Ga direct naar de content

Statistiek

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 15 2009

statistiek
Internationaal

Sylvia Teunissen (Ministerie van Financiën)

Vraagcomponent dalende kredietverstrekking

respondenten dat de vraag naar krediet de voorbije
drie maanden was gedaald.
De verklaring voor de daling van de kredietverstrekking is complex. Er zijn echter duidelijk signalen dat
niet alleen de aanbodkant maar ook de vraagkant
een significante rol speelt.

Vraag naar krediet door ondernemingen (antwoorden
van banken, in procenten).
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
8

09

l-0

n-

Ja

Ju

7

08

l-0

n-

Ja

Ju

6

07

l-0

n-

Ja

Ju

5

06

n-

Ja

05

l-0

Ju

4

l-0

n-

Ja

Ju

3

04

n-

Ja

03

l-0

n-

Ju

Ja

Tijdens de huidige economische recessie loopt de kredietverstrekking in de eurozone terug. Dit wordt vaak in verband gebracht met het fenomeen credit crunch:
na hun recente ervaringen met subprime-leningen en andere slechte risico’s
proberen commerciële banken de risico’s op hun balans te verkleinen. Zij zijn
voorzichtiger geworden met het verstrekken van nieuwe leningen en beperken het
aanbod van krediet aan de markt. De kredietcrisis zou zo tot een geheel nieuwe
soort recessie leiden, die wordt gedreven door de toegenomen risico-aversiteit
van commerciële banken.
Een andere mogelijkheid is dat de dalende kredietverstrekking wordt veroorzaakt door een dalende vraag naar krediet. Een aanwijzing hiervoor komt
uit de Bank Lending Survey die de Europese Centrale Bank (ECB) elk kwartaal uitzet bij commerciële banken. Een van de vragen hierin luidt: “Hoe is
de vraag naar leningen of krediet door ondernemingen bij uw bank over de
afgelopen drie maanden veranderd?†De figuur laat zien hoe de antwoorden
van banken op deze vraag de voorbije jaren zijn veranderd. In de eindfase van
de vorige ­ onjuncturele neergang (2002–2003) daalde het aantal negatieve
c
antwoorden van zo’n 45% van de respons in januari 2003 naar zo’n 12% een
jaar later. In de periode van hoogconjunctuur die hierop volgde meldde een
groeiend deel van de respondenten dat de vraag naar krediet was gestegen,
tot een piek van 28% in oktober 2005. Vanaf oktober 2007 liep het aantal
negatieve antwoorden snel op. Deze timing valt samen met de het bekend
worden van de grote problemen rond subprime-hypotheken in de Verenigde
Staten. In januari 2009, het meest recente datapunt, meldde ruim 55% van

Enigszins gestegen
Onveranderd gebleven
Sterk gestegen
Enigszins gedaald
Sterk gedaald

Bron: ECB Bank Lending Survey januari 2009

Monetaire Zaken

Guido Schotten (DNB)

Omslag op de arbeidsmarkt
In de meest recente cijfers van het CBS is sprake van een lichte verslechtering
op de arbeidsmarkt, maar nog niet van een echte klap. De arbeidsmarkt reageert dan ook doorgaans met een vertraging op conjuncturele omslagen. Terwijl
de conjuncturele neergang vorig jaar al was ingezet, is de werkgelegenheid het
afgelopen jaar nog licht toegenomen. In het vierde kwartaal van 2008 waren er
ruim 100.000 banen meer dan het jaar ervoor. Wel is de groei van het aantal
banen al na de zomer van 2007 teruggevallen. De voor het seizoen gecorrigeerde
werkloosheid bereikte een half jaar geleden het laagste punt van de huidige
conjunctuurcyclus. Sindsdien is deze met bijna 30.000 personen opgelopen, tot
317.000 personen in het eerste kwartaal van dit jaar. Met een gemiddelde werkloosheid van 4,4 procent van de beroepsbevolking in het eerste kwartaal van dit
jaar, is deze nog steeds laag. Nederland heeft bovendien de laagste werkloosheid
van het eurogebied.
De laatste maanden zijn er echter steeds meer signalen dat een forse omslag
plaatsvindt op de arbeidsmarkt. Zo is het aantal openstaande vacatures in het
vierde kwartaal van vorig jaar met 20 procent afgenomen, de grootste terugval
sinds het begin van deze reeks eind jaren tachtig. Veel bestaande vacatures
zijn vervallen en er zijn weinig nieuwe ontstaan. De sterke daling van het aantal
openstaande vacatures deed zich vooral voor in het bedrijfsleven, terwijl in
de niet-commerciële sectoren slechts een lichte daling plaatsvond. Daarnaast
hebben diverse industriële bedrijven, bouwondernemingen en financiële instellingen forse saneringen aangekondigd. Dit is in lijn met informatie uit enquêtes
voor de werkgelegenheidsvooruitzichten in de industrie en de zakelijke dienstverlening. Deze wijzen op een forse verslechtering op de arbeidsmarkt (figuur).
Ook lag het volume uitzenduren in het eerste kwartaal van dit jaar 21 procent

304

ESB

94(4560) 15 mei 2009

Verwachte werkgelegenheid (genormaliseerd).
2
1
0
-1
-2
-3
-4
00

01

02

03

04

05

06

07

08

09

Verwachte werkgelegenheid verwerkende industrie
Verwachte werkgelegenheid zakelijke dienstverlening

Bron: CBS en NEVI PMI

lager dan een jaar eerder. In een recente DNBenquête geven bedrijven dan ook aan in reactie op
een substantiële vraaguitval hun kosten te saneren
door in de eerste plaats contracten van flexwerkers
te laten aflopen. Het percentage flexwerkers ligt
in Nederland relatief hoog vergeleken met andere
landen, waardoor de werkloosheid wellicht relatief
snel kan oplopen. Het Centraal Planbureau voorspelt
voor de komende twee jaar een verdubbeling van de
werkloosheid.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Financiële Markten

Sander Hoek (FDA)

Daling lange rente niet houdbaar
Sinds het laatste kwartaal van 2008 is de kapitaalmarktrente in de Verenigde Staten en de eurozone
flink gedaald. De intensivering van de financiële
crisis sinds het bankroet van de Amerikaanse
zakenbank Lehman Brothers heeft een risicoaversie op financiële markten teweeggebracht, wat
heeft geresulteerd in een vlucht naar liquide en
veilige overheidsobligaties. Vooral Amerikaanse en

Kapitaalmarktrente in de Verenigde Staten en ­Duitsland
op 10-jaars overheidsobligaties (in procenten).
5,5
5.0
4,5
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
2007

2008

2009

Duitsland

VS

Duitse overheidsleningen hebben hiervan geprofiteerd. Tevens speelde mee dat
de crisis in alle hevigheid oversloeg naar de reële economie, waardoor de inflatie
en inflatieverwachtingen scherp zijn gedaald. Het monetaire beleid werd vooral
in de Verenigde Staten versoepeld. De door monetaire autoriteiten aangestuurde
korte-rentetarieven zijn in de Verenigde Staten tot vrijwel 0% verlaagd en in de
eurozone tot 1%. Bovendien kondigde de Amerikaanse Federal Reserve aan ook
een ­ wantitatieve versoepeling in te zetten. Hierbij worden door de centrale bank
k
op grote schaal obligaties opgekocht van hypotheekinstellingen en de overheid.
In ­ istorisch perspectief is dit een uiterst bijzondere maatregel, die enkele jaren
h
eerder alleen nog door de Japanse centrale bank in praktijk is gebracht. De doelstelling van deze actie is drieledig. In de eerste plaats is dit een wijze waarop de
centrale bank extra liquiditeiten in het systeem pompt. Ten tweede wordt getracht
met het opkopen van gesecuritiseerde hypotheekleningen van hypotheekinstellingen de financiering van de kredietverlening te vergemakkelijken om zo de
n
­ iet-functionerende hypotheekmarkt en daarmee ook de huizenmarkt weer vlot te
trekken. In de laatste plaats probeert de centrale bank direct invloed uit te oefenen
op het niveau van de lange rente, in de hoop dat dit doorwerkt in andere krediettarieven voor gezinnen en bedrijven. Toch is het de vraag of de lange rente met
een dergelijk beleid voor lange tijd laag gehouden kan worden, met name met het
oog op de uitzonderlijk sterke stijging van het overheidstekort en de ‑schuld die in
deze crisis plaatsvindt. Het is zeer goed denkbaar dat, wanneer ook maar enigszins
d
­ uidelijk wordt dat het dieptepunt van de recessie in zicht komt, de kapitaalmarktrente duidelijk zal stijgen. Met het oplopen van de lange rente in de Verenigde
Staten in de afgelopen maanden (figuur) dient deze stijging zich al voorzichtig aan.

Bron: FDA

Economie en Samenleving

Rogier Lieshout (SEO Economisch Onderzoek)

Netwerkkwaliteit luchthaven Kopenhagen (aantal
v
­ erbindingen).
8.000
7.000
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

Bron: SEO Economisch Onderzoek

Ontwikkelingen in netwerkkwaliteit
De fusie tussen Air France en KLM in 2004 heeft
geleid tot de unieke situatie waarin een maatschappij beschikt over twee relatief dichtbij elkaar gelegen
overstapluchthavens, te weten Parijs Charles de
Gaulle en Schiphol. Volgens velen geen optimale
situatie, aangezien concentratie van operaties op
een enkele luchthaven kostenvoordelen met zich
meebrengt en bovendien het aantal overstapmogelijkheden op die luchthaven vergroot. De effecten
voor de andere luchthaven zijn minder positief, wat

blijkt uit de recente geschiedenis van de luchthaven in Kopenhagen. Kopenhagen
is van oudsher de thuishaven van SAS, die samen met onder andere Lufthansa
en United Airlines in 1997 de STAR-alliantie oprichtte. Sindsdien heeft SAS
veel van haar intercontinentale bestemmingen verloren aan Frankfurt, de thuisbasis van Lufthansa. Gevolg hiervan is dat reizigers niet meer rechtstreeks vanaf
Kopenhagen naar deze bestemmingen kunnen vliegen. Tevens neemt hierdoor
het aantal overstapmogelijkheden via de luchthaven af en daarmee ook het
aantal transferpassagiers. De figuur illustreert dit aan de hand van de ontwikkeling van de netwerkkwaliteit via Kopenhagen. Netwerkkwaliteit wordt gemeten
als het aantal verbindingen die mogelijk zijn via de luchthaven, gewogen voor
de kwaliteit ervan, waarbij directe vluchten zwaarder meewegen dan indirecte
vluchten.
In februari nam het aantal passagiers op Parijs en Schiphol met circa 10% af.
Wanneer het in het huidige economische klimaat niet meer rendabel is bepaalde
intercontinentale bestemmingen vanaf beide luchthavens te bedienen, ligt
concentratie van operaties op Parijs het meest voor de hand. De Parijse luchthaven beschikt namelijk over een groter passagierspotentieel dan Schiphol.
Concentratie van het intercontinentale netwerk op Parijs betekent een verslechtering van de netwerkkwaliteit van Schiphol en daarmee ook van de interconti­
nentale bereikbaarheid van Nederland met negatieve gevolgen voor het vestigingsklimaat, de werkgelegenheid en de economie. Om dit te voorkomen heeft
de Rijksoverheid tijdens de fusiebesprekingen tussen de KLM en Air France
garanties bedongen ten aanzien van de ontwikkeling van de netwerkkwaliteit op
Schiphol. Zo garandeerde Air France 42 vooraf geselecteerde intercontinentale
bestemmingen direct vanaf Schiphol te blijven bedienen. Deze garantie loopt dit
voorjaar af en dat komt daarmee op een zeer slecht moment.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders

te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

94(4560) 15 mei 2009

305

Auteurs