Ga direct naar de content

Groeiherstel dient zich aan

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 21 2002

Groeiherstel dient zich aan
Aute ur(s ):
Kuipers, B.J. (auteur)
Verbruggen, J.P. (auteur)
De auteurs zijn werkzaam b ij de afdeling Conjunctuur van het Centraal Planb ureau. (auteur)
Met dank aan Wim Hulsman, Henk Kranendonk, Rocus van Opstal en Bart Borsb oom voor hun b ijdragen.
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4367, pagina 490, 21 juni 2002 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
conjunctuur

Zowel in de Verenigde Staten als in Europa groeit de economie alweer. Door de aantrekkende buitenlandse vraag is ook in
Nederland het herstel aanstaande.
De wereldeconomie klimt uit het dal. Nadat de Amerikaanse economie eind vorig jaar al de weg naar boven hervond, laat sinds begin dit
jaar ook de Europese economie weer een lichte groei zien. De Nederlandse economie vertoonde in het eerste kwartaal van dit jaar voor
het derde achtereenvolgende kwartaal geen groei. Echter, aangevoerd door de uitvoer zal naar verwachting ook bij ons spoedig een
herstel optreden. Het bedrijfsleven zal wel marktaandeel blijven verliezen aan het buitenland door de aanhoudende verslechtering van
de prijsconcurrentiepositie. Volgens de jongste raming van het Centraal Planbureau zal de economische groei dit jaar beperkt blijven
tot één procent, om volgend jaar te versnellen tot 23/4 procent1.
Wereldeconomie trekt aan
De Verenigde Staten registreerden in het eerste kwartaal van dit jaar ten opzichte van het voorgaande kwartaal een respectabele groei
van 5,6 procent op jaarbasis. Dit berustte voor een belangrijk deel op voorraadaanpassing en op sterk stijgende overheidsuitgaven.
Omdat de voorraadbeweging slechts tijdelijk zo’n grote groeibijdrage levert, wordt voor 2002 als geheel een veel lagere groei geraamd
van 23/4 procent, oplopend naar 31/2 procent in 2003.
Ook in Europa is het dieptepunt van de conjunctuur gepasseerd, een kwartaal later dan in de vs. De economische groei in de eurozone
beliep in het eerste kwartaal weliswaar slechts 0,8 procent op jaarbasis, maar voorlopende indicatoren duiden op een verder aantrekken
van de conjunctuur. De groeiramingen voor dit en volgend jaar zijn respectievelijk 11/2 procent en drie procent.
De Japanse economie gaf dankzij een aantrekkende uitvoer in het eerste kwartaal van dit jaar een forse groei te zien. Maar het herstel van
de binnenlandse vraag komt vanwege herstructureringen slechts langzaam op gang. Verwacht wordt dat de Japanse bedrijvigheid dit jaar
gemiddeld nog met 3/4 procent zal krimpen, maar volgend jaar met één procent zal toenemen.
De wereldhandel is in het eerste kwartaal van dit jaar, na vier kwartalen daling, met circa negen procent op jaarbasis gestegen.
Voorlopende indicatoren wijzen op een verder aantrekken van het groeitempo. De groei van de voor ons land relevante wereldhandel, die
vorig jaar slechts 1,6 procent bedroeg, zal ook dit jaar met gemiddeld drie procent nog laag uitpakken, ondanks het hoge groeitempo
gedurende het jaar. Pas in de jaarcijfers voor 2003 wordt het herstel goed zichtbaar, met een verwachte marktgroei van 81/2 procent.
Herstel Nederlandse economie volgt
Stagnerende groei
Voor het derde kwartaal op rij is de Nederlandse economie volgens voorlopige cijfers van het cbs in het eerste kwartaal van dit jaar niet
gegroeid. Ook ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar is het productievolume, gecorrigeerd voor het aantal werkdagen,
nauwelijks toegenomen. Het dieptepunt in termen van kwartaal-op-kwartaalgroei lijkt echter te zijn bereikt. Dat zou betekenen dat de
huidige conjuncturele neergang ongeveer zeven kwartalen duurt en dat deze zowel wat lengte als gemiddelde economische groei betreft
overeenkomt met het gemiddelde van de zes voorgaande perioden met neergaande conjunctuur.
Herstel in tweede jaarhelft…
Aanjager van het herstel is de uitvoer, die kan profiteren van het aantrekken van de wereldhandel. Later in het jaar zal het groeitempo van
het productievolume naar verwachting alweer bijna twee procent bedragen (figuur 1), maar vanwege de lagere groei aan het begin van
het jaar zal de economie groei gemiddeld met slechts één procent toenemen. Net als vorig jaar levert de toename van de
overheidsbestedingen aan met name zorg, onderwijs en infrastructuur ook dit jaar de grootste bijdrage aan de economische groei (te
weten 1/2 procentpunt). Volgend jaar zal het herstel met een groei van 23/4 procent duidelijk zichtbaar zijn. Dan zal waarschijnlijk de
uitvoer de belangrijkste motor van de economie zijn. De groeiverwachtingen voor dit en volgend jaar liggen dicht bij die van andere

instellingen (zie kader).

Figuur 1. Economische groei, eerste helft 1996-tweede helft 2003, groei ten opzichte van dezelfde periode in het voorafgaande jaar
…dankzij aantrekkende uitvoer
Begin dit jaar toonde de uitvoer al de eerste voortekenen van herstel. De verwachting is dat het herstel van de uitvoer doorzet, gesteund
door de sterke opleving van de buitenlandse vraag. De groei van de uitvoer zal wel achterblijven bij de groei van de Nederlandse
afzetmarkten, wat betekent dat het bedrijfsleven wederom marktaandeel verliest. De concurrentiepositie verslechtert verder door de in
internationaal perspectief sterke stijging van arbeidskosten per eenheid product (zie figuur 2). In de afgelopen jaren konden de
Nederlandse exporteurs nog profiteren van de depreciatie van de euro, maar voor dit en volgend jaar ligt in de projectie juist een lichte
euro-appreciatie besloten. tabel 1

Figuur 2. Arbeidskosten per eenheid product

Tabel 1. Kerngegevens voor Nederland, 2001-2003, mutaties per jaar in procenten
2001

volume bestedingen en productie
particuliere consumptie
investeringen bedrijven (excl. woningen)

2002

1,2
-2,3

13/4
-1 1/4

2003

2 1/2
3 1/4

goederenuitvoer (exclusief energie)
bruto binnenlands product
arbeidsmarkt
werkgelegenheid (arbeidsjaren)
werkloze beroepsbevolking (niveau, in %)
lonen en prijzen
contractloon marktsector
loonsom per werknemer marktsector
consumentenprijsindex (cpi)
overig
arbeidsinkomensquote marktsector
emu-saldo (niveau, % bbp)

0,8
1,1

21/4
1

7
23/4

1,9
3,3

½
33/4

1/4
4 1/2

4,1
4,0
4,5

33/4
5
31/2

3 1/4
41/4
2 3/4

85,1
0,2

853/4
-0,3

84
-0,7

Een belangrijke onzekerheid in de huidige projectie is de koersdaling van de dollar. Bij een sterkere stijging van de euro ten opzichte van
de dollar zou de prijsconcurrentiepositie verslechteren, met vooral volgend jaar een merkbaar lagere volumegroei van productie en
uitvoer als gevolg. Een voordeel van een sterkere euro is wel dat als gevolg van de lagere invoerkosten de inflatie en de loonstijging
volgend jaar circa 1/2 procentpunt lager zouden kunnen uitkomen dan in de centrale projectie (zie tabel 2).

Tabel 2. Kerngegevens voor Nederland, 2001-2003, mutaties per jaar in procenten
2002
eurokoers (niveau, dollar per euro)
relevant wereldhandelsvolume
invoerprijs
bestedingen en productie
particuliere consumptie
investeringen bedrijven (excl. woningen)
goederenuitvoer (excl. energie)
bruto binnenlands product
arbeidsmarkt
werkgelegenheid marktsector
lonen en prijzen
contractloon marktsector
consumentenprijsindex (cpi)
overig (niveau)
arbeidsinkomensquote marktsector
emu-saldo (% bbp)

0,02

2003
0,05

0,0
-0,4

-0,2
-1,3

0,0
-0,1
-0,3
-0,1

0,1
-0,5
-0,8
-0,3

0,0

-0,2

0,0
-0,1

-0,4
-0,4

0,0
0,0

0,0
-0,1

Koopbereidheid historisch laag
Het consumentenvertrouwen en met name het onderdeel koopbereidheid zijn begin dit jaar sterk gedaald. De bereidheid om grote
aankopen te doen is zelfs sinds 1985 niet meer zo laag geweest. Een toevallige samenloop van omstandigheden lijkt hiervoor de
belangrijkste verklaring. In dat verband kan worden gewezen op de als bijzonder hoog ervaren inflatie2, de overgang op de euro, de
teleurstellende ontwikkeling van het aandelen- en huizenvermogen, mogelijk tegenvallende resultaten bij het voor de eerste keer invullen
van het nieuwe belastingformulier en de plotseling oplopende werkloosheid.
Gezien de lage koopbereidheid in de eerste vijf maanden zal de consumptie dit jaar slechts beperkt kunnen groeien. De bestedingen van
gezinnen nemen minder toe dan het beschikbaar inkomen, zodat de spaarquote – na in 2001 al sterk te zijn gestegen – wat verder
toeneemt. Volgend jaar zal de consumptiegroei hoger kunnen uitkomen, maar nog steeds niet uitbundig zijn. De groei van het reëel
beschikbaar inkomen neemt enigszins toe, doordat het verschil tussen de loonstijging en de inflatie naar verwachting wat groter wordt.
Bij een uitblijven van substantiële vermogenswinsten blijft de spaarquote volgend jaar onveranderd.
Werkloosheid blijft oplopen
Door de afgenomen productiegroei gaf de werkgelegenheidsgroei begin dit jaar een verdere vertraging te zien. De werkgelegenheid nam
zelfs minder toe dan het arbeidsaanbod, zodat voor het eerst sinds jaren de werkloosheid weer toenam. De werkloosheid zal voorlopig
blijven oplopen, ondanks het verwachte herstel van de economie. Vanwege de krappe arbeidsmarkt hebben de bedrijven hun
personeelsbestand tijdens de economische teruggang slechts in beperkte mate aangepast. Door deze zogenoemde ‘labour hoarding’
zitten bedrijven op dit moment nog relatief ruim in hun personeel, zodat ze bij uitbreiding van de productie niet direct zullen overgaan tot
het aannemen van nieuwe medewerkers.
Inflatie neemt af…
De inflatie wordt geleidelijk aan minder hoog. In mei daalde de inflatie tot 3,3 procent, terwijl de geldontwaarding begin dit jaar nog vier
procent bedroeg. Vergeleken met de inflatiepiek in mei vorig jaar is de stijging van de consumentenprijsindex momenteel ruim 11/2
procentpunt lager. De bijdrage aan het inflatiecijfer van benzine, voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken is behoorlijk afgenomen.
Naar verwachting zal de inflatie dit jaar gemiddeld nog 31/2 procent bedragen, om volgend jaar, ondanks een verwachte
margeverbetering, verder af te nemen tot 23/4 procent. Vooral de verwachte lagere stijging van de arbeidskosten per eenheid product in

2003 is daar verantwoordelijk voor.
…en de loonstijging ook
Ook de contractloonstijging zal dit en volgend jaar wat afnemen. Inmiddels is voor 43 procent van de werknemers in de marktsector voor
2002 een cao overeengekomen. In de contracten die na 1 januari zijn afgesloten bedroeg de gemiddelde loonstijging 3,6 procent.
Gerekend wordt met een vergelijkbaar percentage voor de overige cao’s, zodat rekening houdend met overloopeffecten, de loonstijging
dit jaar op gemiddeld 33/4 procent uitkomt. Gerelateerd aan de nog altijd hoge inflatie lijkt deze loonstijging gematigd, maar vanuit macroeconomisch perspectief bezien is sprake van een forse loonstijging, waardoor de reeds aangetaste concurrentiepositie en
winstgevendheid verder onder druk komen te staan. Onder invloed van de lagere inflatie en de oplopende werkloosheid zal de
loonstijging volgend jaar naar verwachting verder afnemen tot 31/4 procent.
Herstel winstgevendheid
De winstgevendheid van het bedrijfsleven staat al jaren behoorlijk onder druk en ook dit jaar zullen de winsten verder afkalven. De hoge
loonstijgingen en de zwakke groei van de arbeidsproductiviteit zijn hiervan de voornaamste oorzaken. In vier jaar tijd is de
arbeidsinkomensquote zodoende met bijna vijf procentpunten gestegen. De winstgevendheid van productie-activiteiten in Nederland
daalde zelfs nog wat sterker, omdat in de afgelopen jaren ook het aandeel van de netto rentelasten nog enigszins steeg. Volgend jaar
echter zal naar verwachting een aanzienlijk winstherstel kunnen plaatsvinden. De stijging van de arbeidskosten per eenheid product in
de marktsector neemt dan af door een geraamde groei van de arbeidsproductiviteit van maar liefst drie procent. Tegelijkertijd geeft de
krachtige vraagontwikkeling ondernemers de gelegenheid om hun marges wat op te schroeven.
Begrotingsoverschot slaat om in tek ort
Na drie jaren van overschotten zal het emu-saldo dit jaar naar verwachting een tekort te zien geven. De lage economische groei beperkt
de belastingontvangsten en de oplopende werkloosheid verhoogt de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen. Volgend jaar zal het
begrotingstekort ondank het economische herstel – bij beleidsarme uitgangspunten – naar verwachting verder oplopen, tot 0,7 procent
van het bbp. De belastinginkomsten en werkloosheids-uitgaven volgen de conjunctuur namelijk met enige vertraging.
Tenslotte
Na de Verenigde Staten en Europa zal ook in Nederland het herstel vorm gaan krijgen. Naar verwachting zal de economische groei echter
dit en volgend jaar wederom achterblijven bij de rest van Europa. Al sinds 1998 stijgen de arbeidskosten bij ons harder dan bij onze
concurrenten in het eurogebied. Dit is op zichzelf niet zo vreemd: Nederland kent een krappe arbeidsmarkt, terwijl veel Europese landen
kampen met hoge werkloosheid. De hogere arbeidskosten leiden tot hogere prijzen en minder vraag naar Nederlandse producten,
waardoor de overmatige spanning op de arbeidsmarkt af kan nemen. Het gevaar bestaat echter dat de loonstijging hoog blijft en de
werkloosheid het niveau passeert waarbij de arbeidsmarkt in evenwicht is.

1 Zie CPB Report 2002/2 voor een uitgebreidere beschrijving van de economische vooruitzichten op korte termijn (ook op www.cpb.nl).

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs