verschil tussen mannen en vrouwen. Wel zijn er verschillen te zien als we kijken naar opleidingsniveau: meer jongeren
met een hoger opleidingsniveau (hbo, wo en postdoctoraal; 72%) zijn bewust bezig met het plannen van de toekomst dan jongeren met
een lager opleidingsniveau (mavo, vmbo, lbo en lagere school; 63%).
Levensloopvragen
Onderwerpen waarmee jongeren op dit moment van hun levensloop direct te maken hebben, houden hen het meeste bezig. Dit zijn
onderwerpen zoals opleiding, zorg voor kinderen, het zoeken van een baan of wisselen van baan en carrièreplanning. Onderwerpen die
niet direct actueel zijn voor jongeren, zoals het regelen van een pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid en de zorg voor een zieke partner
of familielid, houden hen veel minder bezig.
Naarmate jongeren ouder worden, gaan onderwerpen als het verbeteren van de balans tussen werk en vrije tijd, zorg voor kinderen en
inkomen dan wel koopkracht een grotere rol spelen. Zorg voor kinderen, zorgen over de recessie en oplopende werkloosheid in
Nederland zijn onderwerpen die vrouwen meer bezighouden dan mannen. Andersom zijn carrièreplanning en het regelen van een
pensioen onderwerpen die mannen meer bezighouden dan vrouwen.

Samenvatting
Jongeren houden zich bewust bezig met het plannen van hun toekomst. De planningshorizon is echter kort. Onderwerpen die
nu actueel zijn, zoals opleiding en carrièreplanning, houden hen vooral bezig. Aan langetermijnplanning komen de jongeren
niet toe.
De levensloopregeling van de overheid, die jongeren zou kunnen helpen bij de planning en invulling van hun leven, is
grotendeels onbekend.
Na uitleg over de regeling is de houding van de jongeren ten aanzien van de levensloopregeling echter wel positief.

Regeling relatief onbekend
In het onderzoek is de jongeren gevraagd in hoeverre zij op de hoogte zijn van de plannen van de overheid voor een nieuwe regeling op
het gebied van levensloop. Ruim de helft van de jongeren (59%) heeft nog nooit gehoord van de levensloopregeling. Ruim eenderde van
de jongeren (36%) geeft aan wel eens van de regeling gehoord te hebben, maar niet precies te weten wat de regeling inhoudt. Slechts één
op de twintig jongeren zegt behoorlijk goed op de hoogte te zijn van de details van de levensloopregeling.

Mannen zijn duidelijk beter op de hoogte van de levensloopregeling van de overheid dan vrouwen. Van de mannen is 9% goed op de
hoogte van de regeling en heeft 42% er wel eens van gehoord. Van de vrouwen is slechts 3% goed op de hoogte en heeft 34% wel eens
van de regeling gehoord. Ook meer hoger opgeleiden dan lager opgeleiden zijn op de hoogte van de levensloopregeling.
Concluderend kunnen we opmerken dat het kennisniveau over de levensloopregeling jongeren laag is. Als ze van de regeling weten, is
de kennis vooral oppervlakkig. figuur 1

Figuur 1. Ben jij bewust bezig met het plannen van jouw toekomst (op het gebied van werk/zorg voor kinderen/vrije tijd/opleiding)?,
percentage respondenten
Houding positief
Ondanks het geringe kennisniveau over de levensloopregeling van de overheid heeft de meerderheid van de jongeren (64%), na een
korte uitleg, een positieve houding ten aanzien van deze regeling. Slechts een zeer klein deel van de jongeren (4%) staat negatief
tegenover de levensloopregeling. De positieve houding ten aanzien van de levensloopregeling is terug te vinden onder zowel mannen
als vrouwen, alle leeftijdsgroepen en opleidingsniveaus.
Als voordelen van de levensloopregeling noemen de jongeren vooral de keuzevrijheid die de regeling biedt. Iedere werknemer kan zelf
kiezen of hij of zij wil sparen of niet. Als je besluit te sparen, kan je ook flexibel kiezen waar je het gespaarde geld aan wilt besteden. De
regeling biedt volgens veel jongeren een grote flexibiliteit. Daarnaast zien veel jongeren het als positief dat er door de levensloopregeling
meer tijd en aandacht komt voor andere belangrijke dingen in het leven dan werken.
De jongeren die een negatieve houding hebben ten aanzien van de levensloopregeling zijn van mening dat mensen zelf moeten sparen en
zelf moeten bepalen hoe ze het gespaarde geld gaan besteden. De overheid hoeft hier geen rol in te hebben. Verder is een aantal jongeren
bang dat de regeling, net als spaarloon en premiespaarloon, over een aantal jaren weer opgeheven wordt. Daarnaast merkt een aantal
jongeren op dat niet iedereen gebruik zal kunnen maken van de levensloopregeling. Mensen die weinig verdienen, kunnen het geld
eigenlijk niet missen en kunnen dus niet sparen. Voor mensen die in een klein bedrijf werken, is het vaak niet mogelijk om de gespaarde
vrije tijd op te nemen. figuur 2

Figuur 2. Wist jij dat de overheid een nieuwe regeling op het gebied van levensloop wil introduceren?, percentage respondenten
Vier groepen
Op basis van de bereidheid om aan de levensloopregeling deel te nemen, onderscheiden we vier groepen jongeren:
» de deelnemers kijken naar de opbrengsten (zoals een spaarpotje voor studie of kinderopvang) van een levensloopregeling en
beoordelen die positief;

» de negatieven zien onder geen voorwaarde de levensloopregeling als optie binnen hun persoonlijke situatie. Deze jongeren werken in
een klein bedrijf, hebben een te laag inkomen of sparen al op verschillende andere manieren;
» de conditionelen staan open voor de levensloopregeling, maar verbinden hier wel voorwaarden aan. Zij willen eerst meer weten over
de regeling en de voorwaarden en geven aan dat hun werkgever er ook achter moet staan;
» de niet-relevanten bevinden zich in een levensfase waarbij een levensloopregeling (nog) niet relevant is. Zij studeren nog, zijn
huisvrouw of bijvoorbeeld werkloos. figuur 3

Figuur 3. In hoeverre houden de onderstaande onderwerpen jou bezig?, percentage respondenten
Conclusie
Ondanks dat een ruime meerderheid van de jongeren aangeeft zich bezig te houden met het plannen van hun toekomst, blijkt dat dit
vooral de nabije toekomst betreft. De planning van gebeurtenissen op langere termijn (zoals pensioen) of meer onzekere gebeurtenissen
(zoals mogelijke toekomstige ziekte en arbeidsongeschiktheid) speelt duidelijk een kleinere rol in het leven van de jongeren.
De levensloopregeling van de overheid kan jongeren helpen met het plannen en invullen van hun toekomst, door het scheppen van
mogelijkheden voor verlof voor bijvoorbeeld studie, zorg voor kinderen of zorg voor een zieke partner of familielid. Deze
levensloopregeling is echter grotendeels onbekend onder de jongeren. De kennis die aanwezig is over de regeling is vooral oppervlakkig.
Na uitleg over de levensloopregeling staat een meerderheid van de jongeren positief tegenover de regeling. Dit pleit ervoor om
uitgebreid aan voorlichting te doen over de levensloopregeling, waarbij het van belang is om zo duidelijk mogelijk de voordelen maar ook
de voorwaarden ervan te benadrukken.
Martijn van der Veen
De grafieken zijn afkomstig uit het onderzoeksrapport, dat te verkrijgen is via www.netpanel.nl onder ‘In de pers’.

Dossier: Handel en transactiekosten
A.J. De Geus en M. Rutte: Europees levensloopbeleid
K.P. Goedswaard en T.D. Tiemens: Levensloopbeleid: hype of noodzaak?
H.J. Groenendijk en M.A.D. Fasol: Het wetsvoorstel levensloopregeling
J.C.M. Sap em J.J. Schippers: Arbeidsmarkt: meer investeren, minder sparen
A. Blokland: Van droom naar werkelijkheid
M.T. van der Veen: Levenshoop
J. Plantenga: Zorgen in en om de levensloop
M. Janssen: Deense mannen nemen geen ouderschapverlof op
M. Janssen: Zweedse verlofregeling: royaal maar dwingend
M. Koning en E. Wierda: Non-participatie verminderen
N. van Nimwegen: Van spitsuur naar sandwich
J.J.M. Theeuwes: Tegen de storm in

R.M.A. Jansweijer: Te mooi om waar te zijn
A. de Grip: Levensloop en personeelsbeleid in zorg en onderwijs
G. Dolsma: Zelf je leven lopen
M.E.J. Schuit: Levensloopbeleid: modegrill of blijvend fenomeen
A.L. Bovenberg en J.P. van der Toren: Pijlers onder het gezin
F. Leijnse: De levensloop als individueel project
S.G. van der Lecq: Levensloopbanen

Copyright © 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur