Ga direct naar de content

Sectorspecifieke arbeidsmarktspanningen bij aantrekkende omzet

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 9 2014

Nu de groei en ambities van de metalektrosector weer aantrekken, zijn ook de problemen met personeelswerving en -vervanging terug. Beleidsinitiatieven die tekorten aan technisch personeel verhelpen zijn van onverminderd belang.

Arbeidsmarkt ESB

arbeidsmarkt

Sectorspecifieke
arbeidsmarktspanningen bij
aantrekkende omzet
Bedrijven in de metalektrosector hebben de stevige innovatieambities van vóór de crisis hervonden. Uit analyse van arbeidsmarktontwikkelingen binnen de sector blijkt dat daarmee het
spanningsveld tussen de vraag naar technici en hun aanbod ook
weer nadrukkelijk in beeld komt. Dit wijst op het blijvende belang
van scherpte – bij zowel de individuele bedrijven die deze technici
nodig hebben als andere actoren – in de brede maatschappelijke
discussie over tekorten in de techniek.

Ruud gerards
Onderzoeker aan
de Universiteit
Maastricht

I

n de metalektrosector, die in veel opzichten overeenkomsten vertoont met andere technische en industriële sectoren, is sinds 2013 de omzet weer gestegen
en hebben de bedrijven gemiddeld positieve werkgelegenheidsverwachtingen (kader 1). De bedrijven
hebben daarnaast stevige innovatie-ambities. Uit de Arbeidsmarktmonitor Metalektro (Gerards et al., 2014) blijkt dat
steeds meer bedrijven verwacht in de komende vijf jaar meer
nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. Ook verwachten ze hun productieprocessen verder te vernieuwen. Daarmee
zijn de verwachtingen (vooral voor productinnovatie) nog niet
terug op het niveau van voor de crisis, maar tekenend voor de
huidige kentering is wel dat verwachtingen voor álle typen innovatie in de lift zitten. Naast de innovatie-ambities is ook een
toename van de externe samenwerking met diverse partijen,
zoals metalektrobedrijven die verwachten, een aanwijzing voor
hernieuwd economisch vertrouwen. Zo is het percentage bedrijven dat in de komende vijf jaar met hogescholen of universiteiten denkt te gaan samenwerken, gestegen van dertig procent
in 2013 naar vijftig procent in de komende vijf jaar. Bovendien
wordt er meer samenwerking verwacht met andere onderwijsinstellingen en met andere bedrijven, zowel binnen de keten en
met klanten als binnen de sector (Gerards et al., 2014).

Jaargang 99 (4693) 11 september 2014

Als de metalektrobedrijven hun ambities met betrekking
tot innovatie en externe samenwerking willen waarmaken en
bovendien een succesvolle omslag naar een periode van groei
willen maken, dan dienen ze te beschikken over voldoende
goed gekwalificeerde medewerkers. Dit vereist ofwel dat de
bedrijven deze medewerkers al in huis moeten hebben, ofwel dat ze in staat moeten zijn deze aan te trekken of op te
leiden. Dat dit geen vanzelfsprekendheid is, toont een terugblik op het recente verleden, toen op het laatste economische
hoogtepunt van voor de crisis, in 2007 en 2008, bijna de helft
van de metalektrobedrijven erg veel problemen had bij het
aantrekken van geschikte technici (Gerards et al., 2013). De
maatschappelijke discussie over de tekorten aan technici die
in de jaren daarna liep, mondde in 2013 uit in het Techniekpact, dat afspraken omvat tussen bedrijfsleven, onderwijs en
overheid om de tekorten terug te dringen. Drie belangrijke
arbeidsmarktontwikkelingen in de metalektro wijzen echter
ook nu weer op een potentieel spanningsveld, waardoor de
beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde medewerkers
niet zonder meer verondersteld mag worden.
Cruciale medewerkers schaars

Een eerste ontwikkeling die voor spanning zorgt, is de schaarste
aan bepaalde typen technici. De werkgelegenheidsontwikkelingen in de metalektro in 2013, en ook al in 2012, tonen relatief
weinig verlies en groei aan werkgelegenheid voor uitvoerende­
en ondersteunende technici respectievelijk engineering- en
R&D-personeel. Dit zijn bij uitstek de functie­ ategorieën die
c
cruciaal zijn voor het primaire productieproces – om de omslag
naar groei te kunnen maken – en voor innovatie – om vorm
te kunnen geven aan innovatie-ambities. In de recente crisisjaren hebben metalektrobedrijven deze functies dus relatief
beschermd tegen inkrimping, wat de omslag naar groei en het
vormgeven van de innovatie-ambities ten goede komt. Hiertegenover staat dat de metalektrobedrijven, juist ten aanzien van
deze belangrijke functiecategorieën, nu al relatief de meeste
wervingsproblemen ondervinden. Als de economie blijft aan-

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

569

ESB Arbeidsmarkt

Beschrijving en brede relevantie metalektrosector

kader 1

De metalektro neemt een belangrijke plaats in binnen de Nederlandse economie. De sector biedt werk aan ruim 161.000 werknemers en zet ongeveer 40
miljard per jaar om (Raad van Overleg Metalektro, 2014; FME, 2013; binnen de ruimere CBS-definitie gaat het om ruim twee keer zoveel werknemers
en omzet). De sector omvat de bedrijven in de basismetaal, metaalproductie,
machine-industrie, transportmiddelen en elektrotechniek. Een groot deel van
de sector valt daarmee onder de economische topsector High Tech Systems
and Materials (HTSM). De sterke oriëntatie op export binnen de metalektro
en het belang om de internationale concurrentiekracht te waarborgen door
innovatie en een goed opgeleid, duurzaam inzetbaar personeelsbestand, zijn
typisch voor alle Nederlandse topsectoren. In de metalektro werken daarnaast
veel technici die qua achtergrond ook werkzaam hadden kunnen zijn in diverse andere technische en niet-technische sectoren, van de kleinmetaal tot de
voedingsindustrie. Voor het voorzien in hun personeelsbehoefte vissen diverse
sectoren dus uit deels dezelfde vijver met technici, waarmee ontwikkelingen in
de metalektro, als een van de grotere sectoren, een bredere relevantie kennen.
Na enkele jaren van dalende omzet en krimpende werkgelegenheid in de Nederlandse metaal- en elektrotechnische industrie is de omzet sinds de tweede
helft van 2013 weer gestegen. Recente CBS-cijfers laten ook over de eerste
twee kwartalen van 2014 weer een klinkende omzetgroei zien (CBS, 2014a;
2014b). In het kielzog van de stijgende omzet ontwikkelen diverse arbeidsmarktindicatoren zich in de metalektro eveneens positief. Zo zijn de verwachtingen van bedrijven over de werkgelegenheid weer positief en zijn de scholingsuitgaven van bedrijven in de sector na jaren van daling weer gestabiliseerd
(Gerards et al., 2014). Dit optimisme kwam in 2013 al tot uiting in de groei
van de werkgelegenheid in de flexibele schil.

trekken, zullen deze wervingsproblemen eerder erger dan minder worden. Ook uit de arbeidsmarktprognoses van het ROA
blijkt dat er voor een aantal specifieke opleidingsrichtingen die
van belang zijn voor de metalektro, de komende jaren knelpunten worden verwacht. Dit toont tabel 1, die voor een aantal
relevante opleidingsrichtingen de uitbreidingsvraag, de vervangingsvraag, de instroom vanuit de opleidingen en de Indicator Toekomstige Knelpunten Personeelsvoorziening (ITKP)
weergeeft. Voor de komende jaren worden grote knelpunten
verwacht wanneer er wordt gezocht naar gediplomeerden van
de opleidingsrichtingen vmbo metaal, mbo werktuigbouw,
mbo fijnmechanische techniek, hbo werktuigbouwkunde, en
elektrotechniek op alle opleidingsniveaus. Daarbij is de metalektro zeker niet de enige die uit deze pool van afgestudeerden
put en met dit knelpunt te maken kan krijgen. Diverse andere
technische en niet-technische sectoren, zoals de kleinmetaal, de
installatiebranche, de mobiliteitsbranche, de voedingsindustrie
en de medische sector, vissen deels in dezelfde vijver.
Inschatting toekomstige vervangingsvraag

De grote knelpunten in tabel 1 komen bijna geheel door de
hoge vervangingsvraag. Dat brengt ons bij de tweede ontwikkeling die voor spanning kan zorgen: de snel stijgende gemiddelde leeftijd in de metalektro in combinatie met de verwachtingen die metalektrobedrijven hebben over de toekomstige
vervangingsproblemen. Al jaren stijgt de gemiddelde leeftijd
in de sector en sinds 2011 is het percentage werkende 50-plussers hoger dan het landelijke gemiddelde over alle sectoren van
de economie. Desondanks daalt het door metalektrobedrijven
570

gemiddeld verwachte percentage medewerkers dat met pensioen gaat al jaren en daalt ook het percentage bedrijven die
veel vervangingsproblemen verwachten door pensionering.
Twee interpretaties van deze tegenstelling zijn denkbaar. Ten
eerste speelt de stijging van de pensioenleeftijd die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden hier een belangrijk rol. De
bedrijven beseffen, gezien hun moeite om inschattingen van
vervangingsproblematiek te geven voor een periode langer dan
een à twee jaar, waarschijnlijk onvoldoende dat een hogere
pensioenleeftijd de vervangingsproblematiek niet oplost, maar
slechts vooruit schuift tot op het moment dat de gemiddelde
pensioneringsleeftijd niet verder stijgt. Aangenomen mag worden dat dit over enkele jaren het geval zal zijn. Los daarvan
kan de pensioenleeftijd wel stijgen op papier, maar in fysiek
zwaardere functies is langer doorwerken niet altijd een optie.
Hierdoor zullen bedrijven steeds meer te kampen krijgen met
oudere medewerkers die onvoldoende inzetbaar zijn. Deze beperkte inzetbaarheid kan worden versterkt als er bij het bedrijf
of de medewerkers zelf onvoldoende aandacht is voor het upto-date blijven houden van hun competenties. Gezien de grote
ambities die veel bedrijven hebben voor product-, proces- en
diensteninnovaties, zal het van groot belang zijn om in de oudere medewerkers te blijven investeren.
Ten tweede kan het optimisme over het vervangen van
oudere werknemers komen doordat bedrijven er steeds beter
op zijn voorbereid. Uit de arbeidsmarktmonitor blijkt dat een
meerderheid van de bedrijven een of meerdere Active-ageinginstrumenten inzet om hun medewerkers te faciliteren en dat
bedrijven ook in groten getale HR-maatregelen nemen, specifiek met het oog op de vervanging van medewerkers die met
pensioen gaan. Het lijkt er dan ook op dat metalektrobedrijven
zich terdege bewust zijn van de problematiek. De afgelopen jaren hebben echter in het teken van economische crisis gestaan
en het is nu de vraag of de positieve verwachtingen van bedrijven over hun vervangingsproblematiek nog steeds gerechtvaardigd blijken te zijn als het economisch herstel de komende
jaren serieus doorzet, werven van geschikte medewerkers moeilijker blijkt en sommige oudere medewerkers toch niet zo lang
blijken te kunnen doorwerken als nu misschien wordt gedacht.
Het is daarom voor metalektrobedrijven van groot belang om
de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt alert te blijven volgen en
eventuele tekenen van toenemende krapte voor bepaalde functies meteen in een perspectief op langere termijn te plaatsen.
Gevolgen van moeilijk vervulbare vacatures

Een derde relevante arbeidsmarktontwikkeling, die nu al voor
spanning zorgt, betreft de gevolgen van niet-ingevulde vacatures. Ondanks een dempend effect van de crisis zijn er nog
altijd veel bedrijven die problemen hebben bij het aantrekken
van technici. Tussen 2009 en 2013 betrof dit een vijfde tot
een derde van de metalektrobedrijven, terwijl dit in 2007 en
2008, net voor de crisis, bijna de helft van de bedrijven betrof
(Gerards et al., 2013). Tabel 2 toont voor de afgelopen vier
jaar de top vijf van meest genoemde gevolgen van niet-ingevulde vacatures. Hieruit blijkt dat niet-ingevulde vacatures
volgens de bedrijven in toenemende mate leiden tot minder
mogelijkheden om te innoveren. Hoewel dit niet het meest
voorkomende gevolg is van het niet kunnen invullen van vacatures, is dit in 2013 voor het eerst op een vierde plaats binnengekomen in de top vijf. Bijna een derde van de bedrijven

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4693) 11 september 2014

Arbeidsmarkt ESB

geeft aan dat dit een van de gevolgen is van niet-ingevulde
vacatures. Dit tekent zowel de grote innovatie-ambities van
deze bedrijven, als de nu al voelbare wervingsproblemen bij
het vinden van engineering- en R&D-personeel, laat staan
wanneer de economie verder aantrekt en de arbeidsmarktprognoses uit tabel 1 werkelijkheid worden.
Een ander zorgwekkend gevolg van niet-ingevulde vacatures is dat medewerkers in veel bedrijven moeten overwerken. In doorgaans zo’n 90 procent van de metalektrobedrijven
die moeilijk vervulbare vacatures hebben (dit laatste bewoog
tussen de 48 procent in 2007, naar 8 procent in 2009 naar
25 procent in 2013) wordt overgewerkt vanwege niet-ingevulde vacatures. Bijna alle bedrijven die overwerk toepassen,
vinden het een effectief middel om de vacatureproblematiek
te verminderen. Dit is ook terug te zien in tabel 2, waarin de
toegenomen werkdruk al jaren de eerste plek bezet in de top
vijf van meest genoemde gevolgen van niet-ingevulde vacatures. Echter, internationale literatuur geeft aan dat het werken
in overuren op termijn slecht is voor onder meer de baantevredenheid en gezondheid (Kleppa et al., 2008). Daardoor
zien we dat mensen die langdurig overuren draaien vaker van
werkgever wisselen en zelfs eerder met pensioen gaan (Van
den Berg et al., 2010). In het ergste geval kan dit leiden tot
een vicieuze cirkel waarin allereerst moeilijk vervulbare vacatures leiden tot overuren onder het huidig personeel. Vervolgens gaan zij met vervroegd pensioen of treden uit door
ziekte, wat wederom leidt tot moeilijk vervulbare vacatures.
Het is daarom dubbel belangrijk dat de bedrijven waken voor
onderschatting van de verwachte uitstroom van werknemers
die met pensioen gaan. In de eerste plaats uit direct oogpunt
van vervanging van de gepensioneerden en in de tweede plaats
om de vicieuze overwerkcirkel te voorkomen die tot een additioneel vervangingsprobleem kan leiden.

Arbeidsmarktprognoses 2013–2018 voor
verschillende technische opleidingsrichtingen
Vervangings- Uitbreidingsvraag¹
vraag¹
Instroom¹

Jaargang 99 (4693) 11 september 2014

ITKP typering

Vmbo metaal

1,7

0,0

0,5

Groot

Vmbo elektrotechniek

2,5

-0,1

1,3

Groot

Mbo werktuigbouw en
mechanische techniek

3,7

0,1

1,8

Groot

Mbo fijnmechanische
techniek

4,8

0,0

2,5

Groot

Mbo elektrotechniek

3,0

-0,1

2,4

Groot

Mbo procestechniek

2,9

1,7

5,8

Vrijwel
geen

Hbo
werktuigbouwkunde

4,2

0,5

2,5

Groot

Hbo elektrotechniek

2,8

0,1

2,1

Groot

¹ Gemiddeld per jaar in procenten van de werkgelegenheid in 2012
Bron: ROA, Arbeidsmarktinformatiesysteem (AIS)

Top vijf gevolgen van niet-ingevulde vacatures
in de metalektro, percentage bedrijven
Top 5 per
jaar

tabel 2

2011

2012

2013

1

Toegenomen
werkdruk (88)

Toegenomen
werkdruk (70)

Toegenomen
werkdruk (70)

2

Werk blijft liggen /
deadlines gemist
(45)

Werk blijft liggen /
deadlines gemist
(47)

Werk blijft liggen /
deadlines gemist
(53)

3

Hogere kosten
doordat werk moet
worden uitbesteed
(29)

Hogere kosten
doordat werk moet
worden uitbesteed
(28)

Levertijden
worden langer
(32)

4

Hogere wervings- of
opleidingskosten
(24)

Verlies aan orders
(25)

Minder mogelijk­
heden om te
innoveren (31)

Levertijden
worden langer
(20)

Vermindering
kwaliteit van de
productie
(22)

Hogere kosten
doordat werk moet
worden uitbesteed
(23)

Conclusie

De positieve economische ontwikkelingen die sinds 2013 weer
zichtbaar worden, hebben de Nederlandse metalektrosector
een impuls van optimisme gegeven. De omzet is gegroeid en
verwachtingen voor de werkgelegenheid, innovatie en het
aangaan van nieuwe externe samenwerkingsverbanden zijn
optimistisch en tonen een grote ambitie. De komende jaren
zullen in het teken staan van het realiseren van deze ambities
en verwachtingen. De scherpte van de metalektrobedrijven
blijft echter in het bijzonder vereist ten aanzien van knelpunten die door de economische crisis en ruime arbeidsmarkt tijdelijk iets minder voelbaar waren, maar die door een verder
aantrekkende economie snel aangewakkerd kunnen worden.
Denk hierbij aan de mogelijke onderschatting van de vervangingsvraag, wervingsproblemen voor diverse functies en het
remmende effect van niet-ingevulde vacatures op innovatie.
Deze knelpunten zullen bij een aantrekkende economie sterker tot uiting komen en hebben ook consequenties op de lange
termijn, waarvoor oog moet zijn. Deze knelpunten raken ook
andere sectoren die voor hun vraag naar arbeid op dezelfde
pool van technici zijn aangewezen. Bovendien kan het wijzen
op potentiële arbeidsmarktproblemen in andere (top)sectoren
waar arbeidsvraag weer aantrekt. De knelpunten onderstrepen
ook nog eens dat initiatieven zoals het Techniekpact en het
zorg dragen voor de daadwerkelijke realisatie van de 22 acties
die daarin zijn afgesproken, van onverminderd belang zijn.

tabel 1

5

Bron: ROA, Arbeidsmarktmonitor Metalektro, 2010-2013

Literatuur
CBS (2014a) Conjunctuurenquête. Den Haag: CBS.
CBS (2014b) Nijverheidsstatistiek. Den Haag: CBS.
FME (2013) Onderhandelingen nieuwe CAO Metalektro van start. Document op www.fme.nl.
Gerards, R., A. de Grip, A. Künn-Nelen en J. van Thor (2013) Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2012. ROA Rapporten, 2013(8).
Gerards, R., A. de Grip, M. de Hoon, A. Künn-Nelen en J. van Thor (2014) Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2013. ROA Rapporten, 2014(4).
Kleppa, E., B. Sanne en G.S. Tell (2008) Working overtime is associated with anxiety and
depression: the Hordaland Health Study. Journal of Occupational & Environmental Medicine,
50(6), 658–666.
Van den Berg, T.I., L.A. Elders en A. Burdorf (2010) Influence of health and work on early
retirement. Journal of Occupational and Environmental Medicine, 52(6), 576–583.
Raad van Overleg Metalektro (2014) Jaarverslag 2013. Leidschendam: ROM.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

571

Auteur