Ga direct naar de content

Input/output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 21 2015

608Jaargang 100 (4720) 22 oktober 2015
Input // output
Ongezonde immigranten
Een bekend gegeven in de literatuur is dat im –
migranten vaak gezonder zijn dan de reeds
aanwezige inwoners, maar dat hun gezondheid
verslechtert naarmate ze langer in het land wo –
nen. Immigranten moeten namelijk vaak door
verschillende screenings heen om het land in te
kunnen, zodat voornamelijk de meest gezonde
immigranten toegelaten worden. Constant et al .
onderzochten dit fenomeen verder door de im –
migratie tussen Europa en Israël te vergelijken
op basis van immigratiedata in de periode 2004–
2012. Terwijl Europa er een strikt beleid op na –
houdt, kunnen joodse immigranten nagenoeg
zonder restricties Israël binnenkomen. De auteurs constateren dat immigranten in Israël vaker on

gezonder zijn dan de reeds aanwezige Israëliërs,
en dat immigranten in Europa wel gezonder dan
de Europeanen zelf. Dit resultaat bevestigt de
hypothese dat een soepel immigratiebeleid tot
een gemiddeld minder gezonde immigranten –
populatie leidt. Dat wil zeggen, op korte termijn.
Want na verloop van tijd kwam in beide gevallen
de gezondheid van de immigranten op hetzelfde
niveau als dat van de huidige inwoners.
Constant, A.F., T. García-Muñoz, S. Neuman en T. Neu-
man (2015) A ‘healthy immigrant effect’ or a ‘sick immi-
grant effect’? Selection and policies matter. IZA Discus-
sion Paper, 9338.
Omzetbelasting
Een stijging van de btw kan een winkelier ofwel
doorrekenen via zijn prijzen ofwel zelf dragen. Be –
nedek et al. onderzochten met data van zeventien
Europese landen in de periode 1999–2013 in hoe –
verre winkeliers veranderingen in de btw doorbere –
kenen in de consumentenprijzen. De data omvatten
maandelijkse metingen van prijzen en belastingen
voor 67 consumptiegoederen en 1231 btw-ver –
anderingen. Uit de analyse blijkt dat de mate van
afwenteling op de consument verschilt per verschil –
lende soorten btw. De auteurs schatten dat winke –
liers veranderingen in het hoge tarief (vaak het stan –
daardtarief ), volledig afwentelen op de consument,
terwijl ze veranderingen in het lage tarief voor der –
tig procent afwentelen. Armere huishoudens, die
voornamelijk profiteren van het lage tarief, zouden
daarom niet volledig kunnen profiteren van een ver –
laging van hetlage tarief.
Benedek, D., R. de Mooij, M. Keen en P. Wingender (2015)
Estimating VAT Pass Through. CESifo Working Paper, 5531.
Moraal en terugbetalen
Welke rol speelt moraliteit bij terugbetaling van schul –
den? Na een veldexperiment bij een grote islamitische
bank in Indonesië concluderen Bursztyn et al. dat een
moreel appel het aantal terugbetalingen van credit –
cardschulden sterk verhoogt. In het experiment stuur –
den ze klanten met een betalingsachterstand één dag
na verstrijking van hun betalingstermijn een herinne –
ring. Daarnaast stuurden ze sommige van die klanten
na acht dagen een tekstbericht waarin de islamitische
tekst stond dat wanbetaling van schulden indien je
kunt terugbetalen een onrecht is. Als gevolg hiervan
nam het aandeel klanten dat voldoende terugbetaalde
toe met twintig procent, terwijl een simpele herinne –
ring geen terugbetalingseffect had. Ook genereerde
het morele appel een groter effect dan flinke geldprik –
kels en bleef het overeind als klanten dezelfde tekst
kregen maar zonder de religieuze lading. Het morele
appel hangt volgens de onderzoekers dan ook niet per
se af van de religieuze connotatie, maar meer van het
plichtsbesef in algemenere zin.
Bursztyn, L., S. Fiorin, D. Gottlieb en M. Kanz (2015) Moral
incentives: experimental evidence from repayments of an
Islamic credit card. NBER Working Paper, 21611.
Liefde en roken
Bij twee rokende partners kan de
een beslissen om te stoppen met
roken omdat de ander dat doet. Dit
zou de effectiviteit van anti-rook-
campagnes versterken, omdat die
twee stoppende rokers voor de prijs
van één zouden kunnen opleveren.
Palali en Van Ours onderzochten
de relevantie van dit partnereffect
aan de hand van gegevens over Ne-
derlandse huishoudens. Er is een
sterke samenhang in de beslissing
van partners om te stoppen, maar
deze blijkt gedreven door overeen-
komstige karakteristieken. Als de
auteurs hiermee rekening houden,
vinden ze geen effect. Blijkbaar
is liefde niet sterk genoeg om een
rookverslaving te overwinnen.
Palali, A. en J. van Ours (2015) Love
conquers all but nicotine. Spousal peer
effects on the decision to quit smoking.
CEPR Discussion Paper , 10860.
72.000
kinderen
Kinderopvang
De formele opvang – waaronder dagopvang en buiten-
schoolse opvang – verliest populariteit. Tussen 2012 en 2014
nam het aantal kinderen in de opvang af met ruim 72.000.
Redenen hiervoor zijn de bezuinigingen op de kinderop-
vangsubsidie, de afnemende vraag door de economische crisis en de daling van 2,5 procent van het aantal kinderen
in diezelfde periode. In Urk gaat slechts zeven procent van
de kinderen uit Urk naar de opvang, waarmee de Urkers
relatief het minst gebruik maken van kinderopvang.
CBS (2015) In twee jaar 72 duizend kinderen minder naar opvang. CBS
Persbericht, 13 oktober.
ESB Input / output

609Jaargang 100 (4720) 22 oktober 2015
Hubs
Zeventig procent van elke intercon-
tinentale KLM-vlucht op Schiphol
bestaat uit transferpassagiers.
Lieshout et al. berekenden het wel-
vaartseffect van deze hubfunctie
met verschillende gemodelleerde
scenario’s. Het model simuleert
de gevolgen die een mindere vraag
naar overstapvluchten op de reis-
kosten van de Nederlandse passa-
gier hebben. In een scenario waarin
Schiphol zijn hubfunctie verliest en
enkel nog fungeert als een lokale
luchthaven, kost dat de Nederland-
se passagiers 634 miljoen euro per
jaar . Het grootste deel komt op
conto van de hogere reiskosten en
langere reistijden.
Lieshout, R., G. Burghouwt en T. Boo-
nekamp (2015) Economisch belang van
hubfunctie van Schiphol. SEO Rapport, 22.
Tienerzwangerschap
Verplicht onderwijs vermindert tienerzwanger –
schap. Dit concluderen DeCicca en Krashinsky uit
een regressieanalyse op basis van Canadese data uit
1976, 1981, 1986 en 1991. De auteurs maakten ge –
bruik van veranderingen in de Canadese leerplicht
om de impact van onderwijs op zwangerschap te
meten. Aanscherpingen van de leerplicht verlaag –
den de kans op tienerzwangerschap met twee à drie
procent. Onderwijs vermindert vooral het aantal
zwangerschappen van 18- en 19-jarigen, niet voor
latere leeftijden. Onderwijs zou volgens de auteurs
de tijd van tieners in beslag nemen, waardoor ze dus
minder tijd hebben voor andere activiteiten.
DeCicca, P. en H. Krashinsky (2015) Does education reduce
teen fertility? Evidence from compulsory schooling laws.
NBER Working Paper Series , 21594.
Parkeer vergunningen
In veel steden kost parkeren
geld, maar krijgen bewoners
voor geen of weinig geld
een parkeervergunning. De
Groote et al. bestudeerden
de welvaartseffecten van deze
impliciete parkeersubsidies
voor bewoners aan de hand van veranderingen in
het autobezit in Amsterdam. Ze maakten in hun on –
derzoeksopzet gebruik van de ruimtelijke variatie in
de wachttijd voor een parkeervergunning , en dus in
de omvang van de impliciete subsidie. In het stads-
centrum loopt de wachttijd soms op tot vier jaar.
De resultaten wijzen uit dat een extra jaar wachten
op een parkeervergunning het autobezit met twee
procentpunten vermindert. De auteurs rekenen het
subsidievoordeel en de verschuiving in autobezit ver –
volgens om naar een welvaartsverlies per jaar van 270
euro per parkeervergunning. Ook laten ze zien dat
de toekenning van parkeervergunningen inkomens-
regressief is: rijke huishoudens ontvangen vijf keer
vaker impliciete parkeersubsidies dan armere huis-
houdens. Parkeervergunningen zijn in hun huidige
vorm al met al een dure, oneerlijke aangelegenheid.
Groote, J. de, J. van Ommeren en H.R.A. Koster (2015) Car
ownership and residential parking subsidies: evidence from
Amsterdam. Tinbergen discussion paper, 15-116/VII.
Energiebelasting
Momenteel is de energiebelasting op
elektriciteit veel hoger dan op gas.
Rooijers et al. onderzochten de effec-
ten van een stapsgewijze verhoging
van de energiebelasting op gas naar
het niveau van elektriciteit in 2015. Ze
verwachten dat huishoudens uitein-
delijk vijftien procent minder energie
gaan gebruiken als gevolg van de
prijsstijging. Daarbij rekenen ze op
substitutie van elektriciteit voor gas,
op meer installatie van zonnecellen
en op energiebesparende maatre-
gelen. De auteurs bevelen ten slotte
aan om de extra overheidsinkom-
sten te gebruiken voor terugsluizing
naar huishoudens via een hogere
heffingskorting op energie en lagere
inkomstenbelasting.
Rooijers, F.J., B.L. Schepers en S. Charif
(2015) Verschuiving energiebelasting.
Aanvullend op de rapportage van juli 2015
is extra variant doorgerekend EBgas = EB-
elektriciteit. CE Delft publicatie, 15.3F51.51.
Zelfstandigen
Het aantal zzp’ers in Nederland is de laatste decen –
nia sterk gegroeid. In de voorbereiding op het inter –
departementaal beleidsonderzoek naar zelfstandi-
gen zonder personeel dat begin oktober verscheen,
analyseerden Bosch et al . de literatuur omtrent de
achtergrond en gevolgen van de zelfstandigen.
Hieruit blijkt dat de groep zzp’ers zeer heterogeen
is hun werkzaamheden niet veel verschillen met die
van werknemers in loondienst. Het is onduidelijk in
hoeverre een zzp’er een maatschappelijke meerwaar –
de heeft ten opzichte van een werknemer, waardoor
een belasting voordeel als de zelfstandigenaftrek in –
efficiënt kan zijn. Aangezien een klein deel van de
zzp’ers wel maatschappelijke meerwaarde toevoegt
door middel van innovatie en werkgelegenheid, zou
de overheid zich beter kunnen richten op specifieke
stimulering van dit soort zelfstandigen.
Bosch, N., M. de Graaf-Zijl en D. van Vuuren (2015) Position
paper ten behoeve van ‘IBO Zelfstandigen zonder perso-
neel’. CPB Notitie, 12 maart.
De sociale stad
Sociale woningen worden op andere gronden dan
marktmechanismen toegewezen aan lage inkomens,
waardoor de locatiebeslissing van lage en hoge inko –
mens is verstoord. Kattenberg en Hassink verken –
nen empirisch of de beschikbaarheid van sociale
woningen hoogopgeleiden ervan weerhoudt om in
een stad te gaan wonen. Op grond van longitudinale
panelgegevens voor veertig Nederlandse steden over
de periode 1981–2006 constateren ze dat sociale
woningen inderdaad zorgen voor een lager aandeel
hoogopgeleiden in een stad. Een toename van tien
procentpunten in de voorraad aan woningen met
gereguleerde huren valt samen met een afname in
het aandeel hoogopgeleiden van 1,8 procentpunt.
Dit suggereert volgens de auteurs dat sociale wonin –
gen het vermogen van steden beperken om agglo –
meratievoordelen te benutten en complementariteit
tussen hoog- en laagopgeleiden te realiseren.
Kattenberg, M.A.C. en W.H.J. Hassink (2015) Does social
housing hinder the development of a high-skilled labor
force? USE discussion paper, 15(11).
Uitkeringen
In maart 2015 waren er 441.430 personen in Nederland met
een bijstanduitkering. Dit betekent dat voor elke honderd
Nederlanders boven de vijftien jaar die nog niet een AOW
ontvangt ongeveer drie een uitkering hebben. Dezelfde
verhouding gold voor Nederlanders met een werkloos- heidsuitkering . Het aantal arbeidsongeschikten bedroeg
768.340, oftewel 5,5 procent van de beroepsbevolking. In
totaal geniet, exclusief de AOW’ers, minimaal een op de
tien Nederlanders boven de 15 jaar een uitkering.
CBS (2015) Personen met uitkering; soort uitkering, wijken en buur-
ten 2015. Statistieken op CBS Statline, 13 oktober.
441.430
personen in de bijstand
Input / output ESB

Auteur