Ga direct naar de content

Natuurlijk kapitaal in de Nederlandse economie

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 22 2014

Door middel van een schatting van de beloning voor natuurlijk kapitaal kan dit kapitaal op de Staatsbalans tot uitdrukking komen, waardoor het beter kan worden gemonitord.

ESB Energie & Milieu

Energie

& Milieu

Natuurlijk kapitaal
in de Nederlandse
economie
Natuurlijk kapitaal is essentieel voor de Nederlandse economie,
maar sommige onderdelen daarvan worden niet via markten verhandeld. Dit maakt het lastig om de waarde van het natuurlijk
kapitaal te schatten. Daarom wordt een alternatieve berekening
voorgesteld op basis van gegevens uit de Nationale Rekeningen.

Floor
Brouwer
Onderzoeker bij
LEI Wageningen UR
Martijn
van der Heide
Onderzoeker bij
LEI Wageningen UR
Aris Gaaff
Onderzoeker bij LEI
Wageningen UR

52

O

nze welvaart wordt gerealiseerd door de inzet
van kapitaal, ofwel het vermogen waarmee
bedrijven, personen, steden en landen bepaalde waarden kunnen realiseren. Conform
een indeling van de OESO kunnen vijf categorieën worden
onderscheiden. Alom bekend is het fysiek kapitaal, zoals machines, gebouwen en infrastructuur, om goederen en diensten
te produceren. Een tweede categorie is het financieel kapitaal,
dat de geldvoorraad, het bezit aan aandelen, obligaties en andere waardepapieren omvat en waarmee financiële transacties
kunnen worden aangegaan. Het menselijk kapitaal is de derde
categorie, en behelst het menselijk en intellectueel vermogen
dat wordt bepaald door de kennis, ervaring, vaardigheden en
houding waarover een persoon beschikt. Ten vierde is er het
sociaal kapitaal, ofwel het vermogen om relaties aan te gaan
en te onderhouden, in de vorm van sociale participatie, vertrouwen, sociale cohesie en netwerken. En als vijfde is er het
natuurlijk kapitaal, dat bestaat uit de voorraad natuurlijke
hulpbronnen, zoals bodems, bossen, water en biodiversiteit
die de mensheid een stroom aan voordelen oplevert.
In de praktijk weten we het meeste raad met fysiek, financieel en menselijk kapitaal. Het op waarde schatten van
sociaal en natuurlijk kapitaal blijkt daarentegen erg lastig, hoe

belangrijk ze ook zijn. Het rapport van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen (2011) concludeert dat we
mondiaal interen op het natuurlijk kapitaal en dat dit schadelijk is voor de economie. Ondanks het alom gesignaleerde
belang van het in Nederland en elders beschikbare natuurlijk
kapitaal voor de economie, is er vooralsnog maar weinig empirisch inzicht in de omvang hiervan.
Tot voor kort stond het belang van natuurlijk kapitaal
vooral in academische kringen centraal (Van den Bergh et
al., 2006). De afgelopen jaren staat dit onderwerp echter
volop in de belangstelling van beleidsmakers, bestuurders en
politici, mede door maatschappelijke ontwikkelingen, zoals
de mondiaal groeiende vraag naar voedsel en hernieuwbare
grondstoffen, en onder invloed van de economische crisis.
Een recent voorbeeld is het initiatief TEEB (The Economics
of Ecosystems and Biodiversity) dat op internationale schaal
pleit voor het hanteren van meer en betere welvaartsindicatoren die in de nationale rekeningen de veranderingen tonen
van het natuurlijk kapitaal (TEEB, 2011; PBL, 2010; Brouwer, 2013; Van der Heide et al., 2012).
In dat kader heeft het kabinet-Rutte II begin 2013 de
strategie ‘Groene groei: voor een sterke, duurzame economie’
(Ministerie van Economische Zaken, 2013) ontwikkeld, met
als doel economische groei die gekoppeld is aan de instandhouding van het natuurlijk kapitaal. In het kader van deze
groene-groeistrategie is het raadzaam het natuurlijk kapitaal
blijvend te monitoren, zowel in termen van jaarlijks gebruik
als in termen van beschikbare hoeveelheid nu en in de komende decennia. Inzicht in het belang en de waarde van natuurlijk
kapitaal is ook een manier om dit in de politieke afwegingen
een plaats te geven.
Het probleem bij het meten van natuurlijk kapitaal en
de veranderingen daarin is dat niet alle elementen van het natuurlijk kapitaal via markten verhandeld worden en daardoor
moeilijk in geld kunnen worden uitgedrukt. Om deze reden is
de waarde van het beschikbare natuurlijk kapitaal niet volledig in te schatten en kan deze slechts benaderd worden. Daar-

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4677) 24 januari 2014

Energie & Milieu ESB

Jaargang 99 (4677) 24 januari 2014

Beloning in
miljoen euro

TABEL 1

Sector

Bruto toegevoegde
waarde
(tegen factor­kosten)

Zoals alle kapitaalgoederen is ook het natuurlijk kapitaal een
voorraadgrootheid die de situatie op een bepaald moment
weergeeft. Macro-economische kengetallen daarentegen, zoals de bruto toegevoegde waarde, zijn stroomgrootheden die
over een bepaalde periode worden gerealiseerd, vaak een jaar.
Om het belang van de voorraadgrootheid natuurlijk kapitaal
te kunnen duiden, is het echter wel mogelijk om stroomgrootheden te gebruiken. Daartoe zijn twee stappen nodig. Ten
eerste wordt de beloning voor de inzet van natuurlijk kapitaal
bepaald uit de Nationale Rekeningen. Vervolgens worden deze
beloning en de verwachte toekomstige beloning van natuurlijk

Beloning voor de inzet van kapitaalgoederen
naar sector, 2010
Natuurlijk plus sociaal
kapitaal

Berekening van natuurlijk kapitaal

De beloning voor natuurlijk kapitaal kan worden geraamd
uit de Nationale Rekeningen. Met name door van de bruto
toegevoegde waarde (ofwel de productie minus intermediair
gebruik) de beloning voor menselijk en fysiek kapitaal af te
trekken, resteert de beloning voor de inzet van het overgebleven kapitaal. Deze rest-post bestaat echter uit meer dan enkel
natuurlijk kapitaal, want in dit cijfer zit ook nog de beloning
voor sociaal kapitaal, de betaalde rente op financieel kapitaal en de ondernemerswinst. Als geheel moeten dus van de
bruto toegevoegde waarde de loonsom, afschrijvingen, winst,
rente en de beloning van sociaal kapitaal afgetrokken worden
om tot de beloning van natuurlijk kapitaal te komen. In de
Nationale Rekeningen zijn daarvan alleen de loonsom en de
afschrijvingen opgenomen. De overige kapitaalbeloningen
moeten dus geraamd worden op basis van andere bronnen.
De beloning voor sociaal kapitaal is echter nog niet schatbaar
op basis van bestaande methoden, waardoor sociaal en natuurlijk kapitaal niet kunnen worden onderscheiden.
De rest-post (ofwel de ondernemingswinst, plus beloning voor financieel, natuurlijk en sociaal kapitaal) bedraagt
in 2010 ongeveer 25 miljard euro per jaar, ofwel ongeveer vijf
procent van het bbp (tabel 1). In deze rest-post is voor de landen tuinbouw inbegrepen de beloning voor grond, die geraamd
wordt op 990 miljoen euro per jaar. De ondernemerswinst is
voor deze sectoren geraamd op 6,8 miljard euro per jaar en de
beloning voor financieel kapitaal op 4,1 miljard euro per jaar.
Voor de berekening van ondernemingswinst is bij benadering gebruikgemaakt van afgedragen vennootschapsbelasting

Financieel kapitaal
(rente) en ondernemer­
swinst

Bij natuurlijk kapitaal kunnen vier functies onderscheiden
worden (OESO, 2010). De meest bekende is wel de grondstoffenfunctie. Deze is voor de Nederlandse economie van
groot belang en omvat voedsel, hout, energie, metalen en mineralen. Met het open karakter van onze economie worden
veel grondstoffen geïmporteerd. Dat betekent dat de economische activiteiten in Nederland afhankelijk zijn van de
beschikbaarheid van natuurlijk kapitaal elders in de wereld.
Het product van deze functie van natuurlijk kapitaal wordt
via markten verhandeld.
Verder hebben natuur en landschap een belangrijke
welzijnsfunctie, bijvoorbeeld voor het toerisme en de recreatiesector. Hoewel het causale verband lang niet altijd even
duidelijk gelegd kan worden, lijkt het erop dat verblijven en
recreëren in de natuur een positief effect heeft op de gezondheid (Maas, 2009). TEEB maakt een inschatting van de waarde van de welzijnsfunctie voor de economie (KPMG 2012).
Zo zijn er besparingen in de kosten van gezondheidszorg bij
extra groen in de wijk. Deze vermeden zorgkosten zijn geprijsd en verlopen via de markt, evenals andere gerelateerde
baten, zoals de waardeverandering van huizen en vastgoed.
Daarnaast zijn er baten binnen de welzijnsfunctie die lastig in
geld zijn te vertalen vanwege het ontbreken van markten. Het
gaat hierbij om zaken als biodiversiteit, geluksgevoel en natuurbeleving. Het beprijzen van deze baten blijkt een lastige
bezigheid, die veel discussie oproept.
De derde functie van natuurlijk kapitaal is de regulerende functie. Voorbeelden hiervan zijn waterberging in overloopgebieden, bestuiving van planten door bijen, waterzuivering door (zand)filters en duinen, en opname van CO2 door
bossen. Deze functie wordt niet via een marktmechanisme
verhandeld, wat onverlet laat dat deze functie van natuurlijk
kapitaal wel in een maatschappelijke behoefte voorziet.
Ten slotte behelst de fundamentele life-support-functie
de natuurlijke eigenschappen zonder welke we niet kunnen
leven, zoals de beschikbaarheid van drinkwater, een stabiel
klimaat of een beschermende ozonlaag. Zonder drinkwater,
zuurstof of voldoende atmosfeer is leven op aarde simpelweg
niet mogelijk. De waarde van deze functie is hierdoor niet
schatbaar middels welke methode dan ook.

De beloning voor natuurlijk kapitaal

Fysiek kapitaal
(afschrijvingen)

Natuurlijk kapitaal

kapitaal via een verdisconteringstechniek omgezet in voorraadgrootheid: het natuurlijk kapitaal. De waarde van de life-support-functie van natuurlijk kapitaal is hier niet bij inbegrepen.

Menselijk kapitaal
(loonsom)

om wordt een aanpak voorgesteld om natuurlijk kapitaal te
kwantificeren op basis van bestaande bronnen, en wordt methodische ontwikkeling gecombineerd met daadwerkelijke
toepassing. Op die manier wordt inzicht gegeven in de baten
die de natuur aan Nederland levert.

Land-, tuin-, bosbouw,
visserij

3.280

2.930

1.714

2.276

10.190

Aardolie-, aardgas- en
overige delfstofwinning

640

4.420

4.789

6.361

16.210

Basischemie

2.530

1.970

601

799

5.910

Energiebedrijven

1.790

3.980

2.332

3.098

11.190

Waterwinning

390

300

73

97

860

Horeca

5.010

600

1.379

1.831

8.820

Cultuur en sport

1.250

150

13

17

1.430

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Bron: LEI; CBS

53

ESB Energie & Milieu

(Belastingdienst, 2012) en voor beloning voor financieel kapitaal de betaalde rente door het bedrijfsleven (data afkomstig
van DNB) en de dividendbelasting (Belastingdienst, 2012).
Wanneer gecorrigeerd wordt voor deze twee posten, bedraagt
de berekende beloning voor natuurlijk plus sociaal kapitaal
14,5 miljard euro per jaar, ofwel 2,4 procent van het totale Nederlandse bbp.
Tabel 1 geeft zo een inschatting van de berekenbare beloning voor natuurlijk plus sociaal kapitaal voor enkele sectoren in Nederland. Zoals gezegd zijn deze vormen van kapitaal
niet nader te onderscheiden. Bij de keuze van sectoren in tabel
1 is echter gekeken naar sectoren waarvoor vooral natuurlijk
kapitaal wordt ingezet, met name in de vorm van de eerder
genoemde grondstoffenfunctie en welzijnsfunctie.
De voorraad natuurlijk kapitaal in Nederland

De eerder berekende beloning voor natuurlijk kapitaal is een
stroomgrootheid, terwijl kapitaal zelf een voorraadgrootheid is.
Om de waarde van die voorraad op een bepaald tijdstip te bepalen, zullen de (toekomstige) stromen dus naar de huidige waarde teruggerekend moeten worden. De gebruikelijke manier is
de netto contante waarde te berekenen van alle toekomstige beloningen van natuurlijk kapitaal (en sociaal kapitaal). Hierbij
wordt op basis van verdiscontering de beloning voor natuurlijk kapitaal op jaarbasis vertaald naar een voorraadgrootheid.
Voor de berekening is uitgegaan van een discontovoet van vier
procent en een tijdsperiode van 25 jaar waarin baten kunnen
worden geïnd. Deze twee waarden zijn indicatief en gebaseerd

Literatuur
Belastingdienst (2012) Beheersverslag Belastingdienst 2011. Rapport op www.belastingdienst.
nl.
Bergh, J.C.J.M. van den, J. Pen, W.J. van den Berg, M. de Haan en R. Janssen (2006) Bnp, weg
ermee? ESB, 91(4481), 116–117.

Geschatte voorraad natuurlijk en
sociaal kapitaal, 2010
Sector

In miljard euro

TABEL 2

Als percentage
van het geheel

Land-, tuin-, bosbouw,
visserij

37,0

16

Aardolie-, aardgas- en
overige delfstofwinning

103,4

44

Basischemie

13,0

6

Energiebedrijven

50,3

21

1,6

<1

29,8

13

Waterwinning
Horeca
Cultuur en sport
Totaal

0,3

0

235,0

100

Bron: Eigen berekeningen op basis van gegevens van het LEI en het CBS

op de berekening van de waarde van de aardgasvoorraad door
Veldhuizen et al. (2009). Op basis van de cijfers uit tabel 1 (die
de beloning voor een jaar aangeven) wordt dan de actuele waarde van de voorraad natuurlijk kapitaal aangegeven.
De resultaten van deze berekening laten zien dat de waarde van de voorraad natuurlijk kapitaal – voor zover berekenbaar op grond van beschikbare statistieken – geschat wordt
op 235 miljard euro (tabel 2). Ook hier geldt dat in dit getal
het sociale kapitaal is opgenomen. Ongeveer twee derde van
de 235 miljard euro heeft betrekking op de energievoorraden,
terwijl de agrarische sector, bosbouw en visserij een aandeel
van ongeveer vijftien procent hebben. Ruim tien procent van
het natuurlijk kapitaal heeft betrekking op de sector horeca,
en de grondstoffen die in de basischemie worden gebruikt
(steenzout, magnesiumzout) hebben een aandeel van zes procent van de voorraad natuurlijk kapitaal.

Brouwer, R. (2013) Waardering van ecosysteemdiensten en biodiversiteit. ESB, 98(4655),
148–151.

Conclusie

Heide, M. van der, F. Brouwer en A. Gaaff (2012) Nationale Rekeningen en de maatschap-

Kernprobleem bij het berekenen van natuurlijk kapitaal is dat
voor de inzet van sommige diensten geen marktprijs bestaat.
Dit is opgelost door uit cijfers over de bruto toegevoegde waarde en de beloningen voor de verschillende andere kapitaalvormen een schatting te maken van de beloning voor natuurlijk
kapitaal. Dit is echter niet gelijk aan de beloning die de maatschappij aan natuurlijk kapitaal zou moeten toekennen, omdat
we zonder natuurlijk kapitaal niet zouden kunnen overleven.
Een verdere verdieping van de kennis over het natuurlijk
kapitaal is noodzakelijk. Het is nu zaak om voor de verschillende functies van natuurlijk kapitaal de baten voor de economie op een gestructureerde en consistente manier in beeld te
krijgen, opdat ze volwaardig meegenomen kunnen worden in
de besluitvorming. Zoals kunstcollecties in bezit van rijksmusea jaarlijks gewaardeerd worden op de Staatsbalans, zo hoort
ook de waarde van het natuurlijk kapitaal op deze balans
thuis. Dit biedt de mogelijkheid de instandhouding van het
natuurlijk kapitaal, zoals verwoord door het huidige kabinet,
te meten en daadwerkelijk te realiseren.

pelijke waarde van natuur; een eerste verkenning. LEI-nota, 053.
KPMG (2012) Groen, gezond en productief. The Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB
NL): natuur en gezondheid. Amstelveen: KPMG.
Maas, J. (2009) Vitamin G: green environments – healthy environments. Utrecht: NIVEL.
Ministerie van Economische Zaken (2013). Groene Groei; voor een sterke, duurzame economie. Brief van de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Infrastructuur en
Milieu, 28 maart.
OESO (2010) Towards green growth. Parijs: Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling.
PBL (2010) De betekenis van TEEB voor Nederland; discussienotitie voor de Taskforce Biodiversiteit
en natuurlijke Hulpbronnen. Bilthoven: Planbureau voor de Leefomgeving.
Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen (2011) Groene groei; investeren in biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen. Rapport op www.rijksoverheid.nl.
TEEB (2011) The economics of ecosystems and biodiversity in national and international policy making. Londen: Earthscan.
Veldhuizen, E., C. Graveland, D. van den Bergen en S. Schenau (2009) Valuation of oil and
gas reserves in the Netherlands 1990–2005. CBS Discussion Paper, 029.

54

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4677) 24 januari 2014

Auteurs