Ga direct naar de content

Mening: Zwarte scholen kunnen ook goed zijn

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: maart 18 2011

mening
Zwarte scholen kunnen ook goed zijn

“H

et bestrijden van segregatie is niet langer rijksbeleidâ€,
maakte minister Van Bijsterveldt onlangs bekend
(de Volkskrant, 2011). Dit staat haaks op de tot nu
toe heersende publieke opinie dat scholen met veel allochtone
leerlingen (zwarte scholen) zo veel mogelijk moeten worden bestre­
den omdat gemengde scholen beter zijn voor onderwijskwaliteit
en integratie. Recent onderzoek laat echter zien dat de publieke
opvatting maar ten dele klopt (Ladd en Fiske, 2009). Scholen
met bijna alleen allochtone achterstandsleerlingen blijken namelijk
beter onderwijs te leveren dan gemengde scholen. Initiatieven die
van zwarte scholen meer gemengde scholen maken, kunnen leiden
tot slechter onderwijs. Het nieuwe rijksbeleid lijkt dan ook terecht
een breuk met het verleden.
Het was reeds bekend dat de onderwijsresultaten van scholen met
meer allochtone leerlingen minder goed zijn dan die van scholen
met weinig allochtone kinderen. Dit komt doordat allochtone leer­
lingen relatief vaak een zwakkere sociaal-economische achtergrond
hebben. Internationaal onderzoek van Dronkers (2007) laat zien
dat wanneer in een klas meer dan dertig procent van de leerlingen
een lage sociaal-economische achtergrond heeft, het niveau van
de hele klas daalt. Bovendien zitten er op zwarte scholen vaak
veel verschillende etniciteiten in de klas, wat het leerproces niet
ten goede komt. Ook hebben zwarte scholen meer moeite met het
aantrekken van goede leerkrachten.
Recent hebben twee Amerikaanse onderzoekers (Ladd en Fiske,
2009) voor het eerst specifiek onderzoek gedaan naar de situ­
atie in het Nederlandse basisonderwijs. Met behulp van data van
de Onderwijsinspectie hebben zij een kwaliteitsmaatstaf gecon­
strueerd. Daarin wordt zowel informatie meegenomen over het
functioneren van de docenten als informatie over het beleid van
de school, bijvoorbeeld een efficiënt gebruik van de onderwijstijd
en effectief gebruik van een adequaat leerlingvolgsysteem. Hun
onderzoek bevestigt de bevinding van Dronkers: een toename
van het aantal allochtone achterstandsleerlingen leidt tot minder
onderwijskwaliteit. Maar hun onderzoek biedt daarnaast een heel
nieuw inzicht: scholen met bijna alleen allochtone achterstands­
leerlingen, ook al zijn zij van verschillende etniciteiten, leveren
juist beter onderwijs dan scholen met een meer gemengd leerlin­
genbestand. Het lijkt erop dat zwarte scholen zich specialiseren
in het lesgeven aan allochtone achterstandsleerlingen: zij passen
bijvoorbeeld het lesmateriaal en de manier van lesgeven aan.
Allochtone leerlingen zijn zodoende beter af op een volledig zwarte
school dan op een gemengde school.
Voor goede onderwijsresultaten is het dus niet verstandig om van
zwarte scholen meer gemengde scholen te maken. Een andere
veel aangehaalde reden om gemengde scholen na te streven, is
betere integratie. Onderzoek levert hiervoor geen eenduidig bewijs,
zo concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (2008).
Enerzijds kan meer onderling contact goed zijn voor tolerantie
en vertrouwen, anderzijds kan in gemengde klassen een sterkere
identificatie met de eigen groep ontstaan, wat weer kan leiden tot

negatieve oordeelsvorming over elkaar en polarisatie tussen etni­
sche groepen.
Het nastreven van scholen die een afspiegeling van de wijk zijn,
is dus niet zo zinvol. Alleen wanneer het aandeel allochtone
achterstandsleerlingen in de klas sterk daalt, verbetert de onder­
wijskwaliteit. De meeste beleidsinitiatieven slagen hier niet in.
De gemeente Nijmegen gaat met het verplichte spreidingsbeleid
het verst. Met dit beleid kan worden afgedwongen dat in elke klas
slechts een beperkt aantal leerlingen met een zwakke sociaaleconomische achtergrond zit. Het middel lijkt echter erger dan de
kwaal: doordat alle leerlingen gelijkmatig over de scholen worden
verdeeld, zullen goede scholen niet groeien en blijven slechte
scholen leerlingen krijgen.
In plaats van beleid te richten op het tegengaan van segregatie,
doen politici en beleidsmakers er goed aan om te stimuleren dat
de kennis en ervaring van de succesvolle zwarte scholen wordt
overgedragen aan andere scholen. De succesfactoren van deze
scholen zijn dat zij hoge verwachtingen hebben van hun leerlingen,
opbrengstgericht werken en voldoende effectieve leertijd weten te
realiseren, waarin leerlingen naast goede instructie ook voldoende
feedback krijgen (Scheerens, 2007). Een goede beloning voor leer­
krachten op deze scholen stimuleert goede docenten om op zulke
scholen les te geven. Is sociale integratie onder jongeren het doel,
dan lijkt dit beter te kunnen worden bevorderd buiten de klas,
zoals via gemengd sporten of door vriendschapsscholen, zodat het
de onderwijskwaliteit niet onder druk zet. Uiteindelijk is het verbe­
teren van de onderwijsresultaten en daarmee de toekomstkansen
voor achterstandsleerlingen het beste integratiebeleid.

LITERATUUR
De Volkskrant (2011) Kabinet accepteert zwarte scholen. De Volkskrant, 7
februari.
Dronkers, J. (2007) Ruggengraat van ongelijkheid. Beperkingen en mogelijkheden om
ongelijke onderwijskansen te veranderen. Amsterdam: WBS/Mets & Schilt.
Ladd, H.F. en E.B. Fiske (2009) Weighted student funding for primary schools:
an analysis of the Dutch experience. Sanford School of Public Policy Working Paper
Series, SAN09(02).
Scheerens, J. (2007) Een overzichtsstudie naar school- en instructie-effectiviteit.
Enschede: Universiteit Twente.
Sociaal en Cultureel Planbureau (2008) Betrekkelijke betrokkenheid. Sociaal en
Cultureel Rapport, 18.

Myrthe de Jong
Beleidsmedewerker bij het Ministerie van Financiën

Ernst van Koesveld
Plaatsvervangend directeur bij het Ministerie van Financiën

De redactie behoudt zich het recht voor inzending voor de rubriek mening te wijzigen, in te korten, aan te passen of te redigeren ten behoeve van de leesbaarheid en argumentatie.

ESB

96(4605) 4 maart 2011

157

Auteurs