Ga direct naar de content

Het jaar van alsmaar dieper afglijden

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 19 2008

arbeidsmarkt

Het jaar van alsmaar dieper
afglijden
Terugkijken is niet altijd verstandig. Vraag dat maar aan
de vrouw van Lot. Het is desondanks leerzaam, zeker
voor iemand die vorig jaar december voorspellingen heeft
gemaakt over de arbeidsmarkt dit jaar.

D

e centrale boodschap van mijn artikel
van eind vorig jaar (Theeuwes, 2007)
was dat 2008 het vierde vette jaar op
rij zou worden, waarbij de krapte op de
arbeidsmarkt steeds nijpender werd, wat zou leiden
tot dalende werkloosheid en aanmerkelijke toename
in contractlonen en reële arbeidskosten. Eind vorig
jaar hingen al donkere wolken boven de markt. De
kredietcrisis zorgde toen al voor veel onzekerheid.
Niemand kon echter bevroeden dat deze crisis in
2008 zou omslaan in een vrije val van de vermo­
gensmarkten en wereldwijde nationalisatie van
onderdelen van de financiële markten. Wel was een
jaar geleden duidelijk dat 2008 een overgangsjaar
zou zijn naar minder gunstige tijden. Iedereen dacht
daarbij aan een geleidelijke overgang en niet de
koude douche die nu over ons heen komt.

Schijn en werkelijkheid

Jules Theeuwes
Algemeen directeur SEO
Economisch Onderzoek

790

ESB

De krant doet elke dag verslag over het woeden
van de crisis. Tegelijk is in de CBS-cijfers voor de
arbeidsmarkt niet zo veel daarvan terug te vinden.
De werkloosheid is nog altijd laag, het aantal
vacatures onverminderd hoog, en de loon- en koop­
krachtstijgingen voor de burger blijven doorgaan. Die
tegenstelling tussen wat men in de krant leest en op
de website van het CBS terugvindt, maakt 2008 het
jaar van de cognitieve dissonantie. In haar prachtige
boek over het jaar na de plotselinge dood van haar
man waarmee ze veertig jaar was getrouwd, vertelt
Joan Didion over haar ervaring met magisch denken
(Didion, 2006). Ze weet dat haar man dood is, maar
in het dagelijkse leven is het voor haar nog altijd
alsof hij zo de kamer kan binnenkomen. Het lukt
haar niet om zijn schoenen weg te gooien, omdat ze
voelt dat hij die nog nodig heeft. Die tegenstelling
tussen de werkelijkheid van de dood van haar man
en hoe ze dat ervaart, noemt ze magisch. Minder
heftig maar op eenzelfde manier magisch dit jaar, is
de werkelijkheid van de falende kredietinstellingen
en diep wegzakkende beursnoteringen en totaal
tegengesteld daaraan en bijna onwerkelijk, de nog
altijd krappe arbeidsmarkt en consumenten met
genoeg geld in hun broekzak.
Die tegenstelling, afglijden in de financiële markten
en krapte op de arbeidsmarkt, is duidelijk te zien in

93(4550) 19 december 2008

de eerdere voorspellingen van het CPB over de werk­
loosheid in 2009. In de MEV van september 2007
voorspelt het Planbureau voor dit jaar 310.000
werklozen. In het CEP dit voorjaar herhaalt het die
voorspelling. In de MEV van dit jaar september wordt
het aantal opgetrokken naar 315.000. De kredietcri­
sis heeft dan al een aantal maanden huisgehouden.
Aan het aantal werklozen is dat niet te merken. De
dag voor Prinsjesdag gaat Lehman Brothers fail­
liet en gaan de poorten van de hel die kredietcrisis
heet, helemaal open. Ambtenaren op de ministeries
van financiën over de hele wereld werken lange
w
­ eekenden en doen dingen die ze sinds mensen­
heugenis niet meer hebben gedaan. In zijn laatste
decembervoorspelling (CPB, 2008) van dit jaar gaat
het CPB er van uit dat het aantal werklozen dit jaar
op slechts 300.000 uitkomt.

Minder aanbodzorgen
De werkloosheidvoorspellingen van het Centraal
Planbureau gaan over jaargemiddelden. Als gekeken
wordt naar de kwartaalontwikkelingen in de cijfers
van het CBS ligt de conclusie voor de hand dat
we in de omslag zitten. De groei van het bbp is dit
jaar elk kwartaal minder positief en hetzelfde geldt
voor de groei van de werkgelegenheid. In de laatste
maanden van dit jaar bleef de werkloosheid vrijwel
onveranderd. Het aantal openstaande vacatures was
in het derde kwartaal nog altijd onverminderd groot,
maar de groei was er wel uit. We zitten nog niet in
een recessie, maar wel vlak ervoor. Dit is de stilte
voor de storm.
De sterkte van de orkaan die over de Nederlandse
economie zal razen, kennen we niet en in de
kranten­ erichten doemt het beeld op van een ramp­
b
spoed, te vergelijken met de ravage van Katrina.
De onzekerheid is groot en in de laatste maanden
zijn de verwachtingen alleen maar naar beneden
bijgesteld. Tegelijk is de krapte op de Nederlandse
arbeidsmarkt een structureel gegeven. De krapte ver­
dwijnt in een recessie weliswaar naar de achtergrond
en toch beïnvloedt het nog altijd de omvang van de
teruggang. De minimale groei van het arbeidsaanbod
blijft van kracht. Het arbeidsaanbod wordt gestuurd
door de demografische ontwikkelingen en door de
beslissingen om al of niet te participeren op de
arbeidsmarkt. De lage groei van het aanbod wordt
in een recessie alleen nog maar minder. Mensen
die nu buiten de arbeidsmarkt staan en in goede
tijden misschien een baan zouden zoeken, verliezen
in een recessie hun enthousiasme hiervoor. Aan het
begin van 2008 zat Nederland nog in spanning te

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Komt het nog goed?
De economie komt in zwaar weer terecht en de vraag
kan gesteld worden of het nog goed komt met de
werkgelegenheid na 2010. Het antwoord is tegelijk
ja en nee. Na een economische crisis gaat de werk­
gelegenheid weer toenemen en trendmatig groeit het
aantal werkenden sinds de Tweede Wereldoorlog. In
een economische crisis vallen veel bedrijven om en
zakken sectoren weg. Die bedrijven komen niet meer
terug en de werkgelegenheid verplaatst zich van de
ene sector naar de andere, van de industrie naar de
diensten, en binnen de diensten naar de zorg. Over
de jaren heen is bijvoorbeeld de textiel-, kleding- en
ledersector in Nederland steeds kleiner geworden. In
een recessie wordt die teruggang versneld, maar na
een recessie leeft de werkgelegenheid weer op. In
sommige sectoren echter niet genoeg om de krimp
weer goed te maken. In de verre toekomst wordt de
beroepsbevolking kleiner en uiteindelijk zal daar­
door de werkgelegenheid in Nederland ook minder
worden. Voor het midden van deze eeuw houdt de
naoorlogse groei van de werkgelegenheid op.
De economische crisis die ons in de volgende jaren
zal treffen, is nog het best te vergelijken met de
recessie van de jaren tachtig. Sinds 1981 en 1982
krimpt het bbp op jaarbasis niet meer. Het CPB
verwacht voor het eerst weer een krimp voor 2009
en in de onzekerheidsvariant ook voor het jaar
daarna. Echter, de recessie van de jaren tachtig was
op de arbeidsmarkt omvangrijker dan wat ons nu te
wachten staat. De werkloosheid liep toen op tot bijna
tien procent van de beroepsbevolking. In die periode
kreeg bijvoorbeeld de industrie hele grote klappen,
maar desondanks kwamen ze daar later weer uit. Op

Figuur 1

Veranderingen in de werkgelegenheid.
6,0
4,0
Procentuele mutaties

wachten op het rapport van de commissie-Bakker.
Dat rapport is in juni 2008 verschenen (Advies
Commissie Arbeidsparticipatie, 2008) en bevatte
interessante voorstellen om het aanbod van arbeid te
vergroten. Aan het begin van 2008 was de zorg over
de groei van het arbeidsaanbod groot, en dat is ook
te zien in mijn artikel (Theeuwes, 2007) met de aan­
beveling dat iedereen in 2008 zou moeten meedoen.
In de loop van het jaar is die zorg over meer aanbod
steeds verder weggezakt in het crisisgeweld.
Het aanbod is beperkt en beweegt niet. De beweeg­
lijkheid zit vooral aan de vraagkant van de arbeids­
markt. De werkgelegenheid gaat fors reageren op de
crisis. Volgend jaar gebeurt er nog niet zo veel met
de werkgelegenheid. Maar wel in 2010. De werkge­
legenheid reageert vertraagd op de verandering in de
productie. Dat is logisch. Bedrijven zullen in eerste
instantie proberen om de recessie uit te zingen
met de mensen die ze in dienst hebben zodat ze,
wanneer de economie terug opleeft, niet opnieuw
mensen moeten aantrekken. De verwachting is dan
ook dat de werkgelegenheid volgend jaar nog niet
dramatisch daalt en dat de werkloosheid ook maar
weinig oploopt. Pas in 2010 gaat de werkgelegen­
heid fors onderuit en loopt de werkloosheid op tot
6,5 procent en gaan de lonen matigen.

2,0
0,0
-2,0
-4,0
-6,0
-8,0

-10,0
-12,0
-14,0
‘70 ‘71 ‘72

‘73 ‘74 ‘75 ‘76 ‘77 ‘78 ‘79 ‘80 ‘81 ‘82 ‘83 ‘84 ‘85 ‘86 ‘87
Jaren
Metaal-elektro
Chemische industrie
Papier, drukkerijen, uitgeverijen
Textiel, kleding, leder

de website van het CPB staan cijfers over de ontwikkeling van de Nederlandse
maakindustrie vanaf 1950 tot 2001. In die cijfers kan de ontwikkeling worden
gevolgd van voor het begin van de eerste oliecrisis (1969) tot aan het eind van
de jaren tachtig toen de economie eindelijk uit het slop raakte. Het werkloos­
heidspercentage in 1969 was met 0,7 procent onvoorstelbaar laag. Tot en met
1984 is de werkloosheid alleen maar toegenomen; in 1984 bedroeg deze bijna
tien procent. Vervolgens is de werkloosheid in de jaren nadien met enige schom­
melingen langzaam teruggelopen. Pas aan het eind van de jaren negentig dook
het werkloosheidspercentage onder de vijf procent.
Figuur 1 toont de jaarlijkse veranderingen in de groei van de werkgelegenheid
tussen 1969 en 1987 in vier industriële sectoren: metaal-elektro; chemie;
papier, drukkerijen en uitgeverijen; textiel, kleding en leder. In de figuur is te
zien hoe de maakindustrie in die periode flinke klappen krijgt. Vooral de textiel-,
kleding- en ledersector raakt elk jaar werkgelegenheid kwijt. Mede daarom is het
zo bijzonder dat aan het eind van de jaren tachtig de werkgelegenheid toch weer
gaat groeien in al die sectoren, zelfs in de textielsector. In de metaal-elektro en
in de papier, drukkerijen en uitgeverijen waren meer mensen aan het werk in
2001 dan tijdens het dieptepunt van de crisis uit de jaren tachtig.
Vanaf volgend jaar vallen er klappen in de Nederlandse economie, de werk­
gelegenheid zal inzakken en de werkloosheid toenemen. Maar het is niet het
einde van de wereld, want de werkgelegenheid komt in de naaste toekomst
ruimschoots wel weer terug. Genoeg om de steeds kleiner wordende groei in het
arbeidsaanbod van een baan en een inkomen te voorzien.

Literatuur
Advies Commissie Arbeidsparticipatie (2008) Naar een toekomst
die werkt. Rotterdam: Commissie Arbeidsparticipatie.
CPB (2008) Zwaar weer op komst, Decemberraming 2008. Den
Haag: CPB.
Didion, J. (2006) Het jaar van het magisch denken. Amsterdam:
Promotheus.
Theeuwes, J. (2007) Iedereen doet mee in 2008. ESB, 92(4519)
778–780.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders

te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

93(4550) 19 december 2008

791

Auteur