Ga direct naar de content

De crisis en de schommelende wereldhandel

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 26 2009

internationaal

De crisis en de schommelende
wereldhandel
Naar verwachting wordt het conjunctuurdieptepunt
van de internationale handel in augustus 2009
bereikt. Energie- en andere ­ rondstoffenimporterende
g
landen, zoals in Europa, profiteerden van een
ruil­ oet­ erbetering. Ook in de huidige crisis
v v
proberen overheden de crisis te bestrijden met
p
­ rotectionistische maatregelen.

D

Gerrit Faber
en Charles van
Marrewijk
Universitair hoofddocent en hoogleraar aan
de Universiteit Utrecht

20

ESB

e wereldwijde crisis heeft in het
eerste kwartaal van 2009 ook
Nederland bereikt: de economie
kromp met 4,5 procent en de
werkloosheid steeg tot 4,6 procent (conjunctuurdata van het CBS). Uiteraard vraagt
menigeen zich af wanneer deze crisis, die in
juli 2007 in de Verenigde Staten begon, voor
Nederland weer achter de rug zal zijn. Er zijn
aanwij­ ingen dat de crisisperiode bijna voorbij
z
is: sinds het dieptepunt van begin maart
2009 stijgt de AEX weer, het consumenten­
vertrouwen ging in mei voor de tweede maand
op rij tot –23 omhoog en het volume van de
Nederlandse in- en uitvoer steeg van februari
op maart met zo’n negen procent. De internationale verwevenheid van de Nederlandse
economie is een belangrijke factor: nu het
slecht gaat is dit de bron van de ellende, maar
als het goed gaat de stimulans van de welvaart. Een korte uiteenzetting van wat feitelijke
ontwikkelingen is verhelderend. Figuur 1 toont
de ontwikkeling van het wereldinkomen en
het volume van de wereldhandel in de periode
1991–2009. Het wereldinkomen steeg zeer
gestaag met zo’n 3,75 procent per jaar. Het
volume van de wereldhandel steeg aanzienlijk
sneller met zo’n 6,9 procent per jaar, maar
ook met aanzienlijk grotere fluctuaties. Drie
perioden springen er wat dit betreft uit, namelijk de Aziatische crisis in 1997 en 1998, de
internetcrisis in 2001 en 2002 en de huidige

94(4563S) 26 juni 2009

crisis in 2008 en 2009. Figuur 1 maakt duidelijk dat de recente daling in het volume van
de wereldhandel uitzonderlijk scherp en groot
is. In dit verband wordt regelmatig de vergelijking gemaakt met de Grote Depressie van
de jaren dertig van de vorige eeuw. Grafisch
is de ineenstorting van het wereldhandelssysteem destijds wellicht het best bekend van
de spinnenwebspiraal van de Volkenbond (Van
Marrewijk, 2007), waarbij een lange reeks van
maandelijkse dalingen de wereldhandel in vier
jaar tijd tot minder dan een derde van haar
oorspronkelijke volume deed inkrimpen.
Figuur 2 illustreert een vergelijkbaar spinnenweb van het wereldhandelsvolume in de
periode maart 2007 tot maart 2009, met de
klok mee te lezen. In eerste instantie stijgt
het handelsvolume steeds ten opzichte van
dezelfde periode een jaar eerder waarbij het
maximum wordt bereikt in augustus 2008,
totdat pas in november 2008 voor het eerst
de wereldhandel kleiner is dan het jaar ervoor.
Drie perioden van ongeveer zes procent krimp
per maand zorgen ervoor dat de wereldhandel
in januari 2009 al zeventien procent lager is
dan in het jaar ervoor. Dit is uiteraard heel
veel, maar in de vergelijkbare periode van de
Grote Depressie (januari 1931 vergeleken met
januari 1930) was de daling met 33 procent
aanzienlijk groter. Daar kwamen toen in de
twee daaropvolgende jaren nog dalingen van
35 procent en 18 procent overheen. Het is
niet waarschijnlijk dat de huidige crisis tot een
vergelijkbare ineenstorting van de wereldhandel
zal leiden. Daartoe zou de wereldhandel nog
moeten instorten tot het niveau van het blokje
in figuur 2 getiteld Grote Depressie.

Nederlandse handel
Figuur 3 illustreert hoe het de Nederlandse
handel is vergaan tussen juli 2006 en maart

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

2009, zowel wat betreft het volume van invoer
als van uitvoer. Van maand op maand fluctueert het volume van de handel flink, waarbij
in- en uitvoerontwikkelingen in grote mate
gelijk opgaan. Het grootste uitvoervolume
wordt bereikt in november 2007, het grootste
invoervolume in oktober 2008. Net als op
mondiaal niveau duikt de handel voor zowel
invoer als uitvoer voor het eerst in november
2008 onder het niveau in dezelfde maand van
een jaar eerder. In januari 2009 is het niveau
ongeveer twintig procent lager dan een jaar
ervoor, vergeleken met achttien procent op
wereldschaal, wat zich in de daarop volgende
twee maanden stabiliseert. Kortom, de ontwikkelingen in Nederland zijn grotendeels vergelijkbaar met het wereldniveau. Vanaf nu staat
de wereldhandel centraal.

Duur van de crisis
Volgens het adagium “voorspellen is moeilijk,
vooral als het om de toekomst gaat†is voorzichtigheid geboden bij het voorspellen van
de duur van de huidige crisis met betrekking
tot de wereldhandel. Toch is het zinvol een
beargumenteerde poging te wagen, waarbij de
ervaringen van de afgelopen twintig jaar als
leidraad dienen. Daartoe toont figuur 4 enerzijds de maandelijkse procentuele groei van
de wereldhandel in die periode en anderzijds
het gecentreerde vijfmaandse gemiddelde
daarvan. Het is duidelijk dat de maandelijkse
groei van 0,48 procent gemiddeld genomen
groot is en sterk schommelt met een variantie
van 1,74. De grootste groei is 4,24 procent
in januari 2008 en de grootste daling is 6,62
procent in november 2008. De meest recente
waarneming van februari 2009 is een stijging
van 0,82 procent.
Het gecentreerde vijfmaandse gemiddelde
heeft een maximum van 1,81 procent in
oktober 1994 en een minimum van –3,8
procent in november 2008. Als dit gemiddelde
als conjunctuurindicator gebruikt wordt met
de definitie dat een periode van twee opeenvolgende maanden van negatieve groei een
handelsrecessie impliceert, dan zijn er sinds
1991 drie handelsrecessies geweest, namelijk
van juni tot augustus 1998 (Aziatische crisis),
van januari tot oktober 2001 (internetcrisis)
­

Figuur 1

Ontwikkeling volume van de wereldhandel en wereldinkomen,
1991–2009 (index 1998 = 100).

Index
200

160

153,8

161,8

120

80

40

0
1991

Azië
crisis

1993

1995

1997

Internet
crisis

1999

2001

Wereldinkomen

2003

Huidige
crisis

2005

2007

2009

Wereldhandel

Bron: geconstrueerd op basis van de CPB wereldhandelsmonitor en jaardata van
Maddison, 2009, aangevuld met groeischattingen van The Economist van medio
2008 tot 5 maart 2009

en sinds september 2008. Een periode van twee opeenvolgende
maanden negatieve groei van de handelsconjunctuurindicator komt
overeen met de gangbare definitie voor een economische recessie van
twee kwartalen negatieve groei van het bnp, omdat er sprake is van
vijfmaandse gemiddelden. De eerste twee handelsrecessies duurden
Figuur 2

Ontwikkeling volume van de wereldhandel, 2007-20091.
jan
200

2008
feb
2009

150

mar

100

2007

50

0

1

Grote
Depressie

Het blokje Grote Depressie geeft een derde van het volume van de wereldhandel in maart 2007 weer.

Bron: geconstrueerd op basis van CPB wereldhandelsmonitor; indexcijfers, 1998 =
100, maanddata

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
Het is
het artikel voor eigen
te publiceren in wat voor medium dan ook. van dewel toegestaan omauteur aan te wenden. gebruik
en voor publicatie op een intranet
werkgever van de

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

21

Figuur 3

Ontwikkeling van volume Nederlandse in- en uitvoer, 2006-2009.
170

Index

160
150
140
130
120
110
100
2007

2007

2008

Uitvoer

2008

2009

Gecentreerd vijfmaands gemiddelde uitvoer

2009
Invoer

Bron: Geconstrueerd op basis van CBS maanddata

veertien maanden, gerekend van voorgaande piek tot dieptepunt van
de groei. De Aziatische crisis had een piek van 1,32 in mei 1997 en
een dal van –0,12 in juli 1998. De internetcrisis had een piek van 1,56
in maart 2000 en een dal van –0,67 in mei 2001. Bij toepassing van
deze periode van veertien maanden op de huidige recessie, waarbij
de meest recente piek in juni 2008 ligt, met 0,80 procent, zou het
groeidieptepunt worden bereikt in augustus 2009. Van Bergeijk (2009)
berekende dat de gemiddelde periode van invoerkrimp na een financiële
crisis sinds de Tweede Wereldoorlog vijf kwartalen bedraagt, wat heel
dicht ligt bij de hier gebruikte periode van veertien maanden. Dat wil
niet zeggen dat de handel vanaf het verstrijken van deze periode weer
groeit: bij de Aziatische crisis duurde dit nog een maand en bij de interFiguur 4

Ontwikkeling volume van de wereldhandel; procentuele
v
­ erandering, 1991-2009.

5
4,24
3
0,82

1

-1

-3

Gecentreerd vijfmaands gemiddelde
-3,80

-5
-6,62
-7
‘91 ‘92 ‘93 ‘94 ‘95 ‘96 ‘97 ‘98 ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10

Bron: Geconstrueerd op basis van CPB wereldhandelsmonitor

22

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

netcrisis nog vijf maanden. Aangezien de internetcrisis net als de huidige crisis een meer
globaal karakter heeft dan de Aziatische crisis,
lijkt een terugkeer van de wereldhandel naar
positieve groei vanaf ongeveer februari 2010
een redelijke verwachting. Dit lijkt zelfs redelijk ondanks het uitzonderlijke karakter van
de huidige crisis. Zoals boven gememoreerd
begon die in juli 2007 in de Verenigde Staten
en had een meer lokaal Amerikaans karakter.
In dit opzicht is deze crisis een dubbele dreun:
de Amerikaanse crisis van 2007 zorgde voor
kortstondige oprispingen in de wereldhandel
(negatieve conjunctuurgroei in oktober 2007
en januari en april 2008) die sinds de piek
van juni 2007 via de veertienmaandenregel
klaar zou zijn in augustus 2008, maar gevolgd
werd door de mondiale crisis met het voorspelde dieptepunt in augustus 2009.

Ontwikkeling van de prijzen
van de wereldhandel
Terwijl het volume van de wereldhandel pas
in november 2008 stevig begon te dalen,
bereikte het prijspeil al in juli van dat jaar een
omslagpunt. Voor alle categorieën goederen
zette een prijsdaling in die in februari 2009
tot stilstand lijkt te zijn gekomen (figuur 5).
Wat opvalt is dat de prijsontwikkeling van
fabrieksgoederen veel minder heftig is dan
van grondstoffen, waarbij energie-grondstoffen
een extreem geval vormen. Deze prijsontwikkelingen pakken verschillend uit voor nationale
economieën. Vooral de energie-exporterende
landen hebben hun ruilvoet zien kelderen, na
een flinke stijging in de jaren ervoor.
Figuur 6 laat zien dat de landen die energie
en andere grondstoffen importeren hun ruilvoet hebben zien verbeteren (exportprijzen
stijgen ten opzichte van importprijzen) na juli
2008, terwijl de overige landen hun ruilvoet
zagen verslechteren. Deze ruilvoetverbetering
betekent een welvaartswinst voor de oude
industrielanden West-Europa, de Verenigde
Staten en, vooral, Japan, die daardoor de
welvaartsdaling als gevolg van de crisis
enigszins hebben kunnen compenseren. De
huidige crisis heeft een grotere invloed op de
prijsontwikkelingen van de wereldhandel dan
de Aziatische crisis en internetcrisis. In 1996

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

was het prijsniveau van fabrieksproducten
en van de wereldhandel in zijn algemeenheid al dalende toen in 1997 de Aziatische
crisis begon. Tot aan midden 1998 zette deze
daling door, maar de totale daling over deze
periode was veel kleiner dan in de huidige
periode. Wat ook opvalt is dat in deze periode
de volatiliteit van de prijzen van energie en
andere grondstoffen weer groter was dan van
de wereldhandel als geheel en ten opzichte
van fabrieksgoederen, zoals ook in de huidige
crisis het geval is. Het effect van de internetcrisis was eveneens een sterke daling van de
energieprijzen, tegenover een lichte daling voor
de overige categorieën. De prijzen van energie
en in mindere mate van andere grondstoffen
zijn derhalve bijzonder volatiel over de laatste
drie crises genomen. Fabrikaten vertonen een
veel stabieler prijsverloop, hetgeen onder meer
verklaard kan worden door de veelal trage
reactie van de productie van grondstoffen op
prijsontwikkelingen en op het geringe deel van
de kosten van grondstoffen in de prijs van de
meeste eindproducten.

De wereldhandel en de bestrijding
van de economische crisis
Gegeven de langzame verandering van de
meeste structurele factoren, zoals factor­
begiftiging en geografie, wordt de ontwikkeling van de omvang van de wereldhandel op
de korte termijn voornamelijk bepaald door
de inkomens. De financiële crisis werkt via
verminderde groei of zelfs daling van het
bruto nationaal product door in de vraag naar
invoergoederen. Het bestrijden van de crisis
door maatregelen die aangrijpen op de wereldhandel ligt dan ook niet voor de hand. In de
praktijk gebeurt dit echter wel, met handelsaccommoderende en handelsbelemmerende
maatregelen. Wat het eerste betreft kan men
denken aan de beschikbaarheid van handels­
financiering, het leverancierskrediet dat exporteurs dikwijls verlenen aan hun afnemers en
afdekken bij hun bankrelatie en leningen die
importeurs afsluiten om hun transacties te
financieren. Meer dan tachtig procent van de
wereldhandel is afhankelijk van financieringsarrangementen. Tijdens de Aziatische crisis
kwam de verstrekking van bankleningen aan

Figuur 5

Prijsindexcijfers van de wereldhandel, 2007-2009.
Index
250

200

150

100

50

0
2007

2008
Energie

Andere grondstoffen

2009
Fabrikaten

Wereldhandel

Bron: Geconstrueerd op basis van CPB wereldhandelsmonitor; indexcijfers (januari
2007 = 100), maanddata. Energie en overige grondstoffen zijn gebaseerd op de
HWWI/HWWA Index of World Market Prices of Commodities

exporteurs in opkomende landen zoals Indonesië vrijwel tot stilstand
(Auboin en Meier-Ewert, 2003). In oktober 2008 stelde de directeurgeneraal van de WTO dat veel exporteurs in ontwikkelingslanden
moeite hebben om hun transacties te financieren. In Genève werd een
s
­ peciaal overleg bijeengeroepen tussen vertegenwoordigers van banken
en overheidsdiensten om een oplossing te zoeken. De G20 kondigde in
april 2009 in Londen speciale maatregelen aan om de handelsfinanciering te ondersteunen met 250 miljard dollar. Het is echter de vraag
of ook bij de huidige crisis hier een groot probleem ligt, en of van deze
Figuur 6

Ruilvoetontwikkeling in indexcijfers, 2007–20091.
125

Index

100

75

50
2007

2008
Japan

1

EU15

Verenigde Staten

2009
Overige landen

Ruilvoet gedefinieerd als prijsindex uitvoer/prijsindex invoer.

Bron: geconstrueerd op basis van CPB wereldhandelsmonitor; indexcijfers (januari
2007 = 100), maanddata

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
Het is
het artikel voor eigen
te publiceren in wat voor medium dan ook. van dewel toegestaan omauteur aan te wenden. gebruik
en voor publicatie op een intranet
werkgever van de

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

23

maatregel een belangrijk effect mag worden verwacht. Een onderzoek
van het Overseas Development Institute in Sussex wees uit dat exporterende ondernemingen in Afrika met gevestigde relaties in de tuinbouw en kleding geen problemen hebben met hun leverancierskrediet
(Humphrey, 2009).
Van geheel andere orde is het bestrijden van de crisis door de internationale handel te belemmeren. Economische crises leiden tot een
toenemende druk op beleidsmakers om handelsbarrières te verhogen
teneinde banen te beschermen in sectoren die concurreren met invoer
of waarvan de productie deels in het buitenland plaats vindt. De lessen
van de Grote Depressie van 1929 en de jaren erna zijn echter wel
geleerd. De staatshoofden en regeringsleiders hebben plechtig beloofd
dat niet naar protectionistische maatregelen gegrepen zal worden.
Integendeel, de Doha-ronde van de WTO zou nu snel moeten worden
afgerond, aldus de G20 in november 2008. In de praktijk grijpen regeringen echter toch naar handelspolitieke maatregelen. De Wereldbank
publiceerde onlangs een rapport dat 47 zeer recente protectionistische
maatregelen inventariseert van landen die de verklaring van de G20
hebben onderschreven (Gamberoni en Newfarmer, 2009). Enkele
voorbeelden. De subsidiëring van de auto-industrie in de Verenigde
Staten legt druk op buitenlandse overheden om vestigingen ook te
subsidiëren (Canada), terwijl president Sarkozy de te steunen Franse
auto-industrie opriep om de vestigingen in Tsjechië te sluiten. De
dalende wereldmarktprijzen van zuivelproducten hebben de EU ertoe
gebracht om de exportsubsidies weer in te voeren. Ook het aantal in
gang gezette antidumpingprocedures in zowel geïndustrialiseerde als
o
­ ntwikkelingslanden neemt na een daling weer toe. In Nederland riep
staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken in maart 2009
op om in eigen land op vakantie te gaan (Trouw, 5 maart 2009). In de
Verenigde Staten werd in januari een wet aangenomen die binnenlandse
aanbieders bevoordeelt bij overheidsaankopen. Men zou kunnen stellen
dat het om beperkte maatregelen gaat. Toenemend protectionisme
betekent echter ook dat het herstel langzamer zal verlopen omdat de
noodzakelijke herstructureringen worden uitgesteld, de uitvoer van
andere landen verder daalt en een klimaat voor groeiend protectionisme
wordt geschapen. Voor zover handelspolitieke maatregelen een bijdrage
kunnen leveren aan het versneld beëindigen van de economische crisis,
is dat door het vertrouwen te vergroten dat niet aan de open wereldhandelsorde getornd zal worden, maar dat deze juist versterkt wordt.
In dat licht zou een snelle en constructieve afronding van de Dohaontwikkelingsagenda de best denkbare maatregel zijn.

afgaande op eerdere recente crises en de
omvang van de huidige. De prijzen van de
internationaal verhandelde goederen zijn
sterk gedaald gedurende de crisis, vooral van
energie en van andere grondstoffen. Landen
die de laatstgenoemde goederen netto invoeren, zoals in Europa, konden door deze ruilvoetverbetering de welvaartsdaling als gevolg
van de crisis voor een deel compenseren.
Maatregelen die aangrijpen op de internationale handel zijn bijna altijd minder geschikt
om de crisis te bestrijden, zeker als het om
handelsbelemmeringen gaat. Toch zijn er ook
nu weer vele voorbeelden van te zien. Beter
zou het zijn de open wereldhandelsorde te versterken door de Doha-ronde op korte termijn
te laten slagen.

Literatuur
Auboin, M. en M. Meier-Ewert (2003) Improving the
Availability of Trade Finance During Financial Crises.
Geneve: WTO.
Bergeijk, P. van (2009) Diepte en duur van de invoerkrimp. ESB, 94(4559), 269–270.
Gamberoni, E. en R. Newfarmer (2009) Trade protection:

Conclusie
De huidige economische crisis heeft de internationale handel sterk
doen dalen, zoals in perioden van economische groei de wereldhandel
sneller stijgt dan het wereldinkomen. Dat geldt voor de Nederlandse
economie evenzeer. Het ligt in de lijn der verwachting dat het dieptepunt van de groei van het volume van de internationale handel in
augustus 2009 bereikt zal worden. Daarna zal het tot rond februari
2009 duren voordat de internationale handel weer gaat groeien,

24

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

Incipient but worrisome trend. World bank trade notes,
nr 37. Washington D.C. Wereldbank.
Humphrey, J. (2009) Are exporters in Africa facing reduced
availability of trade finance. Institute of Development
Studies Brighton, UK March 2009.
Maddison, A. (2009) Historical statistics.
http://www.ggdc.net/maddison/
Marrewijk, C. van (2007) International Economics.
Oxford: Oxford University Press.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Auteurs