Ga direct naar de content

Het effect van koningshuizen op de export

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 22 2015

Monarchieën exporteren over het algemeen niet meer dan landen zonder een koninklijke familie. Omdat ze wel meer exporteren naar landen met een koningshuis, is de aanwezigheid van een lid van het koninklijk huis mogelijk meer gewenst bij handelsmissies naar collega-monarchieën.

234Jaargang 100 (4708) 23 april 2015
Het effect
van koningshuizen op de export
INTERNATIONAAL
V
oorstanders van monarchieën, in Neder –
land en elders, verdedigen hun positie vaak
door te wijzen op de positieve effecten
die koningshuizen hebben op toerisme
en internationale handel. Zo liet CDA-
Kamerlid Madeleine van Toorenburg over de Nederlandse
koninklijke familie optekenen: “Laten we ons heel goed
realiseren dat zij voor de internationale handel ronduit een
goudmijn zijn.” (Tweede Kamer, 2014) Tegelijkertijd ligt het, door een economische bril beke –
ken, niet voor de hand dat een koningshuis invloed heeft op
de internationale handel. Voor een ondernemer zullen vooral
economische factoren zoals de transportkosten en de grootte
van de afzetmarkt van belang zijn. Niet voor niets wordt in
de empirische literatuur over de internationale handel vaak
gebruikgemaakt van het zwaartekrachtmodel, waarbij een
aanzienlijk deel van de internationale handel wordt verklaard
door het bbp en de afstand tussen landen. Om te onderzoe –
ken of de aanwezigheid van een koningshuis bijdraagt aan
de export van een land, wordt er een inschatting gemaakt via
een simpel zwaartekrachtmodel met daarin dummy’s voor de
aanwezigheid van een koningshuis. ECONOMISCHE DIPLOMATIE
De kosten van een koninklijke familie zijn eenvoudig te
meten. In Nederland zijn de kosten opgenomen in de
Rijksbegroting en voor 2014 begroot op ongeveer veertig
miljoen euro. De opbrengsten zijn veel moeilijker in te
schatten. Een van de manieren waarop een koninklijke fa

milie welvaart creëert, is door de mogelijke invloed die zij
heeft op economische en diplomatieke relaties. Economische diplomatie wordt gedefinieerd als het
gebruik van internationale politieke middelen om econo –
mische doelen te bereiken, bijvoorbeeld in de vorm van
handelsmissies, economische afdelingen van ambassades, of
exportpromotie. Economische diplomatie kan internatio –
nale handel bevorderen door onzichtbare handelsbarrières
te slechten (Yakop en Van Bergeijk, 2011). Deze handels-
barrières omvatten overheidsinvloed aan de vraag- of aan –
bodzijde, zoals infrastructuur, culturele barrières of mogelijk
(toekomstig ) overheidsingrijpen. De gedachte achter eco –
nomische diplomatie is dat de overheid en het bedrijfsleven
hiermee het signaal afgeven dat een handelsrelatie belang –
rijk voor ze is. Handelspartijen kunnen hierdoor een stabiel
beleid met betrekking tot de handelsrelatie verwachten. De empirische literatuur over economische diploma –
tie constateert voornamelijk een positief effect van deze
diplomatie op de internationale handel. Rose (2007) kijkt
naar het effect dat ambassades op de internationale handel
hebben en vindt een significant positief effect. Deze re –
sultaten worden bevestigd door Afman en Maurel (2010)
en Yakop en Van Bergeijk (2011), die ook een positief ef-
fect van een permanente vertegenwoordiging constateren,
voornamelijk waar het transitie-economieën en ontwik –
kelingslanden betreft. De effecten van handelsmissies zijn
controversiëler. Nitsch (2007) vindt een positief effect
voor Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten, terwijl
Head en Ries (2010) constateren dat Canadese handels-
missies geen significant effect op internationale handel
hebben. Moons en Van Bergeijk (2011) voeren een meta-MARK
DIJKSTRA
Promovendus aan
de Universiteit van
Amsterdam
BASTIAAN
OVERVEST
Wetenschappelijk
medewerker bij het
Centraal Planbureau
Voorstanders van monarchieën beweren vaak dat koningshuizen de
export bevorderen. Landen met een monarchie exporteren echter
over het geheel genomen niet significant meer dan landen zonder
koninklijke familie. Wel exporteren monarchieën significant meer
naar andere landen die ook monarchieën zijn. De resultaten geven
een indicatie dat de aanwezigheid van een lid van het koninklijk
huis meer gewenst is bij een handelsmissie naar een monarchie.
ESB Internationaal

Internationaal ESB
235Jaargang 100 (4708) 23 april 2015
analyse uit van 29 studies die de relatie tussen economi-
sche diplomatie en internationale handel inschatten. Zij
constateren dat het effect van economische diplomatie
over het algemeen positief is, waarbij een permanente ver –
tegenwoordiging in de vorm van een ambassade een signi-
ficanter effect heeft dan staatsbezoeken. Koninklijke families kunnen een bijdrage leveren aan
economische diplomatie door handelsmissies te vergezel –
len, of in meer algemene zin door aan de merkwaarde van
een land bij te dragen (Urde et al. , 2007). Wanneer een
koningshuis mee gaat op een handelsmissie dan geeft dat
het signaal af dat deze handelsrelatie belangrijk is. Daar –
naast kan de aanwezigheid van een lid van het koninklijk
huis helpen bij het versterken van een relatie met een land
waar de overheid een grote rol speelt, in het bijzonder wan –
neer zo’n handelspartner ook een koningshuis heeft. Een
interessante vraag is of een koningshuis een meetbaar effect
heeft op de internationale handel van een land, aangezien
het slechts om enkele individuen gaat. Fuchs en Klanna
(2013) tonen dat ook een individu effect kan hebben op
de internationale handel. Zij laten zien dat de bezoeken van
de dalai lama de handel met China negatief beïnvloeden in
het jaar na het bezoek.
METHODE
Het effect van koningshuizen op de export wordt geschat
aan de hand van een zwaartekrachtmodel. Hierin wordt bi-
laterale handel voornamelijk verklaard door de grootte van
de landen, gemeten in bbp, en de afstand tussen deze landen. Het voordeel van de inschatting via een zwaarte –
krachtmodel, ten opzichte van een studie naar de effecten
van handelsmissies, is de exogene manier waarop konings-
huizen in het model worden opgenomen. Als bijvoorbeeld
exportmissies met en zonder koningshuizen worden ver –
geleken, bestaat het risico van omgekeerde causaliteit; bij
handelsmissies naar belangrijke handelspartners wordt een
koninklijk familielid meegestuurd, en naar minder belang –
rijke handelspartners niet. Hierdoor worden bezoeken met
koninklijke families geassocieerd met hogere exporten,
waardoor er een positief effect gevonden wordt, terwijl de
werkelijke causaliteit mogelijk andersom loopt.
Het geschatte zwaartekrachtmodel heeft de volgende vorm:
export
ij = β0 + β1koningi + β2koningj +
β
3koningikoningj + β4ln (bbpi) + β5ln(bbpj) +
β
6ln(bbpcapi) + β7ln(bbpcapj) + β8ln(afstandij) +
γG
ij + FEj + εij (1)
Hierbij is export
ij de export in miljarden dollars van
land i naar land j en koning
i een dummy die 1 is als land
i een monarchie is. Het gaat daarbij om alle vormen van
monarchieën, waaronder koninkrijken, keizerrijken en
sultanaten. bbp
i is het bbp in miljarden dollars van land i,
bbpcap
i het bbp per capita in dollars van land i , en afstandij
de afstand tussen landen i en j in kilometers. G
ij is een ma –
trix van aan geografie gerelateerde controlevariabelen. Dit
zijn een serie dummy’s die 1 zijn wanneer er een koloniaal
verband is tussen de landen in het heden of verleden, wan –
neer de landen een officiële of etnische taal delen, en wan –
neer landen vroeger ooit samen een land vormden. Deze variabelen komen uit een dataset van Mayer and Zignago
(2011), die ze in meer detail bespreken. FE
j voegt vaste ef-
fecten toe voor importerende landen. Het model wordt op twee manieren geschat. Eerst
wordt een zwaartekrachtmodel geschat aan de hand van
een OLS-schatting , waarbij de natuurlijke logaritme van de
exporten is genomen als afhankelijke variabele. OLS is de
klassieke methode in de literatuur, maar een nadeel is dat
hierdoor een groot aantal observaties weg valt, omdat het
handelsvolume tussen veel landen nul is en de logaritme
van nul niet gedefinieerd is. Om hiervoor te corrigeren
wordt het model ook geschat met de absolute waarde van
exporten als afhankelijke variabele, waarbij er rekening
wordt gehouden met de vele nullen in de dataset door een
Poisson-schatter te gebruiken (Santos Silva en Tenreyo,
2006; Burger et al. , 2009).
Bron: UN Comtrade; IMF; CIA World Factbook; Mayer en Zignago, 2011
Beschrijvende statistiek, 2012TABEL 1
Gemiddelde Totaal
Monarchie Republiek TotaalMinimum Maximum
Bbp in miljarden
dollars 6145085320,18 16.245
Bbp per capita in
dollars 32.89611.53916.303 282106.406
Bilaterale export in
miljoenen dollars 870641692 0352.438
Export als percentage
van het bbp 3331311,5 185
N 5.27818.38223.660
Verklarende
variabelen OLS
PoissonLn(exportij)Exportij
Koningi 0,13** 0,070,080,00–0,08 –0,16
Koning
j –0,04 –,15
Koning
ikoningj 0,29** 0,31** 0,260,32*
Ln(afstand
ij ) –1,32*** –1,32***–1,49***–0,57*** –0,58***–0,65***
Ln(bbp
i ) 1,28*** 1,29***1,33***0,81*** 0,82***0,81***
Ln(bbp
j ) 0,90*** 0,90*** 0,79***0,79***
Ln(bbpcap
i ) 0,12*** 0,12***0,11***–0,00 –0,00 0,01
Ln(bbpcap
j ) 0,08*** 0,07*** 0,040,05
Constante 15,27***15,30*** 15,33***15,29***
Controls
1Ja JaJaJaJaJa
Fixed effects NeeNee JaNee Nee Ja
N 16.82816.82816.82823.660 23.66023.660
R
2/ Pseudo R20,644 0,644 0,6870,8570,8570,888
*/**/*** Significant op respectievelijk tien-, vijf- en eenprocentsniveau1 Dit zijn geografische dummy’s, die betrekking hebben op koloniale relaties, een gemeenschappelij ke taal,
een gemeenschappelijke grens en wanneer de landen in het verleden deel u
itmaakten van een enkel land
(Mayer en Zignago, 2011).
Resultaten zwaartekrachtmodel met
koninklijke familiesTABEL 2

ESB Internationaal
236Jaargang 100 (4708) 23 april 2015
D ATA
Het zwaartekrachtmodel wordt geschat met data van 2012.
Gegevens over internationale handel zijn verkregen van de
Comtrade-database van de Verenigde Naties, de data over
het bbp en bbp per capita komen van de IMF World Eco –
nomic Outlook, en de bilaterale afstanden zijn van Mayer
en Zignago (2011). In totaal waren er data beschikbaar
voor 130 exporterende landen, en in totaal 182 mogelijke
handelspartners voor elk exporterend land. De lijst van
monarchieën komt van de CIA World Factbook, en omvat onder meer koningshuizen, keizerrijken en sultanaten. Dit
zijn in totaal 39 landen wereldwijd, waarvan voor 29 data
beschikbaar waren, zodat de uiteindelijke groep van mo

narchieën 29 landen omvat. Tabel 1 toont de beschrijvende
statistiek voor de dataset, waarbij opvalt dat monarchieën
gemiddeld een hoger bbp en een hoger bbp per capita ken –
nen, en gemiddeld meer exporteren. Qua openheid (expor –
ten/bbp) verschillen de landengroepen niet significant.
RESULTATEN
Tabel 2 toont de resultaten van het zwaartekrachtmodel ge –
schat met zowel OLS als de Poisson-schatter. De coëfficiën –
ten van de variabelen in het zwaartekrachtmodel zijn zoals
verwacht, zodat afstand een negatief effect heeft op handel,
en bbp en bbp per capita een positief effect hebben. Opval –
lend is dat het klassieke zwaartekrachtmodel een positief
effect vindt van koningshuizen, maar dat dit effect weg valt
als het interactie-effect met importerende koningshuizen
wordt toegevoegd: het lijkt erop dat de additionele expor –
ten geheel worden verklaard door extra exporten naar ande –
re landen met koningshuizen. In de Poisson-schatting is er
geen significant verschil tussen de exporten van landen met
en zonder koningshuizen, hoewel het interactie-effect licht
significant is. Deze resultaten blijven overeind wanneer de
fixed effects voor importerende landen worden toegevoegd. Tabel 3 presenteert de resultaten nogmaals, maar nu
alleen voor de koningshuizen met een ceremoniële func-
tie. Voor het overzicht zijn de coëfficiënten van de overige
variabelen in het zwaartekrachtmodel niet opgenomen in
de tabel. In het klassieke zwaartekrachtmodel geschat met
OLS blijven de coëfficiënten ongeveer gelijk, zowel qua sig –
nificantie als qua grootte van het effect. Het Poisson- model
constateert nog steeds geen significant verschil tussen de
exporten van landen met en zonder koningshuis, maar
vindt wel een significant interactie-effect. Het lijkt er dus
op dat de resultaten voor alle koningshuizen worden ge –
dreven door koningshuizen met een ceremoniële functie,
waarbij blijkt dat zij geen effect hebben op de exporten over
het geheel genomen, maar wel een positief effect hebben
op exporten naar andere landen met koningshuizen. Mo –
gelijk duidt dit op een effect van economische diplomatie,
waarbij langlopende relaties tussen koningshuizen zorgen
voor betere markttoegang. Als additionele test is het zwaar –
tekrachtmodel ook geschat voor ceremoniële presidenten,
waarbij geen significant interactie-effect gevonden is.
CONCLUSIE
De aanwezigheid van een monarchie blijkt over het geheel
genomen geen significant effect te hebben op de interna –
tionale handel. Wel wordt er een significant positief inter –
actie-effect gevonden, wat betekent dat monarchieën meer
exporteren naar andere landen met een monarch. Deze re –
sultaten worden gedreven door ceremoniële monarchieën.
De resultaten duiden daarmee op een mogelijk effect van
de economische diplomatie van koninklijke families, voor –
al als er andere monarchieën bij betrokken zijn. Dit kan be –
tekenen dat de aanwezigheid van een lid van het koninklijk
huis bij handelsmissies meer gewenst is wanneer een land
met een koninklijke familie bezocht wordt.
LITERATUUR
Afman, E.R. en M. Mourel (2010) Diplomatic relations and trade reorien
tation in transition
countries. In: P.A.G. van Bergeijk en S. Brakman (red.), The gravity model in international
trade: advances and application . Cambridge, VK: Cambridge University Press, 278–295.
Burger, M., F. van Oort en G.-J. Linders (2009) On the specification of the gravity model
of trade: zeros, excess zeros and zero-inflated estimation, Spatial Economic Analysis, 4(2),
167–190.
Fuchs, A. en N.-H. Klanna (2013) Paying a visit: the Dalai Lama effect on international trade.
Journal of International Economics, 91(1), 164–177.
Head, K. en J. Ries (2010) Do trade missions increase trade. Canadian Journal of Economics,
43(3), 754–775.
Mayer, T. en S. Zignago (2011) Notes on CEPII’s distances measures. CEPII werkdocument,
2011(25).
Moons, S.J.V. en P.A.G. van Bergeijk (2011) De effectiviteit van economische diplomatie. ESB,
96(4616), 490–492.
Nitsch, V. (2007) State visits and international trade. The World Economy, 30(12), 1797– 1816.
Rose, A.K. (2007) The foreign service and foreign trade: embassies as export promotion. The
World Economy, 30(1), 22–38.
Santos Silva, J.M.C. en S. Tenreyro (2006) The log of gravity. The Review of Economics and
Statistics, 88(4), 641–658.
Tweede Kamer (2014) Begroting Algemene Zaken en begroting van de Koning. Kamerstuk –
ken, 33940(10).
Urde, M., S.A. Greyser en J.M.T. Balmer (2007) Corporate brands with a heritage. Journal of
Brand Management , 15(1), 4–19.
Yakop, M. en P.A.G. van Bergeijk (2011) Economic diplomacy, trade and developing coun-
tries. Cambridge Journal of Regions, Economy and Society, 4(2), 253–267.
Resultaten zwaartekrachtmodel met alleen
ceremoniële koninklijke familiesTABEL 3
Verklarende
variabelen OLS
Poissonln(exportij)Exportij
CerMoni 0,14***0,08 0,07–0,07 –0,18*–0,27***
Koning
j –,03 –0,18*
CerMon
iKoningj 0,30***0,31*** 0,38***0,46***
Controlevariabelen JaJa JaJaJa Ja
Vaste effecten NeeNee JaNee Nee Ja
N 16.82816.828 16.82823.660 23.660 23.660
R
2/ pseudo R20,644 0,644 0,6870,8570,858 0,889
*/*** Significant op respectievelijk tien- en eenprocentsniveau

Auteurs

Categorieën