Ga direct naar de content

Geen lagere prijs voor software

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 3 2001

Geen lagere prijs voor software
Aute ur(s ):
Geest, S.A., van der (auteur)
Varkevisser, M. (auteur)
De auteurs zijn werkzaam b ij het aan de Erasmus Universiteit Rotterdam verb onden Onderzoekcentrum Financieel Economisch Beleid (OCFEB).
Zij danken Arie Ros voor commentaar. Dit artikel is geb aseerd op het in opdracht van het ministerie van Economische Zaken uitgevoerde
onderzoek Marktwerking en nieuwe ict-markten: de markt voor software.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4307, pagina D28, 3 mei 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Informatiegoederen en marktw erking
Tre fw oord(e n):
softw are

De sterke opkomst van internet heeft gevolgen voor de softwaremarkt. Nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de distributie van
software lijken echter (nog) niet te resulteren in lagere prijzen voor eindgebruikers.
De mogelijkheden die internet biedt, hebben effect op de gehele waardeketen van software. Allereerst speelt internet een steeds
grotere rol van betekenis voor de ontwikkelaars van software. Computerprogrammatuur wordt momenteel lang niet altijd meer op de
klassieke verticale manier ontwikkeld 1. Bij deze traditionele ontwikkelmethode houden softwareproducenten de programmacode
geheim, om op die manier een concurrentievoordeel te creëren en de afhankelijkheid van gebruikers te continueren. Software wordt
tegenwoordig echter ook op een horizontale manier ontwikkeld. Dit wordt open sourcing ofwel ‘open bron software’ genoemd 2.
Hiervan is sprake wanneer 3:
» de broncode vrij beschikbaar is;
» de software kosteloos gekopieerd, gedistribueerd en aangepast kan worden en;
» de software ontwikkeld is in een open gemeenschap van ontwikkelaars.
Internet biedt programmeurs van over de hele wereld en van verschillende bedrijven de mogelijkheid hun kennis van systemen via
nieuwsgroepen en speciale websites te delen. Ook de gebruikers van de software kunnen commentaar leveren en suggesties voor
verbeteringen doen. De in deze discussies aangevoerde wijzigingen worden door een coördinator verzameld en in de broncode verwerkt,
waarna deze weer voor iedereen beschikbaar komt. Om te voorkomen dat gebruikers met software moeten werken die voortdurend aan
veranderingen onderhevig is, bestaan soms twee versies naast elkaar. Dit betreft dan respectievelijk een experimentele en een stabiele
lijn. Na verloop van tijd gaat de experimentele lijn op in de stabiele lijn en wordt een nieuwe experimentele lijn opgestart. Het bekendste
voorbeeld van open bron software is het besturingssysteem Linux. Overigens is het aanbod van dit type software niet beperkt tot
besturingssoftware, maar kan ook gebruik gemaakt worden van op internet ontwikkelde applicatiesoftware. Een voorbeeld hiervan is het
tekstverwerkingsprogramma AbiWord (http://www.abiword.com).
Een belangrijk voordeel van deze ontwikkelmethode is dat eventuele problemen direct openlijk besproken kunnen worden, zodat sneller
een oplossing gevonden zal worden. Daarnaast zijn aan het gebruik van open bron software geen licentiekosten verbonden en zijn
gebruikers van deze software niet afhankelijk van een bepaalde leverancier. Naast deze voordelen moeten echter ook enkele nadelen
genoemd worden. Zo ontbreekt veelal een juridisch aanspreekpunt dat in geval van problemen geraadpleegd kan worden. Daarnaast is
de precieze kwaliteit van de ontwikkelde software niet altijd bekend en is ook de continuïteit van het programma niet gewaarborgd.
De distributie van software via internet
Naast een effect op de ontwikkeling van software heeft het sterk groeiende gebruik van internet ook invloed op de distributie ervan. Zo
is software op dit moment één van de best verkochte producten op internet. In een overzichtsstudie van de oeso is te lezen dat volgens
Intelliquest reeds enkele jaren geleden ongeveer elf miljoen computergebruikers op routinematige wijze software van internet
downloadden 4. In diezelfde overzichtsstudie wordt nog een aantal andere onderzoeken aangehaald. Zo schatte IDC dat in 1997 tien
procent van alle verkochte pakketsoftware via internet zijn weg naar de eindgebruiker vond. Een percentage dat volgens Softletter in
1998 reeds meer dan verdrievoudigd was tot 33 procent. Voor het jaar 2000 berekende Forrester dat veertig tot vijftig procent van de
pakketsoftware met behulp van internet gedistribueerd zou worden. In dat jaar zou volgens Netsales langs deze weg dan ook ongeveer
vijf miljard dollar omgezet worden. Hoewel over de precieze omvang van deze markt geen duidelijkheid bestaat, is in ieder geval wel
duidelijk dat software in toenemende mate langs elektronische weg bij de gebruikers afgeleverd wordt.
De software die via internet gedistribueerd wordt, betreft momenteel voornamelijk de eenvoudige desktop-applicaties. Echte
maatwerkproducten worden nog nauwelijks via internet verspreid. Dit is vooral toe te schrijven aan het feit dat pakketsoftware 5

goedkoper is, waardoor de drempel tot aanschaf lager is. Daarnaast is het vrij gemakkelijk zelf te installeren en te gebruiken. Bovendien is
over het algemeen alleen pakketsoftware qua omvang klein genoeg om gemakkelijk via internet gedistribueerd te worden. De beperkte
bandbreedte van internet vormt momenteel namelijk de grootste belemmering voor de digitale distributie van complexe software. Zodra
dit knelpunt opgelost is, zullen in de toekomst naar verwachting ook de meer omvangrijke programma’s tegen betaling via internet te
downloaden zijn. Als gevolg hiervan kan bespaard worden op verpakkings- en distributiekosten. De positie van bestaande traditionele
afzetkanalen zal dan meer en meer onder druk komen te staan.
Applicaties op afstand
Overigens kan internet niet alleen gebruikt worden om software bij de eindgebruiker af te leveren, ook is het mogelijk om met behulp van
internet programma’s op afstand te laten draaien. Hiervan is sprake wanneer een zogeheten application service provider (ASP) op een
eigen server software ter beschikking stelt, waarbij gebruikers vervolgens alleen betalen op het moment dat zij daadwerkelijk van de
aangeboden diensten gebruik maken. Betaling kan dan bijvoorbeeld geschieden per tijdseenheid. De gebruiker hoeft nog slechts een
klein gedeelte van het betreffende programma te downloaden en te installeren op de harde schijf. Een bekend voorbeeld in dit verband is
de site van McAfee (http://www.mcafee.com). Op deze webpagina worden online onder andere virusscanners aangeboden. Een groot
voordeel van het gebruik van web-based software is dat gebruikers vrijwel altijd de beschikking hebben over de meest recente versie van
een programma. Bovendien kan in sommige gevallen het gebruik van online software een goedkoop alternatief zijn voor programma’s die
slechts een enkele keer gebruikt zullen worden. Verder is de service die geleverd wordt bij web-based software veelal goedkoper dan de
geleverde service bij offline softwarepakketten. De huidige beperkte bandbreedte van internet vormt ook hier nog een knelpunt. Zo kan
het downloaden van de benodigde software soms erg traag verlopen. Ook wordt – teneinde de grootte van het programma te beperken soms een minder uitgebreide versie aangeboden. De verwachting is dat, naarmate de bandbreedte vergroot wordt, deze problemen
verdwijnen en de hoeveelheid web-based software sterk zal toenemen. Het op afstand laten draaien van applicaties wordt door de
producenten van software namelijk ook gezien als een middel om de illegale verspreiding van hun producten tegen te gaan (zie kader). In
navolging van bedrijven zoals Netscape, Oracle en Sun Microsystems, kondigde Microsoft vorig jaar aan dat ze in de toekomst nog maar
nauwelijks software op cd-rom zullen verkopen 6.
Effecten op zoekkosten en prijzen
Welke effecten hebben deze ontwikkelingen nu op de prijs die eindgebruikers voor software moeten betalen? De economische theorie
voorspelt dat indien op een markt sprake is van zoekkosten, er in principe een evenwichtsprijs tot stand komt die hoger ligt dan bij
volledig vrije mededinging. Zoekkosten impliceren immers dat het voor consumenten kostbaar is om door te blijven zoeken naar het
product met de laagste prijs. Na verloop van tijd zal dan ook tot aanschaf van een product worden overgegaan, wetende dat op dat
moment wellicht meer voor het product betaald wordt dan strikt noodzakelijk is. De vraag of de opkomst van internet positieve gevolgen
heeft voor de zoekkosten op de markt voor software is niet eenduidig te beantwoorden. Aan de ene kant kost het op zich relatief weinig
inspanning om een specifiek programma op internet op te zoeken. Vergelijk dit bijvoorbeeld met de (reis)tijd die een consument over het
algemeen kwijt is met het bezoeken van een fysieke winkel. Zeker de opkomst van bepaalde zoekintermediairs, die de op internet
beschikbare informatie omtrent productkenmerken en prijzen filteren en selecteren, draagt hieraan bij. De prijsvergelijkingen die door deze
intermediairs uitgevoerd worden, kunnen tot een hevigere prijsconcurrentie leiden. Overigens is het mogelijk dat bepaalde online
aanbieders alleen met een lage prijs adverteren om zodoende de aandacht van zoekintermediairs te trekken. Zodra een klant het product
vervolgens daadwerkelijk op de website van de betreffende online winkel wil kopen, kan echter een alternatief met een hogere prijs
aangeboden worden. Het gevaar van deze zogeheten ‘bait-and-switch’ tactiek is bij online winkels overigens minder prominent aanwezig
dan bij offline winkels, aangezien de klant altijd de mogelijkheid heeft om terug te klikken naar de site van de zoekintermediair om op zoek
te gaan naar een alternatief.
Op het eerste gezicht bestaat dus een aantal redenen om aan te nemen dat het gebruik van internet de zoekkosten reduceert. Aan de
andere kant hangt het echter maar net van de specifieke omstandigheden af of het gewenste product ook gemakkelijk gevonden kan
worden. Zoekt iemand bijvoorbeeld een zeer specifiek programma, dan zal dit gemakkelijker te vinden zijn dan wanneer alleen een vage
omschrijving van de gezochte software voorhanden is. In dit laatste geval kan het juist aantrekkelijk zijn om een fysieke winkel te
bezoeken om daar ter plekke op deskundige wijze van advies voorzien te worden. In theorie is dus niet ondubbelzinnig duidelijk of de
zoekkosten voor software lager of juist hoger zijn wanneer meer van internet gebruik gemaakt wordt.

Piraterij
Nadat software eenmaal ontwikkeld is en op de markt komt, kan het als informatiegoed (bijna) kosteloos door iedereen
vermenigvuldigd worden. Uit cijfers van de us Business Software Alliance (bsa) blijkt dat het illegaal kopieren van software
veelvuldig plaatsvindt 7. Van alle geïnstalleerde softwarepakketten is wereldwijd naar schatting één op drie langs illegale weg
verkregen. Door deze piraterij lopen de producenten van software volgens bsa maar liefst twaalf miljard dollar aan inkomsten
mis. Aangezien bij de ontwikkeling van software sprake is van hoge verzonken kosten, kan het op omvangrijke schaal illegaal
kopieren van software tot een situatie leiden waarin de innovativiteit op de softwaremarkt afneemt. Naast maatregelen die de
bedrijven zelf kunnen nemen, moet ook de overheid zich inzetten om deze vorm van marktfalen te voorkomen. Innovaties
zullen langs institutionele weg met behulp van patenten en intellectuele eigendomsrechten beschermd moeten worden. Dit is
echter niet eenvoudig 8 . Ervaringen in de Verenigde Staten wijzen bijvoorbeeld uit dat het bijzonder moeilijk is om in te
schatten of een patentaanvraag daadwerkelijk betrekking heeft op een geheel nieuwe innovatie. Een ander probleem vormen
de zogeheten submarine patenten. In zo’n geval vertraagt de indiener van een patentaanvraag doelbewust het
besluitvormingsproces om de marktontwikkeling af te wachten. Zo voorkomen software-producenten dat ze een patent met
een eindige looptijd verkrijgen in een fase dat de markt nog niet rijp is voor de eruit voortvloeiende toepassingen. Deze
problemen maken dat het gewenst is om voorzichtig te zijn bij het toewijzen van softwarepatenten en eenmaal uitgegeven
patenten smal te interpreteren.

Empirie

Inmiddels zijn ook enkele empirische studies beschikbaar die de prijzen van online aanbieders vergelijken met die van offline winkels. Een
van de weinige studies die daarbij ook aandacht besteedt aan de markt voor software is uitgevoerd door de OESO 9. De centrale
hypothese van deze studie is dat de opkomst van verschillende online aanbieders tot meer concurrentie leidt, hetgeen zal resulteren in
lagere prijzen, een geringere prijsvariantie en meer prijsveranderingen. Een opvallende conclusie van het onderzoek is dat zowel op de
markt voor boeken, compact discs als software, de offline prijzen beneden het niveau van de online prijzen liggen. Software is wanneer
het op internet verkocht wordt gemiddeld bijna twee procent duurder 10. Ter vergelijking: boeken zijn online gemiddeld ongeveer vier
procent duurder, terwijl dit verschil in het geval van compact discs gemiddeld zelfs bijna dertien procent bedraagt. Een mogelijke
verklaring voor deze prijsverschillen is volgens de OESO het feit dat internet de verkoper informatie verschaft over zijn klanten
(bijvoorbeeld door het gebruik van zogeheten cookies) en daarom de mogelijkheden tot marktsegmentatie vergroot. Dit maakt het
mogelijk dat producenten aan verschillende consumenten voor hetzelfde product een andere prijs vragen, om op die manier het
consumentensurplus af te romen.
De tweede opvallende conclusie van dit onderzoek is dat de prijsvariantie tussen de online aanbieders onderling niet geringer is dan bij
hun offline collega’s. De productcategorie software vormt hierop echter een uitzondering, al zijn de verschillen maar net significant. Een
mogelijke reden hiervoor is dat de softwaremarkt beschouwd kan worden als een relatief volwassen internetmarkt met relatief effectieve
zoekintermediairs.
Ten derde blijkt uit het onderzoek dat online aanbieders hun prijzen – vanwege lagere menukosten – meer frequent veranderen dan offline
aanbieders. In het geval van software is het aantal online prijsveranderingen ongeveer 2½ keer zo groot. Het lijkt er dus op dat op
internet sneller ingespeeld wordt op veranderingen in de marktomstandigheden.
Concluderend
Het staat buiten kijf dat internet een steeds belangrijkere rol speelt bij de ontwikkeling en distributie van software. Zo komen traditionele
ontwikkelmethoden en distributiekanalen in toenemende mate onder druk te staan. Daarnaast kunnen gebruikers met behulp van internet
zonder veel inspanning de verschillende prijzen van een specifiek product vergelijken (bijvoorbeeld met behulp van zoekintermediairs) en
het gewenste product vervolgens direct online bestellen. Dit kan de concurrentie intensiveren. Op de vraag wat nu de prijseffecten van
deze ontwikkelingen zijn, bestaat echter geen eenduidig antwoord. De distributie van software via internet zal naar verwachting leiden tot
kostenbesparingen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan besparingen op het gebied van verpakking, transport, installatie en
onderhoud. Dit zal normaal gesproken moeten leiden tot prijsdalingen. Uit het weinige empirische onderzoek dat betrekking heeft op de
productcategorie software, blijkt echter dat dit (vooralsnog) niet het geval is. Mogelijk is dit een gevolg van het feit dat het gebruik van
internet de mogelijkheden voor marktsegmentatie en prijsdiscriminatie vergroot. Wanneer dit als ongewenst wordt beschouwd, zal de
overheid (wettelijke) maatregelen moeten nemen om consumenten te beschermen.

Dossier Informatiegoederen en Marktwerking
J.W. Oosterwijk, ten geleide: Ordening in een virtuele wereld
D.A. Blokland en M.A. Feenstra: Beheerst interveniëren
E.E.C. van Damme, reactie: De weg tot stimulering
E. Hordijk: De aanbieder betaalt!
J.J.M. Theeuwes: Voorrang voor innovatie
J. Hinloopen, reactie: Accommodeer de revolutie
A.J.M. Kleijweg: Mededingingsweg ict-proof?
Y. Hiemstra: De relatie-economie
S.R. Maltha: Gratis download of betaald ‘Duet’?
N.M. Wijnberg: Reproductie: een muziekgeschiedenisles
R. Towse: Sterker auteursrecht niet zinvol
R. Bilderbeek, Uitgevers onbedreigd door internet
E.J. Dommering: Hoe lang laat ik mij op internet verlinken?
S.A. van der Geest en M. Varkevisser: Geen lagere prijs voor software
B.G.C. Dellaert: Hoe zorg je dat de bron niet opdroogt?

A.M. Reitsma, epiloog: Uitweg uit het spiegelpaleis

1 Zie bijvoorbeeld C. Molenaar (red.), Veranderingen door internet: branches in de toekomst, Alphen aan den Rijn, 1999.
2 Zie de bijdrage van Benedict Dellaert elders in dit ESB-Dossier>D86231.
3 Zie IDC, De betekenis van open source software in Nederland, Amsterdam, 1999.
4 Zie OESO, Measuring electronic commerce: international trade in software, Parijs, 1998 (http://www.oecd.org/dsti/sti/it/ec/)).
5 Pakketsoftware is geschikt om gebruikt te worden in verschillende situaties en door verschillende typen gebruikers. Deze term heeft
dus betrekking op generieke applicaties.
6 Zie: Microsoft transformeert zijn software naar internet, Het Financieële Dagblad, 26 juni 2000.
7 Zie BSA, 1999 Global software piracy report, Redmond, 2000.
8 H.R. Varian, Markets for information goods, Berkeley, 1998.
9 Zie OESO, Electronic commerce: prices and consumer issues for three products, Parijs, 1998 (http://www.oecd.org/dsti/sti/it/ec/)
Overigens zijn alle gebruikte data geheel afkomstig van internet, met inbegrip van de informatie omtrent offline prijzen. Hierdoor bestond
geen enkele mogelijkheid om te controleren of de op internet geafficheerde prijzen overeenkomen met de prijzen zoals die in de fysieke
winkel zelf gehanteerd worden. Dit maakt een voorzichtige interpretatie van de weergegeven resultaten gewenst.
10 Overigens zegt dit nog weinig over de aan internet gerelateerde welvaartseffecten. Het is namelijk mogelijk dat het gebruiksgemak van
winkelen via internet opweegt tegen de hogere prijzen.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs