Ga direct naar de content

Promotie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 3 2015

ESB Promotie
334Jaargang 100 (4711) 4 juni 2015
S
inds de uitbreidingen van de Europese
Unie in 2004 en 2007 is het aantal
arbeidsmigranten toegenomen, voor –
namelijk uit Oost-Europese lidstaten. In Ne –
derland zijn zij vaak werkzaam in sectoren als
de bouw, land- en tuinbouw en de vleesver –
werkende industrie. Bedrijven huren arbeids-
migranten meestal tijdelijk in en regelmatig
onder oneigenlijke constructies, waarbij ze
gebruikmaken van verschillen in wet- en regel –
geving tussen Europese landen. De arbeidsom –
standigheden van Europese arbeidsmigranten
blijken dan ook regelmatig af te wijken van de
standaarden onder de Nederlandse cao’s. Aan
deze situatie lijkt niet veel te veranderen en
relatief weinig migranten ondernemen actie
om hun arbeidsomstandigheden te verbete –
ren. Waarom komen deze migranten niet in
opstand bij ondermaatse arbeidsomstandigheden en welke rol speelt
de vakbond daarbij? Deze vragen vormen de aanleiding voor mijn
promotieonderzoek naar de handelswijzen van Europese arbeidsmi-
granten en vakbonden in Nederland tegen de achtergrond van een
competitieve Europese arbeidsmarkt.
Om de handelingswijzen van Europese arbeidsmigranten te onder –
zoeken, wordt in het proefschrift het concept agency ofwel agentschap
gebruikt. Daarmee wordt bedoeld: het geheel aan de manieren waarop
actoren hun relaties met omringende personen, plaatsen, instituties en
gebeurtenissen vormgeven. Migranten worden dus beschouwd als soci-
ale actoren die mede de arbeidsmarktomstandigheden vormgeven door
hun individuele en collectieve handelen. Duidelijk is dat hun hande –
lingsmogelijkheden worden begrensd doordat de arbeidsrelaties die zij
aangaan veelal worden gekenmerkt door ongelijke machtsverhoudingen.
Voor dit onderzoek zijn negentig kwalitatieve interviews gehouden
met arbeidsmigranten en Nederlandse werknemers, vakbondsfunc-
tionarissen en werkgevers. Daarnaast zijn vakbondsstrategieën ten
aanzien van arbeidsmigranten onderzocht, door middel van partici-
patieve observatie in de bouwsector en supermarktdistributiecentra.
Met behulp van deze onderzoeksmethoden is inzicht verkregen in het
agentschap en de werkervaringen van Europese arbeidsmigranten in
Nederland. Dit micro-perspectief verrijkt de bestaande literatuur over
arbeidsverhoudingen, die voornamelijk handelswijzen van geïnstituti-
onaliseerde actoren, zoals vakbonden of werkgevers, bestudeert. Door
de kleinschalige, gedifferentieerde handelingen van arbeidsmigranten
te onderzoeken ontstaat een genuanceerder inzicht in de achterlig –
gende processen rondom arbeidsomstandigheden en vakbondsverte –
genwoordiging.
Een van de casussen in het proefschrift is de bouw van de energiecentra –
les in de Eemshaven in Noord-Groningen. Bij deze bouwprojecten wer –
den duizenden buitenlandse werknemers uit Oost- en Zuid-Europa aan
het werk gezet die vaak niet correct volgens de Nederlandse cao betaald
werden. Collectief ageren tegen incorrecte beloning , tevens met hulp
van de Nederlandse vakbond, werd belemmerd door taalbarrières, de
hoge mobiliteit van de buitenlandse werknemers, de tijdelijke arbeids- contracten, de ongelijke machtsverhoudingen
en de ondoorzichtige en lange aanbestedings-
ketens. Hoewel er wel degelijk actiebereidheid
bleek te bestaan onder de buitenlandse werk

nemers in de Eemshaven, waren zij zich er ook
terdege van bewust dat de mogelijkheden om
hun rechten daadwerkelijk te claimen beperkt
waren, terwijl ze negatieve consequenties in de
vorm van baanverlies reëel achtten. Vandaar dat
de meeste migranten hun problemen eerder in
eigen kring proberen op te lossen. Daarnaast
handelen zij liever op onopvallende wijze om
hun eigen positie te verbeteren binnen de com –
petitieve arbeidsmarkt dan dat zij zich collec-
tief uitspreken tegen hun werkgevers.
Solidariteit tussen werknemers die onder ver –
schillende arbeidsvoorwaarden aangesteld
zijn, is vaak afwezig op werkplekken waar
veel verschillende nationaliteiten werken. Bij grootschalige bouw –
projecten is de verscheidenheid aan nationaliteiten en buitenlandse
(uitzend)ondernemingen hoog. In andere sectoren, waar de verschei-
denheid in contractuele vormen beperkter is, lukt het opbouwen van
solidariteit met behulp van de vakbond soms wel. Zo wordt in het
proefschrift een casus behandeld waarbij Poolse uitzendkrachten in
de supermarkt-distributiesector met succes staakten om hun arbeids-
voorwaarden te verbeteren. Door een gezamenlijke actie van Poolse
en Nederlandse werknemers werd een draaideurconstructie, waar –
door Polen jarenlang op de meest onzekere uitzendcontracten aan
het werk werden gehouden, een halt toegeroepen.
Het proefschrift toont aan dat het niet zozeer de beperkte actiebereid –
heid is van buitenlandse werknemers waarom zij vaak geconfronteerd
worden met ondermaatse werkomstandigheden, als wel de gelimi-
teerde mogelijkheden binnen de complexe Europese marktcontext
om deze omstandigheden effectief te veranderen door individuele,
collectieve, georganiseerde of juridische handelingen. Vanwege deze
beperkte mogelijkheden proberen arbeidsmigranten hun positie
veeleer op min of meer onopvallende manieren te verbeteren, door
bijvoorbeeld strategisch van baan te wisselen in plaats van proberen
arbeidsomstandigheden bij een bepaalde werkgever te veranderen. Zo
blijven bestaande ongelijke arbeidsverhoudingen en ondermaatse ar –
beidsomstandigheden in stand. Bovendien toont dit proefschrift aan
dat deze discrepantie tussen de geprefereerde handelingswijzen van
vakbonden en arbeidsmigranten soms overbrugd kan worden met
vakbondswerk, maar vaak ook niet. Dit gegeven is belangrijk voor
vakbonden, alsmede voor de politiek, indien zij dit soort ongelijke
machtsverhoudingen willen aanpakken en betere bescherming willen
bieden aan een categorie werknemers die inmiddels een structurele
positie inneemt in verschillende Nederlandse sectoren.
LITERATUUR
Berntsen, L.E. (2015) Agency of labour in a flexible pan-European labour market: a qualita-
tive study of migrant practices and trade union strategies in the Netherlands . Proefschrift.
Groningen: Universiteit van Groningen.
Promotie
LISA BERNTSEN
Postdoc onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg

Auteur