Ga direct naar de content

Ceteris paribus

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 8 2015

ESB Ceteris paribus
604Jaargang 100 (4719) 8 oktober 2015
Ceteris paribus
Klaus Schmidt
Klaus Schimdt is hoogleraar aan de Ludwig-Maxi-
milians-Universität München.
Waar werkt u momenteel aan?
‘Wij [Björn Bartling en ik] willen te weten komen
of handel wordt beïnvloed door het middel waar –
mee er verhandeld wordt. Het zou in theorie niets uit moeten maken
of je handelt in tijd, geld of goederen. Onze hypothese is echter dat
handelen in tijd wél tot andere handelsuitkomsten leidt. Door middel
van experimenten onderzoeken wij of dit inderdaad het geval is.’
Wat maakt het uit?
‘Als je handelt in geld dan creëer je meer ongelijkheid dan wanneer je han –
delt in tijd. Bijvoorbeeld, als ik mijn zoon en zijn vriendje help met econo –
mie-huiswerk en de moeder van het vriendje helpt met maatschappijleer,
HET WOORD AAN…
UIT DE OUDE ESB-DOOS UIT DE OUDE ESB-DOOS
HUISECONOMIE
Het terrein van de huiseconomie is het gezin, waarin zowel wordt
geconsumeerd als geproduceerd. In de consumptieve sfeer wordt,
net als in de traditionele economie, het nut gemaximaliseerd. Alleen
is het nut niet direct afhankelijk van de aankoop van goederen op de
markt: marktgoederen schenken alleen bevrediging in combinatie
met de ,,input” van schaarse menselijke tijd in de huishouding. Een
gekochte diepvriesmaaltijd bij voorbeeld verschaft de koper alleen
nut als hij eerst wordt ontdooid, dan verwarmd en vervolgens ge

geten. Er moet dus binnen de huishouding eerst nog geproduceerd
worden om te kunnen consumeren. De consequentie hiervan is dat
het gezin, in afwijking van de traditionele economie, als geintegreer –
de consumptie- en produktiehuishouding wordt gezien. Er is sprake
van een nutsfunctie en een produktiefunctie. De thuiseconoom
maximaliseert en differentieert om te bepalen bij welke combinatie
van produceren en consumeren zijn nut maximaal is. Dit theoreti-
sche kader is op veel keuzehandelen binnen de persoonlijke levens-
sfeer toegepast, zoals het volgen van een opleiding , de tijd besteed
aan de opvoeding van het kind en arbeidsmarktparticipatie.
H. Kamps (1984) De thuiseconoom. ESB, 69(3463), 613.
VALUTASCHOMMELINGEN EN KLOMPEN
Het is te voorzien, dat eerst dan een verbetering
in den moeilijken toestand zal intreden, een toe –
stand, die niet alleen voor de klompen-industrie,
doch voor zoo menige andere hier te lande in
meerdere of mindere mate critiek is, indien voor
de ontredderde valutakwestie door eene interna –
tionale regeling een afdoende oplossing gevonden zal zijn.
Intusschen blijft voor de belanghebbenden nog een weg open, na –
melijk het zoeken naar nieuwe afzetgebieden; met name in de land –
bouwende staten van Amerika, waartoe reeds stappen worden ge –
daan. Uitzending door de georganiseerde belanghebbenden van een
prima kracht ter verkenning en opening van nieuw afzetgebied, lijkt
daartoe de aangewezen weg en voor een ernstige poging in die rich –
ting , ware de medewerking en den steun der Regeering te verzoeken
en redelijkerwijze ook te verwachten.
Merck, J.K. Moeilijkheden in de klompenindustrie. ESB, 5(217), 163-165.
dan investeren die moeder en ik allebei twee uren per week, ongeacht ons
uurloon. Als we besluiten om ieder de helft te betalen aan het inhuren
van een huiswerkbegeleider, dan betalen we ieder veertig euro. Maar voor
die veertig euro moet ik (met een lager uurloon dan de moeder van het
vriendje) veel langer werken dan die moeder. Handelen in geld is daar –
door voor mensen met een lager uurloon veel minder voordelig dan han –
delen in tijd. Mensen hebben dus verschillende referentiepunten.’
Wat kunnen beleidsmakers van uw onderzoek leren?
‘We hopen duidelijk te maken dat markten efficiënt werken, maar dat
we rekening moeten houden met verschillende uitkomsten al naar
gelang het gebruikte ruilmiddel.’

Auteur