Ga direct naar de content

Ceteris paribus (vernieuwd)

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 20 2013

.

ESB Ceteris paribus

Ceteris paribus
Het woord aan…
Steven Levitt,
Steven Levitt is hoogleraar aan de Universiteit van Chicago
en samen met Stephen Dubner auteur van bestsellers
Freakonomics (2005) en Superfreakonomics (2009). Hij is
op 8 november onderscheiden als eredoctor aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam. ESB stelde hem een aantal vragen.
Het gehele interview is te vinden op www.economie.nl.
Waar werkt u momenteel aan?
‘We zijn bezig met een derde boek (Think like a freakonomist, red.),
dat we proberen anders te laten zijn dan de eerdere twee. Het tweede
boek leek namelijk erg op het eerste, alleen de behandelde vragen
waren anders. Misschien wordt het nieuwe boek afschuwelijk, maar
in ieder geval hebben we daarin iets nieuws geprobeerd. Ditmaal
proberen we, zoals ik het zelf noem, een ‘how-to’-boek te maken. Het
gaat over denken als een ‘freakonoom’: wij geven de formule hoe vragen
te beantwoorden. De lezer kan dan zijn eigen vraagstukken benaderen
zoals wij dat zouden doen. De eerste twee boeken schreven zichzelf
min of meer, maar dit boek is een stuk lastiger. Het is ontzettend
moeilijk voor mensen, mijzelf incluis, om uit te leggen hoe ze dingen
doen.’

Uit de oude ESB-doos
Wie zoet is krijgt lekkers

Geven is altruïsme vermengd met egoïsme. Dat een ruil wordt gezien
als een gift komt door de institutionele vorm die hij heeft en de erkenning dat met deze ruil geen balans is vereffend. Met giften is dan een
element in de markteconomie geïntroduceerd dat vreemd is aan de
markt, maar van essentieel belang voor het voortbestaan ervan.
Dolfsma, W. (1999) Wie zoet is krijgt lekkers. ESB, 84(4232), 897-899.

726

Over de ‘how to’ gesproken, hoe komt u tot een nieuw
onderzoeksidee?
‘Ik lees nooit literatuur, ik probeer het zelfs zo veel
mogelijk te ontlopen. Elk goede idee dat ik ooit had
kwam tijdens het dolen in gedachten. Ik probeer dan
op onderwerpen te komen waar nog niemand mee
bezig is geweest. En als je maar ver genoeg wegblijft
van waar bestaand onderzoek zich op richt, dan weet
je dat je met iets nieuws bezig bent. Maar ik denk niet
dat het erg bevorderlijk voor de wetenschap zou zijn als
alle wetenschappers zich zo gedroegen als ik. Het is belangrijk dat er
genoeg mensen als bijvoorbeeld John List zijn, die op de bestaande
wetenschap blijven voortbouwen.’
Hoe bent u succesvol geworden?
‘Door te doen wat ik leuk vind. Je werkt veel harder en hebt echt impact
als je doet wat je leuk vindt, zeker als je daar ook nog eens goed in bent.
Wat dat betreft was ik slim genoeg om te weten dat ik niet slim genoeg
was om een mainstream-econoom te worden. Toen ik bij MIT mijn
graduate-opleiding deed, keek ik rond, praatte met mensen en dacht:
“Ik ben echt dom, ik kom niet eens in de buurt van het gemiddelde van
de groep, verre van.†Ik denk dat ik gewoon niet goed genoeg ben in een
hoop dingen waar je goed in moet zijn om een mainstream-econoom te
zijn. Voor de meeste mensen is het schadelijk als ze zich realiseren dat
ze toch niet zo slim zijn als ze dachten, maar ik had daar geen last van.
Het was gewoon heel leuk voor mij om allemaal mensen om me heen te
hebben die veel slimmer zijn dan ik, omdat ik om de haverklap iets van
iemand leerde. Op de een of andere manier hou ik van genieën. Het is
zo geweldig om al dat talent om je heen te hebben. Ik realiseerde mij
dat als ik een academische carrière wilde, ik iets uitbijterigs moest gaan
doen zoals Freakonomics. Als ik terugkijk, zie ik zeker dat een deel van
mijn succes te danken is aan mijn vaardigheden, maar ik herinner me
ook duidelijk de momenten waar het geluk aan mijn zijde was. Mensen
onderschatten de rol van geluk.’

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 98 (4673) 22 november 2013

Auteur