Ga direct naar de content

Florerende steden door verbonden werktaken

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 9 2014

Steden groeien harder als de taken die werknemers er uitvoeren moeilijk van elkaar te isoleren zijn.

ESB Ruimtelijk

Ruimtelijk

Florerende steden door
verbonden taken

Wat bepaalt de werkgelegenheidsgroei in steden? Een nieuw ontwikkelde maat voor ruimtelijke verbondenheid van werktaken
geeft aan in hoeverre taken zijn verbonden met een stad. Op basis van Amerikaanse gegevens wordt getoond dat deze maat van
ruimtelijke verbondenheid van werktaken een substantieel deel
van de groei van steden verklaart in de periode 1990–2009.

suzanne kok
Beleidsmedewerker
bij het Ministerie
van Financiën
bas ter weel
Onderdirecteur bij
het Centraal Planbureau en hoogleraar
aan de Universiteit
Maastricht

426

D

e verdeling van werk verandert. Dit gebeurt binnen banen, bedrijven en locaties.
Nieuwe taken ontstaan en andere taken
worden, door bijvoorbeeld computers,
overgenomen of uitbesteed naar het buitenland. Ook tussen banen, bedrijven en locaties verandert de
verdeling van werk. Dalende transport-, informatie- en communicatiekosten maken het opknippen van productie­ etens
k
mogelijk. Hierdoor ontstaan mondiale productieketens,
waarin voor elke afzonderlijke taak van het productieproces
de optimale werknemer, het beste bedrijf en de perfecte locatie gekozen kan worden. Hierdoor wordt de wereld platter,
wat betekent dat de concurrentie toeneemt. Tegelijkertijd
neemt het belang van stedelijke hubs ofwel knooppunten als
productielocatie in deze wereldwijde ketens toe. Clusters van
activiteiten zijn waardevol in bepaalde delen van de waardeketen, ondanks dat er in toenemende mate sprake is van een
landschap waarin taken eenvoudig uitbesteed lijken te kunnen worden naar waar dan ook.
De vraag is wat steden tot een aantrekkelijke productielocatie maakt en wie van deze tendens profiteert. Enerzijds is
er immers sprake van het uitbesteden van werk en anderzijds
van clustering van werk in vooral grote steden. Om deze vraag

te kunnen beantwoorden, kan een zogeheten takenperspectief worden gehanteerd. Een dergelijk perspectief verdeelt
al het werk dat op een bepaalde locatie wordt uitgevoerd in
werktaken. Deze wijze van analyseren heeft als groot voordeel
dat veranderingen binnen en tussen beroepen op gedetailleerd niveau worden gemeten. Dit perspectief biedt de gelegenheid om een nieuwe hypothese te testen over wat steden
tot een aantrekkelijke productielocatie maakt. Die luidt dat
de mate waarin taken bij elkaar lijken te horen, ofwel waarin
ze ruimtelijk complementair zijn, van invloed is op de ontwikkeling in economische omvang van een stad.
Aan de hand van een eenvoudige maat die de verbondenheid van taken meet, kan worden geïllustreerd in welke steden in de Verenigde Staten in de periode 1990–2009 werkgelegenheid is gegroeid (Kok en Ter Weel, 2014). De aandacht
gaat uit naar werkgelegenheidsgroei, omdat dit het best de
groei van steden in kaart brengt. De reden om Amerikaanse
gegevens te gebruiken is dat er voor dit land een lange reeks
van arbeidsmarktgegevens beschikbaar is en het een groot
land is met veel stedelijke agglomeraties die als lokale markt
kunnen worden beschouwd. Op deze manier worden recente
inzichten uit de agglomeratieliteratuur over de groei en krimp
van steden (Glaeser en Gottlieb, 2009) gecombineerd met inzichten uit de arbeidsmarktliteratuur over de veranderende
verdeling van werk (Acemoglu en Autor, 2011).
Verdeling van werk

Om te begrijpen hoe concentratie van werk in steden kan volgen uit de ruimtelijke verbondenheid van taken, moet eerst
duidelijk worden wat het takenperspectief is en wat de determinanten zijn van een optimale ruimtelijke verdeling van taken.
Om met het takenperspectief te beginnen: productieprocessen bestaan uit grote aantallen werktaken die worden
uitgevoerd door werknemers en machines. De aandacht gaat
hier uit naar de – sterk variërende – taken die werknemers
uitvoeren. Het gaat bijvoorbeeld zowel om het aansturen als
om het ontwerpen van machines en het communiceren met

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4689 & 4690) 10 juli 2014

Ruimtelijk ESB

Technologie en de rol van steden

Een belangrijke onderliggende kracht van ruimtelijke verdeling van taken is technologische verandering. Deze betreft
zowel de transportkosten als de coördinatie- en productiekosten, maar per taak wisselt de mate waarin. Sommige taken worden overgenomen door computers, zoals databeheer,
terwijl andere, zoals data-analyse, complementair zijn aan
computers. De transportkosten van goederen en eenvoudige
communicatie dalen sterk, terwijl de transportkosten van niet
gecodificeerde kennis hoog blijven. Dit verandert de ruimtelijke verdeling van werk en het belang van bepaalde locatieaspecten voor productieprocessen.
Belangrijk hierbij is dat vrijwel alle taken worden uitgevoerd in de nabijheid van andere taken. Deze ruimtelijke
verbondenheid ervaren de meeste werknemers doordat ze
met enige regelmaat face-to-face-contact hebben met andere

werknemers. Het plannen van een brainstorm en het uitschrijven van de opgedane ideeën gaat gemakkelijk op afstand
van andere deelnemers. De kennisdeling die ontstaat bij een
face-to-face-brainstorm is echter veelal onmogelijk via andere
communicatiemiddelen te bereiken. Bovendien zorgen persoonlijke interacties voor meer onbewuste en spontane kennisdeling. In combinatie met het belang van locatie-specifieke
aspecten, zoals de vaardigheden van de lokale beroepsbevolking, geografische ligging en klimaat, bepaalt dit de ruimtelijke verdeling van taken.
Steden floreren dankzij de blijvende waarde van nabijheid en schaalvoordelen. Naast de waarde van nabijheid en

Werkgelegenheid per taakgroep, 1990-2009¹

FIGUUR 1

2
2

Aandeel
Aandeel

1
1
0
0
−1
−1
−2
−2
−3
−3

1990
1990

1995
1995
Informatie input (14%)
Informatie input (14%)
Output (19%)
Output (19%)

2000
2000
Jaar
Jaar

2005
2005

2010
2010

Analytische processen (26%)
Analytische processen (41%)
Interactie met anderen(26%)
Interactie met anderen (41%)

¹Aandelen zijn genormaliseerd voor 1990, absolute werkgelegenheidsaandelen in 1990 staan tussen haakjes.
Bron: Current Population Survey; ONET Skill Survey

Ruimtelijke verdeling van taken¹

FIGUUR 2

1
1

0
0
Aandeel
Aandeel

medewerkers. Werktaken worden niet geïsoleerd uitgevoerd;
een baan bestaat uit een combinatie van taken die bij elkaar
horen. Ook is de output van sommige taken (planning) weer
de input van andere taken (productie). Taken worden uitgevoerd door één werknemer of door meerdere werknemers om
het productieproces zo optimaal mogelijk in te richten.
Verschillende varianten van de verdeling van werk zijn
mogelijk. Een bedrijf kan beslissen alle taken zelf uit te voeren
of een deel uit te besteden. De taken kunnen bovendien op
één of op meerdere locaties uitgevoerd worden. De optimale
verdeling van taken over werknemers, bedrijven en locaties
hangt af van coördinatiekosten en productiekosten. Het verdelen van taken tussen verschillende werknemers en locaties
is efficiënter naarmate er meer productiekosten mee bespaard
worden. Besparing is mogelijk omdat werknemers productiever zijn wanneer zij zich op een kleiner aantal taken richten
en zich hierin kunnen specialiseren. Meer verdeling van taken
over verschillende werknemers en locaties is bovendien efficiënter naarmate de match tussen taken, werknemers en locaties
verder kan worden geoptimaliseerd. De verdeling van werk is
echter minder efficiënt naarmate dit meer nieuwe kosten met
zich meebrengt. Het combineren van taken in finale of intermediaire producten genereert immers coördinatie-, communicatie- en in sommige gevallen ook transportkosten (Becker
en Murphy, 1992; Borghans en Ter Weel, 2006).
Hoe coördinatiekosten en productiekosten zich tot elkaar verhouden, verschilt met de specifieke aard van taken.
De reden hiervoor is dat locatieaspecten zoals geografische
ligging, agglomeratievoordelen, beroepsbevolking en lokale
instituties (bijvoorbeeld loonkosten en de mogelijkheid mensen flexibel in te zetten) voor verschillende taken verschillende
efficiëntievoordelen opleveren. Daarnaast vormen de kosten
die gepaard gaan met het op afstand uitvoeren van een taak
ten opzichte van andere taken uit het productieproces een bepalende factor in de verdeling van werk. Bepaalde taken, zoals
samenwerken, profiteren sterk van persoonlijke interacties en
nabijheid van andere taken. Andere taken, zoals boekhouden,
kunnen juist gemakkelijk geïsoleerd worden uitgevoerd en
zijn daarmee eenvoudiger uit te besteden. Bovendien zijn er
niet-verhandelbare taken, zoals schoonmaken, die ter plekke
moeten worden uitgevoerd. Figuur 1 laat bijvoorbeeld zien
dat de werkgelegenheid in vooral analytische en interactieve
taken in de Verenigde Staten gegroeid is.

−1
−1

−2
−2

Klein
Klein
Informatie input (14%)
Informatie input (14%)
Output (19%)
Output (19%)

Medium
Medium
Stad
Stad

Groot
Groot
Analytische processen (26%)
Analytische processen (41%)
Interactie met anderen(26%)
Interactie met anderen (41%)

¹Lijnen geven het werkgelegenheidsaandeel per taakgroepen en stadsgrootte weer. Deze aandelen zijn
genormaliseerd voor de kleine steden. Kleine steden hebben minder dan 250.000 werknemers, middelgrote steden tussen de 250.000 en 1 miljoen werknemers en grote steden meer dan 1 miljoen werknemers.
absolute werkgelegenheidsaandelen in 1990 staan tussen haakjes
Bron: Current Population Survey; ONET Skill Survey

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
Jaargang 99 (4689 & 4690) 10 juli 2014
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

427

ESB Ruimtelijk

2

Aandeel

1

0

−1

−2

−3
1990

schaalvoordelen voor consumptie profiteren steden van economische voordelen. Agglomeratievoordelen drukken productiekosten doordat faciliteiten en arbeidsmarkt gedeeld
kunnen worden. Het grootste belang van steden lijkt momenteel echter te liggen in de rol die nabijheid, vooral persoonlijke interactie, speelt in het overbrengen en uitwisselen van
kennis. Het comparatief voordeel van steden is het bundelen
van een breed spectrum aan taken. In grote steden worden relatief veel interactieve en analytische taken uitgevoerd (figuur
2). Deze taken lijken te profiteren van de nabijheid van veel
andere taken.
1995

2000
Jaar

Informatie input (14%)
Output (19%)

2005

2010

Analytische processen (26%)
Interactie met anderen (41%)

Taken met een hoge connectiviteit,
zoals adviseren en interpreteren, zijn belangrijker
geworden in termen van stedelijke werkgelegenheid
1
dan taken met een lage connectiviteit, zoals het
repareren van materiaal

Werkgelegenheidsgroei Amerikaanse steden

Het belang van de verbondenheid van taken kan worden
geïllustreerd aan de hand van een eenvoudige regressieanalyse. Daarin wordt de werkgelegenheidsgroei in de 168
Amerikaanse steden verklaard met een aantal gebruikelijke
variabelen, zoals temperatuur, ligging, opleidingsniveau van
de beroepsbevolking en initiële werkgelegenheid, en onze

Aandeel

0

−1

Ruimtelijke verbondenheid van taken

−2
Klein

Nu duidelijk is hoe ruimtelijke verbondenheid ten grondslag
ligt aan ruimtelijke economische concentraties en hoe het takenperspectief dit helpt inzien, kan empirisch inzicht worden
Medium
Groot
verkregen in de relatie tussen ruimtelijke verbondenheid van
Stad
taken en concentratie van economische activiteit. Gemeten
Informatie input (14%)
Analytische processen (26%)
wordt het belang van de verbondenheid van een breed specOutput (19%)
Interactie met anderen (41%)
trum aan taken aan de hand van werkgelegenheid in Ameri-

Aandeel nationale werkgelegenheid 1990−2009

Connectiviteit van taken¹

Figuur 3

2

0

−2

Connectiviteit

kader 1

Gemeten wordt het belang van 41 taken (uit de ONET Skill
Survey van werktaken die worden onderscheiden) in de 326
grootste beroepen. Het belang van een taak wordt uitgedrukt aan de hand van een score van 1 (totaal niet relevant
voor de baan) tot 5 (extreem belangrijk). Deze informatie
wordt gekoppeld aan de werkgelegenheid in deze beroepen in de 168 steden in onze sample. In 1990 bevat de dataset 65 procent van de totale werkgelegenheid in de Verenigde Staten. Voor elke taak t wordt het aandeel van het
belang van deze taak in de som van alle taakscores in de
˜
stad ( Et,l ). bepaald. De database bestaat uit 168 rijen (steden) en 41 kolommen (taken), waarin elke cel het werkgelegenheidsaandeel van een taak in een stad weergeeft. De
correlatie tussen de cellen van elke rij meet de mate waarin
taken ruimtelijk gecorreleerd zijn:
t’=41

tct = ∑t’=1 c(Et,l | Et’,l ) voor t’ ≠ t
� �
−4

−6
−2

−1
0
Connectiviteit per taak 1990
Informatie input (14%)
Output (19%)

1

Analytische processen (26%)
Interactie met anderen (41%)

=========¹ De datapunten vertegenwoordigen 41 taken
Bron: Current Population Survey en ONET Skill Survey

428

kaanse steden. Hiervoor is gebruikgemaakt van de correlatie
tussen geobserveerde patronen van taakcombinaties in 326
beroepen in 168 Amerikaanse steden. De gegevens omvatten
ongeveer 65 procent van de totale werkgelegenheid in de Verenigde Staten in 1990. Voor elke taak meten we het belang
van nabijheid van de veertig andere taken. Kader 1 legt deze
maat formeel uit.
Sommige taken kennen een sterke ruimtelijke verbondenheid, zoals adviseren en interpreteren. Andere taken, zoals
het repareren en onderhouden van materiaal, scoren laag op
deze maat van ruimtelijke verbondenheid. Figuur 3 toont de
connectiviteit per taak in 1990 en de werkgelegenheidsgroei
van deze taak tussen 1990 en 2009. Taken met een hoge connectiviteit, zoals adviseren en interpreteren, zijn belangrijker
geworden in termen van stedelijke werkgelegenheid dan taken met een lage connectiviteit, zoals het repareren van materiaal.

Vervolgens wordt de connectiviteit gemeten voor het gehele takenpakket van stad l. Voor elke taak in de stad wordt
de connectiviteit gewogen met het werkgelegenheidsaandeel in de stad. De som van deze maat voor alle taken die
zijn uitgevoerd in de stad geeft de connectiviteit van het
takenpakket van de stad:
t=41

Cl = ∑t–1 tct × Et,l
�

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4689 & 4690) 10 juli 2014

Ruimtelijk ESB

Regressieresultaten¹
(1)
Werkgelegenheid
-0,464**
Connectiviteit
0,425**
Industriele
specialisatie
Complementariteit
arbeidsmarkt
Sociale
vaardigheden
Routinematigheid
takenpakket
Computer gebruik
Andere verklarende
variabelen
Ja
Adjusted R-squared 0,039

TABEL 1

(2)
-0,344*
0,453**

(3)
-0,394**
0,399**

(4)

(5)

(6)

(7)

-0,341*
0,468*

-0,330*
0,431**

-0,313*
0,464**

-0,342*
0,446**

-0,179*

(8)
-0,380**
0,486*
-0,205**

-0,018

-0,027
0,034

-0,034
-0,102***
0,011

Ja
0,475

Ja
0,491

Ja
0,472

Ja
0,472

Ja
0,480

-0,141*
-0,065

Ja
0,472

Ja
0,491

¹De regressies bevatten indicatoren voor het aandeel hoogopgeleide werknemers, huurprijzen, klimaat en geografische ligging. Alle onafhankelijke variabelen zijn
gemeten voor 1990.
*/**/*** Significant op respectievelijk tien-, vijf- en eenprocentsniveau
Bron: Kok en Ter Weel, 2014

maat van connectiviteit. Tabel 1 presenteert de coëfficiënten.
Causaal geïnterpreteerd groeien steden met een sterkere connectiviteit in het takenpakket in 1990 harder dan steden met
een zwakkere connectiviteit in de periode 1990-–2009. Eén
standaarddeviatie hogere connectiviteit correleert met een
werkgelegenheidsgroei van 30 tot 45 procent van een standaarddeviatie, ongeveer 120.000 à 150.000 werknemers. Dit
resultaat is niet gevoelig voor het invoegen van andere verklarende variabelen, zoals de industriële structuur van de stad en
routinematigheid van de beroepen.
Connectiviteit verklaart de werkgelegenheidsgroei in
deze periode beter dan andere maten van taakstructuur (Kok
en Ter Weel, 2014). De co-agglomeratie van taken (Ellison
en Glaeser, 1997), ruimtelijke specialisatie en diversiteit
van taken (Glaeser et al., 1992) en complementariteit in de
arbeidsmarkt (Glaeser en Kerr, 2009) verklaren de werkgelegenheidsgroei in Amerikaanse steden niet of minder goed
dan onze maat. Andere trends zoals de-industrialisatie, de
opkomst van computers en selectie-effecten van werknemers
lijken de resultaten bovendien niet te beïnvloeden.

De resultaten zijn consistent met trends die laten zien
dat veel routinematig productiewerk is uitbesteed en dat OESO-landen vooral werkgelegenheidsgroei laten zien bij beroepen die persoonlijke interactie of analytische vaardigheden
vergen. Onze resultaten wijzen op het belang van nabijheid
voor deze werkgelegenheidsgroei.

Literatuur
Acemoglu, D. en D. Autor (2011) Skills, tasks and technologies: implications for employment
and earnings. In: Handbook for Labour Economics, Volume 4, Part B. Amsterdam: Elsevier,

Conclusie

1073–1171.

Steden waarin in 1990 relatief veel taken verricht werden die
profiteren van de verbondenheid met andere taken, kenden
relatief sterkere werkgelegenheidsgroei in de periode 1990–
2009. Het takenpakket in deze steden sluit goed aan bij de
relatieve voordelen van Amerikaanse steden in de huidige
economie. Begin jaren negentig waren er echter ook steden,
zoals Detroit, die taken uitvoerden die relatief gemakkelijk
geïsoleerd uitgevoerd kunnen worden. Deze steden kenden
een minder snelle werkgelegenheidsgroei of zelfs krimp. Het
takenpakket van Detroit bestond grotendeels uit fabricage.
Dit zijn werktaken die relatief onafhankelijk van elkaar uitgevoerd kunnen worden en eenvoudiger kunnen worden
uitbesteed dan taken die sterk met elkaar verbonden zijn.
Gegroeide steden als Boston herbergen beroepen met meer
analytische taken die een hogere mate van interactie vergen.

Becker, G. en K. Murphy (1992) The division of labor, coordination costs and knowledge.
Quarterly Journal of Economics, 107(4), 1137–1160.
Borghans, L. en B. ter Weel (2006) The division of labour, worker organisation and technological change. Economic Journal, 116(509), F45–F72.
Ellison, G. en E. Glaeser (1997) Geographic concentration in US manufacturing industries: a
dartboard approach. Journal of Political Economy, 105(5), 889–927.
Glaeser, E. en J. Gottlieb (2009) The wealth of cities: agglomeration economies and spatial
equilibrium in the United States. Journal of Economic Literature, 47(4), 983–1028.
Glaeser, E., H. Kallal, J. Scheinkman en A. Shleifer (1992) Growth in cities. Journal of Political
Economy, 100(6), 1126–1152.
Glaeser, E. en W. Kerr (2009) Local industrial conditions and entrepreneurship: how much
of the spatial distribution can we explain? Journal of Economics and Management Strategy,
18(3), 623–663.
Kok, S. en B. ter Weel (2014) Cities, tasks and skills. Journal of Regional Science, te verschijnen.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
Jaargang 99 (4689 & 4690) 10 juli 2014
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

429

Auteurs

Categorieën