Ga direct naar de content

Reactie op: Herstel dekkingsgraad vergt forse

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 17 2009

reactie

Reactie op: Herstel dekkingsgraad
pensioenfondsen vergt grote inkomensoffers
CPB-onderzoekers stelden in ESB 4556 van 20
maart dat de huidige onderdekkingssituatie de
deelnemers die nu een leeftijd hebben van 55 jaar
het hardst raakt (Bonenkamp et al., 2009). De pers
pikte deze boodschap direct op. Trouw (20 maart)
kopte stellig “Vijftiger dupe van crisis pensioenenâ€.
Men krijgt een evenwichtiger beeld als men inzoomt
op de risicodeling in het pensioencontract en de
rol die jongere deelnemers daarin spelen. De bood­
schap achter de oneliner uit Trouw is de directe
consequentie van het uniforme beleid in het huidige
Nederlandse pensioencontract. De huidige situatie
kan ook worden bezien vanuit de solidariteitsstro­
men tussen de generaties. Dan wordt duidelijk dat
de solidariteit in de huidige onderdekkingssituatie
vooral van jong naar oud loopt. Overigens wordt hier
niet aangestuurd op een volgende ongenuanceerde
krantenkop in de trant van “Jongere dupe van crisis
pensioenenâ€. De bedoeling is juist om een evenwich­
tiger beeld te laten ontstaan.

Uniform pensioenbeleid
Het huidige Nederlandse pensioencontract kenmerkt
zich door uniformiteit. Iedere deelnemer betaalt
dezelfde premie (in procenten) en krijgt daarvoor
hetzelfde opbouwpercentage. Als het pensioenfonds
kort op indexering dan is de korting (in procenten)
voor alle deelnemers gelijk. Voor deelnemers met
veel opgebouwde rechten komt dit neer op een
korting die in euro’s gemeten veel groter is dan
voor deelnemers met weinig opgebouwde rechten.
De oudere deelnemer heeft doorgaans veel rechten
opgebouwd en is daarom in absolute termen de dupe
van de ingestelde (indexatie)korting.
Kader 1 geeft aan dat de uniformiteit in het huidige
pensioencontract ertoe leidt dat de impact van een
korting voor oudere deelnemers vele malen groter is
dan voor jongere deelnemers. Dit komt overeen met
de analyse van Bonenkamp et al. Het gegeven dat
de indexatiekorting per generatie anders uitpakt, is
een van de redenen waarom er momenteel wordt
nagedacht over een pensioenbeleid dat naar leeftijd
gedifferentieerd is (Knot, 2008; Ponds, 2008).

Solidariteitsstromen

Dick Boeijen, Pascal
Janssen en Niels
Kortleve
Senior Actuaris, Actuaris
en Manager Actuarial Projects and special Accounts
bij PGGM

252

ESB

Met behulp van fair value generational accounting
(Kortleve, 2003; Kortleve en Ponds, 2006) kunnen
de solidariteits­ tro­ en tussen de verschillende gene­
s m
raties in kaart worden gebracht. In figuur 1 gebeurt
dat voor een fictief pensioenfonds (middelloon met
een dekkingsgraadafhankelijke indexerings­ taffel).
s
De balken in figuur 1 geven informatie over de extra
solidariteitsstromen die binnen het pensioenfonds
optreden als gevolg van de huidige onderdekkings­
situatie, afgezet tegen de evenwichtssituatie waarin

94(4558) 17 april 2009

de dekkingsgraad honderd procent reëel bedraagt.
Alle andere vormen van solidariteit zijn bewust
buiten beschouwing gelaten. Is een balk negatief
dan draagt het betreffende leeftijdscohort bij aan
de solidariteit. Een positieve balk betekent dat het
cohort profiteert van de solidariteit. De solidariteits­
stromen zijn uitgedrukt in euro’s per fte per jaar.
De horizon bedraagt vijftien jaar. In kader 2 wordt
uitgelegd hoe de cijfers in figuur 1 zijn berekend.

Solidariteit van jong naar oud
Solidariteit heeft twee kanten: er is een groep die
profiteert en een groep die bijdraagt aan de solida­
riteit. Alle plus­ en en minnen tellen precies op tot
s
nul. In figuur 1 is te zien dat in de huidige onder­
dekkingssituatie, zonder aanvullende maatregelen,
de oudere leeftijdscohorten (55 plus) profiteren en
dat de jongere co­ orten (50 min) aan de solidariteit
h
bijdragen. Verklaring: de oudere cohorten zijn al met
pensioen of gaan de komende vijftien jaar met pen­
sioen. Zij krijgen hun opgebouwde rechten gewoon
uitgekeerd, met kans op indexatie, ondanks dat daar
niet genoeg middelen voor zijn. De gepensioneerden
krijgen minstens honderd, terwijl er maar 95 in kas
zit. De jongere cohorten betalen een kostendek­
kende premie om een reëel pensioenrecht in te
kopen. Maar vanwege de onderdekking krijgen zij de
Kader 1

Gelijke behandeling, ongelijke impact
Twee modeldeelnemers, een van 30 jaar en een
van 55 jaar, zijn op leeftijd 25 ­ egonnen met
b
werken en pensioneren op hun 65ste. Stel nu
dat het pensioenfonds vijf procent gaat korten.
Vanwege het uniforme ­ ensioencontract is het
p
kortingspercentage voor beide ­ eelnemers
d
gelijk. In onderstaande tabel is te zien dat de
impact van deze uniforme korting voor de 55-jarige zes maal zo groot is als voor de 30-jarige.
Als het pensioenfonds de korting in de toekomst
niet compenseert, dan moet de 55-jarige zes
maanden langer doorwerken voor een volledig
pensioen, terwijl de 30-jarige daar slechts een
maand voor nodig heeft.
30 jaar
Opbouw vóór korting

55 jaar

5

30
– / – 5%

Opbouw ná korting
Nog op te bouwen tot 65
Verwachte opbouw op 65
Opbouwtekort op 65
Aantal maanden langer werken
om tekort te compenseren

4,75
+
35
=
39,75

28,5
+
10
=
38,5

0,25

1,5

1

6

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Kader 2

Hoe zijn de generatie-effecten berekend?
Het fonds is in onderdekking, de nominale dekkingsgraad bedraagt 95
procent. We laten voor elk van de leeftijdscohorten zien hoe ongunstig het is
om deelnemer van het pensioenfonds te blijven. Hiertoe worden twee fictieve
mogelijkheden tegen elkaar afgezet:
1. H et fonds nu sluiten en het aanwezige vermogen naar rato van het opge
bouwde recht onder de deelnemers van het fonds verdelen.
2. et pensioencontract de komende vijftien jaar voortzetten en na vijftien
H
jaar het fonds sluiten en dan het aanwezige vermogen naar rato van het dan
opgebouwde recht onder de deelnemers verdelen.
Voor elk leeftijdscohort wordt in kaart gebracht wat de waarde van de twee
keuzes is, uitgedrukt in euro’s van nu en herrekend tot de waarde per fte.
Vervolgens wordt bekeken wat het verschil is tussen doorgaan (keuze 2) en
nu stoppen (keuze 1) in vergelijking met de evenwichtssituatie, een dekkingsgraad van honderd procent reëel. Als dat verschil voor een cohort positief
is, dan profiteert dat cohort de komende vijftien jaar van de solidariteit die
vanwege de huidige onderdekking in het pensioencontract besloten ligt.
Als het verschil voor een cohort negatief is, dan draagt dat cohort bij aan
die solidariteit. Ter verduidelijking (figuur 1): als het fonds in onderdekking
buiten de bestaande staffels geen aanvullende maatregelen neemt dan draagt
een deelnemer die nu veertig jaar is de komende vijftien jaar jaarlijks tweeduizend euro (in euro’s van nu) bij aan de solidariteit.

eerste jaren slechts een nominaal pensioenrecht: de
jongeren draaien op voor het herstel en zijn solidair
met de ouderen. De solidariteit van jong naar oud
neemt verdere vormen aan als het pensioenfonds
in onderdekking extra premie gaat vragen (in de
berekening: 2,5 procent van de pensioengrondslag).
De jongere generaties, de premiebetalers, betalen
nu nog nadrukkelijker mee aan het herstel. Als het
fonds daarbovenop en ondanks de onderdekking
toch onvoorwaardelijk indexeert, dan worden de soli­
dariteitsstromen nog groter (figuur 1). In deze situ­
atie krijgen de gepensioneerden immers substantieel
meer dan honderd uitgekeerd, terwijl er maar 95 in
kas zit. De jongeren draaien voor het verschil op.
In figuur 2 is te zien dat het afstempelen van pensi­
oenrechten, als het fonds na drie jaar nog steeds in
onderdekking verkeert, de solidariteitsstromen van
jong naar oud verkleint. Door afstempelen dragen
de oudere cohorten namelijk ook bij aan het herstel
en dat dempt de solidariteitsstroom van jong naar
oud. De bijdrage aan de solidariteit bedraagt voor
de actieve deelnemers dan overigens nog altijd zo’n
duizend euro per fte per jaar.

Conclusie

Jaarlijkse solidariteitsstromen in euro per FTE

Figuur 1

Solidariteitsstromen tussen generaties als gevolg van de huidige
o
­ nderdekking.

6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0

5

10 15 20 25 30 35 40 45 50
55 60 65 70 75 80 85 90 95 100

-1.000

Huidige leeftijd

-2.000
-3.000
-4.000
-5.000
-6.000
Geen aanvullend beleid

Figuur 2

Extra premie

Extra premie + volledige indexering

Solidariteitsstromen tussen generaties als gevolg van de huidige
o
­ nderdekking.

De conclusies die uit figuur 1 en figuur 2 kunnen
worden getrokken, lijken haaks te staan op de con­
clusies van Bonenkamp et al., maar dat is geenszins
het geval. Het is maar hoe men de analyses wil zien.
Bonenkamp et al. kijken naar het verlies als gevolg
van onderdekking. Hier wordt gekeken naar de
onderlinge solidariteitsstromen.
Ook al is er sprake van verschillende zienswijzen, de
werkelijkheid verandert natuurlijk niet: de vijftiger
lijdt in de huidige onderdekkingssituatie het groot­
ste verlies. Het staat echter vast dat dit verlies nog
groter zou zijn zonder de solidariteit van de jongeren.
De krantenkop “Vijftiger dupe van crisis pensioenenâ€
zou echter vergezeld moeten gaan van de onderkop
“Solidariteit jongeren beperkt pensioenschade van
ouderenâ€. Dat geeft een evenwichtiger beeld van de
lastenverdeling bij onderdekking.

Literatuur

Jaarlijkse solidariteitsstromen in euro per FTE

Bonenkamp, J., C. van Ewijk, H. ter Rele en E. Westerhout
6.000

(2009) Herstel dekkingsgraad pensioenfondsen vergt grote

5.000

inkomensoffers. ESB, 94(4556), 166–169.

4.000

Knot, K. (2008) Het FTK is toekomstbestendig. Investment &

3.000

pensions Nederland, december 2008, 22–23.
Kortleve, C. (2003) De meerwaarde van beleidsopties. ESB,

2.000
1.000
0

88(4421), 588–590.
5

Kortleve, N. en E. Ponds (2006) Pension deals and value-based

10 15 20 25 30 35 40 45 50
55 60 65 70 75 80 85 90 95 100

-1.000

Huidige leeftijd

-2.000

ALM. In: Kortleve, N., T. Nijman en E. Ponds (red.) Fair value and
pension fund management. Amsterdam: Elsevier, 181–209.
Ponds, E. (2008) Rendementindexatie in collectieve pensioe-

-3.000

nen. ESB, 93(4533), 246–249.

-4.000
-5.000

De redactie behoudt zich het recht voor inzending voor de

-6.000
Geen aanvullend beleid

Na 3 jaar afstempelen

rubriek reactie te wijzigen, in te korten, aan te passen of te
redigeren ten behoeve van de leesbaarheid en argumentatie.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

94(4558) 17 april 2009

253

Auteurs