Ga direct naar de content

Input/output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 6 2015

.

ESB Input / output
260Jaargang 100 (4709) 7 mei 2015
Input // output
Groene paradox
Uitstel van een verhoging van de belasting op
CO
2-uitstoot – als gevolg van politieke tegen –
stand – heeft als averechts effect dat nu meer
fossiele brandstoffen worden gewonnen en ver –
bruikt. Van der Ploeg verkent deze groene para –
dox van CO
2-belasting met een algemeen even –
wichtsmodel dat de marktwerking van handel,
kapitaal en olieproductie schat. De theoretische
resultaten laten zien dat een verwachte CO
2-
belasting nu tot meer uitstoot leidt wanneer
de prijsgevoeligheid van de vraag naar brand –
stoffen die van het aanbod overstijgt. Het be – lastingeffect op de huidige uitstoot neemt af in
perioden van lage rente, omdat de handel tussen
olieproducerende en olieconsumerende landen
zich dan makkelijker – via de dan lage importta

rieven – herstelt naar een nieuw evenwicht. De
politiek zou volgens Van der Ploeg daarom met
de huidige lage rente niet terughoudend moeten
zijn om de CO
2-belasting te verhogen.
Ploeg, F. van der (2015) Second-best carbon taxation in
the global economy: the green paradox and carbon leak-
age revisited. CEPR Discussion Paper , 10549.
Werkzame koppels
Werkzame koppels hebben door hun gezamenlijke
arbeidsaanbod het voordeel dat ze risico’s van ver –
slechterde arbeidsomstandigheden onderling kun –
nen opvangen. Door deze arbeidsbuffer ligt het
welvaartseffect van het sociale stelsel – de aan loon
gekoppelde werkloosheidsuitkering en de uniforme
bijstand – bij deze groep twaalf tot achttien pro –
cent lager dan bij alleenstaanden. Dit concluderen
Haan en Prowse uit onderzoek met een levenscy –
clusmodel naar het arbeidsaanbod binnen Duitse
huishoudens en de sociale zekerheden die ze tot
hun beschikking hebben. De resultaten laten ook
zien dat voor werkende koppels het optimale niveau
voor sociale bijstand 41 procent beneden het hui-
dige niveau ligt. Verder vinden de auteurs dat het
welvaartseffect van sociale bijstand hoger is dan een
werkloosheidsuitkering , vooral voor laagopgeleide
huishoudens omdat zij een lager loon genieten en
meer werkonzekerheid hebben op de arbeidsmarkt.
Dit pleit voor afschaffing van de ww en vervanging
door sociale bijstand.
Haan, P. en V. Prowse (2015) Optimal social assistance and
unemployment insurance in a life-cycle model of family la-
bor supply and savings. IZA Discussion Paper, 8980.
Geluksopbouw
Een fundamentele vraag is of geluk
toeneemt met materiële omstan-
digheden of dat mensen hieraan
gewend raken. Galiani et al. voerden
een veldexperiment uit om te ver-
kennen wat voor soort invloed de
voorziening van woonruimte voor
extreem armen in Latijns-Amerika
had op ervaren welzijn. Hiermee
hoopten de onderzoekers te kun-
nen vaststellen of arme mensen
daadwerkelijk gelukkiger worden
zodra in basisbehoeften is voorzien.
De experimentresultaten laten zien
dat de deelnemers die betere woon-
ruimte kregen inderdaad aanzienlijk
meer welzijn ervoeren. Maar na acht
maanden verdwijnt dit aanvankelij-
ke gelukseffect voor zestig procent.
Galiani, S., P.J. Gertler en R. Undurraga
(2015) The half-life of happiness: hedon-
ic adaptation in the subjective well-be-
ing of poor slum dwellers to a large
improvement in housing. NBER Working
Paper, 21098.
Beroepsopleidingen
Hoe heeft de markt voor private beroepsoplei-
dingen in Nederland zich de afgelopen vijf jaar
ontwikkeld? Rosenboom en Tieben voerden een
marktverkenning uit op basis van een enquête on –
der een representatieve groep van 361 private op –
leiders. De verkenning laat zien dat de marktomzet
in de afgelopen vijf jaar met zes procent is toege –
nomen naar 3,4 miljard euro. Dit ondanks een da –
ling van 19.000 naar 16.000 aanbieders, wat duidt
op het vertrek van minder goed presterende be –
drijven uit de markt tijdens de economische crisis.
De verwachte opkomst van het afstandsonderwijs
tussen 2010–2014 is vooralsnog uitgebleven. Het
contactonderwijs is met 46 procent marktaandeel
nog steeds de populairste onderwijsvorm, maar
verandert langzaamaan in een gecombineerde on –
derwijsvorm. Zorgopleidingen vormden de groot –
ste stijger en economische opleidingen de grootste
daler. Deze twee opleidingen vormen samen alsnog
het grootste deel van de opleidingsmarkt.
Rosenboom, N. en B. Tieben (2015) Marktmonitor private
opleiders van beroepsopleidingen en trainingen. SEO-rap-
port, 014.
6,5
miljard euro
Collegegeld
Onderwijsinstellingen ontvingen in 2013 in totaal 6,5 mil-
jard euro aan inkomsten. Hiervan was de helft afkomstig
van de overheid en een kwart van werk in opdracht van
derden. Collegegeld bedroeg slechts een tiende van de
totale inkomsten. Aangezien het primaire en secundaire onderwijs doorgaans geen collegegeld kent, verklaart
dit deels de relatief geringe bijdrages van de studenten.
CBS (2015)
Onderwijsinstellingen; financiën. CBS Statline , 20 april.

Input / output ESB
261Jaargang 100 (4709) 7 mei 2015
Vliegveldregulering
Omdat vlieg velden vaak lokale monopolies zijn,
reguleren overheden de tarieven vlieg velden aan
luchtvaartmaatschappijen rekenen voor het gebruik
van de infrastructuur. De vlieg velden verdienen
daarnaast steeds meer met commerciële activiteiten
wat de vraag oproept of de winst uit deze activitei-
ten vanuit welvaartsoogpunt wel of niet zou moeten
meetellen voor het afdekken van de kosten van de
infrastructuur. Wel meetellen van de commerciële
winsten leidt volgens Czerny en Zhang tot lagere ta-
rieven voor luchtvaartmaatschappijen en daardoor
tot minder problemen met marktmacht. Scheiding
van commerciële en infrastructuurinkomsten lijkt
echter meer welvaartsverhogend voor hele drukke
vlieg velden, omdat afzonderlijke infrastructuurta –
rifering dwingt tot hoge tarieven die congestie be –
perken. De auteurs bepleiten een koppeling van wel
meetellende commerciële inkomsten aan toegangs-
rechten voor luchtvaartmaatschappijen op basis van
eerder gebruik in geval vlieg velden druk zijn.
Czerny, A.I. en A. Zhang (2015) Single-till versus dual-till
regulation of airports. Tinbergen Discussion Paper , 15(049).
Sleutelhavens
Een verbetering van de economische structuur in
een land verbetert ook de concurrentiepositie. van
het land. Zo kan het uitbreiden van de haven in
Rotterdam zorgen voor verbeterde reistijd en be-
trouwbaarheid van vrachttransport, wat leidt tot
verhoogde productiviteit en concurrentiekracht in
een land. Vooraf is het echter niet helder wat precies
de effecten zullen zijn. Wortelboer-van Donselaar
et al. analyseerden de literatuur over het verband
tussen bereikbaarheid en concurrentiepositie en
constateerden dat er vele indirecte effecten voort –
komen uit onder andere agglomeratie en marktwer –
king. De auteurs stellen daarom voor om bij het se –
lecteren van projecten een beslisboom en checklist
te gebruiken om plannen concreter te evalueren.
Wortelboer-van Donselaar, P., J. Visser en H. Gordijn (2015)
Bereikbaarheid en concurrentiekracht . Den Haag: KiM.
Pinnen
Nederlanders zijn meer gaan pin-
nen in winkels na de landelijke pin-
campagne in 2007. Dit concluderen
Jonker et al. op basis van winkel-
transacties tussen 2005–2013, die
onderzoek deden naar het campag-
ne-effect op het betaalgedrag van
mensen. Het effect was het sterkst
vlak na de start van de campagne en
nam daarna af ondanks de lancering
van nieuwe slogans. Volgens de au-
teurs was de campagne succesvoller
in het begin omdat de consument
gewezen werd op hun eigen gedrag
– door meer te pinnen droegen ze
bij aan meer veiligheid in winkels.
Consumenten zijn dus wel vatbaar
voor campagnes, zolang deze maar
de juiste sociale snaar raken.
Jonker, N., M. Plooij en J. Verburg (2015)
Does a public campaign influence debit
card usage? Evidence from the Nether-
lands. DNB Working Paper, 470.
Veelvliegers
Behrens en McCaughey analyseren
het effect van loyaliteitsprogram-
ma’s op consumentengedrag. Ze
bestuderen de welvaartseffecten
van een onverwachtse wijziging
in het frequent flyer-programma
van een luchtvaartmaatschappij
waarmee reizigers met hun vlucht-
kilometers voorrechten opbou –
wen. Eerst bouwden reizigers de
voorrechten bij de maatschappij
geleidelijk op en vanaf 2007 staps-
gewijs, op drie steeds lucratievere
deelnemersniveaus. Deze wijziging
bracht de luchtvaartmaatschappij
per deelnemer acht dollar meer op
en het surplus van deelnemers nam
gemiddeld met vijf dollar toe.
Behrens, C. en N. McCaughey (2015)
Loyalty programs and consumer be-
haviour: the impact of FFP’s on consum-
er surplus. Tinbergen Discussion Paper,
15(048).
Kilometers heffen
Het maatschappelijk rendement van prijsbeleid
voor personenauto’s hangt af van de omvang van
het fileprobleem en de gerichtheid waarmee prijs-
beleid deze congestie aanpakt. Dit concluderen het
CPB en PBL na analyse van recent voorgestelde
vormen van prijsbeleid. Een congestieheffing voor
alleen weg vakken en momenten met files is renda –
bel, maar lastig uitvoerbaar omdat mensen moeilijk
kunnen inschatten wanneer ze heffing moeten be –
talen. Een kilometerheffing op alle wegen en tijden
is alleen rendabel bij verdubbeling van de filepro –
blematiek. Het welvaartsverlies door minder ac-
cijnzen is bij de huidige filedruk veel groter dan de
welvaartswinst door minder emissies, geluidshinder
en verkeersslachtoffers. Met de huidige filedruk is
welvaartswinst van prijsbeleid voor weg verkeer dus
niet evident.
CPB en PBL (2015) Maatschappelijke kosten en baten prijs-
beleid personenauto’s. CPB/PBL Notitie, 13 april.
Schaalvoordelen
Door het verhogen van de productie kunnen ener –
zijds vaste kosten beter gespreid worden en ander –
zijds variabele kosten met de productie meestijgen.
Dit geldt eveneens bij de gemeentelijke administra –
tie. Een gemeente kan het aantal inwoners verho –
gen – productie – door te fuseren met een andere
gemeente. Op basis van jaarlijkse gemeentelijke uit –
gaven bekeken Bikker en Van der Linde het verband
tussen kosten per inwoner en aantal inwoners. Ze
bekeken verschillende soorten kosten waaronder
die voor gemeentelijke administratie. Hieruit bleek
dat bij gemeentelijke administratie tussen 2005 en
2014 het optimale aantal inwoners is gestegen met
ruim zeven duizend inwoners. De auteurs redeneren
dat de gemeentelijke administraties steeds meer en
complexere taken krijgen, waardoor de vaste kosten
steeds zwaarder gaan wegen dan de variabele.
Bikker, J.A. en D. van der Linde (2015) The optimum size
of local public administration. Discussion Paper University
Utrecht, 15(05).
Twee stuks, twee ons
Slechts een op de vier Nederlanders at genoeg groenten en fruit
in 2014. Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête van het Centraal Bu-
reau voor de Statistiek. Hierin werd onderzocht in hoeverre Ne-
derlanders voldeden aan de richtlijnen opgesteld door de Gezond-
heidsraad. Voor geen enkele onderzochte categorie, variërend van leeftijd tot opleiding, is er een meerderheid die de normen haalt.
Verder blijkt dat vooral ouderen en allochtonen vaker voldoende
groente en fruit aten in vergelijking met jongen en autochtonen.
CBS (2015)
Nederland eet onvoldoende groente, fruit en vis. Persbericht CBS,
23 april.
1/4

Auteur