Ga direct naar de content

Nieuwe top, nieuwe toppers

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 12 2003

Nieuwe top, nieuwe toppers
Aute ur(s ):
Lecq, S.G. van der (auteur)
Redactie ESB. De auteur dankt de redactie van Intermediair en de toptellers van CentER voor de uitstekende samenwerking.
fieke.vanderlecq@lemma.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4421, pagina 600, 12 december 2003 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
economentop

Na diverse veranderingen in de telmethode is er nu een fundament gelegd voor consistente toppen. Dit artikel betreft de
internationale publicatietop 1997-2001.
Waarde lezer, hier volgt de nodige technische informatie. Pas daarna wordt het leuk, omdat dan de top zelf aan de orde komt. Het volstaat
echter niet om naar de ‘usual disclaimer’ te verwijzen. Hier is tekst en uitleg nodig, plus een dosis verantwoording en de onvermijdelijke
voorbehouden. Toppen tellen blijft een moeilijke zaak, hoe deskundig en zorgvuldig het ook wordt gedaan. Er moeten keuzes worden
gemaakt en deze betreffen per definitie onze collega’s: economen met aanstellingen aan Nederlandse instituten.
Drie soorten toppen
Om mogelijke verwarring in de kiem te smoren, zetten we eerst de drie soorten toppen op een rijtje. Ze verschillen in twee opzichten:
publicaties versus citaties en Nederlandstalige dan wel internationale tijdschriften.
In januari verschijnt in esb de Polderparade. Deze top wordt samengesteld door OCFEB in Rotterdam. De Polderparade verscheen
laatstelijk in januari 2003, slaat een jaar over in 2004 en zal naar alle waarschijnlijkheid in 2005 weer verschijnen1 De Polderparade betreft
citaties in zeven Nederlandstalige tijdschriften. De laatste editie bestreek de periode 1998-2001. Naast deze meerjarige top was er ook een
tipparade, met de citaties uit het laatste teljaar, in dit geval 2001. Tipparades zijn een voorspeller voor de top van een jaar later.
Lezers van esb kennen daarnaast de esb-economentop, die eveneens citaties betreft maar dan in internationale tijdschriften. Deze top
werd jarenlang samengesteld door de redactie van esb. Bij de recente afleveringen van deze top zijn door oud-redacteur Anne Reitsma
diverse verbeteringen doorgevoerd2 De meest recente top betrof 2001. Een volgende top is in voorbereiding.
De economentop die gebaseerd is op publicaties in internationale tijdschriften, is al jarenlang het domein van Intermediair. Deze
Intermediair-economentop werd en wordt samengesteld door CentER en is onder de getelde kandidaat-toppers bekend vanwege de
verificatieprocedure. Zowel vanwege deze procedure als de beschikbaarheid van de bibliografische data neemt het samenstellen van de
top enige tijd in beslag, waardoor deze top de telperiode 1997-2001 betreft. Dankzij een unieke redactionele samenwerking wordt deze top
dit jaar voor het eerst zowel in Intermediair als in esb gepubliceerd.

De telmethode
De publicaties worden geteld vanuit het databestand Web of Science. Dit databestand bevat diverse lijsten van tijdschriften.
Voor de hier gepresenteerde top is gebruik gemaakt van de Sociale Sciences Citation Index en de Science Citation Index. De
Arts & Humanities Index is niet gebruikt. De keuze van de lijsten is van invloed op de scores van onderzoekers, omdat
bepaalde vakgebieden beter of minder vertegenwoordigd zijn. De bedrijfswetenschappen lijken goed te zijn meegeteld, maar
meer institutionele en sociologische economietijdschriften zijn mogelijk ondervertegenwoordigd. Ook nieuwe vakgebieden
hebben het moeilijker, maar dat is inherent aan toptellingen.
De economen die worden geteld, voldoen aan minimaal een van twee criteria. Het eerste criterium is dat zij aan een
Nederlandse universiteit zijn gepromoveerd. In dat geval maakt het niet uit of zij op dit moment wel of niet aan een
Nederlandse universiteit zijn verbonden. Indien zij niet aan een Nederlandse universiteit zijn gepromoveerd, moesten ze op 1
januari 2003 met een aanstelling voor meer dan vijftig procent aan een Nederlandse universiteit zijn verbonden.
De publicaties van de jaren 1997 tot en met 2001 zijn geteld. Daarnaast is het jaar 2001 apart geteld, opdat een tipparade kan
worden gepresenteerd.
Publicaties die zijn geteld zijn artikelen, brieven, ‘notes’ en overzichtsartikelen (‘reviews’). Boekbesprekingen zijn uitgesloten
van de telling, evenals samenvattingen, errata en redactionele bijdragen.

De score van een artikel wordt gewogen voor het aantal auteurs en de impact van het artikel. Hiervoor wordt de volgende
formule gebruikt:
Pi = wauteur * wimpact
Hierbij is Pi de score van artikel i. Het gewicht van de auteur volgt uit de breuk 2/(1+ aantal auteurs). Het gewicht van de
publicatie is gedefinieerd als de gewogen en genormaliseerde impactfactor van het tijdschrift. Hierbij is gebruik gemaakt van
een lijst die door het cwts in Leiden is opgesteld.
In de tabel is te zien dat sommige auteurs hoog scoren met veel publicaties en anderen hoog scoren dankzij enkele
publicaties met heel hoge impact. Voorbeelden zijn Peter Nijkamp respectievelijk Harry Barkema.

De publicatietop
In tabel 1 staat de top-40 van internationale publicaties. Boven aan de top staat Peter Wakker, die gespecialiseerd is in de theorie van
het beslissen onder onzekerheid. Lange tijd was hij in deeltijd verbonden aan het centrum voor medische besluitvorming van de
Universiteit Leiden en aan de Universiteit Tilburg. Sinds 2001 werkt hij bij de afdeling kwantitatieve economie van de Universiteit
Maastricht en bij het centrum voor experimentele economie CREED van de universiteit van Amsterdam. Zijn publicaties hebben veelal
een wiskundig karakter, maar verschijnen ook in tijdschriften als Psychological Review. Wakker behoort samen met John Hagedoorn tot
de hoogst geplaatste Nederlanders in de lijst van Most cited scientists in economics and business. Voor een paper in samenwerking met
Han Bleichrodt en Jose Luis Pinto ontving hij de Decision analysis 2003 publications award.

Tabel 1. Internationale publicatietop-40, 1997-2001
plaats
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40

naam
P.P.Wakker
M. Wedel
Ph.H. Franses
J.F. Sturm
J.E.B.M. Steenkamp
R. Dekker
P. Nijkamp
G.J. van den Berg
H. Bleichrodt
P. Rietveld
J.P.C. Kleijnen
A.A. Dijkhuizen
A.W.A. Boot
J.R. Magnus
H.G. Barkema
R.B.M. Huirne
N.M. van Dijk
J.K. Goeree
F.G.M. Pieters
J.M. Schumacher
M. Wright
A.H.O.van Soest
S.J. Koopman
A.L. Bovenberg
J.F. Hennart
E.H. Bulte
A. Lucas
A.P.M. Wagelmans
R.M.W.J. Beetsma
R.J. Casimir
J.W. Gunning
G.T. Post
J.C.J.M. v/d Bergh
E.R. van Dam
S.H. Tijs
C.P.M. Van Hoesel
H.P. Huizinga
J. Hagedoorn
G. Sierksma
C.G.H. Diks

affiliatie
UVA/UL
RUG
EUR
UVT
UVT
EUR
VU/NWO
VU
EUR/UVA
VU
UVT
WAU
UVA
UVT
UVT
WAU
UVA
UVA
UVT
UVT
EUR
UVT
VU
UVT/EUR
UVT
UVT
VU
EUR
UVA
UVT
VU
EUR
VU/IVM
UVT
UVT
UM
UVT
UM
RUG
UVA

geboortejaar

aantal publicaties

1956
1957
1963
1971
1959
1957
1946
1962
1965
1952
1940

22
29
45
14
19
34
67
16
14
45
16

1953
1960
1948
1957
1962
1956
1966
1955
1951

14
7
44
15
12
17
18

1963
1958
1947
1968
1969
1960
1967
1938
1949

25
14

1971
1965

17
17
17
16
16
16
16
15
15
15
14

9
21
13

1937
1961
1963
1950
1945
1967

22
22
21
21
19
19
18
17
17

9
22
6
22
14
11
12
6
13

1968

39
37
35
33
29
28
27
24
24
24
22

55
10

1958

14
13
13

24
9
9
9
11
8

score

13
12
12
12
11
11

Op de tweede plaats staat Michel Wedel, die na ruim tien jaar de Rijksuniversiteit Groningen verruilde voor het Dight F. Benton
Professorship in marketing van de University of Michigan Business School. Michel Wedel is niet alleen bekend als karateka, maar ook
om zijn modelmatige en statistische benadering van marketingvraagstukken. In esb schreef hij diverse artikelen, onder andere over
marktsegmentatie en zapgedrag. Op 17 december vindt aan de RuG een heus Marketing Research Camp te zijner ere plaats.
Philip Hans Franses is voor esb-lezers ook een bekende, onder andere door zijn artikelen over euromunten. Hij is internationaal erkend

specialist in de onderzoekstechnieken voor microdata, vraagstukken van financiële markten en diverse andere onderwerpen en kent de
recente Nobelprijswinnaars persoonlijk.
Jos Sturm heeft in esb nog niet zoveel van zich laten horen, maar internationaal des te meer. Zijn jonge leeftijd en hoge score in de top
wijzen op een waar talent.
Met Jan-Benedict Steenkamp is de tweede marketing-onderzoeker in de top-5 beland. Het oude verwijt dat economentoppen vooral
algemeen economen tellen, kan hiermee als ontzenuwd worden beschouwd.
Nieuwe toppers
Waar Geert Hofstede vele citatietoppen aanvoerde, kan hij onmogelijk boven aan de publicatietop 1997-2001 worden verwacht. Andere
namen uit de citatietop-10 die niet in de publicatietop-10 staan zijn: Lans Bovenberg (UvT), Rick van der Ploeg (UvA) en Eric van Damme
(UvT).
Bovenberg bevindt zich echter wel in de top-40 en scoorde als hoogste Nederlandse econoom een veertigste plaats in de Europese
economentop. Van der Ploeg ontving onlangs de Piersonpenning voor zijn gehele oeuvre. Van Damme voert de directie van het nieuwe
Tilburg Law and Economics Center (TILEC), waar vanuit hij de komende tijd ongetwijfeld weer veel publicaties zal gaan realiseren. Zijn
visie op tijdschriftenlijsten vindt u elders in deze esb.
De overeenkomsten tussen de toppen duiden op economen die niet alleen publiceren, maar ook worden gelezen of in elk geval
aangehaald. Peter Nijkamp slaagt erin om, ondanks zijn functie als directeur van nwo, in beide toppen te staan. Ook de VU-economen Piet
Rietveld en Gerard van den Berg zien we in beide lijsten hoog scoren.
‘Nieuwe’ namen in deze publicatietop zijn Rommert Dekker, Han Bleichrodt, Jack Kleijnen en Aalt Dijkhuizen. De leeftijdsverdeling van de
toppers is opmerkelijk gelijkmatig verdeeld (figuur 1).

Figuur 1. Leeftijden top-40
Tipparade
In de tipparade valt ook een jonge topper op: Thierry Post, die bij esb-lezers bekend is van zijn artikelen over prijsregulering in de
electriciteitssector. Ook Erwin Bulte is aan een opmars bezig. In deze lijst staan twee vrouwelijke economen, terwijl de top-40 geheel uit
mannen bestaat. Voor zover de tipparade een voorspeller voor de top is, kunnen Peter Wakker, Jan-Benedict Steenkamp en Han
Bleichrodt gerust zijn (tabel 2).

Tabel 2. Internationale publicatie-tipparade, 2001
naam
P.P. Wakker
G.T. Post
J.E.B.M. Steenkamp
A.P. Wagelmans
H. Bleichrodt
A.H.O. van Soest
J.P.C. Kleijnen
E.H. Bulte
G.J. van den Berg
P. Nijkamp
M. Wedel
H.G. Barkema
J.R. Magnus
R.M.W.J. Beetsma
A. Lucas
C.P.M. van Hoesel

affiliatie
UVA/UL
EUR
UVT
EUR
EUR/UVA
UVT
UVT
UVT
VU
VU/NWO
RUG
UVT
UVT
UVA
VU
UM

geslacht
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m

aantal publicaties
5
7
4
3
3
5
4
7
4
12
4
1
2
3
3
2

13,99
11,79
7,12
6,86
6,62
6,24
6,19
5,91
5,91
5,22
5,07
4,67
4,42
4,18
4,18
3,87

score

Ph. H. Franses
E.C. Perotti
P. Rietveld
H. Oosterbeek
T.J. Wansbeek
G. Oedekerken-Schroeder
A.G.J.M. Oude-Lansink
J.F. Sturm
F. de Roon
Th.E. Nijman
D. Romero Morales
P.S.H. Leeflang
R.H. Teunter
R.B.M. Huirne
M.J.M. Jansen
A. Vermeulen
A.L. Bovenberg
B.F. Heidergott
H. Huizinga
B.W. Lensink
J.C.J.M. v/d Bergh
A.W.A. Boot
J. Hagedoorn
J.M. Schumacher

EUR
UVA
VU
UVA
RUG
UM
WAU
UVT
UVT
UVT
UM
RUG
EUR
WAU
UM
UM
UVT/EUR
VU
UVT
RUG
VU/IVM
UVA
UM
UVT

m
m
m
m
m

8
3
9
3
1

v
m
m
m
m
v
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m

3,87
3,79
3,79
3,67
3,56

3
6
1
1
1
2
2
3
5
4
4
3
3
3
6
5
1
2
2

3,51
3,50
3,49
3,47
3,47
3,25
3,07
3,05
3,04
3,01
3,01
2,90
2,83
2,78
2,73
2,73
2,69
2,68
2,53

Top instellingen
De publicatietop geeft niet alleen inzicht in prestaties van individuele onderzoekers, maar kan ook worden gebruikt voor het vergelijken
van universiteiten. Hierbij moet echter worden aangetekend dat de keuze voor welke tijdschriften zijn meegeteld, invloed heeft op de
scores van universiteiten. Bovendien zijn niet alle economiefaculteiten even groot. Voor dat laatste is evenwel bij benadering
gecorrigeerd.
De Universiteit van Tilburg bevindt zich in eenzaamheid aan de top. Daarna komt het drietal Erasmus Universiteit Rotterdam, Vrije
Universiteit en Universiteit van Amsterdam. Groningen en Wageningen ontlopen elkaar weinig, waarna het Maastricht als laatste van de
grotere faculteiten volgt. De kleinere groepen van Nijmegen en Eindhoven hebben vergelijkbare scores en de Universiteit Utrecht is
hekkensluiter. De onlangs gestarte Utrecht School of Economics zal hier de toekomst wellicht verandering in gaan brengen.
Slot
Toppen tellen is keuzes maken en wie grenzen trekt, schept grensgevallen. Het is dan ook zaak de hier gepresenteerde lijstjes met de
nodige kwalificaties te bezien. Toppen zijn vooral interessant als ze over de tijd kunnen worden vergeleken. Voor suggesties en
opmerkingen houden CentER en de redactie zich aanbevolen.
Fieke van der Lecq
tabel 3

Tabel 3. Top-10 instellingen, 1997-2001
instituut
Universiteit van Tilburg
Erasmusuniversiteit Rotterdam
Vrije Universiteit Amsterdam
Universiteit van Amsterdam
Rijksuniversiteit Groningen
Landbouwuniversiteit Wageningen
Universiteit Maastricht
Katholieke Universiteit Nijmegen
Technische Universiteit Eindhoven
Universiteit Utrecht

figuur 2

score
76,80
58,16
55,78
54,97
42,35
40,39
31,53
19,24
16,96
8,43

Figuur 2. Leeftijden tip-20

1 S.A. van der Geest en M. Varkevisser, Bezorgdheid over Nederland, ESB, 24 januari 2003, blz. 41-43.
2 A.M. Reitsma, Innovatie centraal, ESB, 25 januari 2002, blz. 70-72; A.M. Reitsma en S.G. van der Lecq, Nieuwe top, oude toppers, ESB,
19 januari 2001, blz. 59-61.

Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur