Ga direct naar de content

Echte economie in beweging

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 19 2008

ontwikkeling

Echte economie in beweging
De eenzijdige nadruk van economen op financiële ken­
getallen en calculaties heeft een verwoestende uitwerking
gehad op de economie. De aandacht moet nu meer liggen
op duurzaamheid, zodat het afnemen van de groei zwaar­
wegende positieve effecten heeft.

I

n het kerstnummer van ESB van 21 december
2007 zijn verwachtingen geuit omtrent het
jaar 2008. Franses voorspelde dat Nederland
in 2008 nog voorspoed zou kennen. Een
grote schok kan Nederland niet uit balans halen.
Theeuwes voorspelde voor Nederland het vierde
vette jaar. Soete en Ter Weel typeren 2008 als het
jaar van rechtvaardigheid en overvloed. Deze voor­
spellingen leren hoe hachelijk in onze wetenschap
het doen van uitspraken over de toekomst is, zelfs
op korte termijn.

Trendbreuk

Arnold Heertje
Emeritus hoogleraar
­
a
­ an de Universiteit van
Amsterdam

778

ESB

In mijn beschouwing Naar echte economie in 2008
(Heertje, 2007) is de nadruk gelegd op de trend­
breuk die ik voorzag van kwantiteit naar kwaliteit.
“Niet de kwantiteit voorop en de kwaliteit in de
verdediging, doch omgekeerd de meetbare kanten
van het economisch proces ingebed in een integraal
kwaliteitsbeleidâ€, zo merkte ik op. Deze enigszins
intuïtieve analyse is op een dramatische wijze
bewaarheid door de enorme klap waarmee het bouw­
werk van de financiële kanten van het economisch
proces is ingestort en daarmee voorlopig tot stil­
stand is gekomen. De dehumanisering van financiële
transacties is exemplarisch voor de dogma’s, finan­
ciële schema’s en monetaire kosten-batenanalyses,
die economen ook ten behoeve van andere sectoren
van het economisch leven, infrastructuur, onderwijs
en zorg hebben aangereikt. De eenzijdige nadruk
op financiële kengetallen en calculaties heeft ook
buiten de financiële sector een verwoestende uitwer­
king gehad.
Wereldwijd komen nu de overlevingsvraagstukken
versneld op de agenda. De zorg voor duurzame
energie, het gestalte geven aan een doelbewust
en effectief klimaatbeleid, het behartigen van de
watervoorziening door middel van schoon industrieel
water en consumptief drinkwater, het behoud van
natuur, open ruimte, milieu en leefbaarheid en het
respecteren van de cultuur. Op nationaal niveau gaat
het om de kwaliteit van de woonomgeving, kwaliteit
van de energievoorziening, kwaliteit van onderwijzers
en leraren, kwaliteit van de patiëntenzorg, kwaliteit
van de jeugdzorg, kwaliteit van de werkgelegenheid,

93(4550) 19 december 2008

kortom de kwaliteit van de economische en maat­
schappelijke ontwikkeling.

Aandacht voor duurzaamheid
De economen die gevangen zitten in het enge kader
van afnemende economische groei, de daling van
het consumentenvertrouwen, dalende beurskoersen
en globale cijfers over de werkloosheid, zien de
kredietcrisis als een onaangename onderbreking van
een patroon dat zij zo snel mogelijk in opwaartse en
kwantitatieve zin hersteld willen zien. In die ziens­
wijze past de aandacht voor duurzaamheid in de
breedste zin naar het rijk der fabelen te verwijzen en
te wensen dat deze aandacht slechts actueel wordt
nadat de economische groei in enge zin is hersteld.
Zodoende wordt miskend dat de belangstelling voor
natuur en milieu in de jaren van hoge economische
groei minimaal was. Bovendien is juist de hoge
groei gepaard gegaan met een forse aanslag op het
leef­ ilieu en de leefbaarheid in het algemeen. Het
m
is dan ook veeleer omgekeerd. Het afnemen van
de groei brengt zwaarwegende positieve effecten
met zich. De druk op het leefklimaat vermindert,
de vraag naar mobiliteit neemt af, de noodzaak
van harde infrastructuur is minder dringend en
voor de aanleg van wegen is minder aanleiding.
De prikkel om kantoren te bouwen en bedrijfster­
reinen te ontwikkelen, terwijl kantoren leeg staan
en bedrijfsterreinen in groten getale braak liggen,
neemt af. De expansie van de havens van Rotterdam
en Amsterdam kan nog eens tegen het licht worden
gehouden. Afnemend consumentenvertrouwen is
een zegen indien schuldposities verminderen en de
besparingen worden omgezet in investeringen in
een duurzame samenleving. Bij de presentatie van
de recente raming van één procent economische
groei in 2010 merkte de directeur van het Centraal
Planbureau op dat deze expansie structureel tekort­
schiet omdat Nederland gemiddeld met minstens
twee procent per jaar moet groeien. Deze politieke
uitspraak die niet berust op economische analyse
miskent volledig de welvaartstheoretische ­ etekenis
b
die moet worden gehecht aan de nadelen van
voortgezette groei uit een oogpunt van de behoefte­
bevrediging van de burgers. Het afremmen van
de groei in sommige sectoren, het ontmoedigen
van vervuilende producten en ­ roductieprocessen
p
behoren evenzeer tot het politieke domein als
aanmoediging in andere sectoren. Overigens hecht
ik geen enkele betekenis aan de puntschatting van
een ­ conomische groei in 2010 van één procent.
e
Economie is geen natuurkunde. Onder de huidige

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

extreem ongewisse omstandighe­
de allocatie voor de burgers van belang zijn. De enge opvat­
Tegenover het
den is dit gezichtspunt overheer­
ting van welvaart beperkt van nature de economie tot markt­
send. De nieuwe behoeften liggen
transacties en ondermijnt onder de huidige omstandigheden,
verdwijnen van
in de sfeer van de duurzaamheid.
waarin overheden allerwegen zoeken naar optimale publieke
verouderde
Het voorzien in deze behoeften van
constructies met het oog op het wel en wee van het private
de consumenten van nu en straks
economische leven, de positie van het Centraal Planbureau als
productieprocessen,
vergt grootscheepse investeringen
adviseur van de regering.
bijvoorbeeld in de
en innovatie met betrekking tot
In mijn ESB-artikel van het vorig jaar heb ik ook enige aan­
schone energie, reductie van CO2
dacht geschonken aan het concept-economieprogramma
auto-industrie, staat
en waterbeheer. Daarmee gaat
voor het voortgezet onderwijs van de commissie-Teulings. Ik
het op gang brengen
nieuwe werkgelegenheid gepaard.
heb toen laten zien dat in dat programma ten onrechte van
Wereldwijd zijn voldoende finan­
een veel te beperkt welvaartsbegrip wordt uitgegaan door de
van geheel nieuwe,
ciële middelen beschikbaar om
welvaart op een lijn te stellen met de monetaire weergave
duurzame activiteiten van het consumentensurplus. Ook in internationaal verband
deze trendbreuk in onze economie
tot stand te brengen. Tegenover
zondert Nederland zich zodoende in negatieve zin af van de
het verdwijnen van verouderde
stand van de wetenschap. De kredietcrisis is een onverwachte,
p
­ roductieprocessen, bijvoorbeeld in de auto-indu­
maar zwaarwegende reden het voorgestelde programma in heroverweging te
strie, staat het op gang brengen van geheel nieuwe,
nemen. Het terzijde schuiven van de macro-economie, het niet opnemen van het
duurzame activiteiten. Tegenover uitstoot van arbeid
geld-, krediet- en bankwezen, het verwaarlozen van internationaal betalingsver­
in verouderde sectoren die voorzien in de behoefte
keer en het achterwege laten van instellingen als de FED, de ECB, het IMF en
aan niet-duurzame goederen en diensten staat het
de Wereldbank, wreekt zich nu door de kredietcrisis deze thema’s aan de orde
inschakelen van kennisintensieve medewerkers in
dienen te komen. Ik zwijg dan nog maar over het verwijderen van de denkbeel­
de duurzame activiteiten in ons economisch leven.
den van Keynes over het stimuleren van een economie door een bestedingsim­
Waarom wordt het fonds aan verwijderingsbijdra­
puls. Ook al voeren niet alle landen opeens een keynesiaans beleid, brokstukken
gen niet aangewend om de vervuilende auto’s in
ervan zijn in zodanige mate aan de orde dat leraren de gelegenheid moeten
Nederland massaal van de weg af te halen? De
hebben hun leerlingen goed voor te lichten. Het lijkt mij daarom verstandig de
kredietcrisis is in deze visie, waarin de kwaliteit van
staatssecretaris Van Bijsterveldt te adviseren het conceptprogramma nog eens
de economische ontwikkeling centraal wordt gesteld,
tegen het licht te houden vanwege de recente, wereldwijde gebeurtenissen in het
het signaal voor de trendbreuk, waarover ik een jaar
economisch leven, die ons nog jaren zullen bezighouden.
geleden schreef.

Ruime welvaartsbegrip
Van deze visie maakt deel uit afstand te nemen van
het denkbeeld, zoals uitgedragen door het Centraal
Planbureau, dat de kern van de moderne economie
wordt gevormd door de werking van de markt. Het
verwaarlozen van instituties die in het economisch
leven, lokaal en globaal, zorg dragen voor het coör­
dineren van gedrag van individuele subjecten in een
risicodragende omgeving, is door de kredietcrisis
op pijnlijke wijze blootgelegd. Het is nog maar ruim
een half jaar geleden dat in een publicatie van het
CPB, getiteld Rhineland exit, door Bovenberg en
Teulings werd gepleit voor aandeelhouderswaarde als
de doelstelling van de onderneming en werd vastge­
steld dat “de globalisering van kapitaalmarkten heeft
geleid tot een verbetering van de risicodiversificatie
van kapitaalverschaffers†(Bovenberg en Teulings,
2008). Deze misvattingen over de harde werkelijk­
heid van het economisch leven vloeien voort uit een
te beperkte kijk op welvaart, het insnoeren daarvan
tot consumenten- en productensurplus en het herlei­
den van negatieve externe effecten tot een financiële
calculatie. Allerwegen wordt gezocht naar verstan­
dige vormen van toezicht op de financiële sector op
nationaal en internationaal niveau. Voor het begrij­
pen van deze institutionele uitwerking van de alloca­
tie buiten de markt om is het ruime welvaartsbegrip
van node dat niet alleen de effecten van financiële
transacties in ogenschouw neemt, maar ook in
kwalitatief opzicht weerspiegelt welke aspecten van

Literatuur
Bovenberg, L. en C. Teulings (2008) Rhineland exit, CPB discus‑
sion paper. Den Haag: CPB.
Heertje, A. (2007) Naar echte economie in 2008. ESB, 92(4525),
772­-776.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders

te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

93(4550) 19 december 2008

779

Auteur